![](https://assets.isu.pub/document-structure/230119100419-83f38b42046c8ea51ee2a28e6d8dce90/v1/5bbc376f65202191aa9fe1090964a69b.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
3 minute read
6.4 Organisatie-van-spel
Een activiteit die erg veel van de organisatorische vaardigheid van een lesgever vraagt, is de organisatie van spel(vormen). Het organiseren van spel moet strak en duidelijk gebeuren. Je zult ervaren dat het lesgeven in spel aanzienlijk verschilt van het lesgeven in andere activiteiten. Spelvormen kunnen snel ontaarden in onoverzichtelijke situaties. Je moet bijvoorbeeld teams maken, terwijl je ook de spelregels uit moet leggen. Dit duurt vaak veel te lang, waardoor de groep onrustig wordt. Aandachtspunten bij de organisatie van spel: • Zorg dat het materiaal (ballen, rackets, sticks), hulpmiddelen (hesjes, lintjes, fluit) en het speelveld (pionnen, doeltjes, matten, banken) van tevoren klaar staan. • Bedenk vooraf welke regels noodzakelijk zijn om te vertellen voor een goede start van het spel. • Bedenk vooraf hoe groot je de groepen maakt en hoe je de groepen indeelt. De drie fasen voor de organisatie van een spel. Fase 1: De organisatie voor het spel begint Deelnemers staan meestal te popelen om te beginnen met een spel. Een belangrijke richtlijn is dan ook om een groep zo snel mogelijk te laten beginnen met spelen. Hiervoor kun je een aantal maatregelen nemen: • De organisatie van spel begint met de lesvoorbereiding. Denk bij het voorbereiden goed na over hoe je het spel gaat organiseren. • Zet het speelveld voor het begin van de les uit. • Leg het spelmateriaal op een centraal punt klaar. • Verdeel de groep in partijen en onderscheid deze duidelijk van elkaar (hesjes, linten). Maak zo veel mogelijk gebruik van groepen die je tijdens de rest van de les al gemaakt hebt. Partijen kun je ook maken door: – zelf SB-deelnemers aan te wijzen. Jij bepaalt wat de partijen zijn. – Afnummeren. Alle deelnemers staan op een rij en je geeft elke leerling een nummer 1, 2, 3, 4. Nummers 1 tegen de nummers 2 en de nummers CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS 3 tegen nummers 4.
– deelnemers zelf partijen laten maken. Jij geeft wel de groepsgrootte aan. • Leg kort en duidelijk uit wat de bedoeling van een spel is, ondersteun dat eventueel met een voorbeeld. In je uitleg moet terugkomen: – het spelidee. Hoe speel je het spel, wat is de centrale bedoeling van het spel? – de begrenzingen van het speelveld – de belangrijkste taken van beide partijen – de belangrijkste spelregels en eventuele speciale regels. – het is ook mogelijk en soms zelfs beter om de uitleg tijdens het spel te geven. Fase 2: De organisatie tijdens het spel Als het spel eenmaal begonnen is, zijn de volgende richtlijnen belangrijk: • Zorg dat je een positie in de zaal of het veld kiest van waaruit je overzicht hebt. • Houd de veiligheid in de gaten. • Doe eventueel zelf mee, zonder te domineren, maar om het spel in de gewenste richting te sturen. • Leg het spel af en toe stil (bevriezen van het spel) om aanwijzingen te geven. Fase 3: De organisatie na het spel Na afloop gaat het om de volgende aandachtspunten: • Geef feedback op hoe het spel gespeeld is. • Maak de stand of uitslag bekend, als dit relevant is. • Regel het verzamelen van het spelmateriaal en de hulpmiddelen. • Zorg dat het materiaal weer op de juiste plaats opgeruimd wordt. • Sluit de les af. CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS
Maken van partijen Het goed samenstellen van partijen voor het spelen van een spel is heel belangrijk voor een goed verloop van je les. Onevenwichtige partijen leiden meestal niet tot een leuke en leerzame les. Zowel sterke als het zwakke team verliest snel de motivatie. Het is aan te bevelen om in de regel zelf de partijen samen te stellen. Mocht je de SB-deelnemers zelf laten kiezen, neem dan de volgende richtlijnen in acht: • Denk goed na voordat je kiest om de deelnemers zelf partijen te laten kiezen. Vanuit pedagogisch perspectief is dit niet altijd een goede keuze. Bij het kiezen van partijen worden de minst vaardige deelnemers pas als laatste gekozen. Zeker wanneer dit steeds dezelfde deelnemers zijn, kan dat voor hen een negatieve ervaring zijn. • Bepaal zelf welke SB-deelnemers je laat kiezen. • Als je de keuze maakt om de SB-deelnemers zelf partijen te laten maken, verdeel dan zelf de laatste deelnemers over de partijen, zodat er niet echt één of twee deelnemers overblijven; • Doe het eerder als uitzondering dan als regel. CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS