4 minute read
Feitenreconstructie 1959-2012
op de gaswinning als mogelijke oorzaak. “De tot nu toe gemeten verzakking van de ondergrond in Groningen was slechts eenvierde van de berekende en men zou zich kunnen voorstellen dat de resterende ruimte met één plof is opgevuld. Of het zo is? De meeste insiders halen de schouders op en de NAM gelooft er niet in”, aldus de krant.177
Een andere lezer vraagt zich af of het wel klopt dat er nog nooit bevingen zijn geweest in Noord-Nederland. De krant krijgt een oude kroniek waaruit blijkt dat in het jaar 1225 “op verschillende plaatsen in het Noorden een verschrikkelijke aardbeving is geweest”. Met andere woorden, schrijft de Leeuwarder Courant: “Dit pleit dus wel degelijk voor één of meer breuklijnen van betekenis onder de noordoostelijke provincies.” Een woordvoerder van het KNMI reageert ‘zeer verrast’ op “deze bijzonderheid, die daar in een chronologische lijst sedert 217 na Christus ontbreekt”.178
In 1990 schrijft het KNMI dat seismologen zich in 1976 hebben vergist: “Aanvankelijk dacht men aan een aardbeving en dit verscheen ook als zodanig in de landelijke pers. Later werd duidelijk dat het om een sterke atmosferische drukgolf ging, waarvan echter de oorzaak nooit is achterhaald.”179 Ook van andere ‘geregistreerde trillingen’ die later volgen op 2 december 1981, 10 februari 1984 en 8 maart 1988 is de oorzaak onbekend, blijkt uit Tweede Kamerstukken. Mogelijk gaat het ook hier om ‘signalen in de atmosfeer’, aldus de verantwoordelijke bewindslieden. “Het staat vast dat het hierbij niet om aardbevingen gaat. Daarmee is echter niet uitgesloten dat de oorzaak toch in de bodem ligt, hoewel deze mogelijkheid uiterst onwaarschijnlijk is.”180
Aardbeving in Assen zet thema ‘aardbevingen door gaswinning uit het Groningenveld’ op de agenda
Op Tweede Kerstdag 1986 trilt de bodem rondom Assen 50 seconden. Het thema aardbevingen en gaswinning komt daardoor terug op de agenda. “Om ongeveer acht uur trilden de tafels en stoelen op het politiebureau en viel de stroom in de Tuinstraat in Assen gedurende korte tijd uit”, meldt het Nieuwsblad van het Noorden.181 Volgens het KNMI heeft de ‘aardschok’ een kracht van 3 op de schaal van Richter, sommige kranten melden zelfs 4 tot 5 (later stelt het KNMI de magnitude bij naar 2,8). Ondanks de korte duur stromen de telefoontjes bij het politiebureau binnen, aldus het Nieuwsblad van het Noorden. “Vragen van ongeruste Assenaren kwamen uit alle delen van de stad.” “Voor ons is dit een nieuw fenomeen”, zegt Reinier Ritsema van het KNMI tegen de krant. “We hebben in Drenthe nog nooit eerder een aardschok gemeten.”
Het KNMI heeft in zijn eigen archief geen informatie meer over de aardbeving in Assen. “In de KNMI archieven is geen materiaal teruggevonden waarin intern of met andere betrokkenen over deze beving gesproken wordt”, aldus het KNMI in de documenten voor de enquêtecommissie.182
In de kranten uit deze tijd zegt het KNMI in eerste instantie dat er sprake is van een ‘tectonische
177 Leeuwarder Courant (8 april 1976), p. 7.
178 Leeuwarder Courant (8 april 1976), p. 7.
179 TU Delft. Verslag symposium Bodemdaling in Nederland, november 1990 aardbeving’. “Hierbij gaat het om overschuivingen in de ondergrond, mogelijk een ondergrondse instortingsaardbeving in verband met de gaswinning”, aldus een artikel in Het Vrije Volk.183 De krant verwijst ook naar de eerdere ‘aardtrillingen’ in het Noorden op 30 maart 1976. “Mensen in de omgeving herinneren zich nog goed hoe ramen en deuren toen schudden.”
180 Kamerstuk II 1988/89, 21108, nr. 1.
181 Nieuwsblad van het Noorden (27 december 1986), p. 1.
182 KNMI: Een chronologisch overzicht (tijdlijn) waarin is opgenomen in hoeverre door en binnen het KNMI, respectievelijk door derden die het KNMI hierover benaderden, risico’s zijn gesignaleerd die mogelijk verbonden waren aan de winning van aardgas, 8 april 2021.
Enkele dagen later, op 29 december 1986, spreekt het Nieuwsblad van het Noorden opnieuw met seismoloog Ritsema. Dit keer is meer informatie bekend. “Ritsema gaat ervan uit dat de aardbeving in Assen een strikt lokale aangelegenheid was. Hij ziet geen verband met de bodemdaling in Groningen als gevolg van de gaswinning aldaar: dat is een geleidelijk verlopend proces, terwijl een aardbeving juist optreedt bij plotselinge veranderingen. Ook andere ondergrondse activiteiten van de NAM hebben niets met de beving te maken, terwijl de NAM op haar beurt ook geen nadelige effecten heeft gemerkt.”184 De krant eindigt het artikel met de vraag wat de grond in het Noorden “nog in petto” heeft. Ritsema antwoordt: “Er kan best nog eens een aardbeving komen. Volgend jaar? Over honderd jaar? Ik zou het niet weten.”
Op 30 december 1986 stelt geograaf en hbo-docent milieukunde Meent van der Sluis uit Assen in De Telegraaf dat de aardbeving ‘het gevolg is van het leeghalen van het gasveld bij Slochteren’.185 “Wij hebben hier in het noorden nog nooit een aardbeving gehad”, aldus Van der Sluis. 186 “En de gaswinning bij Slochteren is de enige belangrijke verandering in de ondergrond, die hier de laatste honderden jaren heeft plaatsgevonden. Het ligt daarom erg voor de hand, dat de gaswinning en de beving alles met elkaar te maken hebben en de kans is zeer groot, dat meer aardschokken volgen.”
Van der Sluis roept op tot een onafhankelijk onderzoek naar het verband tussen gaswinning en aardbevingen, ‘omdat de NAM te veel partij is’. NAM-woordvoerder Frans Duut heeft geen zin om op deze ‘flauwekul’ te reageren. “Wij verwijzen dit beslist naar het rijk der fabelen”, zegt hij in De Telegraaf.187 In tekstkader 1.6 (verderop in paragraaf 1.2.10) wordt nader ingegaan op de persoon Meent van der Sluis en zijn rol in het Groningse gasdossier.
Het bedrijf voelt zich gesteund door eigen onderzoek van het Shell-laboratorium, dat in datzelfde jaar uitkomt en vertrouwelijk is. In dit onderzoek constateren de Shell-ingenieurs dat de gasproductie, en de daarmee gepaarde drukdaling (destijds ging Shell uit van een daling van 350 bar in 1964 naar 50 bar in 2025), niet kan leiden tot breuken en het reactiveren van bestaande breuken in de Groninger bodem. Zowel de NAM als Staatstoezicht op de Mijnen achten een onderzoek ‘niet noodzakelijk’, blijkt uit een intern vergaderstuk.188
183 Het Vrije Volk (29 december 1986), p. 3.
184 Nieuwsblad van het Noorden (29 december 1986), p. 3.
185 De Telegraaf (30 december 1986), p. 7.
186 Meent van der Sluis studeert sociale geografie en promoveert in 1987 in de economische geografie bij de universiteit in Nijmegen. Hij werkt onder meer als aardrijkskundeleraar en docent in het hoger beroepsonderwijs. In 1987 wordt hij lid van de Provinciale Staten in Drenthe voor de PvdA. Bron: Koops (2021).
187 De Telegraaf (30 december 1986), p. 7.
188 NAM. Verslag van de vergadering tussen vertegenwoordigers van de NAM, het Staatstoezicht op de Mijnen, de Rijks Geologische Dienst en het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut op 27.01.88 te Assen inzake het mogelijk oorzakelijke verband tussen de aardgaswinning en de Asser aardschokken van 1986/87, 15 februari 1988.