7 minute read

11.2 Evaluatie-en-plaats-van-evalueren-in-het-didactisch-model

Vaardigheden

j. Vul de kolommen Evalueren in van het lesvoorbereidingsformulier voor een les of training de je de afgelopen tijd gegeven hebt.

11.2 Evaluatie en plaats van evalueren in het

didactisch model Evalueren Evalueren hoort bij lesgeven. Je bent als lesgever doelgericht bezig. Op verschillende manieren ga je na of de doelen bereikt zijn. Dit heet evalueren. Evalueren is het verzamelen en interpreteren van informatie met als bedoeling een oordeel te vormen over het resultaat en het verloop van de les. De beoordeling van de gegeven les vormt het uitgangspunt van je volgende training of les. De dingen die goed zijn gegaan probeer je opnieuw in je les te verwerken en de zaken waarover je ontevreden bent, probeer je de volgende keer te verbeteren. Evalueren doe je als lesgever niet alleen aan het einde van de les, maar doorlopend. Al bij de inleiding vraag jij je af of de bewegingsvormen wel goed lopen en of ze tot het gewenste resultaat leiden. Als het nodig is, stel je direct de inhoud van je les bij. Evalueren gebeurt door alle betrokken partijen. De deelnemer evalueert zijn eigen bewegingsgedrag (‘Was dit een goede service of niet?’) en probeert op basis daarvan zichzelf te verbeteren (‘De volgende keer moet ik de bal hoger opgooien’). Als lesgever heb je een oordeel over de uitvoering van de deelnemer en reageer je met goedkeuring of correctie. Zelfs toeschouwers evalueren. Iedereen die naar sport kijkt, vindt er iets van en toont zijn reactie in de vorm van applaus of boegeroep. Functie van evalueren Evalueren heeft altijd een doel, een functie. CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS

De belangrijkste doelen of functies van evalueren.

Verbeteren van de volgende les

Op basis de evaluatie probeer je de volgende les of training beter te laten verlopen. Je probeert dingen te veranderen en bij te stellen. Zaken die goed zijn gelopen, houd je vast en de gemaakte fouten probeer je te verbeteren. Een goede lesgever doet dit voortdurend en niet alleen aan het einde van de training.

CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS

Correcties geven doe je voortdurend. Bijstellen van doelstellingen Je evalueert hoe de les verlopen is en of de les het beoogde resultaat heeft opgeleverd. Het evalueren van het verloop van de les heet procesevaluatie. Het evalueren van het resultaat heet productevaluatie. In de volgende paragraaf komt dit uitgebreid terug. Bij deze functie van evalueren gaat het om het evalueren van het product, de beoogde doelen. Je bepaalt of de SB-deelnemers voldoende vorderingen hebben gemaakt. Op basis van deze evaluatie stel je de doelen bij. Bijvoorbeeld wanneer de deelnemers verder zijn dan gedacht of wanneer de resultaten tegenvielen. Input voor begeleiding van SB-deelnemers Evalueren is een belangrijk hulpmiddel om de SB-deelnemers optimaal te kunnen begeleiden. Door evaluatie kun je aan de SB-deelnemers informatie geven over de vorderingen en jouw oordeel daarover. Deze informatie werkt vaak motiverend. De deelnemer vergelijkt een persoonlijke score met die van een periode daarvoor, of hij vergelijkt zichzelf met andere SB-deelnemers. De mening van de trainer aan het eind van een les of na een wedstrijd (‘Goed gewerkt jongens!’) is ook een vorm van evaluatie. Dit is informatief en kan CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS motiverend werken.

Reflectie op eigen functioneren

Tijdens de voorbereiding van de les heb je allerlei inschattingen en keuzes gemaakt. Je hebt gekozen voor bepaalde bewegingsvormen, een bepaalde methodiek en organisatie. Tijdens de uitvoering kan wat je bedacht hebt anders uitpakken. Een les of training loopt niet altijd zoals verwacht. Soms halen SB-deelnemers goede resultaten en soms valt het tegen. Soms loopt een training op rolletjes, soms wat stroef. Jij speelt daar als lesgever een belangrijke rol in. Het is dan ook belangrijk om je eigen rol regelmatig te evalueren. Je reflecteert dan op je eigen handelen: Wat was mijn rol? Heb ik de juiste keuze gemaakt? Wat had er anders of beter gekund? Waarschijnlijk krijg je tijdens de les ook feedback van de sporters. Dit kan letterlijke feedback zijn, maar ook in de vorm van gedrag. Alles iedereen halverwege de training in het doelnet hangt, weet je wel hoe laat het is. Ook deze informatie gebruik je om je eigen functioneren te verbeteren. Een veel gebruikt hulpmiddel bij het reflecteren is het model van Korthagen. Vijffasenmodel van Korthagen 1. Handelen en ervaren:- Wat wilde ik bereiken?- Waar wilde ik op letten?Wat wilde ik uitproberen? 2. Terugblikken op het handelen, concreet maken wat er is gebeurd:- Wat gebeurde er concreet?- Wat wilde ik?- Wat deed ik?- Wat dacht ik?- Wat voelde ik? 3. Analyseren, bewustwording van essentiële aspecten (analyseren, samenhang zoeken, wat was er belangrijk):- Hoe hangen de antwoorden op de vorige vragen met elkaar samen?- Wat is daarbij de invloed van de situatie?- Wat betekent dit nu voor mij?- Wat is dus het probleem of de positieve ontdekking? 4. Vooruitblikken: alternatieven ontwikkelen en daaruit kiezen, voornemens of leerwensen:- Welke alternatieven zie ik?- Welke voor- en nadelen hebben die?- Wat doe ik de volgende keer? 5. Uitproberen. CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS

Vijffasenmodel van Korthagen.

Hoe breng je de medewerkers in een flow? Verantwoording van je handelen

Een aanleiding tot evaluatie kan ook zijn dat er klachten of vragen komen vanuit de groep, het bestuur of de ouders. Een reden kan zijn dat de resultaten erg tegenvallen of dat je je als lesgever moet verantwoorden. Door (schriftelijke) evaluatie kun je naar de betrokkenen je handelen verantwoorden. Hierbij hoort ook dat je de evaluatiegegevens bespreekt met je leidinggevende, zodat jullie samen eventuele vervolgacties en verbeterpunten kunnen vaststellen.

Beoordelen van het vaardigheidsniveau

Een belangrijke taak voor een SB-leider is het beoordelen van het vaardigheidsniveau van SB-deelnemers. Je beoordeelt in hoeverre de vaardigheden voldoen aan de gestelde normen en je registreert de resultaten van deze beoordeling.

Plaats van de evaluatie binnen het didactisch model

In het didactisch model staat de evaluatie als laatste stap in het lesgeefproces weergegeven.

CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS

In het didactisch model lopen drie pijlen vanuit de evaluatie: • een pijl naar doelstellingen – Zijn de doelstellingen behaald? – Moet je de doelstellingen bijstellen? • een pijl naar beginsituatie – Was de beginsituatie goed ingeschat? – Wat is de nieuwe beginsituatie? • een pijl gaat naar les/training – Hoe verliep de les/training? Lesgeven, een continu proces Het didactisch model laat zien dat lesgeven voortdurend een proces is van voorbereiden, plannen, uitvoeren en evalueren. De evaluatiegegevens vormen weer de input voor de volgende voorbereiding. Dit heet ook wel het doorlopen van de PDCA- of kwaliteitscyclus. PDCA staat voor: • plan (voorbereiden, plannen) • do (uitvoeren) • check (evalueren) • act (bijstellen). CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS

De PDCA-cyclus. Verdiepingsstof - PDCA-cyclus.

Momenten om te evalueren

Evalueren doe je doorlopend. Toch kun je stellen dat bepaalde momenten rondom een les of training zich goed lenen om wat nadrukkelijker te evalueren. Enkele van deze momenten zijn: • evalueren aan het begin van de les (nog even terugkomen op de vorige les en dat aanpassen) • evalueren aan het einde van een les (roep de groep bij elkaar en evalueer kort en krachtig, geef je mening en vraag de mening van de deelnemers) • evalueren na afloop van een les (zet de hoofdpunten van de evaluatie op een rijtje en neem dit mee naar de volgende lessen) • evalueren na een langere periode, na een serie lessen (evalueer ook na een langere periode en gebruik hier eventueel geschikteevaluatie-instrumenten voor).

CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS

Evalueren aan het einde van de les. Verdiepingsstof - Het belang van evalueren. Opdracht 2 Evalueren en reflecteren (theorieopdracht) Evaluatie en de plaats van evalueren in het didactisch model. a. Noem vijf woorden die ongeveer synoniem zijn aan evalueren. b. Wat versta jij onder evalueren? c. Wat versta jij onder reflecteren? d. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen de begrippen evalueren en reflecteren? CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS

Opdracht 3 Functie van evalueren (groepsopdracht)

Evaluatie en de plaats van evalueren in het didactisch model.

Deze opdracht kun je in een groepje doen. a. Noem om de beurt een functie of een belang van evalueren in één kernwoord. b. Geef elkaar een toelichting op functies die naar voren zijn gekomen. c. Probeer tot een ordening van belangrijk naar minder belangrijk te komen en eindig met een overzicht van de belangrijkste functies van evalueren.

Opdracht 4 Evaluatie in het didactisch model (groepsopdracht) Evaluatie en de plaats van evalueren in het didactisch model. Deze opdracht kun je in een groepje doen. a. Bespreek met elkaar de plaats van evaluatie in het didactisch model. Verklaar met elkaar alle pijlen (relatie met de beginsituatie, doelstelling en de les/training). CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS

This article is from: