3 minute read
Feitenreconstructie 1959-2012
te betreuren dat de NAM niet wil meewerken aan een folder. In het overleg dreigt hij met de buitenwereld te delen dat de NAM medewerking weigert. Frank Duut van de NAM zegt hierna toe dat hij de behoefte aan een informatiefolder intern nog eens aan de orde zal stellen.181
Halverwege januari 1995 komen de NAM en provincies Groningen en Drenthe opnieuw bijeen. De NAM zegt nog steeds geen voorstander te zijn van een voorlichtingsfolder, en al helemaal niet in combinatie met een schadeformulier. De provincies hechten wel waarde aan een informatiefolder. Een formulier om schade te melden kan ‘desnoods achtwege blijven’. De uiteindelijke afspraak is dat er een folder komt met informatie over de gaswinning en de gevolgen daarvan en een beschrijving van waar en hoe mensen schade kunnen melden.182
De informatiefolder Gaswinning en aardschokken verschijnt in december 1995 en is een gezamenlijke uitgave van het ministerie van Economische Zaken, de NAM, het KNMI en de twee provincies. In de folder staat dat het ‘niet helemaal uit te sluiten is’ dat een aardschok schade veroorzaakt aan woningen. “U moet dan bijvoorbeeld denken aan al aanwezige haarscheuren in muren of pleisterwerk die door een beving groter worden, of het ontstaan van nieuwe scheuren”, aldus de folder. De NAM neemt een schademelding alleen in behandeling als er een beving is geweest die een intensiteit heeft van 4 of meer op de EMS-schaal, een Europese schaal die de gevolgen van een aardbeving voor mensen en gebouwen aangeeft (zie tekstkader 1.2 in hoofdstuk 1). Een beving met een intensiteit 4 wordt in de folder omschreven als “matig: door velen gevoeld; trilling als van zwaar verkeer; rammelen van ramen en deuren”.183
Tekstkader 2.10 Schadeproces zoals beschreven in de informatiefolder ‘Gaswinning en aardschokken’
Mensen die denken schade te hebben na een beving, moeten dit bij de NAM melden. De NAM huurt vervolgens een schade-expert in die de schade ter plekke komt onderzoeken. Afhankelijk van het oordeel van de schade-expert zal de NAM wel of geen vergoeding toekennen.
De NAM neemt niet alle gemelde schades in behandeling en hanteert een ‘intensiteitscontour’: de gemelde schade moet in het gebied van de beving liggen en de beving zelf moet een bepaalde intensiteit hebben, namelijk 4 (IV) of meer op de ‘Europese macroseismische schaal’. KNMI-gegevens bepalen de begrenzing van het gebied.
181 Provincie Groningen. Brief van college van Gedeputeerde Staten Groningen aan NAM, 13 januari 1995 met als bijlage verslag van het overleg van 12 december 1994 tussen de NAM en de provincies Groningen en Drenthe.
182 Provincie Groningen. Brief college van Gedeputeerde Staten Groningen aan NAM inzake informatiefolder, 31 januari 1995 met als bijlage verslag van het overleg van 16 januari 1995 tussen de NAM en provincies Groningen en Drenthe.
183 Ministerie van EZ, provincies Groningen en Drenthe, KNMI & NAM. Folder Gaswinning en Aardschokken, december 1995.
Tegenonderzoek
Als een gedupeerde het niet eens is met NAM’s oordeel, dan kan er een tegenonderzoek plaatsvinden waarvan de NAM de helft betaalt. Als de NAM op basis van het tegenonderzoek de schade alsnog erkent, betaalt ze alle kosten van het tegenonderzoek.
Bij de presentatie spreekt Lubertus Pit, de burgemeester van Loppersum, de wens uit dat de folder de onrustgevoelens van de inwoners wegneemt. Ze weten nu hoe aardschokken ontstaan en hoe ze een claim kunnen indienen bij de NAM. De Groningse gedeputeerde Bertus Fennema is blij met de folder en de schaderegeling: “De bevolking mag niet worden gedupeerd door de aardgaswinning waar heel Nederland van profiteert”, aldus Fennema. De NAM zal ‘zonder mokken’ schadevergoedingen uitkeren als schade ‘onomstotelijk’ wordt bewezen, zegt NAM-woordvoerder Duut toe bij het verschijnen van de folder.184
Kritiek op de intensiteitscontour die voorbij gaat aan ervaren schades
De geologen van het Onafhankelijk Geologen Platform zijn kritisch op het hanteren van de ‘intensiteitscontour’, waarbij alleen meldingen in behandeling worden genomen als er een beving is geweest met een intensiteit van 4 of meer op de EMS-schaal. De Drentse gedeputeerde Marga Kool verdedigt het gebruik ervan, en wijst erop dat ‘naar ervaringsregels’ er geen schade optreedt bij bevingen met een intensiteit die lager is dan 4.185 In een brief aan gedeputeerde Kool schrijft Frits van den Berg van het Onafhankelijk Geologen Platform dat er in praktijk voorbeelden zijn van woningen met schade die is ontstaan door bevingen met een intensiteit van minder dan 4 – ‘mogelijk door lokale effecten’. Dit zou het geval zijn in Middelstum, Schuilingsoord, Roswinkel en Emmer-Compascuum. “Er is dus een tegenspraak tussen uw ‘ervaringsregels’ en de KNMI-waarneming enerzijds en de lokale ervaring anderzijds.”
“Het begrip ervaringsregels doet trouwens wat bizar aan als juist de lokale ervaringen genegeerd worden. Juist uit deze ervaringen blijkt immers dat er lokaal relatief hoge intensiteiten kunnen voorkomen”, stelt Van den Berg in 1996. Hij schrijft dat de lokale ervaringen van inwoners ten onrechte worden genegeerd.186 De Technische commissie bodembeweging zal in 2000 Annemarie Jorritsma, de minister van Economische Zaken, adviseren om de intensiteitsgrens te verlagen naar 3. In de nieuwe versie van de informatiefolder, die uitkomt in 2004, ontbreekt de intensiteitscontour helemaal. De NAM neemt dan inmiddels alle schademeldingen in behandeling.
184 Trouw (8 december 1995), p. 9.
185 Provincie Drenthe. Brief gedeputeerde aan het Onafhankelijk Geologen Platform inzake informatiefolder, 14 februari 1996.
186 Onafhankelijk Geologen Platform. Brief aan gedeputeerde van de provincie Drenthe inzake schades door bevingen, 25 april 1996.