4 minute read

4.5 Standaardopbouw-van-een-les

Het trainingsverloop over één jaar wordt een …… cyclus genoemd. Een ideale …… cyclus voor duursporten omvat vijf opeenvolgende fasen: 1. base: de fase waar het fundament van de uithouding door middel van laagintensieve trainingen gelegd wordt 2. build: een opbouwfase waar al meer kracht en vermogen getraind wordt ten opzichte van de base-periode 3. intensity:de fase waar de nadruk op intensievere trainingen ligt 4. peak: de fase waar de conditie naar een top groeit 5. race: de fase waarin aan wedstrijden deelgenomen wordt 6. recovery/rest: de fase die broodnodig is na een slopende wedstrijdfase. Afhankelijk van de duur en het aantal wedstrijdperiodes in het jaar, moet de duur van deze zes fasen aangepast worden. Een langeafstandtriatleet of een marathonloper heeft vaak één piekmoment in het jaar terwijl een wielrenner vaak twee of meerdere piekmomenten in zal vullen. Afhankelijk daarvan zal de …… cyclus ingedeeld worden. 4.5 Standaardopbouw van een les Plaats van de lesopbouw binnen het didactisch model CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS

Binnen het didactisch model valt de lesopbouw onder Les/training. De keuze van de lesopbouw is de eerste stap die je zet bij de concrete invulling van je les. Op basis van deze indeling kies je de organisatie, de bewegingsvormen en de didactische werkvormen.

Op basis van je lesopbouw kies je voor bepaalde bewegingsvormen. Trainingen en lessen zijn meestal op een vergelijkbare manier opgebouwd. Je kunt stellen dat er sprake is van een standaardlesopbouw. Voordat deze opbouw aan de orde komt, besteden we eerst aandacht aan het belang van een goede lesopbouw. Belang van een goede lesopbouw Er zijn verschillende redenen waarom het voor een sportleider belangrijk is om een les of training goed op te bouwen. De belangrijkste argumenten op een rijtje: • Een les moet een goed geordend en gestructureerd geheel zijn. Iedere les moet de deelnemer gelegenheid geven om te oefenen en om iets te leren Een goed opgebouwde les is daar een voorwaarde voor. Het werken met een lesopbouw is een belangrijk methodisch hulpmiddel voor de lesgever. CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS • Een les moet fysiologisch veelzijdig zijn. De lesgever moet een beroep doen op kracht, snelheid, uithoudingsvermogen, lenigheid en coördinatie van de deelnemer. Het op een verantwoorde manier belasten van het

fysiologische systeem vereist een bepaalde opbouw. De keuze van de bewegingsvormen moet daarop afgestemd zijn. Je moet een les zo opbouwen dat het hele lichaam afwisselend belast wordt. Het is onverstandig om alleen maar te springen, te duikelen, te klimmen, te hangen, te steunen, te werpen, te slaan. De deelnemer moet zowel armals beenspieren, buik- als rugspieren gebruiken. • Ook psychologisch kun je de deelnemers niet eenzijdig belasten. Een goede lesopbouw zorgt dat de les aansluit bij de belevingswereld van de deelnemer. Bovendien blijven deelnemers vaak niet de hele training of les geconcentreerd. Daar moet je rekening mee houden bij de lesopbouw. De opbouw van een les Elke les heeft een bepaalde indeling, een bepaalde structuur, een bepaalde opbouw. Een les mag niet bestaan uit een aantal willekeurige, afzonderlijke oefeningen. Er moet een logische lijn in de bewegingsvormen zitten. Je kiest de bewegingsvormen zodanig dat ze een samenhangend geheel vormen. Stel dat je werkt aan de doelstelling dat de SB-deelnemers de bovenhandse volleybaltechniek kunnen demonstreren. Dan bedenk je bewegingsvormen van makkelijk naar moeilijk die allemaal een bijdrage aan dat doel leveren. De bewegingsvormen hebben een duidelijke samenhang nodig. Het zal logisch zijn dat daar geen smash- of servicevorm inpast. De verschillende delen van een les stem je ook weer op elkaar af en laat je vloeiend in elkaar over lopen. Dit betekent dat bijvoorbeeld de inleiding van je les past bij de kern die daarop volgt. In grote lijnen verloopt een les vaak als volgt. Eerst verzorg je een warming-up en geef je de SB-deelnemers gelegenheid om in de sfeer van de les te komen. Vervolgens ga je bepaalde bewegingen aanleren of verbeteren (bijvoorbeeld de backhand bij tennis of de onderhandse techniek bij volleybal). Daarna pas je het geleerde toe in een wedstrijdvorm of automatiseer je de bewegingen op een andere wijze. Tot slot haalt een cooling-down de SB-deelnemers weer uit de sfeer van de les en komt hun lichaam weer tot rust. CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS Standaardlesopbouw.

De opbouw van een les is afhankelijk van de situatie. Verschillende factoren kunnen van invloed zijn op de SB-situatie. Je kunt hierbij denken aan de doelgroep, de doelstellingen en de aard van de bewegingsvormen. Deze factoren kunnen ertoe leiden dat je van de standaardlesopbouw afwijkt.

Opdracht 11 De lesopbouw (theorieopdracht) Standaardopbouw van een les. a. Plaats deze lesonderdelen in juiste volgorde: warming-up/inleiding cooling-down lesintroductie kern b. Hoe bouw jij je lessen of trainingen op? Hoe bouwt de docent van wie jij les of training krijgt zijn lessen op? Zijn de lesonderdelen van de docent herkenbaar? Slaat hij of zij wel eens onderdelen over? CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS

This article is from: