Gemeentelijk klimaatbeleid: Hoe zorgen voor een effectieve impact en realiseerbare klimaatdoelstellingen? Tekst: Profex Het afgelopen decennium stond 2020 symbool als kaap voor het behalen van klimaatdoelstellingen, zowel op Europees – de ‘2020 targets’ – als op regionaal vlak via beleidsplannen op federaal, Vlaams en gemeentelijk niveau. Sommige targets werden gehaald, andere niet. Dus worden er nieuwe doelen uitgezet voor de komende jaren. In die context formuleerden heel wat Vlaamse gemeentes hun ‘beleidsplan 2020-2025’ en ondertekenden nu in totaal al 269 van de 300 Vlaamse gemeentes het zogenaamde burgemeesterconvenant. Maar welke lessen werden getrokken uit de afgelopen jaren? Met andere woorden: welke doelstellingen zijn realistisch?
B
ij het doornemen van een aantal beleidsplannen die besturen recent publiceerden, komen bepaalde speerpunten vaak terug: een sterk en doorgedreven klimaatbeleid, duurzame mobiliteit, verminderen van het energiegebruik in openbare gebouwen,
versterken van biodiversiteit en koesteren van onroerend erfgoed. Mooie doelstellingen. Dat het Burgemeesterconvenant – de reguliere Europese beweging met deelname van lokale en regionale overheden die vrijwillig toezeggen de energie-efficiënte en het gebruik van duurzame energiebronnen op hun grondgebied te verhogen – inmiddels door bijna alle Vlaamse gemeentes ondertekend werd, is ook alleen maar toe te juichen. Maar toch zijn we nog niet waar we moeten zijn. En dus rijst de vraag: wat is een realistische aanpak? Hoe kunnen gemeentes zorgen voor een effectief gerealiseerde impact en kunnen al de verschillende druppels op de hete plaat de uiteindelijke afkoeling van diezelfde plaat wél in de hand werken? We legden ons oor te luisteren bij een aantal experts ter zake. Hieronder volgt een bloemlezing van de mogelijkheden – niet enkel toepasbaar voor gemeenten, maar evenzeer voor bedrijven of kleinschaligere projecten – elk verder uit te werken volgens de specifieke noden of vragen van de initiatiefnemer.
Een visie rond energieverbruik in (openbare) gebouwen Gebouwen zijn goed voor ca. 20% van onze CO2-uitstoot, en minder dan 5% van onze gebouwen voldoet aan de energienormen die ze in 2050 moeten halen. Het is belangrijk voor overheden en besturen, net als voor industriële spelers en kmo’s, om een goed onderbouwde toekomstvisie te ontwikkelen voor hun gebouwenpark en het daaraan gelinkte energieverbruik. De gemeente kan hierbij zowel sterk inzetten op het uitbouwen van een toekomstvisie voor de eigen gebouwen, als de bedrijven op haar grondgebied stimuleren om een stap in de goede richting te nemen. Zo voerde studiebureau Exergie in opdracht van het Vlaams Energiebedrijf meer dan 100 energieprestatiediagnoses op maat uit bij zorginstellingen. Daarin combineren ze een energieaudit van het gebouw met een overzichtelijke rapportering van mogelijke maatregelen, inclusief investeringsbudgetten en terugverdientijden. Op basis daarvan
Het is belangrijk dat de natuurontwikkelingsprojecten de begeleiding krijgen die ze verdienen: niet elke boom heeft dezelfde bijdrage tot biodiversiteit, de boomsoort en de inplanting zijn bepalend enzovoort.
Foto: Landboom
De eigenschappen van ons historisch patrimonium lijken soms diametraal te staan tegen de vereisten van een eigentijds duurzaam gebouw. Nog te vaak wordt de oplossing getrechterd tot het plaatsen van dubbel glas en buitenschilisolatie. Maar er zijn veel meer mogelijkheden.
26
ecoTips 20.1 - klimaat en omgeving