4 minute read

Feitenreconstructie 1959-2012

Aardbevingen opnieuw op de agenda door beving in Emmen Drie maanden na het symposium van de TU Delft, op 15 februari 1991, vindt opnieuw een aardbeving plaats in Drenthe, dit keer in Emmen. Volgens het KNMI gaat het om een aardbeving met een kracht van 2,5 op de schaal van Richter. “De aardbeving veroorzaakte geen schade”, meldt het Algemeen Dagblad (AD) een dag later. “Wel kwamen er bij de politie enkele verontruste telefoontjes binnen naar aanleiding van trillingen in woningen en enig ondergronds gerommel.”243

Een week later publiceert De Telegraaf een portret van Meent van der Sluis, die de gaswinning ‘de enige redelijke verklaring’ noemt voor de aardbevingen.244 “U begrijpt dat door de gaswinning de aarde in beweging is, zij het in lichte mate. Dat is waarneembaar aan de oppervlakte, boven de gasbellen, waar sprake is van een geleidelijke bodemdaling van enkele centimeters, soms zelfs van een tijdelijke bodemstijging. In de grond zitten echter tal van aardbreuken die door de gaswinning in beweging komen. Wat aardtrillingen oplevert. Omdat er in de winter een grote vraag is naar gas, zal de aardlaag waaruit dat gas wordt gewonnen in de wintermaanden sterker bewegen. En dat is net genoeg om een aardbeving tot gevolg te hebben, of, door verandering van druk, een luchtknal.”245

NAM-woordvoerder Frank Duut reageert afwijzend op Van der Sluis, volgens De Telegraaf de ‘Don Quichot van Drenthe’: “Het is een algemeen gegeven dat langs de randen van de gasvelden zich spanningen ophopen en dat geeft hele lichte trillingen. Maar die trillingen activeren geen aardbreuken die kilometers dieper liggen en voor aardbeving schijnen te zorgen met een epicentrum dat vele kilometers verder ligt! Alle respect voor de mening van Van der Sluis, iedereen is vrij in dit land om zijn mond open te doen, maar laat het alsjeblieft wel onderbouwd en genuanceerd zijn!”

Over de aardbeving in Emmen zegt Duut dat het epicentrum ‘niet eens in de buurt van een gasveld’ ligt. “Had het epicentrum boven een gasveld gelegen, dan had ik gezegd: misschien heeft die Van der Sluis toch gelijk. Maar het epicentrum lag niet eens in de buurt van een gasveld …”

Volgens het KNMI is het epicentrum nog helemaal niet bepaald, zo meldt het instituut op 26 februari 1991. De seismologen starten daarom met een enquête onder inwoners van Emmen en Erica.246 Hieruit blijkt dat de aardbeving is ontstaan op 1,5 tot 5 kilometer onder de grond bij het industrieterrein van Emmen, vlakbij een gasontzwavelingsfabriek van de NAM. “Het KNMI sluit niet uit dat er verband bestaat tussen de gaswinning in het gebied en de aardbeving”, noteert De Telegraaf.247

NAM sluit aardbevingen door gaswinning niet uit

In de maand voor de publicatie van het KNMI gaat het instituut in gesprek met NAM-woordvoerder Duut over ‘de opvatting van NAM over de relatie tussen seismiciteit en gaswinning’. In een brief aan Hein Haak van het KNMI (met SodM in de cc) licht hoofd Public Affairs Herman

243 Algemeen Dagblad (16 februari 1991), p. 7.

244 Vergeer (23 februari 1991), p. 23.

245 Vergeer (23 februari 1991), p. 23.

246 De Telegraaf (18 februari 1991), p. 3.

247 De Telegraaf (3 april 1991), p. 6.

Kievits op 25 maart 1991 de standpunten van de NAM toe. Hij schrijft: “In lijn met datgene wat door onder meer het Massachusetts Institute of Technology (MIT) is gesteld en door Nederlandse geologische kringen bevestigd, sluit ook NAM de mogelijkheid van seismische aktiviteit boven compacterende gasvelden, niet uit.”248

De NAM voegt daar direct aan toe dat een natuurlijke oorzaak ook nog steeds op tafel ligt. “In geval van geconstateerde seismiciteit in gebieden waar gaswinning plaatsvindt, betekent deze opvatting niet op voorhand dat er een relatie met gaswinning zal zijn. In dit verband wijst NAM op elders in Nederland voorkomende natuurlijke seismiciteit en de immer aanwezige mogelijkheid van het natuurlijke ‘zetten’ van geologische breuken en/of andere natuurlijke geologische processen.”

Wat de oorzaak ook is, de ‘aardschokken/trillingen’ zullen volgens de NAM geen schade veroorzaken, benadrukt Kievits. Het bedrijf steunt het KNMI in de wens om meer onderzoek te doen naar de oorzaak van de bevingen. Ook belooft de NAM om het KNMI en toezichthouder SodM kopieën te sturen van ‘verdere publicaties in de lokale pers’ 249

Bij een vergadering van het college van vertegenwoordigers DrentheGas op 5 april 1991 neemt de NAM een vergelijkbaar standpunt in. Aanleiding is een opmerking van regeringsvertegenwoordiger Stan Dessens van Economische Zaken, die de NAM wijst op de mediaberichten over de aardbevingen in Noord-Nederland. “In deze publicaties wordt steeds een verband gelegd tussen aardgaswinning en aardbevingen. Het valt op dat er in het Noorden van het land maar weinig op dit gebied hoeft te gebeuren om een reeks van reacties te ontketenen”, aldus de notulen.250

De directeur van de NAM benadrukt dat het epicentrum van de aardbeving in Emmen zich bevindt ‘op een plaats waar geen gaswinning plaatsvindt’. “Naar aanleiding van deze laatste waarneming kan worden vastgesteld dat niet uitgesloten is dat zich bevingen in de daar aanwezige breukstructuur voordoen die in connectie zouden kunnen staan met aardgaswinning; maar evenmin is uitgesloten dat er sprake van een natuurlijk proces vergelijkbaar met bevingen in het westen van Duitsland en elders in Nederland.”

De NAM-directeur hoopt dat multidisciplinair onderzoek meer duidelijkheid kan geven. Regeringsvertegenwoordiger Dessens zegt daarop: “De heer Dessens zou NAM willen ontraden al te dogmatisch in te gaan op de aan haar adres gerichte kritiek, zolang de relatie tussen aardgaswinning en aardbevingen onvoldoende is vastgesteld.”

Tegenstrijdige berichten in media over schade door aardbevingen Op 25 april 1991 horen inwoners uit Geelbroek ‘een harde klap’, “iets zwaarder dan wanneer een straaljager de geluidsbarrière doorbreekt”, meldt het Nieuwsblad van het Noorden.251 Ook de ruiten ‘trilden even’. Volgens het KNMI gaat het om een aardbeving van 2,5 op de schaal van

248 NAM. Brief aan het KNMI inzake de opvatting van NAM over de relatie tussen seismiciteit en gaswinning, 25 maart 1991.

249 NAM. Brief aan het KNMI inzake de opvatting van NAM over de relatie tussen seismiciteit en gaswinning, 25 maart 1991.

250 Notulen van de 91e vergadering van het college van vertegenwoordigers DrentheGas, gehouden op 5 april 1991.

251 Nieuwsblad van het Noorden (26 april 1991), p. 1.

This article is from: