4 minute read

3.2 Doelstellingen:-wat-en-waarom

g. Ga uit van je eigen team of je eigen klas. Formuleer een aantal concrete doelstellingen voor een les of training van je eigen team of je eigen klas. h. Vul voor je eigen team of klas de kolom Beginsituatie en Doelstelling in op het lesvoorbereidingsformulier.

3.2 Doelstellingen: wat en waarom Wat zijn doelstellingen? Het begrip doelstelling betekent onder andere iets waarnaar je streeft of het hebben van een bedoeling. Als je een bepaalde bedoeling hebt of jezelf een doel stelt, spreken we van een doelstelling. Ook met lesgeven hoor je een bedoeling te hebben. Je wilt iets bereiken met je les. Tijdens je les of training werk je toe naar een gewenste situatie. Wanneer heb je iets bereikt? Als na een uur trainen iedereen van de groep de schoolslag beheerst, heb je dan iets bereikt? Het antwoord kan ja of nee zijn. Als iedereen voor de training de schoolslag al beheerste, is er waarschijnlijk niets of weinig bereikt. Wat je wilt bereiken is verandering van het gedrag van SB-deelnemers. Dit heet gedragsverandering. Je wilt bestaand gedrag veranderen in nieuw, verbeterd gedrag. Om te kunnen controleren of je inderdaad de gewenste gedragsverandering bereikt hebt, moet je twee dingen kunnen benoemen: • het begingedrag van de SB-deelnemer • het eindgedrag van de SB-deelnemer. Pas wanneer je weet wat de deelnemer nog niet kan, kun je vaststellen wat je hem wilt leren. Je stelt een doel. Bij het bereiken van doelstellingen gaat het dus om de overgang van niet kunnen naar wel kunnen. Bij een goed gegeven les betekent dit dat je het begingedrag gedurende de les verandert in het gewenste eindgedrag. CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS

Bij een groepje kinderen dat nog niet zo lang lid is van de turnvereniging, is het begingedrag van het koprollen als volgt te beschrijven: De kinderen maken een koprol, waarbij ze nog slecht rollen en met de onderrug op de grond terechtkomen. De lesgever stelt zich voor de eerste les het volgende doel (eindgedrag): De meeste kinderen kunnen op een schuin vlak een vloeiende rol met een ronde rug maken. Het belang van werken met doelstellingen Het gebeurt soms dat een les uit de hand loopt, omdat je als lesgever doet wat je op dat moment te binnen schiet en je van tevoren niet of onvoldoende over de bedoeling van je les hebt nagedacht. Er dreigt onprofessioneel werk te ontstaan onder het motto: als het maar leuk is. Dit is meestal niet de bedoeling. Het van tevoren goed nadenken over wat je gaat doen, is belangrijk om resultaat te bereiken. Eén van de vragen die je jezelf van tevoren moet stellen, is: Wat wil ik bereiken?. Met andere woorden: Wat is de bedoeling van mijn les? Werken met doelstellingen leidt tot een beter resultaat dan zomaar wat doen. Je doelstelling geeft richting aan de overige vier didactische componenten. Het beïnvloedt: • de lesopbouw • de organisatie • de bewegingsvormen • de didactische werkvormen. Door een bewuste invulling van deze vier componenten is de kans groot dat je de gewenste situatie bereikt. De trainer van voetbaljeugdteam A denkt nauwelijks na over wat hij tijdens de trainingen zal doen. Meestal bedenkt hij onderweg naar de training welke bewegingsvormen hij zal laten oefenen. Vaak zijn het ook de spelers die aangeven wat zij leuk vinden. Veel trainingen van dit team worden daardoor gevuld met partijtjes. CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS

De trainer van voetbaljeugdteam B zet voor elke training op papier wat hij gaat doen. Hij probeert dan te werken aan de tekortkomingen die hij tijdens de wedstrijd gezien heeft. Zo komt hij tot enkele doelen die hij met de groep wil bereiken. Op grond van de gestelde doelen kiest hij de bewegingsvormen die hij wil laten oefenen. De trainer benoemt zijn doelstellingen voor de training. Verantwoorden Tijdens je opleiding, maar zeer zeker ook straks tijdens het uitoefenen van je beroep, word je herhaaldelijk geconfronteerd met de vraag: waarom doe je dat? Als sport- en bewegingsleider word je dan ter verantwoording geroepen. Je moet uitleggen waarom je bepaalde dingen doet. Dit verantwoorden doe je vooral door je doelstellingen aan anderen duidelijk te maken. Het werken met doelstellingen draagt dus bij aan het verantwoorden van je werkzaamheden als sportleider. CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS

Opdracht 2 Woordspin doelstelling (groepsopdracht)

Doelstellingen: wat en waarom.

Website - Mindmap maken.

Deze opdracht doe je in een groepje van vier studenten. a. Maak een woordspin met in het midden het woord Doelstelling. Om de beurt bedenken jullie woorden die met doelstellingen te maken hebben.

Zet deze woord om Doelstelling heen en trek lijnen tussen Doelstelling en de andere woorden. Als je niets meer weet, mag je passen en gaat je beurt over naar de volgende. b. Bespreek de termen in de woordspin en kom tot een lijstje met onderwerpen die met doelstellingen te maken hebben. c. Vergelijk dit lijstje met de lijstjes van je medestudenten.

Opdracht 3 Werken met doelen (theorieopdracht) Doelstellingen: wat en waarom. Bij deze opdracht gaat het om het duidelijk krijgen van wat het belang van werken met doelen is. a. Ga uit van je eigen tak van sport. Werkt jouw trainer met doelen? Waarom denk je dat hij/zij wel of juist niet met doelen werkt? Waaraan merk je dat? b. Wat is het voordeel van werken met doelen? Geef een aantal argumenten. c. Vergelijk jouw resultaat met een of meerdere medestudenten. d. Maak een zo volledig mogelijke lijst van voordelen van het werken met doelen. Opdracht 4 Doelstellingen achterhalen (theorieopdracht) Doelstellingen: wat en waarom. CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS Filmpje - Honkbal training

This article is from: