4 minute read

Feitenreconstructie 1959-2012

De PvdA-fractie in Loppersum wijst erop dat exploitatie van gas gepaard gaat met aardbevingen, luchtknallen en ongelijkmatige zettingen die steeds meer schade veroorzaken. Tegelijkertijd is de bewijsvoering lastig. “Inmiddels is duidelijk dat er een omslag heeft plaatsgevonden in de publieke opinie ten aanzien van onomkeerbare milieu-effecten door gaswinning en dat deze tot zichtbare en onzichtbare schade kan leiden. Mensen gaan zich daardoor onzeker voelen en hierdoor wordt direct en indirect het woon- een leefklimaat in het noorden bedreigd” stellen de PvdA-fractieleden. Meer wetenschappelijk onderzoek is daarom gewenst. De fractie vraagt daarnaast of het college zich wil inzetten voor de omkering van de bewijslast. Een andere vraag gaat over hoe de burgemeester en wethouders de financiële schade voor inwoners in de toekomst beter willen regelen, en wat er gebeurt als de exploitant ‘het concessiegebied verlaat’. In een reactie stelt het college dat het onderwerp ‘bijzonder komplex’ is, en dat extra wetenschappelijk onderzoek inderdaad voor de hand ligt. Lokale overheden hebben nu niet de kennis in huis om ‘verantwoorde uitspraken’ te doen. “Datzelfde geldt voor uw vragen” schrijft het college om aan te geven dat door gebrek aan kennis ook niet alle vragen van bezorgde burgers te beantwoorden zijn. De vragen en het voorstel voor onderzoek wil het college daarom neerleggen bij de Vereniging Nederlandse Gemeenten.565 Onduidelijk is of het college dit heeft gedaan.

Eerste informatiebijeenkomst in zalencentrum Vita Nova Mede naar aanleiding van de vragen van de PvdA organiseert de Commissie Bodemdaling op initiatief van de gemeente Loppersum in maart 1994 een bijeenkomst in zalencentrum Vita Nova om bewoners te informeren over de gevolgen van bodemdaling door gaswinning. Ook staat de relatie tussen gaswinning en ‘aardtrillingen’ op het programma. “Nu deze onderwerpen in onze gemeente zo duidelijk spelen, lijkt het ons een goede zaak u te informeren” schrijft het college in de uitnodigingsbrief.566. Ook zijn er deskundigen van Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), de NAM en de provincie Groningen aanwezig.

Ter voorbereiding van de informatieavond overleggen de provincie, SodM en de NAM over mogelijke vragen van inwoners en de antwoorden die daarop moeten volgen. In het verslag van dit overleg staat dat inwoners die schade hebben door bevingen, de NAM daarvoor rechtstreeks moeten aanspreken. Het oprichten van een fonds, zoals wel voor bodemdaling is gebeurd, wordt ‘niet opportuun’ genoemd: “Dit is gebaseerd op de conclusie uit het eind vorig jaar uitgekomen rapport over de relatie tussen Gaswinning en aardbevingen in Noord Nederland dat de kans op schade door aardbevingen verwaarloosbaar is.” Ook omkering van de bewijslast is niet aan de orde. Dit is weliswaar ingevoerd in Limburg bij de steenkolenwinning maar, staat in het verslag, daar “waren alle gegevens geheim. Voor de burger was het dan ook niet mogelijk een oorzakelijk verband tussen steenkoolwinning en schade aan gebouwen aan te tonen. De gegevens over de gevolgen van aardgaswinning zijn daarentegen wel toegankelijk.”567

Tijdens de avond zelf krijgen de bezoekers informatie over verschillende onderwerpen, zoals: bodemdaling door gaswinning en wat dat met de waterhuishouding doet; het optreden van aardschokken; de rol van SodM bij de gaswinning; en het werk van de Commissie Bodemdaling.

565 Gemeente Eemsdelta. Schriftelijke vragen van de PvdA-fractie aan het college van burgemeester en wethouders, 26 november 1993.

566 Gemeente Eemsdelta. Uitnodiging voor de informatieavond, 27 januari 1994.

567 Gemeente Eemsdelta. Verslag inzake voorlichting bodemdaling/aardbevingen Middelstum/Loppersum, 8 februari 1994.

Inwoners vragen hoe zij moeten handelen als blijkt dat een beving schade heeft veroorzaakt. De vertegenwoordiger van de NAM antwoordt: “Wie concreet door een beving schade heeft geleden kan het beste (uiteraard zo spoedig mogelijk na de schok) contact opnemen met de Nam. Alle meldingen worden serieus nagetrokken. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een onafhankelijke bouwkundige. Het is immers ook mogelijk dat verkeer, wortelgroei, verdroging en dergelijke de oorzaak van schade zijn.” In dat geval komen de kosten voor schadeherstel voor de eigenaar. De deskundige van SodM bevestigt dat de NAM rechtstreeks aansprakelijk gesteld moet worden voor schade door aardschokken. Die claims handelt de NAM volgens Staatstoezicht in het algemeen ‘soepel’ af. De verwachting is tegelijkertijd dat de bevingen ‘aan het maaiveld geen zaakschade’ zullen veroorzaken. En als er toch een beving plaatsvindt met grotere gevolgen, stelt de aanwezige NAM-medewerker, ‘dan laat de Staat de Groningers vast niet in de kou staan’. In het verslag van de bijeenkomst staat genoteerd dat de zaal om deze opmerking moet lachen.568

Volgens de NAM melden zich in 1994 de eerste mensen met schade bij de NAM.569 Dit komt in het volgende hoofdstuk aan de orde.

1.6 Bevindingen 1959-1994

1.6.1 Inleiding: een nieuwe bron van energie en inkomsten

In dit hoofdstuk staan de eerste decennia na de vondst van de gasbel bij Slochteren centraal (1959-1994). Het is een periode met twee gezichten. Aan de ene kant heerst er blijdschap en optimisme over de vondst van het aardgas: er is een nieuwe bron van energie en inkomsten gevonden. De gasbel brengt nieuwe bedrijvigheid naar de regio, Nederland schakelt massaal over op aardgas voor ‘koken en stoken’ en ook de schatkist profiteert mee. Aan de andere kant is de vondst óók omgeven met onduidelijkheid en soms zelfs geheimzinnigheid. De afspraken in de Overeenkomst van Samenwerking uit 1963 blijven deels geheim en het ministerie is weinig mededeelzaam naar de Groningse gemeenten, maar ook naar de Tweede Kamer. Voor inwoners blijft het lange tijd gissen naar de omvang en betekenis van de gasvondst in Slochteren. Wat brengt de gaswinning hen? Deze gespletenheid en onduidelijkheid is vanaf het begin kenmerkend voor de Groningse gaswinning.

1.6.2 Risico’s gaswinning en kennis: onduidelijkheid, bagatellisering en ontkenning

Betrokken partijen bagatelliseren lange tijd de negatieve gevolgen gaswinning Al bij de start van de gaswinning in Groningen is bij de NAM en Shell bekend dat olie- en gaswinning gepaard kunnen gaan met bodemdaling; in het buitenland soms tot wel enkele meters. De voorbeelden leiden tot vragen en zorgen in de media en in de Tweede Kamer: wat staat Groningen te wachten?

568 Gemeente Eemsdelta. Verslag van de informatieavond over bodemdaling gehouden te Middelstum op 14 februari 1994.

569 NAM. Schriftelijke inlichting met een chronologisch overzicht van wat in hoofdlijnen is gebeurd met betrekking tot de aardgaswinning in Groningen en de bijbehorende risico’s alsmede van belangrijke momenten in de geschiedenis van de Groningse aardgaswinning vanuit het perspectief van de NAM, 12 april 2021.

This article is from: