2 minute read
7.5 Bewegingsvormen-op-het-lesvoorbereidingsformulier
Je kunt de bewegingsvormen invullen op het lesvoorbereidingsformulier.
• de lesopdracht: het verbeteren van de onderhandse volleybaltechniek • de lesdoelstelling: De SB-deelnemers kunnen na de service van de tegenpartij de bal met de onderhandse techniek naar de spelverdeler spelen.
Om dit lesdoel te bereiken, heeft de lesgever een aantal bewegingsvormen gekozen. De keuze voor deze bewegingsvormen is ook verbonden met de organisatie, de deeldoelen, de didactische werkvormen en de gekozen accenten.
AANWIJZINGEN EN HULP Begeleiding/didactische werkvorm HOE REGEL IK HET? Organisatie WAT DOE IK? Bewegingsvorm/activiteit Warming-up • loopvormen met gebruik van volleyballijnen: – voorwaarts – achterwaarts – zijwaarts. • zwaaien en rekken van de schoudergordel CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS
WAT DOE IK? HOE REGEL IK HET? AANWIJZINGEN EN HULP
Bewegingsvorm/activiteit Organisatie
Begeleiding/didactische werkvorm
• bovenhands en onderhands inspelen met twee ballen. Instructies: • laag zitten • op de voorvoeten naar voren bewegen. Kern 1 • aangespeelde bal onderhands plaatsen naar de spelverdeler • onderhands verwerken van de service naar de spelverdeler • onderhands verwerken van de service naar de spelverdeler vanuit diverse posities: – diverse serviceposities – diverse passposities. Kern 2 • partijspel (zes tegen zes) met accent op servicedruk en servicepass. CONCEPT BOOM BEROEPSONDERWIJS
Bewegingsvormen op het lesvoorbereidingsformulier.
Filmpje - Methodiek handstand overslag
a. Bedenk voor welke doelgroep deze methodiek geschikt is. b. Formuleer een doelstelling voor deze doelgroep die betrekking heeft op deze methodiek. c. Bedenk aan welke bewegingsvormen (van makkelijk naar moeilijk) van de methodiek je in de kern van één les aandacht kunt besteden. d. Vul deze bewegingsvormen in op het lesvoorbereidingsformulier.
Opdracht 14 Leerdoelen (reflectieopdracht) a. Kijk naar de leerdoelen van dit thema. Beschrijf kort of je de leerdoelen bereikt hebt. Indien je niet alle leerdoelen volledig bereikt hebt, geef dan aan op welke manier je dit alsnog kunt bereiken. b. Vul de beoordeling in. 1. Je kunt het begrip bewegingsvormen en de eisen die hieraan gesteld worden omschrijven. 2. Je kunt differentiëren op leervoorstelniveau toepassen. 3. Je kent de vier algemene methodische principes en kunt deze toepassen. 4. Je kunt de verschillen tussen de deelmethode en totaalmethode beschrijven. 5. Je kunt de kolom bewegingsvormen correct invullen op het lesvoorbereidingsformulier.