2 minute read

Thema 2 Beginsituatie ............................................................................... 28 2.1 Casus

Dit thema gaat over de beginsituatie. Op de eerste plaats worden de begrippen beginsituatie en beginsituatieanalyse uitgelegd. Daarna komt de plaats van de beginsituatie binnen het didactisch model aan de orde en wordt aandacht besteed aan de factoren die de beginsituatie bepalen.

Relatie met werkproces

Het thema 'Beginsituatie' heeft een relatie met het werkproces B1-K1-W1: Bereidt een les of training voor.

Leerdoelen • Je kunt het begrip beginsituatie omschrijven. • Je kunt de plaats van de beginsituatie in het didactisch model uitleggen. • Je kunt de beginsituatie omschrijven aan de hand van de vier beginsituatiefactoren. • Je kunt de beginsituatie van de SB-deelnemers beschrijven aan de hand van het motorisch, cognitief en sociaal-affectief niveau. • Je kunt de beginsituatie van jezelf als lesgever/trainer beschrijven. • Je kunt het lesvoorbereidingsformulier correct en volledig invullen. 2.1 Casus Opdracht 1 Casus Volleybaltraining Op een avond wordt Jaap gebeld door een vriend die vraagt of hij voor vier weken zijn volleybaltrainingen wil overnemen. Een leuke mogelijkheid om wat extra ervaring op te doen met lesgeven en uiteraard een welkome uitbreiding van Jaaps zakgeld. In zijn enthousiasme zegt Jaap meteen toe. Als hij de telefoon heeft neergelegd pakt hij direct zijn laptop en noteert een aantal vragen die van belang zijn voor deze trainingen. Om welke groepen gaat het? Zijn het kinderen of volwassenen? Wat kunnen ze al? Wat verwachten ze van een training? Wanneer en hoe laat zijn de trainingen eigenlijk? CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS

Filmpje - Casus - Thema 2

Suggesties voor het gebruik van de casus

Een casus kan op verschillende manieren vormgegeven worden en je kunt er op verschillende manieren gebruik van maken. In dit voorbeeld zijn de vormgeving en aanpak min of meer afgeleid van wat gangbaar is binnen het probleemgestuurd onderwijs. Je kunt gebruikmaken van een binnen dit concept passende aanpak zoals de achtbaan of de zevensprong.

Globale aanpak van de casus

1. Bespreek en bepaal de kern (centrale probleemstelling) van de casus. 2. Verhelder onduidelijke begrippen (door opzoeken, discussiëren). 3. Wat wil jij leren van deze casus? Bepaal een aantal voor jou belangrijke leerdoelen. 4. Werk de leerdoelen uit. 5. Rapporteer de gevonden resultaten.

Voorbeelden van sturende vragen bij deze casus Indien gewenst kun je kiezen voor een meer gestructureerde aanpak en kun je gericht kennisdoelen (reproductief, toepassen) of vaardigheidsdoelen aan de casus koppelen. Kennis a. Waarom wil Jaap weten om welke groep het gaat en wat ze al kunnen? b. Wat zou jij nog meer willen weten van de groep waaraan Jaap de training moet geven? c. Waarom wil Jaap weten wat deelnemers verwachten van de training? Wat kunnen de consequenties van de beginsituatie van een groep zijn voor de inhoud van een training? d. Wat zou jij nog meer willen weten om een goede training voor te kunnen bereiden? e. De meeste vragen van Jaap hebben te maken met de beginsituatie. Bepaal met een groepje medestudenten met de vorige vier kennisvragen uit welke onderdelen de beginsituatie bestaat. CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS

This article is from: