![](https://assets.isu.pub/document-structure/230119100419-83f38b42046c8ea51ee2a28e6d8dce90/v1/db231ce183c970f32769740f7adcbf6f.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
5 minute read
11.4 Evaluatiemethoden-en-evaluatie-instrumenten
Filmpje - Gymles groep 7b
Filmpje - Gymles Bewegen op muziek
Filmpje - Voetbaltraining
Filmpje - Korfbaltraining
Filmpje - Turntraining
a. Evalueer een of meerdere aspecten van de les of training. b. Vergelijk jouw resultaten met die van een of meerdere medestudenten.
11.4 Evaluatiemethoden en evaluatie-instrumenten Je kunt op verschillende manieren de les of training evalueren. Sommige evaluatiemethoden zijn vooral geschikt voor productevaluatie, andere methoden zijn vooral toepasbaar bij procesevaluatie. Evaluatiemethoden Evaluatiemethoden voor procesevaluatie Evaluatiemethoden voor productevaluatie GroepsgesprekkenPrestatieproeven Individuele gesprekkenCircuit EvaluatieformulierenWedstrijd Evaluatiemethoden voor productevaluatie Prestatieproeven Bij een prestatieproef bepaal je aan de hand van een standaardopstelling (een proef) het resultaat van een periode van oefenen en trainen. CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS
Kwalitatieve prestatieproef Na enkele weken oefenen moeten de deelnemers het geleerde demonstreren in een langematoefening. De lesgever geeft hiervoor een cijfer.
Kwantitatieve prestatieproef Na een lesperiode van zeven weken, waarin gewerkt is aan het verbeteren van het algemeen uithoudingsvermogen, moeten de SB-deelnemers zes kilometer zo snel mogelijk afleggen. De lesgever noteert de tijden en geeft de SB-deelnemers een cijfer aan de hand van daarvoor opgestelde tabellen.
Circuitmethode
Bij de circuitmethode gaan de SB-deelnemers een aantal stations langs en voeren de meestal eenvoudige oefeningen in een zo hoog mogelijk tempo uit. Het aantal keren dat het ze lukt om de opdracht correct uit te voeren binnen de aangegeven tijd wordt genoteerd. Enkele richtlijnen voor het gebruik van een circuit als evaluatiemethode zijn: • Zorg voor een goede verdeling van de diverse onderdelen. • De scores die de deelnemers per onderdeel kunnen halen, moeten niet te veel verschillen. • De totaalscore van het circuit moet een goede indicatie zijn voor wat je wilt meten. • Herhaal het circuit in dezelfde vorm na een periode van opnieuw trainen.
Op basis van de scores van de twee metingen kun je vaststellen of iemand veel of weinig vooruitgang heeft geboekt.
Circuitmethode Je stelt een circuit samen om het krachtuithoudingsvermogen te evalueren. Je kiest voor een werkperiode van 45 seconden. Je houdt er rekening mee dat de belasting van de verschillende spiergroepen gespreid is. Je zet geen onderdelen uit waarbij je de bepaalde spiergroepen (bijvoorbeeld de bovenbeenspieren) direct achter elkaar moet gebruiken. Eén van de opdrachten die in het circuit voorkomt, is touwtjespringen. De hoogste score bij touwtjespringen is 96 keer in 45 seconden. Een ander station is een slalomparcours dat zo snel mogelijk heen en weer moet worden afgelegd. De CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS
hoogste score daarbij is 20. Je deelt de score van het touwtjespringen door 4, omdat anders degene die goed kan touwtjespringen te veel in het voordeel is ten opzichte van degene die de hoogste score haalt bij het slalomparcours.
Het circuit als evaluatiemethode. Wedstrijd In veel gevallen is de wedstrijdsituatie een goede methode om de vooruitgang of het beheersingsniveau te evalueren. Een SB-deelnemer kan tijdens de training een geweldige beheersing van technieken laten zien. Dit is nog geen garantie voor een goede prestatie onder wedstrijddruk. Een oefenwedstrijd, een selectiewedstrijd en een scherpgespeelde onderlinge wedstrijd kun je zien als evaluatiemethoden die aangeven hoe de spelers er echt voorstaan. Evaluatiemethoden voor procesevaluatie Bij procesevaluatie gebruik je andere evaluatiemethoden. Bij deze methoden vraag je naar het oordeel van de SB-deelnemers. Zo kun je vragen naar de samenwerking, zelfstandigheid en belevingswaarde van de bewegingsvormen. Ook kun je vragen naar de diverse didactische componenten, zoals de organisatie en de opbouw van de les. CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS
Groepsgesprekken
Groepsgesprekken worden vaak gebruikt om het proces te evalueren. Veel lesgevers hebben de gewoonte om aan het eind van een les nog even met de groep te praten over het verloop van de les. Hierin kan de lesgever zelf zijn indrukken weergeven en ook de SB-deelnemers kunnen aangeven wat ze goed of slecht aan de les vonden. De mening van de deelnemers vormt onderdeel van de evaluatie. Op die manier krijg je een completer beeld van de les. De lesgever krijgt zo bovendien een beeld van zijn eigen functioneren. Ook kan de lesgever na een aantal lessen wat meer tijd nemen om wat uitgebreider stil te staan bij het hele proces. Individuele gesprekken Niet iedereen durft zijn mening even goed te geven in een grote groep. Vandaar dat je evaluatiegesprekken ook individueel kunt voeren. Op deze manier krijgt de lesgever een indruk van de mening van de SB-deelnemer over zaken die met de les, de wedstrijd of de randvoorwaarden te maken hebben. Bovendien heeft de lesgever hierbij de gelegenheid om de rol en het functioneren van de SB-deelnemer tijdens de les te bespreken. Evaluatieformulieren Je kunt ook evalueren met behulp van evaluatieformulieren en/of vragenlijsten. Aan de hand van vooraf vastgelegde punten evalueer je het proces. Je let en scoort gericht op zaken die met het hele lesgeefproces te maken hebben. Met behulp van een vragenlijst stel je jezelf of de deelnemers vragen over het verloop van een les of een lessenreeks. Een bekend voorbeeld hiervan is het gebruik van tevoren opgestelde vragen bij het evalueren van een lesgeefbeurt. Evaluatie-instrumenten Voor het evalueren of meten van bepaalde effecten bestaan verschillende hulpmiddelen. Zo zou je zelfs een stopwatch een evaluatie-instrument kunnen noemen. Daarmee bepaal je of de SB-deelnemers vooruitgang hebben geboekt op de 60 meter sprint. Evaluatie-instrumenten hebben betrekking op de het meten van bewegingseigenschappen (uithoudingsvermogen, kracht, lenigheid, coördinatie en snelheid). Op het terrein van de trainingsleer is in de loop der jaren veel kennis opgebouwd over het meten van allerlei fysieke waarden. Sport- en bewegingsleiders gebruiken steeds vaker hulpmiddelen als de hartslagmeter en de huidplooimeter. Zaken als lichaamsgewicht, longvolume, CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS rustpols en vetpercentage kun je met bepaalde instrumenten meten.
CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230119100419-83f38b42046c8ea51ee2a28e6d8dce90/v1/32f47914d33d178ce268cb41651a89c3.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Ook een test kun je opvatten als een evaluatie-instrument. Veel gebruikte tests zijn de coopertest, de shuttleruntest, en de fietsergometertest. In het bewegingsonderwijs gebruikt een lesgever soms gestandaardiseerde tests om een beeld te krijgen van de algemene fysieke gesteldheid. Voorbeelden hiervan zijn de ‘Eurofit test’ en de ‘Moper fitness test’ (Moper staat voor motor performance). Opdracht 8 Evaluatiemethoden (groepsopdracht) Evaluatiemethoden en evaluatie-instrumenten. Deze opdracht kun je in een groepje doen. a. Benoem met elkaar zo veel mogelijk evaluatiemethoden. b. Geef voorbeelden van in welke situatie je de genoemde evaluatiemethoden het beste kunt gebruiken. Opdracht 9 Evaluatiemethoden in de praktijk (theorieopdracht) Evaluatiemethoden en evaluatie-instrumenten. Praktijkvoorbeelden • Je hebt de afgelopen vier weken aandacht besteed aan balanceren met groep 3 en 4. Je wilt weten wat het effect van deze lessen is. • Je hebt de afgelopen weken aandacht besteed aan basketbal en aan bepaalde technieken zoals de vrije worp, lay-up en set shot. Hoe meet je het effect van deze lessen? • Bij voetbal heb je de afgelopen weken aandacht besteed aan het positiespel. Je wilt nu weten wat ze daar van geleerd hebben. • De afgelopen weken heb je aandacht besteed aan het verbeteren van de samenwerking in de groep. Je vraagt je af wat dit opgeleverd heeft. Bepaal met welke methode je de praktijkvoorbeelden zou evalueren. Maak dit concreet. Beantwoord de vraag niet alleen met een prestatieproef, maar CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS omschrijf ook alle onderdelen van een dergelijke prestatieproef.