
3 minute read
Feitenreconstructie 1959-2012
Van Aardenne van Economische Zaken gaat daar echter voor liggen. Hij is tevreden met het Herenakkoord. Bovendien vreest hij dat de extra afdrachten door andere leden van het kabinet of partijen uit de coalitie misbruikt zullen worden voor nog meer consumptieve overheidsuitgaven. Zoals Verberg omschrijft in zijn openbaar verhoor:
Gijs [van Aardenne] zei: nou, George, we gaan het niet doen, want ik voel er helemaal geen flikker voor; dat wordt dan weer door die en die partij aangewend voor extra uitgaven door de overheid, en ik heb die investeringen in Nederland nodig. Ik zei “oké”, dus ik ben met hangende pootjes teruggegaan […] en heb gezegd: het feest zoals we dat hadden gedacht, gaat niet door. Einde bericht.
Advertisement
Openbaar verhoor George Verberg, 29 juni 2022
Los van de verhoging van de afdrachten worden de gasbaten nog wel op andere manieren gebruikt om de rijksbegroting te helpen. Vanaf 1979 komt Nederland in een grote economische crisis. Ook het kabinet-Van Agt II geraakt kort na zijn aantreden in 1981 in een crisis. De financiering van het banenplan van Den Uyl, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, om de werkloosheid te bestrijden, leidt tot grote spanningen in de coalitie en het kabinet krijgt te maken met een groot financieringstekort. Om het kabinet te lijmen, worden twee informateurs aangesteld om tot oplossingen te komen: de economen Cees de Galan en Victor Halberstadt. De informateurs adviseren na lange onderhandelingen om het dreigende financieringstekort voor 1982 op te lossen door meer gas te verkopen: in totaal 4 miljard kubieke meter extra aardgas. Het kabinet geeft Gasunie vervolgens de opdracht deze extra volumes te verkopen. In het College van Gedelegeerde Commissarissen bevestigt minister Terlouw van Economische Zaken dan ook dat ‘andere dan energiepolitieke redenen’ de doorslag hebben gegeven om 4 miljard kubieke meter extra gas te verkopen “teneinde via de aardgasbaten het risico van het financieringstekort te beperken”.490 “Dat vul je dan met Gronings gas”, verklaart toenmalig ambtenaar van Economische Zaken, George Verberg over het idee om door middel van de aardgasverkopen het financieringstekort te slechten.
Aldus geschiedde. […] De Staat heeft geld gekregen. Die 4 miljard die uiteindelijk bij de Staat terecht is gekomen, klopte met het tekort dat ze […] berekend hadden, dat ze nodig hadden om dat regeerakkoord rond te breien […]
Openbaar verhoor George Verberg, 29 juni 2022
1.3.6 Nederlands gas wordt hernieuwd in de markt gezet (1982-1994)
Actief beleid van Gasunie om haar buitenlandse afzetmarkt te behouden: extra gasverkopen
In 1982 komt Gasunie met een Nota heroverweging aardgasbeleid, over een nieuw aardgasbeleid waarin voorzichtig een koerswijziging wordt gesuggereerd. Gasunie overweegt weer om meer gas te gaan verkopen. Na een periode met een accent op de grenzen aan volume en capaciteit, komt er ruimte voor een uitbreiding van de export op lange termijn. De directie van Esso is daar nog stelliger over dan Gasunie. In een brief aan Gasunie schrijft de directie van Esso: “Gasunie zal via een gericht beleid gunstige exportkansen moeten ontwikkelen” 491
Het Plan van Gasafzet (PvGA) voor 1983 geeft bovendien aan dat de reservepositie op de lange termijn is verbeterd. De gewijzigde raming van de omvang van het Groningenveld blijkt een belangrijk argument voor de uitbreiding van de gasverkopen. George Verberg, die in 1982 als directeur-generaal het gasbeleid overziet, noemt zich dan ook een ‘lucky boy’, omdat de omvang van het Groningenveld op dat moment groter blijkt te zijn dan eerder geraamd en Gasunie zich meer verkopen kan permitteren:
Ik was een lucky boy, want de NAM had ontdekt dat er nog zo ontzettend veel meer reserves die te produceren waren in Groningen waren gevonden – ik geloof dat er iets van 300 miljard, 400 miljard bij kwam.
Openbaar verhoor George Verberg, 29 juni 2022
Gasunie vreest echter ook dat haar positie op de buitenlandse markten ‘afbrokkelt’. 492 Dit komt deels door de houding die zij in de afgelopen tien jaar heeft ingenomen op last van het kabinet om volumes in de exportcontracten niet uit te willen breiden (Spierenburg had immers geen mandaat om meer volumes toe te zeggen – hij onderhandelde alleen over de prijs). Europa krijgt in de jaren ’80 te maken met een toestroom van goedkoop gas uit andere landen en dit leidt tot een afname van de (internationale) vraag naar Nederlands gas. Sommige buitenlandse afnemers zijn in die periode al begonnen aardgas uit Nederland te vervangen door gas uit andere bronnen, zo waarschuwt Gasunie in het PvGA voor 1983.
De prijs van andere concurrerende energievormen (stookolie) blijft leidend, maar door de toename van gas uit Noorwegen, Algerije en de Sovjet-Unie verandert de Europese concurrentiepositie van Gasunie ook. Er ontstaat geleidelijk steeds meer ‘gas-to-gas’ concurrentie. Gasunie verwacht dat er tussen 1985 en 1995 sprake zal zijn van overaanbod op de Europese gasmarkt en spreekt veelvuldig van een kopersmarkt. Na 1995 verwacht men daarentegen weer een tekort. Zulke toekomstverwachtingen spelen een belangrijke rol in de heronderhandelingen die Gasunie midden jaren ’80 gaat voeren. Van groot belang is dat Gasunie het Groningengas op een andere manier in de markt gaat zetten. De flexibiliteit van levering staat daarbij centraal,