![](https://assets.isu.pub/document-structure/230119100419-83f38b42046c8ea51ee2a28e6d8dce90/v1/e6446acc3dbfdf2d39d962536e99069f.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
2 minute read
3.10 Begrippen
Componenten
Onderdelen
Doelstelling
Beschrijving van het gewenste resultaat. Fair play Spelen volgens de regels van het spel/sport en waarbij jij je eerlijk en sportief gedraagt. Geconfronteerd In aanraking brengen, voorhouden. Instuif (sportief) evenement bij een (sport) vereniging, club, waarbij de belangstellende vrij in en uit mogen lopen. Kortetermijndoelstellingen Doelstelling die je in een korte periode (uren, dag) wil bereiken. Kwalitatieve Hoe goed of mooi iets is. Kwantitatief Dit betreft de grootte, hoeveelheid (uitgedrukt in getallen). Langetermijndoelstellingen Doelstellingen die je maanden of jaren later wil bereiken. Lesdoel Het doel van één les of training. Lesdeeldoel De doelstelling voor een deel van de les, bijvoorbeeld de inleiding of kern. Middellangetermijndoelstellingen CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS Doelstellingen die je na weken of maanden wil bereiken.
Oefendoel
Het doel van één oefening of bewegingsvorm.
Rally
Slagenwisseling (bij o.a. tennis).
Squattechniek Een kniebuiging meestal met extra weerstand. Wreeftrap Techniek waarbij je de bal met de bovenkant van de voet (tussen enkel en tenen) raakt. Zoneverdediging Hierbij krijgt elke verdedigende sporter een vast gebied op eigen helft toegewezen dat verdedigd moet worden.CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS
CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS
THEMA 4 PLANNING EN LESOPBOUW
Inhoud thema
• Planning en de functie van planning • Soorten planning • Macro- en mesoplanning • Standaardopbouw van een les • Begin van een les • Kern van de les • Einde van de les • Verdiepingsstof • Begrippen
CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS
Als je leeft bij de dag is het moment van nu het belangrijkst. Wat morgen komt, dat zie je dan wel weer. Hoewel dit best een prettige levenshouding kan zijn, is dit niet de juiste houding bij het beroep van sport- en bewegingsleider. Als je iets wilt bereiken, moet je de dingen niet aan het toeval overlaten, maar planmatig te werk gaan. Een belangrijke taak van de sport- en bewegingsleider is het geven van een les of training. Zo’n les of training staat niet op zichzelf. Het doel en de inhoud van je les of training heeft te maken met wat je de vorige keer hebt gedaan en wat je de trainingen daarna gaat doen. Je geeft de les of training vanuit een bepaald plan. Dat wordt een lesplan of een trainingsplan genoemd. De sportorganisatie waar je de les of training geeft wil waarschijnlijk in een seizoen bepaalde doelen behalen. Ze hebben daarvoor een periodeplan of een jaarplan opgesteld. Over al deze vormen van planning gaat dit thema. Het gaat van groot (jaarplan) naar klein (de les- of trainingsopbouw). Relatie met werkproces Het thema 'Planning en lesopbouw' heeft een relatie met het werkproces B1-K1-W1: Bereidt een les of training voor. Leerdoelen • Je kunt het belang van het plannen van een les of training beschrijven. • Je kunt de functie van een goede planning beschrijven. • Je kunt de verschillende soorten planning onderscheiden. • Je kunt een voorbeeld geven van een macroplanning en van mesoplanning. • Je kunt de plaats van de lesopbouw in het didactisch model uitleggen. • Je kunt de functie van de warming-up of inleiding beschrijven. • Je kunt een warming-up of inleiding correct voorbereiden. • Je kunt beschrijven waaruit de kern van een les of training kan bestaan. • Je kunt de kern van een les of training correct voorbereiden. • Je kunt beschrijven waaruit het einde van een les of training kan bestaan • Je kunt het einde van een les of training correct voorbereiden. • Je kunt een volledige les of training correct opbouwen. CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS