3 minute read

Feitenreconstructie 1959-2012

2.4.2 Na bevingen Roswinkel: blijvende aandacht voor ongelijke positie gedupeerden

Bevingen Roswinkel zorgen voor veel schademeldingen

Het Drentse Roswinkel krijgt in de jaren ’90 bijna 30 aardbevingen te verduren. De magnitude van de bevingen varieert tussen de 0,8 en 3,4 op de schaal van Richter. De beving van 19 februari 1997 is de zwaarste die ooit in Roswinkel heeft plaatsgevonden.187 Tegen elf uur in de avond beeft Roswinkel ‘kort en hevig’. 188 Ontvangt de NAM tot dan toe slechts tientallen schademeldingen, na de beving van 19 februari melden zich 235 mensen bij het bedrijf.189

Onbekend is in hoeveel gevallen de NAM een schadevergoeding heeft toegekend.

Twee dagen na de zware beving stuurt NAM-directeur Oele de inwoners van Roswinkel en omgeving een persoonlijke brief. Oele schrijft dat de inwoners vast geschrokken zijn van de beving en dat hun bezorgdheid NAM’s ‘eerste zorg’ is. Mensen met schade kunnen een claim indienen bij de NAM. Tegelijkertijd staat in de brief dat de NAM ervan overtuigd is “dat dergelijke bevingen niet tot echt grote consequenties zullen kunnen leiden.” Oele verwijst naar het BOA-rapport waarin staat dat er bij bevingen slechts een kleine kans is op lichte schade.190 Desondanks volgen er – voor die tijd – veel schademeldingen. De NAM moet daarom een tweede bureau inhuren om alle schades te onderzoeken. In de discoursanalyse (bijlage 1 in boek 5) waarin de mediaberichtgeving is onderzocht, verwoorden de onderzoekers dit als volgt: “Het tweede bedrijf kende vervolgens veel meer claims toe, waarna de NAM zich gedwongen zag alle claims opnieuw te laten beoordelen door het meest ‘bevingsgezinde’ bureau.”191

Na de beving van 19 februari 1997 volgen er in Roswinkel in korte tijd nog een aantal zware bevingen die inwoners ‘de stuipen op het lijf’ jagen. “De vreemde sensatie was echter veelal van korte duur. Minder vluchtig bleken vaak de emoties als gevolg van het nog steeds voortdurende getouwtrek rond de materiele schadeloosstelling van gedupeerden”, schrijft het Nieuwsblad van het Noorden in maart 1999.192 Na de twee bevingen op 28 januari 1998 komen er bij de NAM 106 schademeldingen binnen. In maar zestien gevallen kent de NAM een schadevergoeding toe. Dit zou zijn omdat alle meldingen deze keer zijn onderzocht, dus ook uit gebieden waar de intensiteit van de beving 2 of 3 was en “waar dus in feite helemaal geen schade kan ontstaan” aldus een nota van het ministerie van Economische Zaken.193

187 KNMI. Schriftelijke inlichting over een toelichting met duiding van de maximale magnitude, grondversnellingen en grondsnelheden van aardbevingen in Noord-Nederland in vergelijking met aardbevingen in andere regio’s van Nederland en/of het buitenland, 15 juni 2022.

188 RTV Drenthe (19 februari 2022).

189 Ingenieursbureau Boorsma. Presentatie inzake schadeafhandeling na bevingen Roswinkel van 19 februari 1997 en 29 januari 1998, 26 juni 1998.

190 NAM. Brief van directeur aan de inwoners van Emmercompascuum, Roswinkel en Ter Apel inzake beving Roswinkel, 21 februari 1997.

191 Brouwer et al. (2022).

192 Nieuwsblad van het Noorden (6 maart 1999).

193 Ministerie van EZ. Nota aan directeur-generaal inzake bezoek Geologenplatform op 7 juli, 2 juli 1998.

Bron: KNMI, 2021

In april 1997 organiseert de gemeente Emmen een informatieavond in Emmer-Compascuum over gaswinning en aardschokken. Hierop komen ongeveer 160 mensen af.194 Tijdens de bijeenkomst lopen de emoties hoog op. Het KNMI ontkent de mogelijkheid dat de bevingen schade hebben veroorzaakt. Deskundigen van het KNMI en de NAM tonen vele ‘tekeningen en grafieken’, maar een aanwezige wethouder laakt hun ‘gebrek aan empathie’.195 Een ambtenaar van het ministerie van Economische Zaken spreekt in zijn aantekeningen, die zijn gedeeld met de werkgroep Aardbevingen, van een ‘roerige’ avond. Volgens hem ging het de aanwezige inwoners niet om informatie maar om geld. Inwoners waren kortgeleden nog geconfronteerd met een hoog uitgevallen ozb-aanslag. “Voor velen was dit de aanleiding om te stellen, dat de waarde van hun huis als gevolg van de aardbeving(en) was verminderd. Derhalve eisten zij een vermindering van de OZB c.q. een financiële tegemoetkoming van de NAM”, staat in de aantekeningen. Ook wijzen de inwoners erop dat eerder ingediende schademeldingen, na onderzoek van een bouwkundige, allemaal door de NAM zijn afgewezen. De ambtenaar schrijft: “Sommigen waren daarover zeer verontwaardigd. Openlijk vochten zij de conclusies van de bouwkundige aan. Meerdere malen ontaardde dit in gekrijs (de NAM is gek! Geld, geld! Duut [NAM-woordvoerder] is een leugenaar! Etc.).”196

194 Ministerie van EZ. Verslag van de informatiebijeenkomst in Emmer-Compascuum over gaswinning en aardschokken op 4 april 1997, 5 april 1997.

195 Brouwer et al. (2022).

196 Ministerie van EZ. Verslag van de informatiebijeenkomst in Emmer-Compascuum over gaswinning en aardschokken op 4 april 1997, 5 april 1997.

This article is from: