6 minute read

4.8 Einde-van-de-les

Handbal • kern 1: het verbeteren van bovenhandse strekworp • kern 2: toepassen van de bovenhandse strekworp bij lummelen 3:1.

Voetbal • kern 1: het verbeteren van het aannemen en doorspelen van de bal • kern 2: het toepassen hiervan in 4-4 op een breed veld met vier doeltjes.

Basketbal • kern 1: het verbeteren van het zetten van bloks • kern 2: toepassen van het zetten van een blok in een partijtje 3-3 met man-tot-manverdediging.

a. Bedenk voor de kern een geschikte inleiding of warming-up. b. Werk de kern uit in concrete bewegingsvormen. Zorg voor een logische opbouw.

4.8 Einde van de les Na de kern(en) van de les volgt het laatste deel van de lesopbouw. Dit kan gebeuren door middel van: • cooling-down of speelse bewegingsvormen • lesafsluiting. Cooling-down of speelse bewegingsvormen Voor het verschil tussen cooling-down en speelse bewegingsvormen geldt in principe hetzelfde als voor het verschil tussen warming-up en inleiding. Net als bij een warming-up is er bij een cooling-down meestal een vaste volgorde waarin bewegingen aan bod komen. Een cooling-down kan plaatsvinden door middel van uitlopen, gevolgd door ontspannende of losmakende oefeningen en eventueel licht rekken. Dit gebeurt niet intensief. Rustige loopvormen of variaties hierop zijn goed te gebruiken. CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS

Er zijn ook andere opties om de cooling-down in te vullen. Zo worden in de aerobicwereld ontspanningsoefeningen gebruikt om de les te beëindigen. Cooling-down wordt in de praktijk vooral toegepast bij lessen voor jeugdigen en volwassenen en in de wedstrijdsport. Hoe en of een cooling-down gebruikt wordt, is sterk afhankelijk van de sport.

Speelse bewegingsvormen in het laatste deel van de les zien we vooral terug bij lessen binnen de (recreatieve) sportbeoefening en bij kinderen. Dit gedeelte moet het emotionele hoogtepunt van de les zijn en het ervaren hiervan moet bij de deelnemer de behoefte aan herhaling, aan de volgende les, oproepen. Speelse bewegingsvormen bevatten veel beweging en beleving. Alle SB-deelnemers kunnen intensief bewegen. De gebruikte bewegingsvormen moeten snel en eenvoudig te organiseren zijn. Je kunt eventueel gebruikmaken van materiaal dat je in de kern hebt gebruikt.

Enkele voorbeelden van activiteiten die als speelse bewegingsvorm aan het einde van een les worden gebruikt: • estafettevormen • tik- en overloopspelen • jagerbalvormen • eenvoudige partijspelen.

Verdiepingsstof - Cooling-down.

Lesafsluiting

Na de cooling-down of de speelse bewegingsvormen stoppen de activiteiten. Je sluit de les af. Dit betekent een gezamenlijke afsluiting op het veld of in de zaal. Net zoals in het begin van de les doe je dat met een praatje. De lesafsluiting brengt orde na het intensief bewegen. De SB-deelnemers komen weer tot rust. Tijdens de lesafsluiting kun je het volgende doen: • Je ruimt samen met de SB-deelnemers het materiaal op en controleert of alles goed is opgeruimd. • Je bespreekt de les na. • Je probeert de groep feedback te geven; je vertelt hoe jij de les ervaren hebt. • Je maakt afspraken voor de wedstrijd of de volgende les. • Daarna is het tijd voor douchen en omkleden.

CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS

De aandachtspunten die bij de lesintroductie genoemd zijn, gelden ook voor de lesafsluiting.

Het invullen van het lesvoorbereidingsformulier

Het invullen van de lesopbouw op het lesvoorbereidingsformulier doe je in de eerste kolom aan de binnenzijde van het formulier: Doel van de bewegingsvorm/activiteit. Op het lesvoorbereidingsformulier noteer je in deze kolom: • het lesdeel: inleiding of warming-up, kern(en) en speelse vorm of cooling-down • het doel van het betreffende lesdeel en eventueel het doel van de verschillende bewegingsvormen.

Je moet het doel zo formuleren dat het voor iedereen duidelijk is. Vraag je af wat het doel is van de oefening en waarom je deze oefening doet. Beschrijf het doel in algemene termen.

Bewegingsvorm/activiteitHet doel van de bewegingsvorm/activiteit In tweetallen overspelenVoetbal: verbeteren van het aannemen van de bal De leerlingen staan naast elkaar met een speer en werpen die rustig een paar meter verder in de grond Atletiek: speerwerpen Het aanleren van de greep De tendo kurensha (het uitvoeren van een beweging zonder tegenstander) Judo: het inslijpen van de beweging CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS

Het doel van de bewegingsvorm/activiteit

Lesintroductie

Bewegingsvorm/activiteit

Bespreking vorige les (kort)

Warming-up

Algemene warming-up zonder bal: Het lopen via de palen • aandacht en concentratie krijgen Rekken en losmaken Specifieke warming-up met bal: Voorste bepaalt het traject Losschudden en rekken van schoudergordel en benen • in de sfeer van de les komen • spieren warm maken • balgevoel

1. in tweetallen, overspelen en schot 2. in tweetallen, overspelen en doorloopbal 3. idem met schot en doorloopbal 1. in viertallen, de uitwijkbal 2. 4-0-systeem, zonder afronden 3. met afronden doorloopbal 4. met passieve verdedigers 5. met actieve verdedigers Trainen linksom en rechtsom Kern 1 Het aanleren van het 4-0-systeem of het molentje Doel: het begrijpen van de looppatronen van het systeem, het hoe en waarom Kern 2 4:4, aanvalsrecht halen op de middenlijn Partijtje op één korf • toepassen van het 4-0-systeem • elke aanval moet hiermee starten Cooling-down • tot rust komen CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS Uitlopen via de hoeken van het veld

Het doel van de Bewegingsvorm/activiteit bewegingsvorm/activiteit

Opruimen, nabespreking les • nog een keer aandacht voor het nut van het 4-0-systeem. Opdracht 17 Woordspin cooling-down (groepsopdracht) Einde van een les. Website - Mindmap maken. Deze opdracht doe je in een groepje van vier studenten. a. Maak een woordspin met in het midden het woord Cooling-down. Om de beurt bedenken jullie woorden die met de cooling-down te maken hebben. Zet deze woord om Cooling-down heen en trek lijnen tussen Cooling-down en de andere woorden. Als je niets meer weet, mag je passen en gaat je beurt over naar de volgende. b. Bespreek de termen in de woordspin en kom tot een lijstje met onderwerpen die met de cooling-down te maken hebben. c. Vergelijk dit lijstje met de lijstjes van je medestudenten. Opdracht 18 Cooling-down (theorieopdracht) Einde van een les. Filmpje - Cooling-down a. Wat is het nut van de cooling-down volgens het filmpje? b. Wat is de inhoud van deze cooling-down (de diverse bewegingsvormen)? c. Geef je oordeel over deze cooling-down. Zinnig of onzinnig? CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS

Opdracht 19 Cooling-down in de praktijk (theorieopdracht)

Einde van een les.

Filmpje - Cooling-down Sequence

a. Wat is de inhoud van deze cooling-down (de diverse bewegingsvormen)? b. Geef je oordeel over deze cooling-down. Zinnig of onzinnig?

Opdracht 20 Einde van de les bedenken (theorieopdracht) Einde van een les. Bekijk de voorbeelden van kernen. Maak een keuze voor twee sporten. Bedenk voor de sporten voor één kern een passend slot of cooling-down. Judo • kern 1: het verbeteren van de ippon-seoi-nage (de hijskraanworp) werpen en de kesa-gatame (de leunstoelhoudgreep) • kern 2: het toepassen van beide worpen in partijtjes, met het accent op de hijskraanworp of de leunstoelhoudgreep door het toekennen van een extra punt. Zwemmen • kern 1: het verbeteren van de start • kern 2: het toepassen van de start in een wedstrijd over een korte afstand. Atletiek • kern 1: het verbeteren van de aanloop bij het verspringen • kern 2: het toepassen van de aanloop binnen de hele sprong (op afstand). Gymnastiek CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS • kern 1: het verbeteren van klimmen en klauteren • kern 2: het toepassen in een klim- en klauterbaan.

Opdracht 21 Leerdoelen (reflectieopdracht)

a. Kijk naar de leerdoelen van dit thema. Beschrijf kort of je de leerdoelen bereikt hebt. Indien je niet alle leerdoelen volledig bereikt hebt, geef dan aan op welke manier je dit alsnog kunt bereiken. b. Vul de beoordeling in.

1. Je kunt het belang van het plannen van een les of training beschrijven. 2. Je kunt de functie van een goede planning beschrijven. 3. Je kunt de verschillende soorten planning onderscheiden. 4. Je kunt een voorbeeld geven van een macroplanning en van een mesoplanning. 5. Je kunt de plaats van de lesopbouw in het didactisch model uitleggen 6. Je kunt de functie van de warming-up of inleiding beschrijven. 7. Je kunt een warming-up of inleiding correct voorbereiden. 8. Je kunt beschrijven waaruit de kern van een les of training kan bestaan. 9. Je kunt de kern van een les of training correct voorbereiden. 10 Je kunt beschrijven waaruit het einde van een les of training kan bestaan. 11 Je kunt het einde van een les of training correct voorbereiden. 12 Je kunt een volledige les of training correct opbouwen.

This article is from: