Inkijkexemplaar verzamelen en verzenden - Sarphati Logistiek

Page 1

VERZAMELEN EN VERZENDEN

Logistiek medewerker (2) en Logistiek teamleider (3)

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Theorie | editie 2022 | ESS-examen: Verzamelen en verzenden


COLOFON Boom beroepsonderwijs info@boomberoepsonderwijs.nl www.boomberoepsonderwijs.nl Auteur(s): Erik Jonker Inhoudelijke redactie: Peter Moll Titel: Verzamelen en verzenden ISBN: 978 90 372 6277 3

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Bronvermelding: Albert Heijn, Linde, Honeywell Intelligrated, Dematic, Istock, Picnic, DHL, Southwest Solutions Group, Lalesse Logistic Solutions, Still, Rifa, Daniëlle Moelker, Klaas Fopma, RDW, Agere, Ansell, NEN, CBL. 1e druk/ 1e oplage

© Boom beroepsonderwijs 2022

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bijvoorbeeld een (digitale) leeromgeving of een reader in het onderwijs (op grond van artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting Uitgeversorganisatie voor Onderwijslicenties (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-uvo.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Boom beroepsonderwijs, te vinden op www.boomberoepsonderwijs.nl.


INHOUD Inleiding .............................................................................................................. 5 Kerntaken-en-werkprocessen ......................................................................... 6 Ontvangst-van-de-order ................................................................................... 7 Stap-7:-Ontvangst-orders ................................................................................... 8 Soorten-orders .................................................................................................. 14 Stap-8:-Voorbereiden-orderverzamelen .......................................................... 17 Samenvatting .................................................................................................... 23 Begrippen ........................................................................................................... 24

Hoofdstuk 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9

Het-orderverzamelen ...................................................................................... 27 Stap-9:-Orderverzamelen .................................................................................. 28 Orderverzamelmethoden .................................................................................. 29 Intern-transportmaterieel ................................................................................. 43 Orderverzamelroutes ........................................................................................ 49 Veilig-werken-bij-het-orderverzamelen ........................................................... 55 Orderverzamelstappen ..................................................................................... 58 Artikelcodes ....................................................................................................... 59 Samenvatting .................................................................................................... 64 Begrippen ........................................................................................................... 66

Hoofdstuk 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9

Verzendklaar-maken-van-de-goederen ....................................................... 67 Stap-10:-Verzendklaar-maken-/-naar-expeditie-/-vrachtbrief-maken .......... 68 Materiaal-van-verpakkingen ............................................................................. 70 Functies-van-verpakkingen .............................................................................. 75 Etiketten-en-stickers ......................................................................................... 79 VAS--en-VAL-activiteiten ................................................................................... 88 Controle-van-uitgaande-goederen .................................................................. 93 Goederen-stapelen-en-vastzetten .................................................................... 95 Samenvatting .................................................................................................. 101 Begrippen ......................................................................................................... 104

Hoofdstuk 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7

Het-laden-van-de-goederen ........................................................................ 107 Transportmiddelen ......................................................................................... 108 Vervoersdocumenten ...................................................................................... 111 Orders-combineren ......................................................................................... 120 Goederen-klaarzetten ..................................................................................... 121 Voorzieningen-bij-het-laden ........................................................................... 124 Samenvatting .................................................................................................. 130 Begrippen ......................................................................................................... 132

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5

3


Hoofdstuk 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6

Afsluiting-van-het-logistieke-proces .......................................................... 133 Afval-verwerken ............................................................................................... 134 Schoonmaken .................................................................................................. 137 Inventariseren .................................................................................................. 140 Derving ............................................................................................................. 144 Samenvatting .................................................................................................. 150 Begrippen ......................................................................................................... 151

Hoofdstuk 6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5

Organisatie-en-kwaliteitsbeleid ................................................................. 153 Organisatieschema .......................................................................................... 154 Wetten-en-regels ............................................................................................. 158 Kwaliteitssystemen ......................................................................................... 161 Samenvatting .................................................................................................. 169 Begrippen ......................................................................................................... 170

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Index ................................................................................................................ 171

4


INLEIDING De producten liggen opgeslagen in de magazijnen en distributiecentra, klaar om naar klanten verzonden te worden. Dit zijn allerlei soorten klanten. Denk bijvoorbeeld aan winkels, die bevoorraad worden vanuit distributiecentra. Of aan productiebedrijven die grondstoffen nodig hebben. Maar natuurlijk ook kantines van bedrijven, kantoren en ziekenhuizen. Dit kunnen klanten in Nederland zijn, maar ook in het buitenland. Iedere klant heeft weer een ander product nodig. Soms heeft dezelfde klant in verschillende seizoenen ook nog andere producten nodig. Klanten geven hun bestellingen door aan het logistieke bedrijf en de logistiek medewerkers gaan deze bestelde producten verzamelen. Dit heet orderverzamelen of orderpicken.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Logistiek medewerkers zorgen er ook voor dat de producten verzendklaar gemaakt worden. De logistiek teamleider werkt hieraan mee en begeleidt het proces. Bijvoorbeeld door planningen te maken en instructies te geven. Als logistiek medewerker moet je ook op de hoogte zijn van het laden van de modaliteit, bijvoorbeeld de vrachtwagen of het vliegtuig. Je moet weten hoe je de voorraad die in het magazijn ligt, kunt inventariseren. Daarbij werk je met verschillende kwaliteitsstandaarden. Natuurlijk moet je aan het einde van deze werkzaamheden ook de boel weer opruimen en het bedrijfsafval netjes scheiden.

5


KERNTAKEN EN WERKPROCESSEN In dit boek komen de volgende kerntaken en werkproces aan de orde: B1-K2: Orders verzamelen en goederen/producten bewerken B1-K3: Goederen/producten verzenden Werkprocessen bij kerntaak B1-K2 B1-K2-W1: Verzamelt en controleert orders B1-K2-W2: Voert VAL-activiteiten uit B1-K2-W3: Draagt zorg voor (voorraad)administratieve processen B1-K2-W4: Rondt het verzamelen van orders af

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Werkprocessen bij kerntaak B1-K3 B1-K3-W1: Maakt goederen/producten verzendklaar B1-K3-W2: Rondt het verzendklaar maken van goederen/producten af en laadt goederen/producten

In dit boek komen ook onderwerpen aan de orde die werkprocesoverstijgend zijn.

6


Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

HOOFDSTUK 1 ONTVANGST VAN DE ORDER

Nadat je de producten hebt ontvangen, gecontroleerd en opgeslagen, liggen ze te wachten op klantenorders. Pas als de orders of bestellingen binnenkomen, gaan de logistiek medewerkers aan de slag om de gevraagde producten, onderdelen of halffabricaten te verzamelen en te verzenden.


Opdracht 1 De order komt binnen Bekijk het filmpje. a. Welke werkzaamheden moeten de logistiek medewerkers doen en wat doen ze fout? b. Hoe zou jij het aanpakken? c. Je ziet dat dit werk zorgvuldig moet gebeuren. Bespreek met je docent wat jij ervan vond en wat je nog moet leren.

1.1 Stap 7: Ontvangst orders In Ontvangen en opslaan zijn we begonnen met de eerste zes stappen van het logistiek proces. We zijn aangekomen bij de zevende stap: de ontvangst van orders.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Een order is een bestelling van een klant. De klant vraagt om een hoeveelheid goederen. Hij wil deze goederen met een bepaalde kwaliteit en tegen een bepaalde prijs op een bepaald tijdstip ontvangen. Als jij iets bestelt bij een webshop, plaats je dus ook een order. Het verzamelen van een order begint nadat een klant de order heeft geplaatst. De order kan zijn geplaatst door een interne of een externe klant. Een interne klant is bijvoorbeeld een productieafdeling die bij het grondstoffenmagazijn een order plaatst. De producten moeten dan naar de productieafdeling, waar ze worden verwerkt. Een externe klant is een klant van buiten, bijvoorbeeld een webshop die bij een groothandel producten bestelt. Het orderverzamelproces noemen we ook uitslag of outbound. Klanten kunnen eisen stellen aan het moment waarop zij de goederen willen ontvangen. Vaak wil een klant een artikel meteen ontvangen. Maar het komt ook voor dat een klant de artikelen pas over een aantal weken of maanden wil krijgen. Soms worden orders geplaatst en zelf opgehaald. Op een order staan verschillende onderdelen: • naam, adres en andere gegevens van de klant of afnemer, zoals e-mail, bankrekeningnummer, contactpersoon en telefoonnummer • ordernummer van de klant • orderdatum (de datum waarop besteld wordt) • leverdatum (de datum van aflevering) • artikelnummer • artikel • eventuele artikelgegevens • aantal artikelen • stukprijs en btw • handtekening.

8


Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Hoofdstuk 1 Ontvangst van de order

9


Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Nadat de order is binnengekomen, moet deze administratief verwerkt worden. Dit gebeurt meestal bij de afdeling Orderverwerking of Verkoop.

10


Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Hoofdstuk 1 Ontvangst van de order

Deze administratieve verwerking is belangrijk, maar wordt vaak niet gedaan door de logistiek medewerkers. Zij krijgen de orderverzamellijsten, waarmee ze aan de slag gaan. De klant kan zijn bestelling vaak volgen via track and trace. Die code krijgt hij bij een bestelling op het internet. De klant kan via het nummer van de bestelling online volgen waar de bestelling is en wanneer die geleverd wordt. Deze code krijgt hij ook via de orderbevestiging. Dit is een bevestiging van de binnengekomen bestelling aan de klant. Zo heeft de klant een bewijs dat de order goed is doorgekomen met alle voorwaarden die eraan vastzitten. Deze voorwaarden kunnen zijn: • de besteldatum • het ordernummer • het klantnummer • een overzicht van bestelde producten • een overzicht van de prijzen en andere kosten • de levertijd • eventuele opmerkingen.

11


Binnen de logistiek gebruik je vaak softwaresystemen. Vier hiervan zijn: • EDI • WMS • TMS • ERP. EDI (Electronic Data Interchange) is de elektronische uitwisseling van bepaalde bedrijfsdocumenten, zoals orders, rekeningen en orderbevestigingen. Eigenlijk is dit een onderdeel van de zogenoemde electronic business. In de logistiek wordt EDI steeds meer gebruikt.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Een ander veelgebruikt computersysteem in magazijnen en distributiecentra isWMS (Warehouse Management System). Het WMS beheert het overzicht van de voorraad, de orders, de binnenkomende goederen, de magazijnindeling, de goederenstromen en de planningen. Zo kan de orderverzamelaar zien welke orders hij moet lopen, hoeveel stuks hij moet picken, waar de goederen liggen en in welke volgorde hij moet werken. Eigenlijk kan een logistiek bedrijf niet meer zonder WMS of vergelijkbaar computersysteem. Bij het verzenden van goederen gebruik je het TMS (Transport Management System). Dit softwaresysteem berekent onder andere de optimale ritten- en routeplanning. Ook de uitvoering van de transportplanning en de controle op de voortgang van de rit zijn een onderdeel van dit systeem. Aan het TMS is ook een track and trace gekoppeld. Zo weet de klant wat de verwachte aankomsttijd is van de goederen. Andere gegevens, zoals facturen en douanegegevens, staan meestal in een ander systeem. Om al deze verschillende systemen te koppelen, gebruik je een ERP (Enterprise Resource Planning). Het WMS en het TMS zijn dan gekoppeld aan het ERP.

Opdracht 2 Orderverzamelen

Het proces van orderverzamelen heet in vaktaal: inbound pickbound outbound

Opdracht 3 WMS

Lees het artikel 'WMS-selectie van onschatbaar belang: 'the devil is in de details’’ op Logistiek.nl. a. Welk voordeel biedt een goed WMS-systeem?

12


Hoofdstuk 1 Ontvangst van de order

b. Een WMS-systeem neemt de regiefunctie van de warehouseprocessen over. Waar zorgt dit systeem dan voor?

Opdracht 4 Orderbevestiging Welke van de onderdelen hierna staan op een orderbevestiging? leverancierscode locatiecode ordernummer de bestelde producten klantnummer de naam van de inkoper aantal producten levertijd

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Opdracht 5 Voor wie is de orderbevestiging? De orderbevestiging is bestemd voor: de leverancier de vervoerder de klant zowel de vervoerder als de klant

Opdracht 6 Administratieve verwerking

De administratieve verwerking van de order bestaat uit zes stappen. Zet de stappen in de juiste volgorde. voorraadadministratie orderbevestiging

orderverzameldocumentatie voorraadcontrole kredietcontrole

orderadministratie

13


Opdracht 7 Track and trace Lees het artikel ‘Tracking & Tracing’ op Logistiek.nl. Wat betekent track and trace?

Opdracht 8 WMS/TMS

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Lees het artikel ‘Kennis Transport investeert in nieuw WMS en TMS’ op Logistiek.nl.

Het gaat vooral om de derde alinea over de klanten.

a. Waarom voelt dit bedrijf zich verplicht om te investeren in IT-ondersteuning?

b. Waarom past dit nieuwe systeem goed in dit distributiecentrum (DC)?

1.2 Soorten orders

We kennen de volgende orders: • standaardorder • homogene order • afhaalorder • termijnorder • afroeporder • backorder • spoedorder • balieorder.

Standaardorder Met een standaardorder bedoelen we een order waaraan geen bijzondere eisen verbonden zijn. Een standaardorder komt op tijd binnen. Dan wordt het orderverzamelproces volgens de procedure uitgevoerd. De meeste orders in een bedrijf zijn standaardorders. Het verzorgen van een standaardorder kost de minste moeite: hier is het bedrijf op ingesteld.

14


Hoofdstuk 1 Ontvangst van de order

Homogene order Homogene orders zijn orders met dezelfde soort artikelen voor verschillende klanten. Het is handig en efficiënt om deze orders tegelijkertijd te verzamelen. Dit scheelt tijd, omdat de producten op dezelfde plek liggen. Na het orderverzamelen moeten de producten wel goed geselecteerd worden voor de juiste klant. Afhaalorder Een afhaalorder is een order die op normale wijze door de klant wordt besteld. Dan vindt het orderverzamelen plaats. De producten worden echter niet naar de klant vervoerd, maar neergezet in de afhaalruimte of op een speciale plek in het magazijn. De klant haalt de order af. Deze order lijkt veel op een standaardorder, maar de afhaalorder wordt dus door de klant zelf opgehaald. Bedrijven die werken met afhaalorders hebben vaak een aparte afhaalruimte met een balie.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Termijnorder Een termijnorder is een order die pas op termijn geleverd wordt. Als de klant de order plaatst, wordt afgesproken wanneer de order geleverd wordt. Soms gebeurt dit in gedeelten, dat noemen we verschillende termijnen.

Op de internationale muziekbeurs voor de handel in januari in Parijs heeft de firma Music elektrische basgitaren in de aanbieding. Muziekwinkel OOR koopt 250 elektrische basgitaren. Omdat de muziekwinkel niet voldoende ruimte heeft om de gitaren op te slaan, spreken OOR en Music het volgende af. Music levert op de volgende data gitaren: • februari: 50 stuks • maart: 50 stuks • april: 50 stuks • mei: 50 stuks • juni: 50 stuks.

Door deze afspraak is Music zeker van de afname van de gitaren. OOR heeft met deze afspraak het voordeel van een lage inkoopprijs. Bovendien krijgt OOR nu gelegenheid om in de maanden februari, maart, april, mei en juni klantenacties te voeren. De winkel kan zijn klanten bijvoorbeeld aanbiedingen geven en zo de verkoop stimuleren.

15


Afroeporder Bij een afroeporder levert het bedrijf de producten pas als de klant daarom vraagt. Een klant wil bijvoorbeeld een afroeporder omdat hij ruimtegebrek heeft. Of omdat hij pas over de goederen wil beschikken als er vraag naar is. Dit soort orders komt je veel tegen in de bouwwereld. Backorder Een backorder is een order die bestaat uit goederen die de klant nog tegoed heeft. Het gebeurt regelmatig dat een groothandel onvoldoende voorraad heeft van een artikel. De ontbrekende goederen worden dan op een later tijdstip nageleverd aan de winkeliers. Een magazijn of distributiecentrum kan zelf ook te maken krijgen met backorders. Dit gebeurt als de fabrikant producten nalevert.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Spoedorder Een spoedorder is een order die na het moment van orderstop binnenkomt. Bedrijven maken afspraken met klanten over het uiterste tijdstip waarop een order ontvangen moet zijn om deze de volgende dag te kunnen bezorgen. Als met de klant overeengekomen wordt een na dit tijdstip gedane order toch de volgende dag te leveren, noemen we dit een spoedorder. Spoedorders brengen voor een bedrijf meer kosten met zich mee, omdat hiervoor veel extra handelingen moeten worden verricht.

Opdracht 9 Soorten orders

Lees de omschrijvingen van de orders. Noteer van elke omschrijving welke order bedoeld wordt.

Een order die de klant zelf komt ophalen in het bedrijf is een

Een order die je maakt als er niet genoeg artikelen op voorraad zijn is een .

Een order die op een later moment geleverd wordt, op verzoek van de klant, is een .

Een order met vergelijkbare artikelen voor verschillende klanten is een .

Opdracht 10 Termijnorders Bij welk bedrijf komen termijnorders vaak voor? supermarkten bouwbedrijven drogisterijen

16

.


Hoofdstuk 1 Ontvangst van de order

Opdracht 11 Afhaalorder Welk voordeel heeft een afhaalorder voor de klant?

Opdracht 12 Spoedorder Lees het artikel ‘Extra kosten voor rekening van de klant’ op Logistiek.nl.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Wat vinden sommige leveranciers zo lastig aan spoedorders? En waarom?

1.3 Stap 8: Voorbereiden orderverzamelen

Nu de orders ontvangen zijn, begint de volgende stap in het logistieke proces: voorbereiding orderverzamelen.

Het verzamelen van orders is zorgvuldig werk. Je haalt de producten uit het magazijn voor de klant. De klant wil natuurlijk dat dit goed gebeurt, want hij wil de goederen ontvangen die hij besteld heeft. De teamleider zorgt voor een goede voorbereiding van het orderverzamelen. Hij houdt rekening met: • de eisen die aan orderverzamelen worden gesteld • de organisatie van orderverzamelen • de verschillende manieren van orderverzamelen • orderverzamelmethoden (hoofdstuk 2) • orderverzamelroutes (hoofdstuk 2). De eisen aan het orderverzamelen Orderverzamelen stelt een aantal eisen aan een onderneming. Deze eisen worden soms bepaald door de klant. Zo kan een klant het volgende wensen: • gebruik van speciale pallets • gebruik van andere hoeveelheden per pallet • gebruik van andere stapelhoogte • gebruik van speciale verpakking.

17


De organisatie van orderverzamelen Wat de klant ook wenst, het orderverzamelen moet goed georganiseerd worden.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Het orderverzamelen kan op verschillende manieren plaatsvinden. De organisatie van het orderverzamelen is afhankelijk van: • het aantal orderregels (één orderregel is één bepaald product dat besteld wordt. Als per order verschillende producten besteld worden, zijn er dus meerdere orderregels) • de hoeveelheden van de verschillende artikelen die per order verzameld moeten worden • het gemiddeld aantal orders dat een medewerker in een bepaalde tijd kan verzamelen • het gewicht of het volume van een order • de manier waarop orders binnenkomen en verwerkt worden • de grootte en de indeling van het magazijn • de beschikbare interne transportmiddelen en orderverzameltrucks • de aard van de goederen • de vraagsnelheid.

De verschillende manieren van orderverzamelen Het management moet de logistiek medewerkers goed inzetten. Ook moet er genoeg transportmaterieel zijn en vooral duidelijkheid over het werk. Daarvoor kun je de W-vragen gebruiken: • Wie? • Wat? • Waar?

Waar moeten de producten vandaan worden gehaald?

• Wanneer?

Wanneer worden de goederen verzonden, hoeveel tijd is nodig?

• Welke manier?

Met welke hulpmiddelen moeten de goederen uit de opslag worden gehaald? Hoeveel producten moeten uit de opslag worden gehaald?

• Welke hoeveelheid?

18

Wie gaat orderverzamelen? Welk(e) artikel, artikelnaam, nummer, afmeting?


Hoofdstuk 1 Ontvangst van de order

Als de W-vragen beantwoord zijn, kies je een methode van orderverzamelen. Er zijn verschillende manieren van orderverzamelen: • sequentieel orderverzamelen (sequentieel picking) Orders worden na elkaar verzameld door één (single order picking) of meerdere orderverzamelaars. • parallel orderverzamelen (parallel picking) Een order wordt verzameld door meerdere orderverzamelaars tegelijk (parallel betekent naast elkaar). • batch orderverzamelen (batch picking of multi order picking) Meerdere orders worden verzameld door meerdere orderverzamelaars tegelijk (een soort parallel verzamelen dus, maar met meerdere orders).

Voordelen

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Bij sequentieel orderverzamelen worden een of meerdere gehele orders verzameld door één orderverzamelaar of door meerdere orderverzamelaars. Daarna geeft de logistiek medewerker de order door. Dit is de eenvoudigste, meest gebruikte vorm. Deze methode is vooral geschikt voor kleine magazijnen. Nadelen

• weinig organisatie nodig • tijdverlies, omdat een orderverzamelaar • geschikt als sprake is van veel kleine orders. per order de hele orderverzamelroute moet lopen Bij parallel orderverzamelen werken meerdere orderverzamelaars tegelijkertijd aan dezelfde order. Het voordeel hiervan is dat één orderverzamelaar niet het hele magazijn door hoeft en dat de loopafstanden beperkt blijven. Orders moeten hiervoor wel verdeeld worden over de verschillende orderverzamelaars. Voordelen

Nadelen

• de orderverzamelroute hoeft maar één keer • tijdverlies, omdat de orders onderverdeeld te worden afgelegd moeten worden • een hogere orderverzamelcapaciteit • een overzichtelijk verzamelproces. Bij batch orderverzamelen worden meerdere orders tegelijkertijd verzameld door meerdere orderverzamelaars. Het voordeel is dat veel orders tegelijk worden verzameld, waarbij iedere orderverzamelaar maar een deel van de route aflegt. Orders moeten wel verdeeld worden over de verschillende orderverzamelaars en er moet voldoende ruimte zijn om meerdere orders te combineren. Na afloop van het verzamelen moeten de juiste producten gesorteerd worden per klantenorder. Voordelen

Nadelen

• de orderverzamelroute hoeft maar één keer • tijdverlies, omdat de orders onderverdeeld te worden afgelegd moeten worden • een hogere orderverzamelcapaciteit. • opletten op fouten bij het sorteren van de orders.

19


Er is ook een andere indeling mogelijk: • verzamelen per klantorder Er wordt gewerkt per order. Deze wordt eerst helemaal verzameld voordat aan de order van de volgende klant wordt begonnen. • verzamelen per artikel Alle orderregels van alle openstaande orders worden bij elkaar gezet. Daarna worden ze ingedeeld per artikel of per zone. Deze verzamelorders worden dan door de orderverzamelaars verzameld. In het overzicht zie je de belangrijkste kenmerken van de verschillende manieren van orderverzamelen: Sequentieel

Parallel

Per artikel

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Per klantorder

• eenvoudige organisatie • overzichtelijk proces.

• snel verzamelen door uitsplitsen van orders en gelijktijdigheid • korte reactietijd.

• korte trajectduur • hoge capaciteit • overzichtelijk proces.

• veel opdrachten in korte tijd • korte reactietijd.

Als we dit eenvoudig samenvatten, dan zijn dit de manieren van orderverzamelen: • Eén persoon verzamelt één order. • Eén persoon verzamelt verschillende orders tegelijk. • Meerdere personen verzamelen één order achter elkaar. • Meerdere personen verzamelen één order tegelijk.

20


Hoofdstuk 1 Ontvangst van de order

Opdracht 13 Voorbereiden Waarom is een goede voorbereiding van het orderverzamelen zo belangrijk?

Opdracht 14 Orderverzamelen

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Horen de volgende activiteiten wel of niet bij de voorbereiding van het orderverzamelen? • jaarlijkse inventarisatieniet / wel • klaarzetten van intern transportmateriaalwel / niet • de losplek vrijmakenniet / wel • orderverzamellijsten in orde makenwel / niet • ABC-analyse makenniet / wel • zorgen voor een juiste orderverzamelmethodewel / niet

Opdracht 15 Welke manier?

a. Hoe heet de manier van orderverzamelen als de orders na elkaar worden verzameld door een of meerdere orderverzamelaars? Kies het juiste antwoord. batch orderverzamelen eenzijdig orderverzamelen parallel orderverzamelen sequentieel orderverzamelen

b. Welke vorm van orderverzamelen zie je hier? Kies de juiste combinatie. parallel / sequentieel en per artikel / klantorder c. Noteer de voordelen van deze manier van orderverzamelen.

21


Opdracht 16 Methode verzamelen Jij moet orders gaan verzamelen in een heel groot magazijn met veel orders op één dag. Welke methode kies je? Leg ook uit waarom. • per klantenorder • per artikel.

Opdracht 17 Toegevoegde waarde Lees het artikel ‘Ordergewijze batch picking: de toegevoegde waarde’ op Logistiek.nl.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

a. Welke twee methoden voor orderverzamelen worden in dit artikel behandeld?

b. Welke twee voordelen heeft de ordergewijze batch pick-methode?

22


Hoofdstuk 1 Ontvangst van de order

1.4 Samenvatting

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Een order is de vraag van een klant om goederen te leveren. Er zijn verschillende soorten orders: standaardorders, homogene orders, afhaalorders, termijnorders, afroeporders, backorders, spoedorders en balieorders. Bij het voorbereiden van het orderverzamelen houd je rekening met de eisen van de klant, de organisatie van orderverzamelen, de verschillende manieren van orderverzamelen, orderverzamelmethoden en orderverzamelroutes. Er zijn verschillende manieren van orderverzamelen: sequentieel, parallel of batch orderverzamelen. Deze manieren hebben voor- en nadelen. Er is ook een andere indeling mogelijk: verzamelen per klantorder of per artikel. De belangrijkste kenmerken van de verschillende manieren van orderverzamelen zijn: • sequentieel orderverzamelen per klantorder: eenvoudige organisatie en overzichtelijk proces • parallelle orderverzameling per klantorder: snel verzamelen door het uitsplitsen van orders en gelijktijdigheid en korte reactietijd • sequentiële orderverzameling per artikel: korte trajectduur, hoge capaciteit en overzichtelijk proces • parallelle orderverzameling per artikel: veel opdrachten in korte tijd en een korte reactietijd.

Opdracht 18 Plusvraag: Orderverzamelen … wat moet je kunnen? Bekijk het filmpje.

a. Welke uitdagingen in het werk als orderverzamelaar zie jij in dit filmpje?

b. Welke eigenschappen vindt de logistiek medewerker belangrijk bij het uitvoeren van zijn werk?

23


1.5 Begrippen Afhaalorder Een order die de afnemer zelf bij het magazijn ophaalt. De order wordt op de gebruikelijke wijze geplaatst. Afroeporder Je verzendt een afroeporder zodra de afnemer aangeeft de artikelen te willen ontvangen. Tot dat moment staat de afroeporder gereed voor verzending in het magazijn. Backorder Een order die wordt nageleverd aan de klant. Balieorder Sommige bedrijven hebben een balie in het magazijn. Afnemers halen daar hun bestelling op.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Batch orderverzamelen Meerdere orders worden door meerdere orderverzamelaars tegelijk verzameld.

EDI (Electronic Data Interchange) De elektronische uitwisseling van bepaalde bedrijfsdocumenten, zoals orders, rekeningen en orderbevestigingen. ERP (Enterprice Resource Planningsystem) Een systeem dat helpt bij het automatiseren en beheren van bedrijfsprocessen. Homogene orders Orders met gelijksoortige artikelen. Inbound De inkomende stroom goederen.

Magazijngereed product Een magazijn waar volledig afgewerkte goederen (eindproducten) wachten op verzending naar de klant. Order Een vraag van een klant om een hoeveelheid goederen van een bepaalde kwaliteit, tegen een bepaalde prijs, geleverd op een bepaald tijdstip. Outbound Proces waarbij de goederen het magazijn verlaten. Orderverzamellijst Een lijst met orderregels. Orderverzamelroute De route die een orderverzamelaar aflegt bij het verzamelen van de orders.

24


Hoofdstuk 1 Ontvangst van de order

Parallel orderverzamelen Een order wordt door meerdere orderverzamelaars tegelijk verzameld. Sequentieel orderverzamelen Orders worden na elkaar verzameld door een of meerdere orderverzamelaars. Spoedorder Geaccepteerde order die voorrang krijgt op de andere orders. TMS (Transport Management System) Dit softwaresysteem berekent onder andere de optimale ritten- en routeplanning. Track and trace Een manier om voertuigen en/of goederen te volgen.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Termijnorder Een order die op een bepaalde termijn geleverd wordt.

Warehouse Management System (WMS) Het systeem waarin alle informatie staat over de goederen in het magazijn.

25


26

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!


Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

HOOFDSTUK 2 HET ORDERVERZAMELEN

Orderverzamelen is eigenlijk het winkelen voor de klant. Wat de klant bestelt, verzamel jij als logistiek medewerker in het magazijn. Bij het orderverzamelen kun je op verschillende manieren te werk gaan. Met welk orderverzamelsysteem je ook werkt, het orderverzamelen bestaat altijd uit een aantal logische stappen. Ook bij het orderverzamelen gebruik je interne transportmiddelen. Orderverzamelen is een van de laatste stappen in het logistieke proces. Het is een belangrijke stap, want wat hier gebeurt, merkt de klant meteen.


Opdracht 1 Automatisch orderverzamelen Bekijk het filmpje. Als orders niet volledig automatisch met robots verzameld kunnen worden, wat heb jij dan als orderverzamelaar allemaal nodig om orders voor klanten te verzamelen?

2.1 Stap 9: Orderverzamelen Na de ontvangst van de order en de voorbereidingen op het orderverzamelen, volgt de volgende stap in het logistieke proces: het orderverzamelen.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Voordat je start met het verzamelen van de order, verzamel je de hulpmiddelen die je nodig hebt. Wat je moet weten voordat je gaat orderverzamelen: • de orderverzamellijst: hierop staan gegevens die je nodig hebt bij het orderverzamelen • de locatiecode van de goederen (waar liggen ze?) • het artikelnummer (horend bij het juiste artikel) • de omschrijving of naam van de goederen (om nog even te checken of het wel het juiste artikel is) • het aantal goederen • het aantal colli (= verpakkingseenheden) • mogelijk aanvullende eisen van de klant (bijvoorbeeld in een bepaalde doos).

Opdracht 2 Orderverzamelen

Welke vragen horen bij het orderverzamelen? Heb je een orderverzamellijst? Wanneer worden de goederen gelost? Heb je een overzicht van de verschillende locaties? Is de naam van de producent van de goederen die je moet verzamelen bekend? Wat is de naam van de klant? Hoeveel goederen moet je verzamelen?

Opdracht 3 Optimaliseren van orderverzamelen Lees het artikel ‘Orderverzamelen optimaliseren vergt veel onderzoek’ op Logistiek.nl. a. Waarmee helpt dit artikel logistieke bedrijven?

28


Hoofdstuk 2 Het orderverzamelen

b. Welke waarschuwing lees je in dit artikel?

2.2 Orderverzamelmethoden

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

In principe zijn er maar twee orderverzamelmethoden: 1. statisch orderverzamelen Bij deze methode gaat de orderverzamelaar naar het artikel toe. Dit heet man-to-good of ‛man-naar-goederen’. Je gaat naar de locatie waar het product ligt. Gebruik hierbij het juiste interne transportmiddel. Ga naar de juiste locatie, pak de benodigde product(en) en breng deze naar de afdeling Verzendgereed. 2. dynamisch orderverzamelen Bij deze methode komt het artikel naar de logistiek medewerker toe. Dit heet good-to-man of ‛goederen-naar-man’. Bij dynamisch orderverzamelen werk je vanaf een vaste plek. De producten komen naar jou toe via automatische transportbanden, een zogenoemde paternosterkast of een carrouselsysteem. Wat naar je toekomt, controleer je met de orderverzamellijst. Dan zorg je dat het product naar de afdeling Verzendgereed gaat.

Statisch orderverzamelen Statisch orderverzamelen kan op twee manieren: met een orderverzamellijst op papier of met een digitaal systeem. De orderverzamellijst op papier is de traditionele manier, een digitaal systeem is de moderne manier. Beide hebben voor- en nadelen. Met een orderverzamellijst op papier kun je bijhouden welke goederen je moet verzamelen en welke je hebt verzameld. Ook kun je hierop eventuele opmerkingen bijhouden, zoals over beschadigingen en ontbrekende goederen. De orderverzamellijst bestaat uit orderregels. Voor elk artikel dat je moet verzamelen, is er een aparte orderregel. In die regel staat welk product je moet pakken en hoeveel. Ook staat erop waar in het magazijn het product ligt. Op de orderverzamellijst hierna zie je het aantal artikelen dat je moet verzamelen en hoeveel dozen je moet pakken (aantal colli). In de bovenste orderregel staat bijvoorbeeld: 60 potloden gr. met artikelnummer 221. Deze staan op locatie G45A en ze zitten in één doos.

29


Van Dijk Kantoorartikelen Marktstraat 22 7391 LP Twello

Klaar voor expeditie op: 06-12-2019

Orderverzamellijst Locatie

Artikelnummer

Omschrijving Aantal eenheden

Aantal colli Aantal verzameld

G45A F21A

221 222

60 60

1 1

B18C A32B H65B H66C B39A

296 297 360 345 366

Potloden gr. Potloden gekl. A4 wit A5 wit Nietmachine Perforator Kladblokken

30 25 15 10 10

6 5 3 1 1

Aantal niet verzameld

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Orderverzamelaar: Peter Hoogen Aantal eenheden: 210 Aantal colli:18

De papieren orderverzamellijst heeft voor- en nadelen. Voordelen

• Je kunt de grootte van de order goed inschatten. • Je kunt goed inschatten welke hulpmiddelen je nodig hebt. • Er zijn geen extra investeringen in systemen nodig. • Het is overzichtelijk voor de orderverzamelaar.

Nadelen • • • •

Je moet een vinkje zetten op het formulier. Het is foutgevoelig. Je kunt de goederen niet gelijk afboeken. Je hebt je handen niet vrij.

Bij het statisch orderverzamelen is een locatiecode een gemakkelijk instrument dat je de weg wijst in het magazijn. De code vertelt je in welke gang, welke stelling en welk vak je moet zijn om de juiste goederen te verzamelen. Heeft een magazijn verschillende hallen of afdelingen/secties, dan geeft de locatiecode dit ook aan. Naast het verzamelen met een papieren orderverzamellijst zijn er verschillende geautomatiseerde manieren van statisch orderverzamelen. In de meeste bedrijven verzamel je orders op een van de volgende manieren:

30


Hoofdstuk 2 Het orderverzamelen

Een pick-to-lightsysteem werkt met lampjes. Er gaat een lampje branden op de locatie waar je naartoe moet. Op de locatie hangt een display. Deze display geeft de hoeveelheid goederen aan die je moet pakken. Als je het juiste aantal gepakt hebt, druk je op het knopje op het display. Zo geef je aan dat je de goederen hebt gepakt en wordt dit verwerkt in het systeem. Nadelen

• Je hebt je handen vrij, je krijgt te zien dat je iets hebt verzameld. • Zorgt voor hoge productiviteit. • De kans op fouten is erg klein. • Je kunt gelijk afboeken op de voorraad.

• minder geschikt voor slow movers • hoge aanschafkosten • Het systeem heeft onderhoud nodig. • Je kunt niet verzamelen op een groot oppervlak.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Voordelen

Orderverzamelen via pick-to-light.

Bij voice-picking hoor je via een headset wat je moet ophalen. Voor je begint met orderverzamelen, haal je eerst je headset op. Daarmee meld je je aan bij het systeem, vaak het WMS. Via je headset krijg je door naar welke locatie je moet gaan. Op de locatie zie je op een stelling een locatiecode. Die code geef je door aan het WMS. Via de headset krijg je dan te horen of je bij de juiste goederen staat. Je hoort vervolgens hoeveel van deze goederen je moet pakken. Als je klaar bent, kun je bijvoorbeeld vragen: ‘Locatie?’ of ‘Hoeveel nog?’ (Dit zijn standaardvragen.) Het systeem geeft dan antwoord op je vraag. Als je alle producten hebt verzameld, bevestig je de orderregel. Het systeem geeft jou dan de nieuwe locatie door.

31


Nadelen

• Je hebt je handen en ogen vrij. • Je maakt geen tot weinig fouten, omdat je het controlegetal moet inspreken. • Je wordt niet afgeleid. • Je kunt realtime afboeken op de voorraad. • Het heeft een hoge handelingssnelheid. • In vele talen beschikbaar, dus ook te gebruiken door buitenlandse medewerkers.

• Je moet geconcentreerd luisteren. • Het systeem is duur. • Je werkt de hele dag alleen. • Er is kans op hoofdpijnklachten.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Voordelen

Orderverzamelen via Bij scanning gebruik je een scanner. Op die scanner kun je voice-picking. de orderregels aflezen. Het is eigenlijk een digitale lijst. Je kijkt op de scanner welke order je moet verzamelen. Je gaat naar de locatie toe en pakt het juiste aantal. Door de streepjescode van de stelling en de code van de goederen te scannen, bevestig je dat je de goederen hebt gepakt. Je scant elk artikel dat je pakt of je vult het pickaantal in op de scanner. Eigenlijk werkt dit hetzelfde als de papieren picklijst. Het verschil zit in de directe aansluiting op het WMS en natuurlijk het scannen in plaats van een vinkje zetten. Voordelen

Nadelen

• Door te scannen • Je hebt maar één wordt de hand vrij, omdat je informatie direct de scanner moet verwerkt in het meenemen. systeem. • De kans op fouten is klein.

Orderverzamelen met een scanner.

32


Hoofdstuk 2 Het orderverzamelen

Als je een polsscanner gebruikt, heb je je handen wel vrij. Dan kun je beide handen gebruiken. Het orderverzamelen verloopt zo nog efficiënter. Bij pick-by-vision gebruik je een special bril. De informatie over de artikelen die je moet verzamelen, wordt aan de binnenkant van de bril geprojecteerd. Als het product verzameld is, kijk je naar de barcode om deze te scannen. De bril kan zelfs aangeven of er een transportmiddel komt aanrijden. Voordelen

Orderverzamelen met een polsscan.

Nadelen

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

• Je hebt je handen • Je moet heel vrij. geconcentreerd • Je krijgt te zien dat kijken, daardoor je een artikel hebt kunnen verzameld. medewerkers • Zorgt voor hoge hoofdpijnklachten productiviteit. krijgen. • De kans op fouten • De aanschaf van is heel klein. het systeem is een • Je kunt gelijk behoorlijke afboeken op de investering. voorraad.

Orderverzamelen via pick-by-vision.

Met een geautomatiseerd systeem wordt de administratie direct bijgewerkt. Dit zal in de meeste logistieke bedrijven het geval zijn. Soms wordt er nog handmatig geadministreerd. De logistiek medewerker levert dan de orderverzamellijsten in bij de logistiek teamleider. Bij orderverzamelen kun je gebruikmaken van: • RFID-tag • QR-code • pick-to-graphics method.

Een orderverzamelsysteem kiezen is niet gemakkelijk. Ieder systeem heeft voor- en nadelen. De afdeling Logistiek zal goed moeten onderzoeken welk systeem het meest passend is.

33


Bij de keuze moet je rekening houden met: • aanschafprijs Sommige systemen zijn erg duur. Een bedrijf moeten afwegen of de aanschafprijs terug is te verdienen door het behaalde voordeel van het systeem. • aard van de goederen Wanneer een bedrijf werkt met veel verschillende artikelen en de ruimte voor het orderverzamelen vrij klein is, kan het kiezen voor bijvoorbeeld een pick-to-lightsysteem. Wanneer het gaat om langzaamlopers of seizoenartikelen, kan een ander system overwogen worden. • snelheidsvoordeel Een orderverzamelsysteem moet sneller werken dan het vorige systeem. Er zal dus een voordeel in snelheid behaald moeten worden. Als een bedrijf werkt met scanners, moeten met het nieuwe systeem beide handen vrij zijn. Hierdoor kan een logistiek medewerker sneller orders verzamelen.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Dynamisch orderverzamelen Bij dynamisch orderverzamelen komen de goederen naar de orderverzamelaar toe. Hiervoor zijn verschillende systemen ontwikkeld. En omdat de logistieke techniek nooit stilstaat, komen er elke keer weer nieuwe ontwikkelingen bij. Enkele dynamische orderverzamelsystemen zijn: • carrousel • AGV • autostore • mini- en unitloads (ook wel retrieversystemen genoemd) • shuttlesysteem • paternoster. Carrousel Een carrousel is een horizontaal dynamisch orderverzamelsysteem.

Zoals op de afbeelding te zien is, draait de kast op de vloer rondjes. Het benodigde artikel wordt ingetoetst en dan komt het gedeelte waar dit artikel zich bevindt automatisch voor. Na het pakken van het artikel draait de kast door tot de bakkenrij waar het volgende product staat.

34

Carrousel.


Hoofdstuk 2 Het orderverzamelen

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

AGV AGV betekent ‛automatisch gestuurd voertuig’. Dit is een voertuig dat rondrijdt zonder dat een mens het bestuurt. Een AGV rijdt op basis van the internet of things. Dit is een systeem waarbij voertuigen onderling met elkaar communiceren via het internet. De voertuigen kunnen zelf beslissingen maken over bijvoorbeeld de beste route. Vaak gebruiken deze voertuigen in een magazijn QR-codes als hulpmiddel om te navigeren. De logistiek medewerker geeft aan welk product er verzameld moet worden. AGV. Vervolgens pikt de AGV een pallet op en brengt deze naar de logistiek medewerker. Deze pakt het product en kan verder met de volgende orderregel. Autostore Autostore is een ander systeem dat je gebruikt voor opslag en orderverzamelen. Eigenlijk is Autostore een grote blokkendoos. In die blokkendoos rijden robots rond om bakken op te halen en die naar de logistiek medewerker te brengen. Hierdoor kan sneller worden gepicked en kun je de beschikbare ruimte beter gebruiken. Unit- en miniload Een mooi voorbeeld van een nieuwe ontwikkeling in het orderverzamelen is unit- of miniload. Dit is systeem waarbij dozen automatisch uit de stellingen gehaald worden. Dan worden ze razendsnel naar de orderverzamelplek gebracht. Hier pakt de orderverzamelaar het product en verwerkt het verder. Bekijk het filmpje.

Shuttlesysteem Met een shuttlesysteem kunnen complete pallets geautomatiseerd verzameld worden. Dit vergt best een investering, maar levert door de hoge snelheid en de 24-uursbeschikbaarheid een grote tijdwinst op. Grote distributiecentra vinden die productiviteitsstijging belangrijk en daarom gebruiken ze steeds vaker shuttlesystemen. Bekijk het filmpje.

Paternoster Een paternoster is een hoge kast waarin de goederen verticaal worden verplaatst. Als de logistiek medewerker aangeeft welk artikel hij nodig heeft, komt automatisch de goede lade met daarop het artikel naar beneden. Na het openen van de kastdeur gaat de lade open. De orderverzamelaar hoeft de goederen dan alleen nog maar te pakken.

35


Opdracht 4 Wat zie je?

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Bekijk de foto’s. Noteer onder elke foto welke manier van orderverzamelen je ziet en waar je dat aan kunt zien.

Opdracht 5 Orderverzamelsystemen Welke systemen zijn orderverzamelsystemen? pick-by-hand put-to-light pick-by-vision voice-picking pick-by-stock put-by-RFID

36


Hoofdstuk 2 Het orderverzamelen

Opdracht 6 Welke zijn het? Lees de vier omschrijvingen. Om welke vier orderverzamelsystemen gaat het?

Dit systeem werkt met een lampje. Het lampje geeft aan waar de locatie is van de goederen die je moet picken. Op de locatie hangt een pickdirector. Hierop geef je aan dat je het product hebt gepakt. Dan gaat het volgende lampje branden.

a.

b.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Via de headset krijg je door naar welke locatie je moet gaan. Op de locatie zie je op een stelling een locatiecode. Die code geef je door aan het WMS. Via de headset krijg je door of je bij de goede goederen staat en hoeveel je moet pakken.

Je kijkt op de scanner welke order je moet verzamelen. Je gaat naar de locatie toe en pakt het juiste aantal. Door de streepjescode van de stelling en de code van de goederen te scannen, bevestig je dat je ze hebt gepakt. Je scant elk artikel dat je pakt of je vult het pickaantal in op de scanner.

c.

De informatie over de artikelen die je moet verzamelen wordt aan de binnenkant van een bril die je draagt geprojecteerd. Als het product verzameld is, kijk je naar de barcode om deze te scannen.

d.

Opdracht 7 Verschil en overeenkomst Je hebt verschillende soorten dynamische orderverzamelsystemen. a. Wat is het verschil tussen de miniload en het shuttlesysteem?

37


b. Wat is de belangrijkste overeenkomst tussen deze twee systemen?

Opdracht 8 Koppelvraag Zet de juiste begrippen bij elkaar. Headset

Statisch orderverzamelen

Locatiecode-display

Pick-to-light

Display met lampjes

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Dynamisch orderverzamelen

Voice-picking

Good-to-man

Pick-by-vision

Bril

Opdracht 9 Dynamische orderverzamelsystemen

Lees het artikel ‘Afstemming bij dynamische orderverzamelsystemen: retrieversystemen’ op Logistiek.nl. a. Hoeveel procent van de totale orderverzameltijd neemt het rijden en lopen naar de orderverzamellocatie en weer terug in beslag?

b. Wat kunnen we doen om dit percentage te verbeteren?

c. Welke afweging moet je maken voordat je een nieuw systeem aanschaft?

38


Hoofdstuk 2 Het orderverzamelen

Opdracht 10 Paternosterkast Bekijk het filmpje. Welke winst behaalt het nieuwe systeem ten opzichte van het statisch orderverzamelen met een magazijnwagen?

Opdracht 11 Kruisjes zetten

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Bekijk de tabel met de voor- en nadelen van de orderverzamelsystemen. Zet een kruisje (x) onder de systemen waarvoor het voordeel of nadeel geldt. Pick-to-light

Voordelen

Pick-by-vision Scanning

Voice-picking

Gelijk afboeken op de voorraad Hoge productiviteit

Je hebt je handen vrij. Je hebt je ogen vrij.

Kans op fouten is klein Nadelen

Hoge aanschafkosten

Hoge concentratie nodig Je hebt maar één hand vrij.

39


Opdracht 12 Uitzoeken Pick-to-graphics Lees het artikel ‘ABM komt met pick-to-graphics op Logistica’ op Logistiek.nl Beantwoord de volgende vragen. a. Hoe werkt deze orderpickmethode?

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

b. Welk voordeel zit aan dit systeem, vergeleken met de pick-to-lightmethode?

Opdracht 13 Orderverzamelen bij? Bekijk het filmpje.

a. Zie je in het filmpje een statisch of dynamisch systeem van orderverzamelen?

b. Hoe werkt het systeem?

c. Welk voordeel heeft dit systeem?

d. Wat doet de grote robot in dit systeem?

40


Hoofdstuk 2 Het orderverzamelen

e. Welk bedrijf heeft dit volledig geautomatiseerde magazijn en waarom juist dit bedrijf?

Opdracht 14 Orderverzamellijst lezen Bekijk de orderverzamellijst hierna. Rutte Kantoorboekhandel Schoolstraat Klaar voor expeditie op: 14-11-2020 10 3312 KW Dordrecht Orderverzamellijst

D 45A D21A C18C C32B B65B B 66C B39A

Artikelnummer

Omschrijving Aantal Aantal colli Aantal eenheden verzameld

221

Potloden gr.

222

Potloden gekl. 600

10

296

A4 wit

25

5

297

A5 wit

15

3

360

Nietmachine 5

1

345

Perforator

10

1

366

Kladblokken

40

4

Aantal niet verzameld

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Locatie

180

3

a. Op welke locatie ligt artikel 222?

b. Hoeveel orderregels staan op deze orderverzamellijst?

c. Op welke dag moeten deze producten uiterlijk verzameld worden?

41


d. Hoeveel colli moeten er in totaal verzameld worden?

Opdracht 15 Orderverzamelmethode herkennen

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Zet de juiste methode bij de juiste afbeelding. • RFID-tag • autostore • miniload • pick-by-vision.

42


Hoofdstuk 2 Het orderverzamelen

2.3 Intern transportmaterieel Om goederen te verzamelen heb je intern transportmaterieel nodig. Je gebruikt vooral rolcontainers, orderverzameltrucks en handpalletwagens. Maar ook intern transportmaterieel dat je bij het laden en lossen gebruikt, kun je bij het orderverzamelen inzetten, zoals elektrische pallettrucks. Bij intern transport maak je onderscheid in horizontaal en verticaal transportmaterieel. Horizontaal intern transportmaterieel: • steekwagen • rolcontainer • magazijnwagen • handpallettruck • elektrische handpallettruck • elektrische pallettruck.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Steekwagen Een steekwagen gebruik je om bijvoorbeeld dozen, koelkasten of meubels te verplaatsen. Je gebruikt dit materieel bij kleine afstanden, bijvoorbeeld bij het lossen.

Steekwagen.

Rolcontainer Een rolcontainer is een platte bodem op wieltjes met aan minstens twee kanten een rek. Supermarkten gebruiken vaak rolcontainers. In distributiecentra van supermarkten kom je ze dus veel tegen. Ze nemen weinig ruimte in en je kunt goederen makkelijk stapelen.

Rolcontainer.

43


Magazijnwagen Een magazijnwagen is een platte wagen met vier wielen. Een magazijnwagen is geschikt om kleine goederen mee te verzamelen. Met een magazijnwagen ga je lopend door het magazijn.

Magazijnwagen.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Handpallettruck Een handpallettruck, of pompwagen, bedien je met de hand. Je schuift de vorken onder een pallet. Daarna pomp je de vorken en de pallet een klein stukje omhoog. Nu kun je makkelijk met de pallet door het magazijn lopen. Een handpallettruck is geschikt voor kleine goederen.

Handpallettruck.

Elektrische handpallettruck De elektrische handpallettruck is de elektrische vervanger van de handpallettruck. Een elektrische handpallettruck is geschikt voor transport over korte afstanden en is heel wendbaar. Daardoor ook heel geschikt voor bijvoorbeeld het laden en lossen van goederen in de laadruimte van een vrachtwagen.

Elektrische handpallettruck.

44


Hoofdstuk 2 Het orderverzamelen

Elektrische pallettruck Een elektrische pallettruck wordt aangedreven door een elektrische motor. Vaak kun je hier op staan en snel en makkelijk goederen verplaatsen. Je zet een pallet of rolcontainer op de truck. Daarna verzamel je de goederen in het magazijn. Een elektrische pallettruck is geschikt voor grote magazijnen en zware goederen. Verticaal intern transportmaterieel: • reachtruck • heftruck • hoogbouwtruck • orderverzameltruck.

Elektrische pallettruck.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Reachtruck Met een reachtruck kun je goederen hoog in de stelling zetten. Als de werk- of grijpvoorraad beneden in een stelling op is, vul je met de reachtruck de goederen aan. Je gebruikt een reachtruck voor smallere gangen. De chauffeur zit hier dwars op, zodat hij goed overzicht heeft.

Reachtruck.

Heftruck Een heftruck brengt goederen van een vrachtwagen naar het magazijn. De heftruck kan de goederen dan ook redelijk hoog in de stelling zetten. De heftruck heeft een breder gangpad nodig dan een reachtruck.

Heftruck.

45


Hoogbouwtruck Met een hoogbouwtruck kun je op hogere locaties goederen verzamelen.

Hoogbouwtruck.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Orderverzameltruck Een orderverzameltruck is speciaal ontworpen voor het verzamelen van orders. In deze truck kun je als orderverzamelaar zelf in de cabine mee omhoog, zodat je zowel op de grond als op het tweede niveau orders kunt verzamelen. Je kiest voor bepaald intern transportmaterieel aan de hand van de lay-out van het magazijn. Bij magazijnen tot ongeveer zeven meter hoog wordt vooral gebruikgemaakt van reachtrucks en (soms) heftrucks. Boven de zeven meter worden hoogbouwtrucks ingezet.

Orderverzameltruck.

Veilig orderverzamelen Veiligheid is heel belangrijk. Om de veiligheid te waarborgen, moeten alle logistiek medewerkers zich aan de huisregels en bedrijfsvoorschriften houden. Deze voorschriften gaan onder andere over het gebruik van intern transportmaterieel. Heeft de logistiek medewerker pauze tijdens het orderverzamelen, dan mag hij het intern transportmiddel bijvoorbeeld niet midden in een gang neerzetten, want dat kan het werk van andere logistiek medewerkers verstoren. De sleutel mag tijdens een pauze niet in het contact blijven zitten. Ook mag je transportmiddelen alleen besturen als je hiervoor de juiste instructie of opleiding hebt gehad. Het is een taak van de teamleider om goed op te letten of alle logistiek medewerkers het materieel en materiaal op de juiste wijze gebruiken.

Het is belangrijk om milieubewust te werken bij het orderverzamelen. Veel bedrijven spelen hier ook op in. Denk aan verlichting die op een ‘laag pitje’ staat en die zodra je de gang inrijdt op volle sterkte gaat branden. Verlaat je de gang, dan gaat de verlichting terug naar de lage stand. Zelf kun je ook een bijdrage leveren. Bijvoorbeeld door vriescellen waar je goederen uit verzamelt niet langer open te laten staan dan nodig is.

46


Hoofdstuk 2 Het orderverzamelen

Locatiecode De locatiecode geeft aan waar de goederen in het magazijn liggen. Hoe de locatiecode precies is opgebouwd, hangt af van de lay-out van het magazijn. De code vertelt je bijvoorbeeld in welke gang je moet zijn, in welke stelling en in welk vak van de stelling. Heeft een magazijn meerdere hallen of zelfs meerdere gebouwen, dan zie je dit ook terug in de locatiecode. Als je werkt in een magazijn met een vast locatiesysteem, zal de locatiecode van een bepaald product hetzelfde blijven. Werk je in een magazijn met een vrij locatiesysteem, dan kan de locatiecode snel veranderen.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Je bent vast weleens bij IKEA geweest. In de winkel zie je daar bij ieder product een artikelcode staan. Bij de artikelcode staat ook in welke gang in het magazijn het product ligt en in welk schap. Je neemt een lijstje mee, waarop je precies opschrijft wat de code is en waar het product ligt. Als je wil, kun je dit ook vooraf op de site van IKEA al opzoeken. Je ziet dan meteen of jouw product ook op voorraad is in de vestiging.

Opdracht 16 Het juiste orderverzamelmaterieel

Welk intern transportmateriaal gebruik je in de volgende situaties? Maak de juiste combinaties. Situatie

Intern transportmateriaal

Bij een kleine afstand voor het lossen van een kast

Reachtruck

Het aanvullen van de werkvoorraad

Steekwagen

Het verzamelen van tuinmeubelen boven de zeven meter

Orderverzameltruck

In een grootmagazijn een koelkast verplaatsen

Magazijnwagen

Lopend een paar dozen gereedschap verzamelen

Hoogbouwtruck

Op hoogte verzamelen van orders

Elektrische pallettruck

47


Opdracht 17 Welke truck? Lees het artikel ‘Culi d’Or bestelt hoogbouwtruck’ op Logistiek.nl. a. Welke soort truck gebruikt deze gebakproducent?

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

b. Wie is de leverancier/producent van deze truck?

c. In welk soort magazijn moet deze truck functioneren?

d. Wat moet er gebeuren met de accu en waarom?

e. Welke twee speciale opties heeft deze truck?

f. Welk voordeel hebben deze opties?

Opdracht 18 Duurzaamheid Zoek op de website Logistiek.nl twee voorbeelden van duurzaam intern transportmaterieel.

48


Hoofdstuk 2 Het orderverzamelen

Opdracht 19 Interne transportmiddelen Zoek op de website van Logistiek.nl enkele voorbeelden van interne transportmiddelen die je kunt gebruiken bij het statisch orderverzamelen.

2.4 Orderverzamelroutes Nadat je het juiste transportmiddel hebt gekozen, kun je aan de orderverzamelroute beginnen! Als je goederen verzamelt, rijd of loop je van locatie naar locatie. De route die je aflegt, is geen toevallige route. Het WMS rekent de beste route uit.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

De beste route betekent in het algemeen dat je begint met de zwaarste goederen. Daarna verzamel je de kleinere goederen. Als laatste verzamel je de goederen die makkelijk kapot kunnen gaan. Ook is de route zo kort mogelijk. De route van de orderpicker is afhankelijk van: • de magazijnlay-out • de opslaglocatie.

De magazijnlay-out De lay-out of inrichting van het magazijn is van invloed op de route die je neemt. Sommige magazijnen hebben een hoofdgangen-, tweegangen- of zijgangensysteem. In een magazijn met een hoofdgangensysteem gebruik je de stellingen voor het verzamelen van goederen en de opslag ervan. Dit betekent dat de orderverzamelaars en de opslagmedewerkers elkaar in de weg kunnen lopen.

49


Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Bij een tweegangensysteem gebruik je één gang voor de opslag en de tweede gang voor het orderverzamelen. Bij de werkzaamheden komen de logistiek medewerkers elkaar dus niet tegen. Dat is handig, maar dit systeem neemt wel meer ruimte in beslag.

Naast het hoofdgangensysteem en het tweegangensysteem is er nog een derde systeem: het zijgangensysteem. Bij het zijgangensysteem zijn er meerdere korte gangen. Hierdoor zijn meerdere routes mogelijk. Het grote voordeel hiervan is dat je bij het orderverzamelen en opslaan routes kunt afsnijden. De orderverzamelaars en opslagmedewerkers hoeven dan niet een gangpad helemaal uit te lopen of uit te rijden om in een andere gang te komen. Dit scheelt veel tijd en inspanning.

50


Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Hoofdstuk 2 Het orderverzamelen

Orderverzamellocatie De goederen kunnen op verschillende locaties liggen. Meestal staan ze op de vloer of vlak daarboven op grijpniveau. Je kunt ze dan gemakkelijk pakken. De voorraad goederen die op de grijp- of picklocatie ligt heet pickvoorraad, grijpvoorraad of werkvoorraad. Als de werkvoorraad (bijna) op is, dan wordt deze aangevuld met goederen die meestal boven in de stellingen liggen. Die locatie heet de bulklocatie en de voorraad heet bulkvoorraad. Het systeem van werken en opslag heet bulk-werkvoorraad.

De aanvulling van de (bulk)voorraad gebeurt door de opslagmedewerkers, die de bestelde en ontvangen goederen op de juiste locaties opslaan. Hierover lees je in het boek Ontvangst en opslag. Een- of tweedimensionaal en een- of tweezijdig orderverzamelen Nog twee vormen van orderverzamelen zijn: • een- of tweedimensionaal orderverzamelen • een- of tweezijdig orderverzamelen. Bij eendimensionaal orderverzamelen verzamel je de goederen steeds op dezelfde hoogte. Je pakt bijvoorbeeld alleen goederen vanaf grondlocaties. De grondlocatie is dan de picklocatie. Je kunt hier makkelijk bij.

51


Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Bij tweedimensionaal orderverzamelen wordt de orderverzamelaar met behulp van intern transportmaterieel, zoals een verticale orderverzameltruck, een combitruck of een SBA, naar de gewenste grijphoogte gebracht.

Tweedimensionaal en tweezijdig orderverzamelen.

Bij eenzijdig verzamelen verzamelt de logistiek medewerker eerst alle goederen aan één kant van de gang. Op de terugweg verzamelt hij de goederen aan de andere kant van dezelfde gang. Bij tweezijdig verzamelen worden alle goederen in een gang in één keer verzameld.

52


Hoofdstuk 2 Het orderverzamelen

Opdracht 20 Welke inrichting?

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Bekijk de drie afbeeldingen. Vul bij elke afbeelding in welke magazijninrichting je ziet.

53


Opdracht 21 Waar of niet waar? Kies of de volgende stellingen waar of niet waar zijn. 1. Bij een hoofdgangensysteem lopen orderverzamelaar en opslagmedewerker elkaar in de weg. waar / niet waar 2. Bij een tweegangensysteem lopen orderverzamelaar en opslagmedewerker elkaar in de weg. waar / niet waar 3. Een hoofdgangensysteem kost meer ruimte dan een tweegangensysteem. waar / niet waar 4. Een hoofdgangensysteem kost minder ruimte dan een tweegangensysteem. waar / niet waar

Opdracht 22 Bulk-werkvoorraad

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

a. Waar wordt de bulkvoorraad meestal opgeslagen?

b. Wanneer wordt de bulkvoorraad aangebroken?

c. Noem twee andere namen voor het begrip werkvoorraad.

54


Hoofdstuk 2 Het orderverzamelen

Opdracht 23 Een- of tweedimensionaal orderverzamelen

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Noem bij elke afbeelding de vorm van orderverzamelen.

2.5 Veilig werken bij het orderverzamelen

Logistiek medewerkers moeten hun werk veilig kunnen doen. Daarom moeten het intern transportmaterieel en de stellingen, kasten en vloeren goed worden onderhouden. Bij veilig werken hoort ook het opruimen van verpakkingsmateriaal en het niet laten slingeren van hulpmiddelen. Let ook op het toepassen van de verkeersregels in het magazijn. Bedrijfsverkeersregels In een magazijn gebeurt veel en is het bijna altijd druk. Er komen vrachtwagens aan die gelost moeten worden, er zijn medewerkers bezig met het verzamelen van goederen en tegelijkertijd worden goederen klaargezet om verzonden te worden. Om het werk zo veilig mogelijk te laten gebeuren, is er in de meeste magazijnen een bedrijfsverkeersreglement of een verkeersplan van kracht. Hierin staat bijvoorbeeld: • dat er delen van het magazijn zijn waar je mag lopen en andere delen waar je alleen mag rijden met intern transportmaterieel Dit is vaak aangegeven met stroken op de werkvloer. • waar je intern transportmaterieel moet parkeren • wat de rijrichtingen zijn. In veel magazijnen is er eenrichtingsverkeer. Andere belangrijke aandachtspunten om veilig te kunnen werken: • Gangpaden moeten breed genoeg zijn om je werk te kunnen doen. • Op moeilijk zichtbare plekken hangen spiegels, zodat de chauffeurs een goed overzicht hebben. • Vluchtdeuren en brandblussers zijn zichtbaar en bereikbaar. Veilig werken met de heftruck Ook het goed omgaan met een heftruck is een onderdeel van het veilig werken. Ga in het magazijn voorzichtig om met vorkheftrucks en reachtrucks. De meeste ongelukken in magazijnen en distributiecentra gebeuren met heftrucks. Zorg er dus voor dat je veilig werkt en dat je een opleiding hebt gevolgd om hiermee te rijden. Je moet kennis hebben van veiligheidsvoorzieningen, zoals de dodemansknop, de noodstopvoorziening en de parkeerrem.

55


Ook moet je weten hoe je een lading veilig heft: hoe zwaar de lading mag zijn, hoe hoog de truck kan heffen en hoe je camera en spiegels gebruikt. Het is ook belangrijk dat je weet hoe de accu en het batterijoplaadstation werken.

Opdracht 24 Training Lees het artikel en beantwoord de vraag.

The Greenery start massale training om nieuwe reachtrucks The Greenery stuurt 180 heftruckchauffeurs naar een bijscholingscursus om met de reachtrucks om te kunnen gaan. Daartoe is een speciale opleidingsruimte in Bleiswijk ingericht.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Arbo Opleidingscentrum in Ede gaat anderhalve maand lang de training uitvoeren met in de ochtend een theorieles en na de middag een praktijkopdracht. Met de ingebruikname van een nieuw distributiecentrum van The Greenery in Barendrecht stapt het bedrijf ook over naar nieuwe, geavanceerde reachtrucks van Linde in plaats van vorkheftrucks. De reachtrucks zijn speciaal voor The Greenery voorzien van camera’s en diverse andere veiligheidsopties. Omdat voor het werken met dergelijke reachtrucks andere vaardigheden nodig zijn, worden alle chauffeurs nu bijgeschoold. Twee camera’s per truck De chauffeurs moeten andere vaardigheden opdoen. Zo kunnen de reachtrucks tot drie stellingniveaus hoog komen. Een normale heftruck haalt slechts twee hoog. Dankzij de uitschuifbare vork zetten de chauffeurs de pallets met groenten en fruit twee posities diep weg. Daarom is een camera geplaatst bovenin de reachtruck. Een tweede camera zit naast de lepels, die in de openingen van de pallets worden geschoven. Kijk voor meer informatie op de website van Logistiek.nl

Medewerkers moeten een training volgen als er nieuwe reachtrucks worden ingezet. Waarom moet dit volgens de Arbowet?

56


Hoofdstuk 2 Het orderverzamelen

Opdracht 25 Heftrucks

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

De meeste ongelukken in magazijnen en distributiecentra gebeuren met heftrucks. a. Zijn deze stellingen waar of niet waar? 1. Iedereen die werkzaam is in het magazijn mag heftruck rijden. waar / niet waar 2. Je moet de heftruck controleren voordat je ermee gaat rijden. waar / niet waar 3. Mankementen aan de truck mag je zelf repareren. waar / niet waar 4. Als je pauze houdt, dan moet je de heftruck veilig parkeren. waar / niet waar 5. Als je naar het toilet gaat, mag je de heftruck heel even leeg laten staan. waar / niet waar 6. Veiligheidsvoorzieningen in een heftruck mag je nooit uitschakelen. waar / niet waar b. De stellingen die niet waar zijn, waarom zijn die niet waar?

Opdracht 26 Veilig heffen Bekijk het filmpje.

Welke aanwijzingen om ongelukken te voorkomen worden in het filmpje gegeven?

57


2.6 Orderverzamelstappen

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Je verzamelt een order in zeven stappen:

58


Hoofdstuk 2 Het orderverzamelen

Opdracht 27 De juiste volgorde Zet de zeven activiteiten die bij het orderverzamelen horen in de juiste volgorde. Je pakt het aantal goederen dat op je lijst staat. Je bevestigt dat je de goederen hebt gepakt door aan te vinken of aan te klikken. Je zet de goederen op je intern transportmaterieel. Je gaat naar de eerste picklocatie. Je controleert of het de juiste locatie is. Je zet je transportmiddel bij de locatie neer.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Je controleert of het de juiste goederen zijn.

2.7 Artikelcodes

Om te weten welke goederen je moet verzamelen, gebruiken de meeste logistieke bedrijven een artikelcode. Deze code vertelt je precies wat er in de verpakking zit. Zo hoef je de verpakking niet open te maken. De code moet duidelijk leesbaar zijn en op ieder moment gescand kunnen worden. Veelgebruikte artikelcodes zijn: • barcode (EAN) • UN-nummer.

Barcode Goederen die internationaal worden ingekocht, kunnen een barcode of EAN-code hebben. EAN betekent European Article Number. Met zo’n nummer kunnen bedrijven makkelijk internationaal leveren en bestellen. De barcode (= streepjescode) die je op artikelen vindt, heeft een vaste opbouw. Een van de bekendste is EAN-13. Deze code bestaat uit dertien cijfers. Elk cijfer is een combinatie van verschillende streepjes en spaties. De eerste twee van de dertien cijfers vormen de landcode. Deze geeft aan in welk land het bedrijf dat het artikel heeft gemaakt, is aangemeld. Dit is niet altijd het land waar het artikel is gemaakt. Een bedrijf kan in Nederland zijn aangemeld, maar producten in China laten maken. Nederland heeft landcode 87. De volgende vijf cijfers geven aan wie de producent of importeur is. Dit heet de leverancierscode. De volgende vijf cijfers vormen de artikelcode die het bedrijf aan het artikel heeft toegekend. Het laatste getal in de streepjescode is een controlegetal.

59


Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

UN-nummer In sommige bedrijven heb je te maken met gevaarlijke stoffen. Gevaarlijke goederen en stoffen zijn herkenbaar aan het UN-nummer. Dit noem je het stofidentificatienummer en het bestaat uit vier cijfers. Je herkent gevaarlijke stoffen ook aan de officiële, internationaal erkende benaming die op de verpakking moet staan. Dit noemen we de officiële vervoersnaam. Op het vervoersdocument staan het UN-nummer en de vervoersnaam.

Hierna zie je een Kemlerbord. De bovenste twee cijfers op dit bord geven de mate van gevaar aan. Er zijn negen gevarenklassen, met elk een eigen gevaarsymbool. Op het bord hierna gaat het om een zeer brandgevaarlijke stof. Je moet dus heel voorzichtig moet zijn met brandgevaarlijke activiteiten in de buurt van dit product. Het onderste nummer is het stofidentificatienummer (het UN-nummer).

60


Hoofdstuk 2 Het orderverzamelen

Opdracht 28 Artikelcode Welke van de volgende codes zijn artikelcodes? Er zijn meerdere antwoorden goed. barcode ordernummer picknummer UN-nummer

Opdracht 29 EAN-code

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Hierna zie je een EAN-code.

a. Waar staan de dertien cijfers voor? Maak de juiste combinatie. Cijfers

Betekenis

Eerste twee cijfers

Artikelcode

Volgende vijf cijfers

Landcode

Volgende vijf cijfers

Leverancierscode

Laatste cijfer

Controlegetal

61


b. Uit welk land komt dit product?

Opdracht 30 Stofidentificatienummers Zoek op internet op bij welke stof de volgende stofidentificatienummers horen. Stofidentificatienummer

Stof

1263 1090 1203

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

2809

Opdracht 31 Barcode

Lees het artikel 'Barcode bestaat 43 jaar: 11 interessante feiten' op Logistiek.nl. a. Hoe oud wordt de barcode in 2024?

b. Op welk artikel zat de eerste barcode?

c. Hoeveel barcodepiepjes per seconde gaan er in Nederland af (dus in alle winkels en magazijnen tezamen)?

d. Welke onderneming haalde de barcode naar Nederland?

62


Hoofdstuk 2 Het orderverzamelen

e. Welke Nederlandse producent gebruikte de barcode het eerst en op welk artikel?

Afb. 1.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Opdracht 32 Kemlerbord

Afb. 2.

Zoek op internet welke gevarenklassen je hier ziet en wat de betekenis van deze klassen is.

63


2.8 Samenvatting Stap 9 in het logistieke proces is het orderverzamelen. Er zijn twee soorten orderverzamelmethoden: • statische orderverzamelmethoden (man-to-good): pick-to-light-systeem, voice-picking, scanning en pick-by-vision • dynamische orderverzamelmethoden (good-to-man): carrousel, AGV, autostore, mini-unitload, shuttlesysteem en paternoster. Voor je begint met orderverzamelen, kies je een geschikt transportmiddel. Daarna bepaal je de beste route. Met een orderverzamellijst ga je aan de slag om de juiste goederen in de juiste hoeveelheden en op de juiste manier te verzamelen. Je herkent de goederen door barcodes en/of artikelcodes, die je met een scanner leest. Als je alle goederen/artikelen hebt verzameld, kun je ze klaarzetten voor verzending naar de klant.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Opdracht 33 Plusvraag: Orderverzameltijd besparen

Lees het artikel ‘ND bespaart looptijd met pick-to-light-kar’ op Logistiek.nl. Hoe bespaart het bedrijf in dit artikel orderverzameltijd?

Opdracht 34 Plusvraag: Orderverzamelen

Je verzamelt in het magazijn van een technische groothandel allerlei kleine onderdelen. In het magazijn staan alleen legbordstellingen, verdeeld over vier afdelingen. Het locatiecodesysteem geeft aan: AB010708. Deze code staat voor: A = afdeling B = gangpad 01 = stellingrek 07 = hoogte 08 = meest rechtse bak. a. Welke manier van orderverzamelen gebruik je hier?

b. Welke soort intern transportmateriaal kun je hier gebruiken?

64


Hoofdstuk 2 Het orderverzamelen

c. Waarom is een pick-to-lightsysteem hier niet bruikbaar?

d. Een nieuwe logistiek medewerker wil graag met een reachtruck gaan werken. Is dat handig in dit magazijn?

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

e. Je moet eerst naar afdeling 2, derde gangpad, vierde stellingrek, niveau 4, meest linkse bak. Welke code gebruik je hiervoor?

f. Daarna moet je naar CD020604. Waar staat deze code voor?

g. Ten slotte moet je naar afdeling 3, eerste gangpad, elfde stellingrek, niveau 3, meest rechtse bak. Welke code gebruik je hiervoor?

h. Lijkt deze volgorde van orderverzamelen jou logisch? Waarom?

65


2.9 Begrippen AGV Automatisch gestuurd voertuig. Autostore Automatisch orderverzamelsysteem door robots in een soort ‛blokkendoos’. Dynamisch orderverzamelen De goederen bewegen en komen naar de orderverzamelaar toe (goederen-naar-man). Locatiecode Een code die aangeeft waar de goederen in het magazijn liggen.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Pick-by-vision Een orderverzamelmethode waarbij je via een bril ziet op welke locatie je moet zijn. Pickaantal Het aantal artikelen dat de orderverzamelaar moet verzamelen. Picklijst Lijst met artikelen die verzameld moeten worden.

QR-code Een Quick Response-code die je snel kunt lezen met een scanner, telefoon of andere apparatuur. RFID-tag Radio Frequency IDentification, chip waardoor etiketten niet meer nodig zijn.

Scanning Orderverzamelmethode waarbij een scanner aangeeft welke goederen waar verzameld moeten worden. Shuttlesysteem Verzorgt volledig automatisch de in- en uitslag van dozen, bakken of trays in een dubbeldiep opslagsysteem. Statisch orderverzamelen De goederen staan op een vaste plaats. De orderverzamelaar gaat naar de goederen toe (man-naar-goederen). Unit- of miniload Automatisch orderverzamelsysteem waarbij dozen automatisch uit de stellingen gehaald worden en naar de orderverzamelplek gebracht worden. Voice-picking Een orderverzamelmethode waarbij je via een headset hoort welke orders je waar moet verzamelen.

66


Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

HOOFDSTUK 3 VERZENDKLAAR MAKEN VAN DE GOEDEREN

Het orderverzamelen is afgerond. De orderpickers hebben hun werk gedaan en de klantenorders zijn verzameld. De goederen worden nu naar de afdeling Expeditie gebracht, waar ze verzendklaar worden gemaakt.


Opdracht 1 Kijk alvast vooruit! Als je door dit hoofdstuk bladert, zie je verschillende werkzaamheden. Beantwoord de volgende vragen. 1. Wat wil je leren in dit hoofdstuk? 2. Welke onderwerpen kom je tegen in dit hoofdstuk? 3. Welke werkzaamheden lijken je het makkelijkst? 4. Over welk onderwerp wil je meer leren?

3.1 Stap 10: Verzendklaar maken / naar expeditie / vrachtbrief maken

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

We zijn bij stap 10: Verzendklaar maken / naar expeditie / vrachtbrief maken aanbeland.

Op de afbeelding hieronder zie je een logistiek medewerker een doos dichttapen. Dit is een onderdeel van het verzendklaar maken van de goederen.

Doos dichttapen.

Als de goederen voor de diverse klanten zijn verzameld, gaan ze naar de afdeling Expeditie. Dit is een van de laatste afdelingen in het proces om goederen aan klanten te bezorgen. Hier maak je de goederen gereed om te verzenden. Het verzendklaar maken bestaat uit een aantal verschillende activiteiten. In dit hoofdstuk worden ze besproken. Op de expeditieafdeling staan ook de producten die niet zijn opgeslagen, maar direct doorverzonden worden naar de klant. Dit proces heet crossdocken.

68


Hoofdstuk 3 Verzendklaar maken van de goederen

Opdracht 2 Kies het juiste antwoord

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

a. Als de goederen zijn verzameld, gaan ze naar: de leverancier de opslag de expeditieafdeling het losdock

b. Het niet opslaan, maar direct doorverzenden naar de klant van binnengekomen goederen heet: losdocking laaddocking crossdocking customerdocking

Opdracht 3 Op de beurs

Bekijk het filmpje 'Logistica 2017 - Scala Logistica Deliver’ op Logistiek.nl. a. Op welke beurs wordt dit verhaal gepresenteerd?

b. Op welk traject zijn de oplossingen gericht?

69


c. Welke oplossing biedt de firma Sick bij het verzendklaar maken?

d. Schaffer, een andere onderneming, biedt een oplossing met een onbemand systeem. Hoe worden de karretjes verplaatst?

3.2 Materiaal van verpakkingen

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Niet alle verpakkingsmaterialen zijn geschikt voor elk product. Een fabrikant denkt dus na over de verpakking waarin hij goederen levert. Verpakkingen die je kunt tegenkomen zijn: • kartonnen dozen en octabins • kratten van plastic of metaal • boxpallets van hout of metaal • kisten.

Big bags (flexibele IBC’s).

Houten kisten.

Verpakkingen kunnen zijn gemaakt van verschillende soorten materiaal.

70


Hoofdstuk 3 Verzendklaar maken van de goederen

Kunststof Veel verpakkingen zijn gemaakt van kunststof. Kunststof verpakkingen hebben allerlei voordelen: • Voedingsmiddelen blijven langer vers. • De goederen worden beschermd tijdens het transport. • De verpakkingen zijn vaak licht. • Het materiaal is goedkoop. • Veel kunststofverpakkingen kun je recyclen. • Kunststof is steviger dan karton of papier.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Zo worden er tasjes, deksels en folies van kunststof gemaakt. Maar ook gebruik je als verpakkingsmateriaal vaak kratjes, IBC’s een jerrycans. Een nadeel van kunststof is dat bij verbranding gevaarlijke stoffen vrijkomen.

Hout In de transportwereld wordt veel hout gebruikt, onder andere voor het maken van pallets. Pallets gebruik je veel bij het transport van goederen. Het voordeel van hout is dat het sterk is en dat je het kunt hergebruiken. Het nadeel van houten pallets is dat ze sneller beschadigen dan kunststof pallets. Ook nemen ze water en geuren op. En ongedierte kan in het hout kruipen. Daarom worden containers gegast, om het ongedierte en bacteriën te vernietigen.

Ingepakte producten op houten pallets.

IPPC-standaard Alle houten verpakkingen die geëxporteerd worden naar andere continenten moeten ontsmet zijn om te voorkomen dat schadelijke organismen ‘meeliften’ met de verpakking. Deze verpakkingen moeten voldoen aan de wereldwijde IPPC-standaard. Pallets die hiervoor in aanmerking komen, krijgen het IPPC-logo ingebrand.

71


Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Glas Sommige producten worden verpakt in glas, vooral in de foodbranche. Zo staan er in het magazijn van een supermarkt bijvoorbeeld groenten in glazen potten in de stellingen. Glas kun je oneindig lang hergebruiken. Het wordt op kleur ingezameld om nieuw glas te maken. Dat is een groot voordeel. Een ander voordeel is dat je direct kunt zien wat er in de verpakking zit. Een nadeel van glas is de breekbaarheid. Daarom zie je vaak een etiket op de doos met de aanwijzing dat de inhoud breekbaar is.

Metaal Verpakkingen van metaal, zoals aluminium en blik, bieden veel voordelen. Net als glas beschermt een metalen verpakking de producten tegen schadelijke invloeden van buitenaf. Ook zorgt het ervoor dat voedsel veel langer goed blijft. Verder kun je metaal recyclen. Het nadeel is dat het veel energie kost om nieuw materiaal van metaal te maken. Jute en stof Je kunt producten ook verpakken in stof of jute. Jute wordt al heel lang gebruikt als verpakkingsmateriaal. Het is een natuurlijk en heel milieuvriendelijk materiaal. Je gebruikt jute bijvoorbeeld voor het verpakken van aardappels, koffie, thee en cacaobonen. Stof ventileert heel goed en gebruik je bijvoorbeeld bij verpakken van uien, citrusfruit en kunststofkorrels.

Jute en stof.

72


Hoofdstuk 3 Verzendklaar maken van de goederen

Duurzame verpakkingen In de logistieke sector wordt milieuvriendelijk werken steeds belangrijker. Het maken van verpakkingen kost energie en grondstoffen. Daardoor is het slecht voor het milieu. Maar omdat verpakkingen ervoor zorgen dat producten langer houdbaar blijven en de producten beschermen, worden ze toch gebruikt. Er komen steeds meer technieken waardoor verpakkingen lichter worden, en zo minder transportgewicht veroorzaken. Tegenwoordig worden veel verpakkingen gemaakt van milieuvriendelijke materialen. Ook door het verzamelen en scheiden van verpakkingen wordt de belasting van het milieu lager.

Opdracht 4 Combineren

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Sleep de naam van het verpakkingsmateriaal naar het juiste logo.

Glas

Metaal

Houten pallet

Kunststof

73


Opdracht 5 Octabin Wat is een Octabin? 8-kantige houten verpakking 8-kantige kartonnen verpakking 8-kantige kunststof verpakking 8-kantige metalen verpakking

Opdracht 6 Voordelen?

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Noem drie voordelen van kunststof verpakkingen.

Opdracht 7 Jute als verpakkingsmateriaal

Zijn de volgende goederen geschikt om in jutezakken verpakt te worden? Ja

Nee

Aardappelen Aardewerk Papier Uien Zand

Koffiebonen

Kunststofkorrels

Opdracht 8 Duurzame verpakkingsmaterialen

Lees het artikel ‘Verpakkingen verspilling bij e-commerce; zo kan het beter!’ op Logistiek.nl. a. Hoe komt het dat er een grote toename is van het gebruik van verpakkingen?

b. Noem drie manieren om verpakkingen en het versturen van producten milieuvriendelijker te maken.

74


Hoofdstuk 3 Verzendklaar maken van de goederen

c. Wat wordt er bedoeld met ‛klant ergert zich aan opvulmateriaal’?

3.3 Functies van verpakkingen De logistieke functies van verpakkingen zijn: • zorgen dat het product vervoerbaar wordt • het artikel onderscheiden van soortgelijke artikelen • zorgen dat het product geen schade oploopt tijdens de distributie.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

De verpakkingsdichtheid van een product houdt verband met de kosten van de distributie: hoe meer pakjes per kubieke meter, hoe meer handling nodig is. Daarom worden losse verpakkingen samengevoegd tot eenheidsladingen. Dit zijn bijvoorbeeld pallets, rolcontainers en omverpakkingen. Door standaardisatie van de afmetingen van verpakkingen (collomoduulstandaard) wordt een grotere efficiëntie bereikt in de handling, het transport en de opslag van producten. Verschillende soorten verpakkingen

Twee soorten verpakkingen zijn belangrijk binnen de logistiek: • de consumentenverpakking • de distributieverpakking.

De belangrijkste functie van de consumentenverpakking is bescherming. De verpakking beschermt het artikel tegen invloeden van buitenaf. Consumentenverpakkingen worden gebruikt in de handel met consumenten en eindverbruikers. De consumentenverpakkingen worden vervoerd in grotere verpakkingen: de omverpakking, verzendverpakking of exportverpakking. In één verzamelwoord heet dat de distributieverpakking. Die verpakking zorgt ervoor dat een artikel makkelijker te vervoeren is. Meerdere distributieverpakkingen kunnen worden samengevoegd tot ladingseenheden. Hiervoor worden pallets en rolcontainers gebruikt.

Hagelslag zit in een consumentenverpakking met informatie over het product, de caloriewaarden en de ingrediënten. Twintig doosjes hagelslag worden verpakt in een grote doos. Dit is de omverpakking of verzendverpakking. Op één pallet staan 24 verzendverpakkingen met hagelslag. Deze collo heet de ladingseenheid. De vrachtwagenchauffeur hoeft maar één lading in zijn vrachtwagen te zetten.

75


Een consumentenverpakking moet voldoen aan de wensen van een aantal partijen: • de producent De verpakking moet het product beschermen, het merkbeeld uitdragen, relevante informatie bevatten (zoals een gebruiksaanwijzing) en voldoen aan de promotiedoeleinden van de producent. • de distributeur De verpakking moet voldoen aan gestandaardiseerde maatvoering en een duidelijke codering hebben. • de consument De verpakking moet makkelijk kunnen openen en sluiten, in de koelkast passen, weinig afval veroorzaken en zo nodig een kindveilige sluiting hebben. • de wetgever De verpakking moet voldoen aan de geldende verpakkingsvoorschriften en moet de wettelijk verplichte informatie bevatten.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Een distributieverpakking moet aan een aantal eisen voldoen: • beschermen tegen invloeden van buitenaf (schokken, trillingen, klimaat, stof) • de omgeving beschermen tegen het product (bijvoorbeeld bij gevaarlijke stoffen) • een efficiënte handling mogelijk maken: kartonnen dozen moeten bijvoorbeeld sterk genoeg zijn om te worden gestapeld • voldoen aan eisen van het distributiekanaal: gestandaardiseerde verpakkingen, supermarkten maken steeds meer gebruik van displayverpakkingen • informatie over identiteit en handelingseisen geven, zoals informatie over wat erin zit en waar het naartoe moet (douane) (aantal colli, artikelnummer, leveranciersnaam enzovoort) • voldoen aan transportvoorschriften: denk daarbij aan gewicht, materiaal, milieueisen enzovoort.

Consumentenverpakking.

Distributieverpakking.

Opdracht 9 Verpakkingsdichtheid De verpakkingsdichtheid is het aantal producten per kubieke meter. a. Wat kun je zeggen over de verpakkingsdichtheid als losse verpakkingen worden samengevoegd tot eenheidsladingen? De verpakkingsdichtheid blijft gelijk. De verpakkingsdichtheid wordt hoger. De verpakkingsdichtheid wordt lager.

76


Hoofdstuk 3 Verzendklaar maken van de goederen

b. Leg je antwoord uit.

Opdracht 10 Welke verpakkingen? a. Vul de juiste woorden in om de zinnen compleet te maken. Het beschermen van artikelen is de belangrijkste functie van de

.

Om artikelen makkelijk te vervoeren neem je ze op in een grotere verpakking, de . Alle verpakkingen kun je met één woord samenvatten: de .

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Verpakkingen kun je samenvoegen tot

.

b. Wat voor verpakking zie je op de foto’s? Vul de juiste antwoorden in.

Opdracht 11 Functies verpakkingen Noem drie functies van een verpakking.

77


Opdracht 12 Displayverpakking a. Zoek twee afbeeldingen van displayverpakking waarbij een pallet wordt gebruikt. b. Welk groot voordeel heeft zo’n soort verpakking voor de winkelier?

Opdracht 13 De juiste verpakking Verbind de verpakking met de juiste benaming. Benaming

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Verpakking

Consumentenverpakking

Distributieverpakking

Distributieverpakking

Ladingseenheid

78


Hoofdstuk 3 Verzendklaar maken van de goederen

3.4 Etiketten en stickers De dozen, kisten, kratten, pallets of rolcontainers die klaarstaan voor transport, heten verzendeenheden. Een andere naam voor een verzendeenheid is transporteenheid. In dit boek gebruiken we de term verzendeenheid. Op de verzendeenheden zitten stickers, zoals: • barcodesticker • behandelingsetiket • gevaarsetiket.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Als de verzendeenheden op een pallet worden verpakt, krijgt de pallet één of twee stickers: • adressticker • collomerksticker.

Barcodesticker Goederen krijgen een barcode mee om ze te kunnen volgen: de track and tracecode. Bij elke stap, van order tot levering, wordt de barcode gescand. Zo weet zowel de afzender als de ontvanger altijd waar de goederen zijn.

79


Stickers met barcodes.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Behandelingsetiket Je kunt aan een product zien of voelen hoe groot, klein, zwaar of rond het is. Deze eigenschappen zijn zichtbaar. Er zijn ook niet-zichtbare eigenschappen die wel belangrijk zijn voor de behandeling van de goederen. Welke eigenschappen dat zijn, maken de behandelingsetiketten duidelijk. Breekbaar Dit etiket betekent dat de goederen breekbaar zijn. Er kunnen bijvoorbeeld glazen in de doos zitten, maar ook aardewerk of apparaten. Ga voorzichtig om met deze goederen. Naast de afbeelding kan er ook tekst op staan: BREEKBAAR of FRAGILE Droog houden Dit etiket geeft aan dat de goederen in de doos niet nat of vochtig mogen worden. Laat deze goederen dus niet buiten staan als er kans op regen is. Naast de afbeelding kan er ook tekst op staan: DROOG HOUDEN of KEEP DRY Deze kant boven Sommige goederen moeten rechtop blijven staan. Dit zijn bijvoorbeeld koelkasten. De pijlen op het etiket geven aan welke kant de bovenkant is. Naast de afbeelding kan er ook tekst op staan: DEZE ZIJDE BOVEN of THIS SIDE UP Warmtegevoelig Dit etiket geeft aan dat de goederen niet tegen warmte en/of licht kunnen. Zet deze goederen dus niet naast een verwarming, maar sla ze direct op in het magazijn. Naast de afbeelding kan er ook tekst op staan: MIJD WARMTE of KEEP AWAY FROM HEAT

80


Hoofdstuk 3 Verzendklaar maken van de goederen

Voorzichtig Met alle goederen moet je voorzichtig zijn. De goederen met dit etiket zijn niet zo breekbaar als bijvoorbeeld glas, maar kunnen niet tegen schokken. Naast de afbeelding kan er ook tekst op staan: VOORZICHTIG BEHANDELEN of HANDLE WITH CARE Geen haken Sommige goederen mag je niet met haken oppakken. Dit zijn bijvoorbeeld zakken. Gebruik je wel haken, dan kan het zijn dat de zak scheurt. Naast de afbeelding kan er ook tekst op staan: GEBRUIK GEEN HAKEN of USE NO HOOKS

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Zwaartepuntsaanduiding Op verpakte goederen waar het zwaartepunt niet precies in het midden zit, wordt op de plek van het (afwijkende) zwaartepunt deze sticker geplakt. Zo voorkom je dat de goederen van je transportmiddel vallen. Naast de afbeelding kan er ook tekst op staan: ZWAARTEPUNTSAANDUIDING of CENTRE OF GRAVITY Sling hier Er zijn goederen die je kunt hijsen met kettingen of banden. Dit etiket geeft aan waar je de kettingen bevestigt. Naast de afbeelding kan er ook tekst op staan: SLING HIER AANBRENGEN of SLING HERE

Gevaarsetiket Met het gevaarsetiket herken je gevaarlijke stoffen. Dit is natuurlijk heel belangrijk. Je moet ook weten wat je moet doen als het misgaat. Er zijn negen klassen met gevaarlijke stoffen. Met name de stoffen uit klasse 3, 6 en 8 zijn belangrijk. Klasse Klasse 1 Klasse 2

Beschrijving

Ontplofbare stoffen en voorwerpen Gassen

Klasse 3

Brandbare vloeistoffen. Denk aan olie, diesel en benzine. Werk je in een bedrijf waar veel gewerkt wordt met deze stoffen, zorg dan dat je goed weet waar de brandblusmiddelen liggen. Zorg er ook voor dat je weet wat je moet doen als er brand ontstaat. Je werkgever moet zorgen voor voldoende brandvertragende maatregelen. Brandbare vloeistoffen liggen meestal in een geconditioneerde ruimte, waar de temperatuur niet te hoog mag worden.

Klasse 4

Brandbare vaste stoffen

Klasse 5

Oxiderende stoffen

81


Klasse

Beschrijving

Klasse 6

Giftige stoffen. Denk aan ziekenhuis- of medisch afval en biologische stoffen als vaccins. Dit zijn alle stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid van de mens of zelfs de dood kunnen veroorzaken. Soms zelfs als je ze eenmalig inademt of deze stof op je huid krijgt. Werk je met deze stoffen, dan zul je meestal een masker en beschermende kleding dragen.

Klasse 7

Radioactieve stoffen

Klasse 8

Corrosieve/bijtende stoffen. Denk bijvoorbeeld aan de batterijvloeistof die in de batterij van de heftruck zit. Krijg je dit op je huid, dan heeft dit vervelende gevolgen. Zorg daarom voor de juiste PBM’s.

Klasse 9

Gevaarlijke stoffen die niet in Klasse 1 tot en met 8 passen.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Werkgevers moeten hun werknemers zo goed mogelijk beschermen tegen de risico’s van gevaarlijke stoffen. Maatregelen zijn bijvoorbeeld: • in kaart brengen welke risico’s de gevaarlijke stoffen opleveren, zoals brandgevaar of bijtende stof • werknemers voorlichting geven over de risico’s • werknemers voorzien van de juiste PBM, zoals maskers, helmen, veiligheidsschoenen, bril of beschermende en isolerende kleding. Op de verpakking moet een waarschuwing staan wat de gevaarlijke stoffen zijn.

Explosieve stoffen.

Ontvlambare stoffen.

Brandbevorderende stoffen.

Stoffen die op lange termijn een Schadelijk of irriterend en Schadelijk voor het milieu. gevaar voor de gezondheid zijn. overgevoeligheid veroorzakend bij inademing.

82


Hoofdstuk 3 Verzendklaar maken van de goederen

Gassen onder druk.

Corrosieve stoffen (= bijtend). Toxische stoffen (= giftig).

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Het bedrijf waar de gevaarlijke stoffen liggen opgeslagen, moet zich houden aan strenge wetgeving. Medewerkers die met gevaarlijke stoffen werken, moeten een opleiding krijgen. Je moet precies weten wat je wel en juist niet moet doen. Je mag bijvoorbeeld nooit eten, drinken of roken in de buurt van gevaarlijke stoffen. En natuurlijk werk je met de juiste PBM’s!

Werken met gevaarlijke stoffen.

Ongevallen met gevaarlijke stoffen Tijdens het werken met gevaarlijke stoffen kan er iets misgaan. Het is dan belangrijk dat je direct handelt. Belangrijk is dat je weet met welke gevaarlijke stof iets mis is gegaan. Is dit een brandgevaarlijke stof, dan moet je andere maatregelen nemen dan als het gaat om een stof die snel kan exploderen. Roep zo snel mogelijk deskundige hulp in. In bedrijven waar veel gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen, kom je vaak een oogdouche en/of een nooddouche tegen. Een oogdouche gebruik je als je een gevaarlijke stof in je ogen hebt gekregen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als je in het laadstation werkt. Hier kun je batterijvloeistof in je ogen krijgen. Krijg je een gevaarlijke stof over je heen, dan gebruik je de nooddouche. Werk je met gevaarlijke stoffen, dan is het belangrijk dat je weet waar de oogdouche en/of de nooddouche zijn in het gebouw. Deze plekken worden aangegeven met borden.

83


Oogdouche.

Nooddouche.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Adressticker en collomerksticker Op de adressticker staat het afleveradres. Dit is het adres waar de goederen naartoe gaan. Een groothandel levert bijvoorbeeld aan de detailhandel. Als meerdere verzendeenheden naar één afleveradres gaan, krijgen deze een collomerksticker op de verpakking. Op een collomerksticker staat: • waar de eenheid naartoe moet • uit hoeveel eenheden de lading bestaat • hoe zwaar iedere eenheid is.

Collomerksticker.

Op deze collomerksticker staat 1 van 1. Als er bijvoorbeeld 4/7 op staat, dan betekent dit dat er zeven verzendeenheden zijn en dat deze collo de vierde van de zeven is. Dit is handig voor de chauffeur als hij op één adres meerdere eenheden moet afleveren.

Opdracht 14 Track and trace Welk voordeel heeft het gebruik van een track-and-tracecode?

84


Hoofdstuk 3 Verzendklaar maken van de goederen

Opdracht 15 Welke sticker? Wat voor soort sticker of etiket is het?

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Adressticker

Barcodesticker

Gevaarsetiket

Behandelingsetiket

85


Opdracht 16 Behandelingsetiketten Sleep het behandelingsetiket naar het juiste artikel. Etiket

6 flessen wijn in een doos

Deze kant boven of breekbaar

Doos met limonadeglazen

Breekbaar of voorzichtig

Doos met boeken

Droog houden

Pallet met diepvrieskroketten

Warmtegevoelig

Doos met thermometer

Breekbaar of voorzichtig

Pallet met wasmachines

Deze kant boven en voorzichtig

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Artikel

Opdracht 17 Collomerksticker

Staat dit wel of niet op een collomerksticker? De naam van het product Waar de ladingseenheid naartoe moet

niet / wel niet / wel

De leverancier van het product

niet / wel

Hoe zwaar de lading is

niet / wel

Opdracht 18 Gevarensymbolen

Wat betekenen de volgende gevarensymbolen?

a: b: c: d: e:

86


Hoofdstuk 3 Verzendklaar maken van de goederen

Opdracht 19 Klassen van gevaarlijke stoffen De verpakking van producten geeft op verschillende manieren aan dat producten gevaarlijke stoffen bevatten. De gevaarlijke stoffen worden verdeeld in negen klassen. a. Met wat voor stof heb je te maken als op de verpakking klasse 6 staat? brandbare vloeistof giftige stof ontplofbare stof radioactieve stof

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

b. Als een product bijtende stoffen bevat, welke klasse staat dan op de verpakking?

Opdracht 20 Informatie over gevaarlijke stoffen

a. Waarom moet bij elke gevaarlijke stof een veiligheidsinformatieblad aanwezig zijn? Zoek het antwoord op internet op.

b. Waarvoor moet je zorgen als je met een stof uit een van de gevarenklassen werkt? Zoek het antwoord op internet op.

Opdracht 21 Collomerksticker

Wat betekent 5 van 8 op een collomerksticker? Er worden maar vijf van de acht dozen afgeleverd. Dit is de vijfde doos van een ladingeenheid die uit acht dozen bestaat. Dit is order 5 uit een serie van acht orders. De zending bestaat uit vijf eenheden en dit is de achtste verzendeenheid.

87


Opdracht 22 PGS 15 Lees het artikel ‘Verpakkingsrichtlijn PGS 15 weer actueel’ op Logistiek.nl. Waarvoor staat PG 15?

3.5 VAS- en VAL-activiteiten

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Bij het verzendklaar maken van orders moet je soms extra handelingen verrichten, omdat de klant iets extra’s wil. De handelingen voegen waarde toe aan de goederen. Daarvoor staan de afkortingen VAL en VAS: • VAL (Value Added Logistics): in dit geval zorg je voor meer efficiëntie in het logistieke proces. Voorbeelden zijn: – het ompakken van dozen op een europallet – het gebruik van een speciale verpakking met daarop het logo en de naam van de klant – het ompakken van artikelen op een displaypallet. • VAS (Value Added Services): hierbij voeg je waarde toe aan het product. Voorbeelden zijn: – zorgen voor speciale verkoopacties voor een klant – controleren of een laptop wel werkt – terugroepactie (recall) voor een bepaalde klant regelen. VAL-activiteiten bij goederen die terugkomen Soms sturen klanten goederen terug naar het magazijn. De klanten zijn niet tevreden of de goederen zijn beschadigd. Door een klant teruggestuurde goederen heten retourgoederen. Ook hierbij kunnen speciale activiteiten nodig zijn. Vroeger gingen retourgoederen terug naar de fabrikant. Die controleerde dan of het product nog goed genoeg was om te verkopen. Tegenwoordig zorgen magazijnen vaak voor de controle van goederen die terugkomen. Dit noem je reverse logistics: goederen gaan niet van de fabrikant naar de consument, maar leggen de omgekeerde weg af.

88


Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Hoofdstuk 3 Verzendklaar maken van de goederen

Controles en reparaties Magazijnmedewerkers controleren de producten die terugkomen. Kun je deze nog verkopen? Moet je ze repareren? Kleine reparaties doen de medewerkers zelf in de werkplaats van het magazijn. Voor grote reparaties sturen ze de producten terug naar de fabrikant. Het grootste deel van de goederen blijft in het magazijn. De gerepareerde producten worden weer bij de voorraad gezet. Door de controles en reparaties voeg je waarde toe aan producten. Het is dan niet nodig om ze terug te sturen naar de fabrikant. VAL-activiteiten organiseren Vaak heb je voor de VAL-activiteiten aparte afdelingen. De VAL-activiteiten gebeuren ook in een aparte ruimte in het magazijn, die daarvoor speciaal is ingericht. De goederen krijgen meestal een ander artikelnummer. Je kunt dan altijd zien wat er met een product is gedaan. Een goede goederenadministratie is dus belangrijk. Als een magazijn VAL-activiteiten verzorgt voor een klant, heb je goede afspraken nodig. Bijvoorbeeld: wanneer keur je teruggestuurde goederen af? Wanneer mag je ze terugzetten in de normale voorraad? De eigenaar van de goederen moet kunnen vertrouwen op het magazijn. Als een klant een product terugstuurt omdat het niet werkt, moet het magazijn dat product eerst echt repareren voordat het in de voorraad wordt teruggezet.

89


Kapotte verpakking vervangen Soms moet je een kapotte verpakking vervangen of iets extra goed inpakken voor transport. Dit is een voorbeeld van zowel een VAS- als VAL-activiteit. Het is een VAS-activiteit omdat het artikel in plastic beter beschermd is. Het is een VAL-activiteit omdat het artikel door de verpakking geschikt wordt gemaakt om het zo efficiënt mogelijk te verzenden door de logistieke keten. Als klanten goederen terugsturen, moet je goed naar de verpakking kijken. Is de verpakking nog heel of is zij kapot?

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Een klant bestelt een jasje via internet. Na een paar dagen levert de post het jasje af. Als de klant het jasje uitpakt en aandoet, komt hij erachter dat het niet past. De klant doet het jasje weer in de verpakking en stuurt het terug. Het jasje zat in een plastic zak, die nu kapot is. De logistiek medewerkers in het magazijn controleren de verpakking en zien dat die is beschadigd. Ze verpakken het jasje in een nieuwe plastic zak. De volgende klant krijgt dus weer een mooi verpakt jasje.

Eenmalige en meermalige verpakkingen Een plastic zak is een eenmalige verpakking. Je kunt hem namelijk maar één keer gebruiken. Om de zak open te maken, moet je hem kapotmaken en dan kun je hem niet meer gebruiken. Er zijn ook verpakkingen die meerdere malen meegaan: meermalige verpakkingen. Ze gaan niet kapot als je ze openmaakt. Een ander woord voor een meermalige verpakking is retourverpakking. Als een klant goederen in een retourverpakking terugstuurt, hoeft er geen nieuwe verpakking om. Voorbeelden van meermalige verpakking zijn pallets, rolcontainers, flessen, plastic groentebakken en kratten. Ook kartonnen dozen worden hergebruikt. Dit bespaart kosten en het is beter voor het milieu.

Opdracht 23 Reverse logistics Beantwoord de volgende vragen. a. Wat betekent reverse logistics?

90


Hoofdstuk 3 Verzendklaar maken van de goederen

b. Noem twee voorbeelden van VAL-activiteiten bij reverse logistics.

Opdracht 24 Retourverpakking Een ander woord voor retourverpakking is: terugverpakking meermalige verpakking milieuverpakking

Opdracht 25 Voordeel retourverpakking

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Noem twee voordelen van het gebruik van retourverpakking.

Opdracht 26 VOS doet VAL

Lees het artikel ‘Vos Logistics verlengt contract’ op Logistiek.nl.

a. Voor welke onderneming voert Vos Logistics extra activiteiten uit?

b. Welke VAL-activiteit doet Vos Logistics voor deze onderneming?

91


Opdracht 27 FedEx heeft nieuwe verpakking gekoeld transport FedEx lanceert nieuwe verpakking gekoeld transport FedEx breidt zijn assortiment temperatuur gecontroleerde verpakkingen uit. De nieuwe verpakking voor gekoeld vervoer maakt het mogelijk zendingen tot 96 uur op een temperatuur van 2 tot 8 °C te houden.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

De nieuwe verpakking, ontwikkeld door NanoCool, biedt de gezondheidszorg belangrijke voordelen: betrouwbaarheid, kostenefficiëntie, milieuvriendelijkheid en is eenvoudig te gebruiken, aldus Fedex. De verpakking is nu verkrijgbaar voor klanten in Nederland, België, Oostenrijk, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Groot- Brittannië, Hongarije, India, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Noorwegen, Polen, Slovenië, Spanje, Zweden, Zwitserland en de Verenigde Arabische Emiraten. Het gepatenteerde systeem bereikt een temperatuur van 4 °C in minder dan vijf minuten, zonder het gebruik van gelpacks of droogijs. De verpakking handhaaft de temperatuur met een speciaal koelsysteem dat water verdampt, een proces dat wordt geactiveerd met slechts een druk op de knop in de doos. Bron: Logistiek.nl

a. Voor welke sector biedt deze nieuwe verpakking voordelen?

b. Welke vier voordelen heeft deze nieuwe verpakking?

c. Hoe blijven de goederen die hiermee verpakt worden koel?

92


Hoofdstuk 3 Verzendklaar maken van de goederen

3.6 Controle van uitgaande goederen Bij het proces van het verzendklaar maken van de goederen hoort ook de controle van de uitgaande goederen. In elke fase van het logistieke proces moet je controles uitvoeren. Als goederen kapot of incompleet zijn, kun je ze niet verzenden naar de klant. Als orderverzamelaar controleer je tijdens het orderverzamelen of de kwaliteit van de goederen goed is.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Een belangrijke controle bij het orderverzamelen is bepalen of de producten nog wel geleverd en verkocht kunnen worden. Zie je dat een product over de datum is of heel snel over de datum gaat, dan kan dit niet aan een klant geleverd worden. Ook dan is er sprake van derving. Dit komt vooral voor bij levensmiddelen. Maar ook andere producten, zoals cosmetica, mogen na een bepaalde datum niet meer verkocht worden. Belangrijke afkortingen hierbij zijn TGT, THT en UVD.

Ten minste houdbaar tot (THT), te gebruiken tot (TGT).

TGT: te gebruiken tot De afkorting TGT staat op levensmiddelen die snel bederven. Denk bijvoorbeeld aan vlees, vis, zuivel en voorgesneden groente. Meestal zullen deze producten in de koelcel van een distributiecentrum staan. De TGT-datum is de uiterste datum waarop je het product veilig kunt eten. Is de datum voorbij, dan loop je bij het eten of drinken van het product het risico om ziek te worden. Als je bij het verzamelen ziet dat producten over deze datum zijn, dan kun je ze dus niet leveren aan de klant. Als je ziet dat de TGT-datum over twee dagen is, dan overleg je hierover. Als logistiek medewerker overleg je met de teamleider, als teamleider overleg je met de afnemer of de supervisor.

93


Soms kom je ook nog de afkorting UCD tegen. Dit betekent de uiterste consumptiedatum. Deze afkorting heeft ook betrekking op de datum waarop je het artikel nog veilig kunt eten, drinken of gebruiken. THT: ten minste houdbaar tot De afkorting THT vind je op producten die langer houdbaar zijn. Denk aan soep in blik, frisdrank en eieren, maar ook aan tandpasta, zonnebrandolie en gezichtscrème. Op de THT-datum is het product volgens de fabrikant zeker nog van goede kwaliteit. UVD: uiterste verkoopdatum De UVD-datum is de uiterste datum waarop een bedrijf het product mag verkopen. Deze vind je bijvoorbeeld op bloemen.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Als de THT-, TGT- of UVD-datum (bijna) bereikt is en je het product daarom niet meer kunt leveren aan een klant, is sprake van bekende derving.

Opdracht 28 UCD, TGT, UVD en THT Vul de juiste afkorting in:

De uiterste datum waarop een bedrijf zijn producten nog mag verkopen heet .

De datum waarop de producten nog gegeten mogen worden heet de of De

.

-datum is wat minder streng. Je kunt het artikel hierna nog wel

gebruiken, maar de kwaliteit kan minder zijn.

Opdracht 29 Waarom controle?

Waarom moet je goederen controleren voordat je ze verzendt naar een klant, hoewel dat ook al bij de ontvangst is gedaan? Noem drie redenen.

Opdracht 30 Klopt het nog? Bij het verzendklaar maken van een bestelling op 25 november 2021 zie je de volgende gegevens. Geef bij elk artikel aan of je het wel of niet naar de klant verstuurt. • drie dozen met potten jam met een THT-datum van 1 december 2021 wel / niet • een rolcontainer met pakken melk met een UVD-datum van 26 november 2021 en een UCD-datum van 1 december 2021wel / niet • tien dozen met veertig tubes tandpasta per doos met als THT-datum 11-2021 wel / niet

94


Hoofdstuk 3 Verzendklaar maken van de goederen

3.7 Goederen stapelen en vastzetten

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Voordat de goederen in de vrachtwagen of container worden geladen, moeten deze eerst worden gestapeld en vastgezet. Dit kun je doen in een rolcontainer of op pallets.

Het stapelen kan op twee manieren: in verband stapelen of blokstapelen. Bij in verband stapelen plaats je de dozen met goederen steeds half op elkaar. De dozen vallen zo minder snel om en je stapel goederen is steviger en veiliger. Bij blokstapelen maak je losse rijtjes met de dozen. Deze manier van stapelen is minder stevig en veilig dan in verband stapelen. Je kunt goederen in rolcontainers of pallets stapelen. Zorg dat je zo min mogelijk ruimte verliest. Zet de dozen met goederen zo strak mogelijk naast elkaar. Je kunt goederen ook koud stapelen: gewoon op de vloer. Dit gebeurt bijvoorbeeld vaak bij witgoed, zoals wasmachines en vaatwassers. De goederen staan dan recht op elkaar. Als de goederen gestapeld zijn, moet je de dozen goed vastzetten. Dit kan op verschillende manieren: • omsnoeren • krimpverpakken • rekwikkelverpakken • sealen.

95


Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Omsnoeren Met omsnoeringsbanden kun je de lading op de pallet omsnoeren. De banden of straps kunnen van heel sterk kunststof (PET-band of PP-band) of van staal zijn. Om de banden aan te trekken, heb je een omsnoerapparaat nodig. Omsnoeren betekent dat je de banden of straps horizontaal of verticaal om de lading wikkelt en aansnoert. Zo houd je de lading op de pallet bij elkaar. De omsnoeringsbanden kunnen de hoekjes van de lading beschadigen, dus gebruik hoekprofielen. Die beschermen de lading niet alleen, maar versterken hem ook.

Omsnoeren met straps.

Krimpverpakken Als de verzendeenheden op pallets zijn gestapeld, kun je ze voorzien van een krimphoes met topfolie. Deze methode wordt niet veel meer gebruikt, want dit kost veel energie en geld. Bij krimpverpakken breng je een plastic hoes over de lading aan, die ook over de pallet valt. De folie wordt vervolgens verhit en krimpt dan. Dit geeft stevigheid aan de stapel, maar ook aan de pallet. De goederen kunnen niet meer schuiven en de pallets zijn beschermd tegen weersinvloeden. Voordelen Waterdicht Stofdicht Beveiligd

Nadelen

Er is geen ventilatie, dus kans op condensvorming Schadelijk voor het milieu

Je hebt een speciale machine nodig voor het verhitten van de folie

Goede stabiliteit Rekwikkelverpakken Met rekwikkelfolie wikkel je de lading van de pallet in. Dit rekwikkelfolie wordt uitgerekt als je deze om de lading wikkelt, maar krimpt daarna weer terug. Het terugkrimpen van de folie duurt ongeveer 24 uur. Hierdoor komt spanning op de lading te staan en wordt het een stevig geheel. Rekwikkelverpakken lijkt op krimpverpakken, maar rekwikkelverpakken is goedkoper en is geschikt voor meer soorten producten.

96


Hoofdstuk 3 Verzendklaar maken van de goederen

Producten ingepakt met rekwikkelfolie.

Sealen.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Sealen Bij sealen gebruik je folie om de lading op een pallet of in een rolcontainer te stabiliseren. Dit kan met de hand gebeuren of met een machine. Een pallet seal je om de producten (dozen) beter bij elkaar te houden. Maar ook rolcontainers seal je soms in. Het komt regelmatig voor dat een levering rolcontainers bij een supermarkt op de stoep wordt neergezet of een eind van het magazijn af. De chauffeur vertrekt zodra de rolcontainers zijn gelost, maar dan staan ze nog niet allemaal binnen. De sealfolie beschermt de rolcontainers die buiten staan niet alleen tegen weersinvloeden, maar ook tegen diefstal: je kunt er niet makkelijk even een doos uit halen.

Opdracht 31 Stapelen

Als je de juiste locatie hebt gevonden, moet je de goederen op het interne transportmaterieel zetten. a. Op welke manieren kun je de goederen stapelen? Er zijn meerdere antwoorden goed. koud stapelen in verband stapelen uit verband stapelen blokstapelen b. Welke manier is het beste? Leg uit waarom.

97


Opdracht 32 Koud of in verband

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Zijn de dozen op de pallet hierna in verband gestapeld of koud?

98


Hoofdstuk 3 Verzendklaar maken van de goederen

Opdracht 33 Stapelen en sealen1

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Bekijk de afbeelding.

a. Hoe heet de manier van stapelen die hier gebruikt is?

b. Moet je een pallet die zo geladen is verstevigen voor het transport?

c. Verklaar je antwoord op de vorige vraag.

d. Noteer drie voordelen van het sealen van dozen op een pallet.

Opdracht 34 Niet meer … Waarom wordt de krimpfolietechniek tegenwoordig niet meer zo vaak gebruikt? De speciale machines voor krimpverpakken worden niet meer gemaakt. Het is een niet-milieuvriendelijke manier van verpakken. In de EU mag krimpfolie niet meer gebruikt worden.

99


Opdracht 35 Omsnoeren De banden die je gebruikt bij het omsnoeren van pallets heten: strings straps slangs

Opdracht 36 Bijzonder apparaat Lees het artikel ‘Pallets handmatig wikkelen zonder bukken’ op Logistiek.nl.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

a. Hoe heet het apparaat waarmee je pallets kunt omwikkelen?

b. Waarom gebruiken bedrijven dit apparaat?

c. Bedien je dit apparaat automatisch of handmatig?

d. Waarom is dit voor de logistiek medewerker een fijn apparaat?

100


Hoofdstuk 3 Verzendklaar maken van de goederen

3.8 Samenvatting

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Stap 10 in het logistieke proces is het verzendklaar maken van de goederen. Als eerste controleer je met de verzamellijst alle goederen die je verzameld hebt. Dan ga je de zending verpakken. Dat verpakken heeft verschillende functies: bescherming, bundelen, hanteerbaar maken, stapelbaarheid en informatie over veiligheid. De manier van verpakken is afhankelijk van de soort goederen. Sommige goederen mogen niet bij elkaar vervoerd worden en met standaardafmetingen kun je doelmatiger vervoeren. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de europallet. De verpakkingen kunnen uit verschillende materialen bestaan, bijvoorbeeld papier en karton, kunststof, hout, glas, metaal en jute of stof. Bij verpakkingen let je ook steeds meer op duurzaamheid. Twee soorten verpakkingen zijn belangrijk in de logistiek: • consumentenverpakking Hierop staat wettelijk voorgeschreven informatie, zoals de houdbaarheidsdatum en ingrediënten. Het uiterlijk van de verpakking is ook belangrijk, want hiermee kan de producent de verkoop bevorderen. • distributieverpakkingen Deze zijn belangrijk voor het transport. De ontvanger stelt ook eisen aan de verpakking vanwege de verwerkbaarheid van de zending in zijn magazijn. Een etiket vertelt je wat er in de verpakking zit en hoeveel. Ook lees je hierop hoe je de verpakking moet behandelen in verband met veiligheid, breekbaarheid of houdbaarheid. Bij het verzamelen en verzendklaar maken van de goederen hoort ook een aantal controles. Hiermee bepaal je of de goederen nog wel geleverd en/of verkocht kunnen worden. Belangrijke afkortingen hierbij zijn: • TGT: te gebruiken tot • THT: ten minste houdbaar tot • UVD: uiterste verkoopdatum • UCD: uiterste consumptiedatum. Als deze data (bijna) bereikt zijn, kun je het product niet meer leveren aan de klant.

Opdracht 37 Plusvraag: Gevaarsetiket

Zoek op internet op welk gevaarsetiket je moet gebruiken bij de volgende artikelen: Artikel

gevaarsetiket

Haarlak Wc-reiniger Autoruiten-antivries Lpg Onkruidverdelger

101


Opdracht 38 Plusvraag: Goederen controleren Hieronder zie je een verkorte orderverzamellijst: Artikelnummer

Aantal

2450663-0

2

4509300-0

3

5609889-1

2

5709455-1

1

6400900-0

2

4500245-0

3

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Dit is de pallet waarop enkele dozen met artikelen liggen.

a. Werden de juiste goederen verzameld? Noteer hierna wat er fout is gegaan.

102


Hoofdstuk 3 Verzendklaar maken van de goederen

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

b. Wat moet je nu doen?

103


3.9 Begrippen Adressticker Sticker op de levering waar het adres van de ontvanger op staat. Barcode Code op de zending waarmee je kunt volgen waar de zending zich bevindt. Behandelingsetiketten Etiketten die duidelijk maken hoe je de goederen moet behandelen. Collomodulair systeem Systeem om de ladingseenheden zo optimaal mogelijk te gebruiken.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Consumentenverpakking Verpakking waarin het product aan de consument wordt verkocht. Crosdocking Goederen direct verplaatsen van het losdock naar het laaddock of de expeditie. Je slaat de goederen niet op. Distributieverpakking Verpakking die ervoor zorgt dat een artikel makkelijk en goed beschermd te vervoeren is. IBC (Intermediate Bulk Container) Grote plastic jerrycan op een pallet, voor het vervoeren van vloeistoffen. Octabin Achtkantige kartonnen verpakking die tot 1000 kilo kan dragen.

Omverpakking Verpakking om gebruiksverpakkingen heen, veelal bedoeld voor transport en opslag van producten. PBM (persoonlijk beschermingsmiddel) Middel om persoon te beschermen bij het werken met gevaarlijke stoffen.

Retourgoederen Goederen die weer terug moeten naar de leverancier of terugkomen van de klant.

Straps Riemen om de lading vast te maken, zodat deze bij het vervoeren niet kan gaan schuiven. Track-and-tracecode Wordt ook wel het zendingsnummer genoemd. Met deze code kun je een zending volgen via internet. VAL (Value Added Logistics) Waarde toevoegen aan een product waardoor efficiëntie in de keten behaald wordt.

104


Hoofdstuk 3 Verzendklaar maken van de goederen

VAS (Value Added Services) Activiteiten waarmee je waarde aan het product toevoegt. Verpakkingsdichtheid Geeft aan hoeveel producten er in een kubieke meter zitten.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Verzendeenheid Verpakking waarin meerdere goederen zitten.

105


106

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!


Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

HOOFDSTUK 4 HET LADEN VAN DE GOEDEREN

Het verzendklaar maken van de goederen is gedaan. Ze staan klaar om getransporteerd te worden. Nu ga je de producten laden. Voordat de goederen in een vrachtwagen, treinwagon, schip, vliegtuig of container geladen worden, moet je zorgen voor: • vervoersdocumenten • het klaarzetten van de goederen bij het juiste laaddock • het op de juiste manier vastzetten van de lading.


Opdracht 1 Laden a. Hoe kan de logistiek medewerker het laden van producten goed laten verlopen? b. Wat wil je leren over het onderwerp ‛het laden van een vrachtwagen’?

4.1 Transportmiddelen Met welk transportmiddel je de producten aflevert bij de klant, hangt af van verschillende factoren: • wat voor producten? • in welke hoeveelheden? • naar welke bestemmingen?

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Transport kan op vijf verschillende manieren plaatsvinden. Elke transportmogelijkheid noem je transportmodaliteit: • via de weg • per spoor • over het water (zeevaart en binnenvaart) • door de lucht • door een pijpleiding.

Transportmodaliteiten zijn manieren waarop je goederen kunt transporteren. In Nederland zie je veel vervoer over de weg, ook naar omliggende landen. Internationaal zie je alle manieren van transport. Bij vervoer over grotere afstanden, en zeker uit verschillende werelddelen, worden vaak verschillende modaliteiten gebruikt.

Als een container uit het Amerikaanse Bridgeville (vlak bij Pittsburgh) naar Duisburg in Duitsland moet, dan gebruik je: • een vrachtwagen van Bridgeville naar het treinrangeerstation in Pittsburgh • een trein van Pittsburgh naar de haven van New York • een zeecontainerschip van New York naar de haven in Rotterdam • een binnenvaartschip van Rotterdam naar de grootste binnenvaarthaven van Duitsland, in Duisburg.

108


Hoofdstuk 4 Het laden van de goederen

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Zeecontainerschip.

Welk transportmiddel je kiest, hangt af van veel factoren, zoals: • de snelheid Belangrijk is de tijd tussen bestellen en afleveren. • de bereikbaarheid Met welk transportmiddel kun je de juiste locatie bereiken? • de lengte van het transport Hoelang doe je over het transport? • de transportkosten Natuurlijk speelt de kostenfactor ook een rol. • het risico Hier houd je rekening met de kans op beschadigingen. • de frequentie Hoe vaak kan er geleverd worden?

In de meeste gevallen moet je kiezen tussen verschillende modaliteiten. Elke transportmodaliteit heeft voor- en nadelen. Een vliegtuig is verreweg het snelst, maar daarbij heb je altijd voor- en natransport nodig en de capaciteit is beperkt en duur. Ook is de belasting voor het milieu bij vervoer met een vliegtuig het grootst. Een vrachtwagen of bestelbus kan bijna overal komen, maar kan in vergelijking met een schip of trein een stuk minder tegelijkertijd meenemen. Een schip kan veel in één keer meenemen, maar weer niet overal komen. Ditzelfde geldt voor de trein.

Opdracht 2 Juiste volgorde Zet de werkzaamheden hierna in de juiste volgorde. eindcontrole van de goederen vastzetten van de lading laden van de vrachtwagen maken van de documenten

109


Opdracht 3 Hoe te vervoeren? Met welk transportmiddel zou jij de volgende zendingen vervoeren? Kies uit: Treinwagon Vliegtuig

Pijpleiding Zeeschip

Vrachtwagen

Binnenvaartschip

Gebruik elk transportmiddel maar één keer. Tip: Zoek op internet eventueel de plaatsnamen op. Lading

Van

Naar

Container met kantoormeubels Assen

Brussel

800.000 kilo cacaobonen

Berlijn

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Amsterdam

Transportmiddel

2.750 ton zand

Maastricht

Nijmegen

Vijf containers met speelgoed

Antwerpen

IJsland

Vier dozen met kunststof hartkleppen Miljoenen liters kerosine

Amsterdam

Kaapstad

Rotterdam

Schiphol

Opdracht 4 Transport Bekijk het filmpje.

a. Welke transportmodaliteiten worden hier gebruikt?

b. Waarom is deze transportvorm gekozen?

110


Hoofdstuk 4 Het laden van de goederen

Opdracht 5 Groot, groter, grootst Lees het artikel ‘’s Werelds grootste containerschip arriveert in haven Rotterdam’ op Logistiek.nl. a. Wat is de naam van dit schip?

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

b. Hoeveel containers kunnen er in één keer mee?

c. Wat is de lengte van dit schip?

d. Wat is de breedte van dit schip?

4.2 Vervoersdocumenten

Als je goederen gaat vervoeren, krijg je te maken met verschillende documenten. Je hebt documenten die horen bij de lading. Andere documenten zijn verplicht bij het transportmiddel. De chauffeur moet een aantal persoonlijke documenten bij zich hebben. Er is bij de documenten een verschil tussen: • eigen vervoer • vervoer voor derden (anderen).

111


Documenten die horen bij de Documenten die horen bij de Documenten die horen bij de lading vrachtwagen chauffeur Vrachtbrief (CMR-/AVC-/AWB-/ Kentekenbewijs CIM-/CMNI-vrachtbrief)

Rijbewijs

Remboursvrachtbrief

Verzekeringspapieren

Code 95

Bill of lading

Apk-keuringsrapporten

Werkgeversverklaring

Pakbon/loslijst

Paspoort Bewijs ziektekostenverzekering Tachograafschijf ADR-certificaat

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Documenten bij de lading

De vrachtbrief Een vrachtbrief is een overeenkomst tot het vervoeren van goederen. De afzender komt met de vervoerder overeen dat deze een bepaalde lading in ontvangst neemt en vervoert naar een losadres. Daar levert hij de lading af bij de geadresseerde. In de wet staat dat de vrachtbrief verplicht aanwezig moet zijn in het voertuig tijdens het transport. Een vrachtbrief moet onder andere de volgende gegevens bevatten: • de plaats en datum van opmaken van de vrachtbrief • de naam en vestigingsplaats van de afzender • de naam en vestigingsplaats van de vervoerder • de naam en vestigingsplaats van de ontvanger (de geadresseerde) • de plaats en datum waar de goederen geladen worden (het laadadres) • de plaats waar de goederen gelost worden (het losadres) • de aard en het aantal van de colli • de wijze van verpakken • de omschrijving van de goederen • eventuele bijzondere kenmerken • het brutogewicht of een andere hoeveelheidsaanduiding • en een van de belangrijkste: de handtekening.

112


Hoofdstuk 4 Het laden van de goederen

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Veelvoorkomende vrachtbrieven zijn: • vrachtnota of vervoersbrief Deze is alleen voor vervoer binnen Nederland. • AVC-vrachtbrief AVC is de afkorting voor algemene vervoerscondities. Dit is een overeenkomst die wordt gebruikt bij wegtransport binnen Nederland. De AVC regelt de aansprakelijkheid van de vervoerder voor schade die ontstaat aan de vervoerde goederen. • CMR-vrachtbrief CMR betekent Convention Relative au Contrat de Transport International de Marchandises par Route (Conventie voor het Internationaal Vervoer van Goederen over de Weg). De CMR is van toepassing op al het wegvervoer binnen Europa. De vrachtbrief is opgesteld in drie talen en het is wettelijk verplicht om tijdens het vervoer een vrachtbrief bij de lading te hebben. De afzender van de goederen moet zorgen voor een juiste CMR-vrachtbrief. • CIM-vrachtbrief Deze vrachtbrief wordt verplicht gebruikt bij vervoer per spoor. • AWB Air Way Bill is de Engelse benaming voor een luchtvrachtbrief. Deze verplichte vrachtbrief wordt opgemaakt door de vervoerder. • CMNI-vrachtbrief Deze vrachtbrief wordt gebruikt bij binnenvaartvervoer. Op dit document staan niet alleen de gegevens van de vervoerder en de geadresseerde, maar ook de havens die gebruikt worden en het nummer van het schip dat de goederen vervoert. • bill of lading of cognossement Dit is een vervoersdocument dat gebruikt wordt bij vervoer van goederen over zee. Dit document wordt opgesteld door de scheepvaartmaatschappij of rederij. Simpel gezegd is het een verklaring die beschrijft welke goederen zijn geladen in het schip, met de vertrekhaven en de aankomsthaven. • remboursvervoersbrief Deze vrachtbrief is bijna identiek aan de CMR-vrachtbrief. Het verschil is dat op de remboursvrachtbrief altijd een bedrag moet staan. De klant betaalt de goederen direct aan de chauffeur. Pas dan mag hij de lading openmaken. Bij rembours is de chauffeur dus niet alleen de bezorger, maar zorgt hij ook voor de ontvangst van de betaling. • loslijst Dit document is bedoeld voor de chauffeur als hij de vrachtwagen moet lossen. Hierop staan alle te lossen colli en goederen. • pakbon Dit is een document dat meegestuurd wordt met de goederen. Hierop staan een omschrijving van de goederen en de eenheden en een gespecificeerde hoeveelheid.

113


CMR-vrachtbrief.

114

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!


Hoofdstuk 4 Het laden van de goederen

Tekenbevoegdheid Op vrachtbrieven moet een handtekening staan. Daarmee geeft het bedrijf aan dat de goederen ontvangen zijn. Of juist dat de goederen in de vrachtwagen geladen zijn en op weg zijn naar de klant. Dan heeft de chauffeur getekend als bewijs dat hij nu de goederen bij zich heeft. Niet iedereen mag de documenten tekenen. Meestal is het de logistiek teamleider of de logistiek supervisor die tekent. In sommige bedrijven mag ook een logistiek medewerker tekenen. Dit is een verantwoordelijke taak. Ben je niet tekenbevoegd? Teken dan ook nooit een document! Een getekende vrachtbrief is het juridisch bewijs dat een bedrijf de omschreven goederen heeft geladen of ontvangen. Is een vrachtbrief onterecht getekend, dan kan dit gevolgen hebben voor het bedrijf. Belang van de vrachtbrief Omdat de AVC-/CMR-vrachtbrief een juridische functie heeft, bestaat deze uit verschillende bladen. Zo kan elk bedrijf het eigen blad bewaren en archiveren. De bladen kunnen nodig zijn als bewijs, bijvoorbeeld als er een klacht binnenkomt vanwege een niet-ontvangen lading.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

De CMR-vrachtbrief bestaat uit: • deel 1: rode opdruk voor afzender • deel 2: blauwe opdruk voor ontvanger • deel 3: groene opdruk voor vervoerder • deel 4: zwarte opdruk voor tweede vervoerder (indien aanwezig). Uitzonderingen Een zending moet altijd voorzien zijn van een vrachtbrief.

Hierop zijn vijf uitzonderingen. In de volgende situaties is er geen vrachtbrief vereist: bij binnenlands wegvervoer van: • levende dieren • landbouwproducten van de teeltplaats naar de veiling, en lege verpakkingsmiddelen van de veiling terug naar de teeltplaats • inboedels (bijvoorbeeld bij verhuizingen) • los gestorte goederen (zoals een lading tuingrond die wordt vervoerd met een kiepwagen) • postzendingen (dozen verstuurd met bijvoorbeeld PostNL of DHL). De AVC-/CMR-vrachtbrief is de bekendste en meest gebruikte vrachtbrief. Deze is helemaal gestandaardiseerd. Dat wil zeggen dat de AVC-/CMR-vrachtbrief van elk bedrijf hetzelfde is: de opbouw is altijd gelijk. Er zijn ook niet-standaardvrachtbrieven in gebruik. In dat geval moet je extra goed opletten wat erop de vrachtbrief staat. Zijn de voorwaarden niet duidelijk of incompleet, dan kan dit vervelende gevolgen hebben.

Het invullen van een AVC-/CMR-vrachtbrief is een secuur werkje. Wil je hiermee oefenen? Kijk dan op de website van Logistiekconcurrent.

115


Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Documenten bij de vrachtwagen Tijdens het transport met een vrachtwagen moeten wettelijk verplicht aanwezig zijn: • kentekenbewijs Voor goedgekeurde voertuigen wordt een tweedelig kentekenbewijs afgegeven. Bij controle onderweg moet je aan de controleur altijd de originele delen Ia en Ib van het kentekenbewijs van de vrachtwagen en van een eventueel daaraan gekoppelde aanhangwagen of oplegger kunnen laten zien. Deel II bewaart je bedrijf. Het hoeft niet aanwezig te zijn in het voertuig. • verzekeringspapieren De vrachtwagen moet in ieder geval WA Kentekenbewijs. (wettelijke aansprakelijkheid) verzekerd zijn, daarom maakt een WA-verzekering altijd deel uit van een vrachtwagenverzekering. Deze verzekering dekt schade die je aan derden toebrengt met je vrachtwagen. Die schade kan zowel materieel als lichamelijk zijn. Een WA-verzekering is de noodzakelijke basisverzekering. • Apk-keuringsrapporten Alle voertuigen die zwaarder zijn dan 3.500 kilo moeten ieder jaar een algemene periodieke keuring (apk) ondergaan. Zwaardere voertuigen hebben vaak een specifiek doel en moeten daarom aan strenge veiligheidseisen voldoen. Bij deze keuring wordt niet alleen gekeken naar de technische staat, maar ook naar bepaalde milieueisen. Documenten bij de chauffeur Wegchauffeurs die goederen vervoeren naar de klanten moeten altijd een aantal documenten bij zich hebben: • rijbewijs • code 95 • werkgeversverklaring • tachograafschijven.

Rijbewijs De chauffeur die de goederen met een vrachtwagen vervoert, heeft een vrachtwagenrijbewijs nodig. Dit noem je ook Apk-keuringsrapport. wel het ‘groot rijbewijs’. Het vrachtwagenrijbewijs heeft twee categorieën: • C-rijbewijs: voor vrachtwagens zwaarder dan 7.500 kilo • C1-rijbewijs: voor lichte vrachtwagens tussen 3.500 kilo en 7.500 kilo.

116


Hoofdstuk 4 Het laden van de goederen

Code 95 Chauffeurs moeten op hun rijbewijs een code vakbekwaamheid hebben. Die heet code 95 en staat vermeld achter de betreffende voertuigcategorie. Deze code laat zien dat jij als chauffeur je vak beheerst. De code vakbekwaamheid is vijf jaar geldig. Deze code kan alleen verlengd worden als de chauffeur in die periode van vijf jaar 35 uur nascholingscursussen volgt. Zonder een geldige code of de juiste vrijstelling mag een chauffeur geen producten vervoeren. Bij controle kan de chauffeur flinke boetes krijgen. Werkgeversverklaring Iedere chauffeur die in loondienst is bij een bedrijf in het beroepsgoederenvervoer moet altijd een werkgeversverklaring bij zich hebben. Dit is bedoeld om oneerlijke concurrentie tegen te gaan. Als de chauffeur een zelfstandige rijder is dan is een werkgeversverklaring niet nodig.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

In geval van transporten naar het buitenland of het transport van gevaarlijke goederen, moet de chauffeur ook de volgende documenten bij zich hebben: • paspoort/visum Bij grensoverschrijdend vervoer moet de chauffeur een paspoort of identiteitskaart bij zich hebben. In sommige gevallen heeft de chauffeur ook een visum nodig. • bewijs van ziektekostenverzekering Als de chauffeur internationaal rijdt, moet hij een bewijs bij zich hebben dat hij is verzekerd tegen ziektekosten. De verzekeringsmaatschappij verstrekt zo’n ziektekostenverzekeringspasje. • ADR-certificaat Paspoort. Als de lading bestaat uit gevaarlijke stoffen, moet de chauffeur in het bezit zijn van een ADR-certificaat. Dit certificaat is vijf jaar geldig. Na die vijf jaar is de chauffeur verplicht om op cursus te gaan en een examen af te leggen. • tachograafschijven Een tachograafschijf wordt gebruikt om de rij- en rusttijden van de chauffeur vast te leggen. Iedere chauffeur moet zich houden aan de regels in de rij- en rusttijdenwetgeving. Hierin staat bijvoorbeeld hoelang een chauffeur mag rijden voor hij rust moet nemen. Maar ook hoeveel dagen hij achter elkaar mag werken. De tachograafschijf kan drie velden registreren: – tijd Digitale tachograaf. – snelheid – afstand.

117


Een chauffeur moet de tachograafschijven van de lopende dag en van de afgelopen 28 dagen bij zich hebben. Voor dagen dat de chauffeur niet gewerkt heeft, moet hij een verlofbriefje bij zich hebben. Hiermee kan hij de ontbrekende schijven verklaren. Tegenwoordig wordt gelukkig heel veel gebruikgemaakt van de digitale tachograaf.

Opdracht 6 Werkgeversverklaring Wanneer moet een chauffeur een werkgeversverklaring bij zich hebben?

Opdracht 7 Documenten

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Plaats de volgende documenten in de juiste kolom. • CIM-vrachtbrief • kentekenbewijs • code 95 • ziektekostenpasje • verzekeringspapieren • remboursvrachtbrief • bill of lading • paspoort • AVC • rijbewijs • ADR-certificaat.

Documenten die horen bij de Documenten die horen bij de Documenten die horen bij de lading vrachtwagen chauffeur

118


Hoofdstuk 4 Het laden van de goederen

Opdracht 8 Vervoeren Een lading sinaasappels wordt in Brazilië door een exporteur opgehaald bij diverse boeren. De exporteur vervoert deze lading naar de haven van Antwerpen. Daar wordt de partij sinaasappels opgehaald door een transporteur en via het spoor naar de sinaasappelsapfabriek gebracht. Na het produceren van de pakken sap gaan deze naar het distributiecentrum van een supermarktketen. En ten slotte worden ze naar de winkel vervoerd.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Van welke soorten vervoer is hier sprake?

Opdracht 9 CMR-vrachtbrief

Wat is een CMR vrachtbrief? overeenkomst over goederenvervoer over de weg een vergunning wegberoepsvervoer internationaal een vergunning internationaal vervoer per binnenvaart een verklaring dat een bedrijf goederen mag vervoeren

Opdracht 10 Betalen

Een chauffeur van een internationaal transportbedrijf waarmee jouw bedrijf werkt, heeft een lading goederen opgehaald. Deze moet hij afleveren in Middelburg. De klant in Middelburg moet de lading bij de chauffeur betalen. Welk papier moet je deze chauffeur in ieder geval meegeven? vrachtnota AVC-vrachtbrief CIM-vrachtbrief remboursvrachtbrief

Opdracht 11 Rust-rijtijden

Waarmee worden de rij- en rusttijden van een chauffeur vastgelegd? ADR-certificaat code 95 tachograafschijf werkgeversverklaring

119


Opdracht 12 De digitale vrachtbrief De papieren vrachtbrief met alle documenten die daarbij horen, is op zijn retour. Er wordt steeds meer gebruikgemaakt van digitale vrachtbrieven. Lees het artikel ‘Freemium e-CMR moet gebruik digitale vrachtbrief stimuleren’ op Logistiek.nl. a. Welke drie voordelen heeft het gebruik van digitale vrachtbrieven?

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

b. Waarom zijn nog niet alle bedrijven zover dat ze de papieren versie inruilen voor de digitale vrachtbrief?

4.3 Orders combineren

Vrachtwagens die orders komen halen, zullen vaak naar meerdere leveranciers rijden. Dit betekent meerdere losadressen. Natuurlijk is het slim en kostenbesparend om verschillende ladingen tot één lading te combineren. Sommige goederen kan of mag je niet samen vervoeren. Dit heet het samenladingsverbod. In het ADR staat beschreven om welke stoffen het gaat. Het ADR is een Europees verdrag over het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg. Hierin staat bijvoorbeeld dat colli voorzien van een etiket uit gevarenklasse 1 (ontplofbare stoffen) niet samen geladen mogen worden met andere colli voorzien van gevaarsetiketten. Op de website van de Rijksoverheid vind je alle regels en voorschriften.

Opdracht 13 Niet samen

a. Hoe heet het verbod om bepaalde gevaarlijke stoffen samen in één ladingseenheid te vervoeren? samencombiverbod samenladingsverbod sameninéénverbod samenvervoerenverbod b. Zoek drie combinaties van goederen die nooit samen in één container vervoerd mogen worden. Tip: Kijk op www.logistiek.nl.

120


Hoofdstuk 4 Het laden van de goederen

Opdracht 14 Wel samen Je kunt gevaarlijke stoffen soms wel samen vervoeren. Zoek op internet op aan welke twee voorwaarden je dan moet voldoen en noteer deze hierna.

4.4 Goederen klaarzetten De goederen zijn verpakt en je weet welke bij elkaar in één zending vervoerd mogen worden. Dan worden de goederen klaargezet in de expeditieruimte of laadruimte.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

De logistiek teamleider houdt in de gaten of de goederen op het juiste moment op de juiste plek klaargezet worden. Het is belangrijk dat dit goed gebeurt, zodat er geen tijd verloren gaat als de goederen geladen worden. Met lijnen op de vloer wordt er vaak aangegeven waar je de verzendeenheden kunt neerzetten. Plaats de goederen die met de dezelfde vrachtwagen meegaan in hetzelfde vak. Vaak zet je de goederen al in volgorde van de losroute neer.

Goederen staan klaar om geladen te worden. - Het laden van goederen.

De goederen moeten in de juiste volgorde geladen worden. Hierbij houd je rekening met de rijroute van de chauffeur of het laadplan dat de logistiek teamleider heeft gemaakt. De goederen die als eerste gelost worden bij een klant, zet je als laatste in de vrachtwagen. Bij het laden van de goederen in een vrachtwagen gebruik je een laadlijst of laadplan. Bij het lossen van de vrachtwagen gebruikt de chauffeur een loslijst.

121


Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Controleren Tijdens de voorbereiding op het laden, moet je nog een aantal punten controleren. Je controleert of: Er is juist gestapeld.

Als de goederen zijn gestapeld, controleer je nogmaals of dit goed is gedaan. Staan er geen breekbare goederen onderop of scheef?

Het aantal verzendeenheden klopt.

Op de pakbon staan alle verzend- en ladingseenheden. Aan de hand van deze documenten kan de expeditiemedewerker controleren en de goederen laden.

De retourgoederen en emballage staan ook klaar.

De chauffeur neemt ook direct de goederen en emballage mee die bedoeld zijn voor de klant.

De juiste stickers op de pallets zijn geplakt.

Alle verzendeenheden zijn voorzien van etiketten, zoals de adressticker en de collomerksticker.

De juiste documenten zijn toegevoegd aan de Zijn alle documenten beschikbaar bij de lading. lading? Denk in ieder geval aan de vrachtbrief.

122


Hoofdstuk 4 Het laden van de goederen

Voordat de chauffeur de lading komt ophalen, moet je ervoor zorgen dat het dockplan gereed is. Je zorgt ervoor dat elke lading bij een bepaald laaddock staat en dat de chauffeurs weten bij welk laaddock ze hun oplegger moeten neerzetten. Dat gebeurt volgens een laadplan. In dit laadplan staat: • de tijd waarop de vrachtwagen aankomt of de leegstaande oplegger beladen kan worden • de vertrektijd van de vrachtwagen • in welke volgorde de goederen in de wagen gezet moeten worden • extra hulpmateriaal en retourgoederen/emballage.

Opdracht 15 Op het laaddock zetten

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Waarom moet je de goederen bij het laaddock in juiste volgorde zetten als de lading op verschillende adressen gelost wordt?

Opdracht 16 Rijroute

Vanuit een DC in Eindhoven worden klanten in heel Nederland bevoorraad. Je moet voor diverse klanten goederen klaarzetten: • De Jong BV in Breda • Willemse in Alkmaar • Korkmaz in Dordrecht • Quick Logistics in Moerdijk • Van Vliet BV in Tilburg • Stoker Groothandel in Leiden. Alle klanten worden in één rit afgehandeld. De goederen voor de klant in Tilburg moeten het eerst gelost worden. In welke volgorde wordt de vrachtwagen beladen? Tip: Gebruik voor deze opdracht een landkaart of wegenkaart van Nederland.

Opdracht 17 Verpakkingsmateriaal Hoe heet het verpakkingsmateriaal dat de logistiek medewerker klaarzet zodat de vrachtwagenchauffeur het direct kan meenemen? retourgoederen remboursgoederen emballage

123


4.5 Voorzieningen bij het laden Als de chauffeur of de logistiek teamleider het sein geeft, kunnen de goederen geladen worden. Je laadt de goederen in een vervoerseenheid. Een vervoerseenheid is een laadruimte van een voertuig, bijvoorbeeld de oplegger van een vrachtwagen. Bij het laden gebruik je voorzieningen, die je ook bij het lossen gebruikt: • laadperron • laadkuil • dockshelter.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Laadperron Om ervoor te zorgen dat de hoogte van de laadvloer van een vrachtwagen ongeveer overeenkomt met de magazijnvloer maken grote transportbedrijven gebruik van laadperrons. Een laadperron is een bouwkundige verhoging van de magazijnvloer. Toch komt het voor dat er zelfs bij laadperrons een te groot hoogteverschil blijft bestaan tussen de laadvloer van de vrachtwagen en de magazijnvloer. In die gevallen wordt gebruikgemaakt van een mechanische hoogteverdeler: een dockleveller.

Een laatste instructie voor het laden.

Laadkuil Een laadkuil zorgt ervoor dat de laadvloer van de vrachtwagen op ongeveer gelijke hoogte komt met de magazijnvloer. Het is een verlaging van het wegdek voor de losplaats van het magazijn. Hierdoor is de vloer van het magazijn gelijk aan de laadruimte van de vrachtwagen.

Laadperron.

124

Laadkuil.


Hoofdstuk 4 Het laden van de goederen

Dockshelter Een dockshelter is een kap aan de buitenzijde van het magazijn rondom de laaddeur. Deze kap sluit zich om de laadbak van de vrachtwagen. Hierdoor kun je goederen laden zonder last te hebben van de weersomstandigheden. Het zorgt voor een soort sluisafdichting tussen het gebouw en de vrachtwagen. Behalve van speciale voorzieningen gebruik je hulpmiddelen om de goederen te laden, bijvoorbeeld: • rollenbaan • lamellenbaan • rijplaat • heftafel.

Dockshelter.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Om goederen te verplaatsen, gebruik je intern transportmaterieel, zoals: • steekwagen • handpallettruck • elektrische pallettruck • bandtransporteur.

Lamellenbaan.

125


Je bent nu aangekomen bij: Stap 11: Laden van de vrachtwagen De goederen zijn verzameld, verzendklaar gemaakt, bij het juiste laaddock gezet en kunnen nu in de vrachtwagen worden geladen.

Bij het laden van de vrachtwagen moet je ervoor zorgen dat:

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

1. de lading in de juiste losvolgorde staat 2. er een juiste gewichtsverdeling is 3. de beschikbare ruimte efficiënt gebruikt wordt 4. de lading goed vastgezet wordt (stuwen van de goederen) 5. de juiste verankermaterialen en vulmaterialen gebruikt worden.

Verankermateriaal Verankermateriaal is een hulpmiddel om goederen vast te zetten. Als een chauffeur geen verankermateriaal heeft, gebruikt hij ook pallets om de oplegger te vullen. Hierdoor kunnen de goederen niet gaan schuiven of omvallen. Voorbeelden van verankermateriaal zijn:

• Spanbanden: dit zijn banden die je gebruikt om ladingen vast te zetten. Ze bestaan uit een gordel en spanelement, waarmee je goederen vastzet aan elkaar of laadvloer.

Spanband.

• Spanstangen: dit zijn stangen die bevestigd worden in de vrachtwagen. Ze zijn gebruiksvriendelijk en je kunt ze gemakkelijk verstellen.

Spanstang.

• Spankettingen: dit zijn kettingen waarmee je de lading borgt aan de vrachtwagen. Ze zijn heel sterk en beter geschikt voor zware ladingen dan spanbanden.

Spankettingen.

126


Hoofdstuk 4 Het laden van de goederen

• Panelen en drempels: als een lading in een vrachtwagen uit verschillende hoogtes bestaat, kun je ook drempels en panelen gebruiken. Hiermee voorkom je dat de lading gaat schuiven.

Vulmateriaal Vulmateriaal gebruik je om artikelen in dozen, dozen of pallets in een vrachtwagen of bestelbus op te vullen. Hierdoor voorkom je dat de dozen gaan verschuiven en de goederen beschadigd worden. Voorbeelden van vulmateriaal zijn:

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

• schuimkorrels Dit is een vulmiddel dat je gebruikt om lege ruimtes in een doos op te vullen.

Schuimkorrels.

• luchtzakken of stuwzakken Dit zijn zakken die gevuld zijn met lucht. Je plaatst ze tussen de dozen, vaten of pallets. Ze zijn flexibel en makkelijk te vormen naar de lading.

Stuwzak.

• buffermateriaal Dit gebruik je om te voorkomen dat de lading gaat trillen of schokken. Bij breekbare goederen gebruik je vaak piepschuim of schuimrubber. Schuimrubber gebruik je ook bij het vervoer van gereedschap.

Schuimrubber in gereedschapskist.

• stootkussens Deze pas je vaak toe in de ruimtes van vrachtwagens om te voorkomen dat de lading door het kopschot schiet bij plotseling remmen. De lading, die dan naar voren schuift, raakt niet beschadigd en ook het kopschot zelf heeft dan bescherming.

127


Opdracht 18 Voorzieningen Welke voorziening gebruik je als je een vrachtwagen laadt in de volgende situaties? • De magazijnvloer is lager dan de laadplaats van de vrachtwagen. laadkuil / laadperron • De magazijnvloer is hoger dan de laadplaats van de vrachtwagens. laadkuil / dockleveler

Opdracht 19 Rollenbaan Bekijk het filmpje.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

a. Leg de werkwijze uit van dit systeem.

b. Waarop moet je bij dit systeem goed letten?

Opdracht 20 Automatisch laden

Lees het artikel 'Nieuwe AGV kan automatisch laden en lossen.' op Logistiek.nl. a. Wat is zo bijzonder aan dit interne transportmiddel?

b. Welke drie voordelen heeft dit nieuwe transportmiddel?

c. Waarom schaft niet elk bedrijf zo’n truck aan?

128


Hoofdstuk 4 Het laden van de goederen

Opdracht 21 Maximaal gewicht vrachtwagen Waar vind je het maximumgewicht van een vrachtwagen (trekker-oplegger)?

Opdracht 22 Verschil

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Wat is het verschil tussen verankermateriaal en vulmateriaal bij het vastzetten van een lading?

Opdracht 23 Verankeren en vullen

a. Welk verankermateriaal gebruik je in de volgende situaties? Vul de juiste antwoorden in. situatie

verankermateriaal

Je wilt goederen aan de laadvloer vastmaken. Je wilt dat de goederen niet gaan schuiven. Je wilt een zware lading vastzetten.

Je wilt goederen met verschillende hoogtes vastzetten. b. Zijn de volgende zinnen waar of niet waar? Vulmateriaal gebruik je alleen in dozen.

waar / niet waar

Door vulmateriaal te gebruiken kun je dozen beter stapelen.

waar / niet waar

Met luchtzakken vul je een doos op zodat deze niet inzakt.

waar / niet waar

Een voorbeeld van buffermateriaal is een stootkussen.

waar / niet waar

Opdracht 24 Vullen Welke van de volgende materialen kun je gebruiken als vulmateriaal? spankettingen luchtzakken schuimkorrels stootkussens buffermateriaal drempels spanbanden

129


4.6 Samenvatting Als je de goederen verzendklaar hebt gemaakt, kun je ze gaan laden voor transport naar de klant. Daarvoor moet je een of meerdere transportmodaliteiten kiezen: vervoer over land, lucht of water, bijvoorbeeld per vrachtwagen, trein, boot of vliegtuig. Ook moet je zorgen voor de juiste vervoersdocumenten, zoals de vrachtbrief, documenten die bij het transportmiddel horen en documenten van de chauffeur (bijvoorbeeld rijbewijs). Soms kun je vracht en ritten combineren en zo kosten besparen. Let daarbij wel op het samenladingsverbod: sommige artikelen mag je niet bij elkaar vervoeren. Je zet de goederen klaar bij het laaddock in de expeditieruimte of laadruimte. In het dockplan staat waar je de goederen klaarzet en welk dock je gebruikt om te laden. Door het gewicht te verdelen en de lading vast te zetten, verhoog je de veiligheid. Het is zaak om de laadruimte zo goed mogelijk te benutten: vervoer zo min mogelijk lucht. Als je de lading in het transportmiddel hebt geladen, kan het transport plaatsvinden.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Opdracht 25 Plusvraag: Vriesvervoer orderverzamelen Lees het artikel ‘Thermohoezen elimineren temperatuurwisselingen’ op Logistiek.nl. Wat doet dit bedrijf om koel- en vriesproducten zo lang mogelijk in gekoelde en bevroren toestand te houden?

Opdracht 26 Plusvraag: Intermodaal vervoer Bekijk het filmpje.

a. Hoe wordt de vrachtwagen geladen?

b. Hoe worden de pallets vervoerd en met welke transportmiddelen? Noem in je antwoord wat er gebeurt voor en na transport.

130


Hoofdstuk 4 Het laden van de goederen

Opdracht 27 Plusvraag: Gebruik het kopschot! Bekijk het filmpje. Leg uit waarom het veilig is om het kopschot te gebruiken.

Opdracht 28 Plusvraag: Veiligheid op de weg Bekijk het filmpje.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

a. Wat kan er gebeuren als je de lading niet goed vastzet?

b. Waarom gebeuren er toch regelmatig ongelukken?

c. Wat heb je geleerd over lading goed vastzetten?

131


4.7 Begrippen Dockplan Plan waarin staat welke vrachtwagen bij welk dock geladen wordt. Ook wel laadplan genoemd. Expeditieruimte Ruimte waar de goederen klaargemaakt worden voor vervoer. Gewichtsverdeling Het verdelen van lading over de laadvloer waardoor het gewicht verdeeld wordt. Laadruimte Ruimte op de expeditieafdeling waar de lading klaarstaat voor vervoer.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Samenladingsverbod Sommige goederen mogen niet samen getransporteerd worden. Stuwen Het vastzetten van de goederen nadat ze geladen zijn. Transportmodaliteit Manieren van transporteren van goederen.

Verankermateriaal Materiaal waarmee je de lading kunt vastzetten.

Vulmateriaal Materiaal waarmee je de ruimte tussen goederen of verzendeenheden opvult.

132


Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

HOOFDSTUK 5 AFSLUITING VAN HET LOGISTIEKE PROCES

Het logistieke werk zit er voor een groot deel op. De verzamelde lading is onderweg naar de klant. En de logistiek medewerker, die heeft nog wel wat te doen. Dit brengt ons bij de laatste stap in het logistieke proces, stap 12: Afhandeling, met onder andere de factuur en schoonmaken. Als eerste is het natuurlijk belangrijk dat de afgeleverde goederen betaald worden. De afhandeling hiervan vindt meestal plaats door de afdeling Administratie. De logistiek medewerker krijgt wel te maken met: • afval verwerken • schoonmaken • inventariseren • derving.


Opdracht 1 Wat verwacht je? Beschrijf welke werkzaamheden je verwacht te moeten doen nadat de zending is afgehandeld.

5.1 Afval verwerken

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

In elk logistiek bedrijf krijg je te maken met afval. Door allerlei werkzaamheden wordt veel restafval gecreëerd. Overal is materiaal dat overblijft, materiaal dat hergebruikt wordt en afval dat weer een herbestemming krijgt via recyclen, zoals verpakkingen en restafval. Afval moet verwerkt worden! Hierna zie je de verschillende stappen van het proces van afvalverwerking:

Als afval wordt opgehaald voor verwerking hebben de meeste bedrijven het al gescheiden. Dit afval komt dan op de afvalverwerkingsplek. Daar wordt het zo mogelijk gereinigd voor hergebruik. Als het afval niet gereinigd kan worden, dan wordt het gerecycled of als restafval verwerkt. Door afval goed te scheiden, draag je bij aan de kwaliteit van het milieu. Je kunt: • afval scheiden in het magazijn en distributiecentrum • afval laten scheiden op een andere plaats.

134


Hoofdstuk 5 Afsluiting van het logistieke proces

Soorten afval Je verzamelt in een bedrijf diverse soorten afval. Als je afval gaat scheiden, is het belangrijk dat je weet hoe de categorieën zijn ingedeeld. Er gelden namelijk verschillende regels voor het verwijderen van de soorten afval. Een aantal van deze categorieën: • schroot • chemisch afval • groente-, fruit- en tuinafval (gft) • klein chemisch afval (kca) of klein gevaarlijk afval (kga) • kunststofafval • glasafval • papier- en kartonafval • textielafval.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Het scheiden van afval is soms heel eenvoudig. Papier gaat in de papierbak en plastic in de plasticbak en gft gaat in de groenbak (als het bedrijf die heeft). Maar soms is het lastiger. Een paar voorbeelden: • Tl-buizen: deze horen bij het klein chemisch afval. • Afgewerkte olie: ook die hoort bij het klein chemisch afval. • Oude poetslappen: deze horen bij het restafval. Meer weten? Kijk eens op de website van de afvalscheidingswijzer.

Afvalpreventie Afvalpreventie is het voorkomen of het beperken van het ontstaan van afvalstoffen en het verminderen van de schadelijkheid voor het milieu van afvalstoffen. Afvalpreventie is een van de hoofddoelstellingen van het landelijke beleid om te komen tot een circulaire economie. Dit betekent dat je het ontstaan van afval zo veel mogelijk bij de bron moet voorkomen. Gelukkig vinden ook steeds meer logistieke bedrijven duurzaamheid belangrijk. Ze doen van alles om de milieudoelstellingen te realiseren. Een van die activiteiten is het beperken van de hoeveelheid afval door al dan niet wettelijke preventiemaatregelen. Voorkomen is beter dan recyclen/hergebruiken! Dit voorkomen van afval kun je doen door: • verpakkingen als het kan opnieuw gebruiken • zo veel mogelijk afval op de werkvloer te voorkomen en afval goed scheiden • poolpallets (het EPAL-systeem) te gebruiken • efficiënt gebruik van alternatieve grondstoffen of hulpstoffen • zo min mogelijk verpakkingsmaterialen en opvulmaterialen te gebruiken • nieuwe, innovatieve technieken te gebruiken.

135


Opdracht 2 Afvalscheiden a. Waar hoort het afval? Kies het juiste antwoord. Gekookte etensresten Kattenbakkorrels

gft / plasticafval / restafval gft / plasticafval / restafval

Kauwgom

gft / plasticafval / restafval

Leeg melkpak

gft / plasticafval / restafval

Pen

gft / plasticafval / restafval

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

b. Zoek uit waarom je kca en kga gescheiden in moet zamelen.

Opdracht 3 Afvalvermindering

Noem vier voorbeelden om de afvalberg in een magazijn te verminderen.

Opdracht 4 Afvalscheidingswijzer Ga naar de afvalscheidingswijzer.

a. Over welke categorieën afval krijg je hier advies?

b. Lees de tips en schrijf op wat je moet doen met: • hop • batterijen • dop.

136


Hoofdstuk 5 Afsluiting van het logistieke proces

5.2 Schoonmaken Een bedrijf waar het (erg) vies is of waar veel rommel ligt, is onveilig. Schoonmaken en opruimen horen bij een veilige werkomgeving. Veel bedrijven kiezen ervoor om de schoonmaakwerkzaamheden door een extern (schoonmaak)bedrijf te laten uitvoeren. Schoonmaakbedrijven hebben personeel in dienst dat speciaal is opgeleid om schoon te maken. Het schoonmaken gaat dan vaak efficiënter. Ook hoeft het bedrijf dan geen schoonmaakmaterialen en -middelen te kopen. Hiervoor zorgt het schoonmaakbedrijf. Maar het kan ook zijn dat je gaat werken in een magazijn waar de medewerkers zelf moeten schoonmaken. Vaak zijn er ook dan schoonmakers in dienst, maar maken de logistiek medewerkers soms zelf schoon. Bijvoorbeeld omdat er ook overdag schoongemaakt moet worden. Of omdat bij sommige machines speciale maatregelen gelden. Wat de reden ook is: als de medewerkers zelf schoonmaken, heb je een schoonmaakplan nodig. Anders is de kans groot dat het schoonmaken niet regelmatig genoeg gebeurt. Ook moeten er schoonmaakmiddelen aanwezig zijn.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Wil je veilig werken, dan moet je in ieder geval zelf opruimen. Denk bijvoorbeeld aan het opruimen van verpakkingsmaterialen, maar ook van materiaal dat je niet meer nodig hebt. Doe je dat niet, dan kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan. Bijvoorbeeld als je pallets laat rondslingeren of in gangpaden laat staan. Ook als je vet, olie of batterijvloeistof morst of als dit ergens uitlekt, moet je dit zelf opruimen. Je kunt het niet laten liggen voor de schoonmakers die pas in de avond komen. Dat kan gevaarlijke situaties opleveren. Vet en olie opruimen Bij het opruimen van vet en olie gebruik je absorptiemiddelen: • Er zijn speciale absorptiedoeken, maar die vind je alleen in magazijnen waar veel vet en/of olie gebruikt wordt. • Anders gebruik je droog zand, houtsnippers, zaagsel of kattenbakkorrels. Markeer de plek waar het vet of de olie ligt. Je kunt er bijvoorbeeld een lint omheen spannen. Batterijvloeistof opruimen Bij batterijvloeistof hangt de manier van schoonmaken af van de plek waar de vloeistof ligt: • op de vloer: neutraliseren met soda of zuiveringszout • op je kleding: de kleding uitdoen en spoelen met water • op je huid: goed spoelen met water. Ga eventueel ook naar de bhv’er om te vragen of er meer maatregelen nodig zijn. • in je ogen: spoelen met oogspoelvloeistof of een oogdouche. Laat ook altijd een arts naar je ogen kijken. Schoonmaakmiddelen Op veel schoonmaakmiddelen staan gevaarsymbolen. Dan is het belangrijk dat je voorzorgsmaatregelen neemt. Zeker als het schoonmaakmiddel irriterend of bijtend is en in aanraking met de huid kan komen. Gebruik de juiste schoonmaakhandschoenen.

137


Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Schoonmaakhandschoenen.

In bepaalde situaties, bijvoorbeeld bij giftige dampen, is het ventileren van de ruimte noodzakelijk. En bij ontvlambare schoonmaakmiddelen moet je natuurlijk voorkomen dat ze in aanraking komen met vuur of een ontstekingsbron. Het milieu Voor het schoonmaken heb je schoonmaakmiddelen nodig en elk schoonmaakmiddel heeft een pH-waarde. Deze waarde geeft aan hoe schadelijk het middel is voor het milieu. Milieubewuste bedrijven zorgen ervoor dat bij het schoonmaken goed gelet wordt op het milieu. Dit kan door het kiezen van milieubewuste schoonmaakmiddelen. Dit zijn middelen met een pH-waarde van 7.

Een pH-waarde geeft aan of een middel zuur, neutraal of basisch is. Hoe lager de pH-waarde (0-7), hoe zuurder het middel is. Hoe hoger de pH-waarde (7-14), des te sterker is de base. De schoonmaakmiddelen die het minst schadelijk zijn voor het milieu hebben een pH-waarde van 7. Zo heeft water een pH-waarde van 7. Als een schoonmaakmiddel met pH-waarde 7 in meren of rivieren terechtkomt, verandert de pH-waarde van het water niet. Rivieren en meren worden dus niet ernstig vervuild door dit schoonmaakmiddel. Een pH-waarde van 7 wordt vaak ook aangeduid met pH-neutraal. Soms zijn schoonmaakmiddelen erg schadelijk. Zorg dat deze schadelijke middelen niet via de gootsteen of het toilet in het riool komen.

138


Hoofdstuk 5 Afsluiting van het logistieke proces

Tips bij het schoonmaken • Heb je het schoonmaakmiddel uitgekozen, dan kun je ook tijdens het schoonmaken aan het milieu denken. Gebruik niet te veel schoonmaakmiddel. Het etiket geeft aan wat de juiste hoeveelheid is. Houd je hieraan. • Gebruik ook de juiste schoonmaakmethode. Houd je bijvoorbeeld aan de gestelde inwerktijd van een schoonmaakmiddel en de juiste temperatuur. • Meng verschillende schoonmaakmiddelen nooit met elkaar. Daardoor kunnen gevaarlijke gassen ontstaan. Bovendien verliezen beide producten dan hun werking. • Spoel (water met) schoonmaakmiddelen door de afvoer. Gooi bijvoorbeeld sop nooit zomaar op straat of tussen de struiken.

Opdracht 5 Schoonmaken: intern of extern

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Een bedrijf kan ervoor kiezen om de schoonmaak door een extern (schoonmaak)bedrijf te laten doen. Of een bedrijf kiest er juist voor om de schoonmaak door de eigen medewerkers te laten doen. a. Noem twee redenen om de schoonmaak door externen te laten doen.

b. Noem twee redenen om de schoonmaak door eigen medewerkers te laten doen.

Opdracht 6 Vet en olie

Wat gebruik je bij het opruimen van vet en olie? Er zijn meerdere antwoorden goed. ammonia houtsnippers kattenbakkorrels soda zaagsel

Opdracht 7 Schoonmaakmiddelen Schoonmaakmiddelen hebben, net als alle waterige oplossingen, een pH-waarde. Kies de juiste antwoorden. 1. Een pH-waarde geeft aan of een middel zuur, neutraal of basisch / zoet is. De pH-waarde geeft dus de breedtegraad / zuurgraad van een middel aan. 2. Een middel met een pH-waarde van 3, betekent dat het middel neutraal / zuur is en schadelijk voor het milieu / product. 3. Een schoonmaakmiddel dat het minst schadelijk is voor het milieu heeft een pH-waarde van 1 / 7.

139


Opdracht 8 Schoon, schoner, schoonst Lees het artikel ‘Schoon, schoner, schoonst’ op Logistiek.nl. a. Waarom is een schone vloer in het magazijn zo belangrijk?

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

b. Wat doet een veegmachine?

5.3 Inventariseren

Een andere activiteit die plaatsvindt in het magazijn is de voorraadinventarisatie. Voorraad inventariseren is niets anders dan het tellen van de voorraad. Tijdens het tellen kun je direct de voorraad controleren. Na het inventariseren vergelijk je de getelde voorraad, dus de werkelijk aanwezige voorraad, met de administratieve voorraad. Dit is de voorraad die in het administratieve systeem staat. Stel dat je 110 artikelen hebt geteld en er staan er 115 in het systeem, dan heb je dus een tekort van 5 stuks. Als er verschillen zijn, dan moet de administratieve voorraad worden aangepast. In veel bedrijven wordt cycle-counting toegepast. Bij deze methode wordt het hele jaar door een deel van de voorraad gecontroleerd (dus niet aan het eind van het jaar alles!). Er zijn ook logistieke bedrijven die de voorraad meer dan een keer per jaar controleren. Door regelmatig te tellen, worden afwijkingen snel geconstateerd. Zo voorkom je problemen met de hoeveelheden voorraad. Vormen van inventarisatie Er zijn twee vormen van inventarisatie: • Bij een steekproefsgewijze inventarisatie wordt een gedeelte van de goederen geteld. Er zijn bedrijven die een paar keer per jaar een steekproefsgewijze inventarisatie uitvoeren. De soorten goederen die worden geteld, kunnen wisselen per inventarisatiemoment. Aan het eind van het jaar moeten alle goederen minimaal één keer geteld zijn. • Bij een volledige of integrale inventarisatie worden alle aanwezige goederen geteld. De uitkomsten van de tellingen worden vergeleken met de administratief geregistreerde aantallen. Omdat een volledige inventarisatie erg veel tijd kost, gaat de voorkeur van de meeste bedrijven uit naar een steekproefsgewijze inventarisatie.

140


Hoofdstuk 5 Afsluiting van het logistieke proces

Voorbereiden van inventarisatie De logistiek teamleider is verantwoordelijk voor de voorbereiding van de inventarisatie. In overleg met de logistiek supervisor bepaalt hij de inventarisatiedatum. Vanaf deze datum vindt er geen intern transport van goederen meer plaats. Tijdens de teldagen worden dus alle in- en uitgaande goederenbewegingen stopgezet. De logistiek teamleider zorgt ervoor dat alle medewerkers weten wat ervan ze verwacht wordt.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Aandachtspunten per afdeling Bij het inventariseren zijn er per afdeling verschillende aandachtspunten: • De afdeling ontvangst: goederen die het magazijn binnenkomen nadat de inventarisatie is begonnen, worden niet meegenomen in de telling. Deze goederen worden tijdelijk apart opgeslagen en worden als ‘niet-ontvangen’ beschouwd. • De afdeling opslag: tijdens de inventarisatie worden er geen goederen toegevoegd aan de bulkvoorraad. Ook worden er geen goederen uit de bulk gehaald om de werkvoorraad aan te vullen. De werkvoorraad moet netjes zijn opgeslagen, zodat je goed overzicht hebt. Anders kun je de goederen niet goed tellen. • De afdeling expeditie: op deze afdeling worden goederen nog vóór de inventarisatiedatum gecontroleerd en uitgeleverd. Deze goederen worden dus niet meegeteld bij de inventarisatie. Retourgoederen die tot op de dag van de inventarisatie zijn ontvangen, moeten worden uitgepakt en verwerkt. De retourbonnen gaan dan direct naar de verkoopafdeling. Deze retourgoederen worden bij de aanwezige voorraad opgeteld. De retourgoederen die tijdens de inventarisatieperiode binnenkomen, blijven onuitgepakt staan. Die goederen worden pas na de inventarisatie verwerkt en worden dus niet meegeteld bij het inventariseren. Telbon Als er handmatig geïnventariseerd wordt, gebeurt dit meestal in duo’s: een teller en een schrijver. De teller telt de aantallen goederen per locatie. Hij noemt de artikelnaam, het artikelnummer en het getelde aantal. De schrijver noteert deze gegevens op een telbon. Zo kunnen beide medewerkers zich concentreren op hun eigen taak. Hierdoor worden minder tel- en schrijffouten gemaakt. Datum: 25-3-2018

Naam schrijver: Achmed

Naam teller: Jens

Artikellocatie

Eenheid

Aantal

Artikelcode Artikelnaam

Prijs

AA-05-01-55 ER-456-04

Snoeischaar klein

Blister 1 st.

25

€ 12,95

AA-05-01-57 ER-875-22

Snoeischaar groot

Blister 1 st.

36

€ 14,95

AA-05-01-61 38790-V3

Bezem grof

1

43

8,50

AA-05-02-34 38790-V8

Bezemsteel hout

1

16

3,50

AA-05-02-36 38793-V10

Bezemsteel alu

1

31

€ 15,25

AA-05-02-38 00375-TT-0

Bloemenvoeding fles

12

48

€ 33,60

Voorbeeld van een telbon.

141


Aandachtspunten Het is niet vanzelfsprekend dat een artikel op de aangegeven locatie ligt. Als een artikel niet op de aangegeven locatie ligt, kijk dan bijvoorbeeld op de locatie ernaast. Het kan zijn dat dit artikel bij het opslaan per ongeluk verkeerd is neergelegd. Controleer de verpakkingseenheid. Als de verpakkingseenheid de verkoopeenheid is en de verpakking is aangebroken, dan tel je deze verpakking niet mee. Dit geldt ook voor beschadigde verpakkingen. Dit soort gevallen moet je melden bij de logistiek teamleider. Gegevensverwerking Na de inventarisatie wordt gekeken of er verschillen zijn tussen de werkelijke voorraad en de administratieve voorraad. Hierbij kan gekeken worden naar de aantallen goederen of naar de geldwaarde van de goederen.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Aantallen goederen Aantallen goederen kunnen worden bekeken per artikel of per artikelsoort. Het kan ook zijn dat de totale hoeveelheid goederen wordt bekeken. Als de werkelijke voorraad kleiner is dan de administratieve voorraad, is er sprake van derving. De logistiek teamleider controleert of de ontbrekende goederen misschien ergens anders in het magazijn staan. Als dat niet het geval is, wordt geprobeerd te achterhalen wat de oorzaak van deze derving is. Eventueel kunnen er dan maatregelen getroffen worden. Geldwaarde van de goederen De uitkomst van de inventarisatie kan ook in geld uitgedrukt worden. Er wordt dan gekeken hoeveel de goederen waard zijn. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn als het bedrijf een inventarisatie uitvoert om de balans te kunnen opmaken. Als de inventarisatie voltooid is, bespreekt de teamleider de uitvoering ervan met de logistiek supervisor. In de eerste plaats gaat het dan over de uitkomst van de inventarisatie, maar er wordt ook besproken wat er goed is gegaan en wat er beter kan. Als er sprake is van derving kunnen er maatregelen besproken worden om derving in de toekomst te voorkomen. Als er is geconstateerd dat bepaalde onderdelen van de uitvoering verbeterd kunnen worden, dan bespreekt de teamleider dit ook met zijn logistiek medewerkers.

Opdracht 9 Cycle counting

Noem twee voordelen van cycle counting.

Opdracht 10 Inventariseren Vul in. Inventariseren is belangrijk om de volgende twee redenen: 1. 2.

142


Hoofdstuk 5 Afsluiting van het logistieke proces

Opdracht 11 Manieren van verzamelen Op welke manieren kun je de voorraad tellen? Er zijn meerdere antwoorden goed. extern integraal partieel steekproefsgewijs

Opdracht 12 Waar of niet waar? De volgende zinnen zijn waar of niet waar. Kies de juiste antwoorden.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Goederen die binnenkomen nadat de inventarisatie is begonnen, waar / niet waar worden toegevoegd aan de bulkvoorraad. Retourgoederen die tijdens de inventarisatie binnenkomen, worden niet uitgepakt.

waar / niet waar

Tijdens de inventarisatie zorg je ervoor dat de werkvoorraad op waar / niet waar peil blijft. Als er een verschil is tussen de administratie en de voorraad moet waar / niet waar de voorraad worden aangevuld.

Opdracht 13 Welke inventarisatiemethode?

a. Schrijf achter het product of je dit integraal of steekproefsgewijs zou inventariseren. Product

Integraal of steekproef

Motivatie

Dozen met A4-papier Gouden horloges

Flessen schoonmaakmiddelen 65 inch plasma tv-schermen

b. Leg je keuze uit per product. Dozen met A4-papier Gouden horloges

Flessen schoonmaakmiddelen 65 inch plasma tv-schermen

143


5.4 Derving

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Als de inventarisatie klaar is, ken je de exacte voorraad. Als deze technische voorraad afwijkt van de administratieve voorraad en het verschil is negatief, dan is sprake van derving. Derving betekent verlies, gemiste inkomsten. Je hebt wel artikelen gekocht, maar ze zijn er niet meer. Verlies dus! Derving betekent verlies en gaat om producten die niet te verkopen zijn, om welke reden dan ook. Producten kunnen bijvoorbeeld kapot zijn gegaan, gestolen zijn of over de datum zijn gegaan. Het bedrijf verliest in al deze gevallen inkomsten. Bij derving gaat het om verlies van omzet. Derving heeft invloed op het bedrijfsresultaat.

Directe & indirecte derving Directe derving is derving waarbij de oorzaak aanwijsbaar is. Je weet hoe de derving is ontstaan, bijvoorbeeld door het laten vallen van goederen of door diefstal. Bij indirecte derving kun je de oorzaak niet direct aanwijzen. Een voorbeeld is goederen die uit de mode zijn en daarom niet meer kunnen worden verkocht. Bekende & onbekende derving Bij bekende derving is de oorzaak van de derving bekend. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het laten vallen van een doos met glazen of wanneer er ingebroken is in het magazijn. De derving is dan bekend en is geregistreerd. Bij onbekende derving weet je niet wat de oorzaak is van de derving. Voorbeelden zijn onnauwkeurig werken en verspilling.

144


Hoofdstuk 5 Afsluiting van het logistieke proces

Criminele & niet-criminele derving Bij criminele derving is de oorzaak een criminele handeling door een persoon. Dit kan een dief zijn, maar ook een werknemer die goederen zonder te betalen mee naar huis neemt. Deze goederen kun je niet meer verkopen en er is dus sprake van derving. Criminele derving heeft naast het verlies aan omzet ook andere gevolgen, zoals: • kosten voor preventieve maatregelen • kosten voor de schade die veroorzaakt is bij bijvoorbeeld inbraak • het afsluiten van verzekeringen • faillissement • wantrouwen onder medewerkers. Niet-criminele derving ontstaat vaak door onzorgvuldig handelen. De gevolgen kunnen net zo erg zijn als die bij criminele derving.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Criminele en niet-criminele derving kunnen zowel bekend als onbekend zijn.

Administratieve fouten Administratieve fouten zijn fouten die worden gemaakt tijdens het administreren van de goederen, bijvoorbeeld doordat: • de verkeerde codes worden ingevoerd • verkeerde aantallen worden ingevoerd. Controlefouten Controlefouten zijn fouten die worden gemaakt tijdens de controle van de goederen, bijvoorbeeld doordat: • de kwantiteit van de goederen niet goed wordt vergeleken met wat op de pakbon staat • de controle op bederfelijke goederen niet goed wordt uitgevoerd • vrachtdocumenten te snel worden afgetekend, zonder een goede controle op kwantiteit. Werkfouten Werkfouten zijn fouten die worden gemaakt tijdens het verwerken van de goederen, bijvoorbeeld doordat: • de goederen beschadigd raken bij het in- of uitpakken • er fouten worden gemaakt tijdens een inventarisatie • goederen op de verkeerde plek worden opgeslagen.

145


Bij het orderverzamelen kan onbekende derving ontstaan. Stuur je bijvoorbeeld per ongeluk tien artikelen naar een klant in plaats van één, dan klopt de voorraad niet meer. Dit wordt niet geregistreerd – in het systeem staat dat jij één product hebt verstuurd. Bij het inventariseren merk je dan dat er een tekort is van negen artikelen. Controleer dus altijd goed of je het juiste aantal goederen gepakt hebt.

Opdracht 14 Wat voor derving? Er is ingebroken in het magazijn en er zijn goederen gestolen. Welke vorm van derving is het? Kies het juiste antwoord. bekend en crimineel bekend en direct onbekend en crimineel onbekend en indirect

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Opdracht 15 Verschillende soorten derving

a. Wat is het verschil tussen bekende derving en onbekende derving?

b. Wat is het verschil tussen directe derving en indirecte derving?

Opdracht 16 Welke fout?

Geef aan welke fout(en) in de volgende situaties worden gemaakt. Kies uit administratieve, controle- of werkfouten. 1. De hoeveelheid wordt niet goed vergeleken met de gegevens op de pakbon. 2. De verkeerde artikelcode wordt ingevoerd. 3. Er worden te veel goederen verzameld, ingepakt en verzonden. 4. Goederen worden op de verkeerde plek neergezet. 5. De ontvangen goederen worden niet vergeleken met de vrachtbrief. 6. Door te snel werken raken goederen beschadigd, maar ze worden toch verstuurd. 7. Bij het inventariseren wordt verkeerd geteld. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

146

administratieve fout / controlefout / werkfout administratieve fout / controlefout / werkfout administratieve fout / controlefout / werkfout administratieve fout / controlefout / werkfout administratieve fout / controlefout / werkfout administratieve fout / controlefout / werkfout administratieve fout / controlefout / werkfout


Hoofdstuk 5 Afsluiting van het logistieke proces

Opdracht 17 Bereken de derving in stuks en in euro’s Na het inventariseren van een voorraad zilveren kandelaars zijn de volgende gegevens bekend: Bereken: 1. per artikel wat de derving is in stuks 2. per artikel wat de derving is in euro’s 3. de totale derving in euro’s. Gebruik je rekenmachine voor het uitrekenen van de derving in euro’s. Artikelcode Artikel

Adm. voorraad

Werkelijke Prijs per voorraad stuk

S 3450

Kandelaar 45 zilver ovaal

45

€ 14,50

S 3451

Kandelaar zilver rond

45

€ 14,90

Kandelaar 74 zilver hoog 30 cm

72

€ 23,40

Kandelaar 78 zilver hoog 28 cm

78

€ 22,40

Kandelaar 72 zilver hoog 26 cm

72

€ 21,40

Kandelaar 107 zilver hoog 24 cm

106

€ 21,40

Kandelaar 189 zilver hoog 22 cm

184

€ 20,40

Kandelaar 280 zilver hoog 20 cm

270

€ 19,40

S 3458

Kandelaar 256 zilver hoog 14 cm

254

€ 18,40

S 3459

Kandelaar 428 zilver hoog 12 cm

428

€ 17,40

S 3460

Kandelaar 400 zilver hoog 10 cm

380

€ 16,40

S 3453

S 3454

S 3455

S 3456

S 3457

Bedrag

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

S 3452

48

Afwijking

147


Artikelcode Artikel

Adm. voorraad

Werkelijke Prijs per voorraad stuk

Kandelaar 328 zilver vierkant 20 cm hoog

320

€ 21,50

S 3462

Kandelaar 260 zilver vierkant 30 cm hoog

260

€ 24,50

S 3463

Kandelaar 105 zilver vierkant 40 cm hoog

103

€ 27,50

S 3464

Kandelaar 36 zilver vierkant 50 cm hoog

36

€ 30,50

Bedrag

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

S 3461

Afwijking

Totale derving:

Opdracht 18 Berekenen derving moeilijker

Bekijk de volgende tabel. Na een inventarisatie bij een groothandel in witgoed is het volgende bekend over artikelgroep R: Artikelcode R5678

Administratieve voorraad

Werkelijke voorraad Prijs per stuk

€ 5.565,00

260

€ 21,00

€ 9.443,25

145

€ 69,95

€ 40.495,00

455

€ 89,00

€ 10.344,25

120

€ 89,95

€ 4.750,00

56

€ 95,00

R7893

€ 82.360,00

284

€ 290,00

R7894

€ 6.877,00

24

€ 299,00

R8823

€ 6.282,00

17

€ 349,00

R8824

€ 20.748,00

54

€ 399,00

R5679 R7890 R7891 R7892

a. Bereken het voorraadverschil per artikel in aantallen en in euro’s. b. Bereken de totale derving.

148


Hoofdstuk 5 Afsluiting van het logistieke proces

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Zet de gegevens in een tabel.

149


5.5 Samenvatting De afsluiting van het logistieke proces bestaat uit afvalverwerking, schoonmaakwerkzaamheden en inventarisatie. Bij afvalverwerking houd je steeds meer rekening met een circulaire economie. Dit betekent dat je afvalscheiding toepast en dat je materiaal (papier, glas en metaal) zo veel mogelijk hergebruikt. Rekening houden met het milieu bij schoonmaakwerkzaamheden is ook steeds meer een hot item. Welke middelen gebruik je en hoe gebruik je ze? Als laatste inventariseer je de voorraad. Wat is er aanwezig in het magazijn (de werkelijke voorraad)? Dit vergelijk je met de administratieve voorraad. Je kunt ook met cycle-counting of steekproefsgewijs inventariseren. Bij afwijkingen in de voorraad kan er sprake zijn van derving: gemiste inkomsten. We maken onderscheid tussen bekende en onbekende derving, directe en indirecte derving en criminele en niet-criminele derving.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Opdracht 19 Plusvraag: Drones De nieuwste ontwikkeling in het magazijn is het tellen met drones. Bekijk het filmpje.

a. Wat vind je van deze ontwikkeling?

b. Kan dit overal toegepast worden? Waarom wel/niet?

c. Hoe werkt dit systeem?

150


Hoofdstuk 5 Afsluiting van het logistieke proces

5.6 Begrippen Administratieve voorraad De voorraad die volgens de administratie aanwezig is. Afvalpreventie Het tegengaan of beperken van afval. Bekende derving De oorzaak van de derving is bekend.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Circulaire economie Een model van productie en consumptie waarbij bestaande materialen en producten zo lang mogelijk worden gedeeld, verhuurd, hergebruikt, hersteld, opgeknapt en gerecycled om meer waarde te creëren. Op deze manier wordt de levenscyclus (levensduur) van producten uitgebreid. Criminele derving De oorzaak van de derving is een criminele handeling.

Cycle counting Het periodiek tellen van voorraden om de actuele voorraadhoogte en -waarde vast te stellen. Derving Verlies van inkomsten doordat je bepaalde goederen niet meer kunt verkopen. Directe derving Derving waarbij de oorzaak aanwijsbaar is.

Niet-criminele derving De oorzaak van de derving is een niet-criminele handeling. pH-waarde Een maat voor de zuurgraad van een vloeistof.

Steekproefsgewijze inventarisatie Een inventarisatie waarbij je slechts een beperkt aantal artikelsoorten telt. De uitkomst van de telling vergelijk je met de aantallen of geldbedragen die in de administratie genoteerd staan. Technische voorraad Het aantal goederen dat op een bepaald moment daadwerkelijk fysiek aanwezig is in het magazijn. Voorraadinventarisatie Het tellen van de werkelijke voorraad en deze vergelijken met de administratieve voorraad. Werkelijk aanwezige voorraad De voorraad die werkelijk aanwezig is in het magazijn.

151


152

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!


Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

HOOFDSTUK 6 ORGANISATIE EN KWALITEITSBELEID

In dit laatste hoofdstuk komen drie onderdelen aan de orde die voor een logistiek medewerker belangrijk zijn: • organisatieschema • arbeidstijden • kwaliteitssystemen.


Opdracht 1 Wat is belangrijk? a. Waarom zijn de drie punten uit de inleiding belangrijk als je bij een logistiek bedrijf werkt? b. Wat wil je nog leren over deze drie onderdelen?

6.1 Organisatieschema Een organisatieschema is een schematische voorstelling van een organisatie. Een organisatieschema wordt ook organigram of organogram genoemd. Elke onderneming of organisatie heeft verschillende functies. Verschillende medewerkers voeren die functies uit. Het organisatieschema geeft in een simpele vorm weer wat er in de praktijk gebeurt. In zo’n schema zie je bijvoorbeeld: • welke afdelingen er zijn • wie meer verantwoordelijkheid heeft dan een ander • waar iemand in de organisatie staat: je ziet welke functie boven een andere functie staat.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Het is belangrijk dat je weet hoe jouw (leer-/werk)bedrijf is georganiseerd. Dit betekent dat je de schematische afbeelding begrijpt. In zo’n afbeelding kom je lijnen en rechthoeken tegen.

In een organogram kom je de volgende symbolen tegen: • rechthoek Deze geeft de afdeling of de functie aan in de organisatie. • verticale lijn Deze geeft aan hoe de gezagsrelatie is tussen een hogere en een lagere functie. • Horizontale lijn Deze geeft aan dat op gelijkwaardig niveau ook andere afdelingen of medewerkers functioneren.

154


Hoofdstuk 6 Organisatie en kwaliteitsbeleid

In het voorbeeld van een organisatieschema zie je dat de directeur bovenaan staat. Hij geeft leiding aan twee managers of supervisors. Elke manager/supervisor geeft leiding aan twee teamleiders. In dit voorbeeld zie je ook dat iedere teamleider leiding geeft aan twee medewerkers. In de praktijk zijn dat er meestal meer. Je ziet duidelijk de verticale lijnen.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Verticale of horizontale taakverdeling

In het voorbeeld hierboven zie je een duidelijke, verticale lijn. De algemeen directeur geeft leiding aan drie directeuren: de directeur inkoop, de directeur productie en de directeur verkoop. Zij staan alle drie even hoog in het organogram. Daarboven zie je drie horizontale lijnafdelingen: de afdeling Financiën, de afdeling Personeelsaken en de afdeling Automatisering. Dit zijn de horizontale stafafdelingen. Stafdelingen ondersteunen de hele organisatie. De afdeling Personeelszaken is er voor iedereen binnen deze organisatie. Als in een organogram zowel stafafdelingen als lijnafdelingen voorkomen, is er sprake van een lijn-staforganisatie.

155


Opdracht 2 Organogram Fresh

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Bekijk het organogram van vleeswarengroothandel Fresh.

a. Hoeveel stafdelingen zijn er?

b. Aan hoeveel medewerkers geeft de verkoopdirecteur leiding?

c. Welke functies staan op gelijk niveau met de inkoper?

d. Welke taak vind jij zwaarder, die van productiemanager of van verkoopdirecteur? Waarom?

156


Hoofdstuk 6 Organisatie en kwaliteitsbeleid

e. Een van de marketingmedewerkers wil een vraag stellen aan de directeur. Hoeveel niveaus slaat hij dan over?

Opdracht 3 Productiebedrijf Develop-products bv

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Bekijk het organisatieschema van het productiebedrijf Develop-products bv.

a. Hoeveel stafdelingen heeft dit bedrijf?

b. Aan hoeveel medewerkers geeft de directeur Operations leiding?

157


c. Welke afdelingen kunnen gebruikmaken van de technische dienst?

d. Als de productiemanager problemen heeft met de automatisering, bij welke afdeling zal hij dan in eerste instantie aankloppen?

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

e. Welke functies staan op hetzelfde niveau als het hoofd verkoop?

6.2 Wetten en regels

Medewerkers worden in Nederland beschermd door wetten en regels. Deze worden vastgesteld door de overheid of een bedrijfstak. De werkgever is verplicht om zich aan deze wetten en/of regels te houden. Natuurlijk ken je niet alle regels uit je hoofd. Dat hoeft ook niet. Informatie over de regels vind je op de websites van de Rijksoverheid en de Kamer van Koophandel. Een paar belangrijke wetten: • de wetten uit het Burgerlijk Wetboek • Algemene wet Gelijke Behandeling • Wet bescherming persoonsgegevens • Wet Arbeidsmarkt in balans • Ziektewet • Arbeidstijdenwet.

Wetten en regels veranderen regelmatig. Heb je met een bepaalde wet te maken, lees dan eerst de actuele informatie of vraag die na in het bedrijf bij de afdeling Persoonszaken. De Arbeidstijdenwet De Arbeidstijdenwet is belangrijk voor alle medewerkers, ook voor medewerkers in de logistiek. In de Arbeidstijdenwet staan namelijk regels over werktijden, rusttijden, pauzes en nachtdiensten. Deze wet geldt voor alle werknemers van 18 jaar en ouder. Ook voor stagiairs, uitzendkrachten en gedetacheerden. De werkgever en de werknemer spreken samen af hoe de werktijd per dag, per week, per maand of per jaar wordt ingevuld. Is dit belangrijk voor jou? Jazeker! Daarom bespreken we in het kort een aantal belangrijke zaken uit de Arbeidstijdenwet.

158


Hoofdstuk 6 Organisatie en kwaliteitsbeleid

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

In de Arbeidstijdenwet staan de algemene regels over: • werktijden – maximaal 12 uur werken per dienst – maximaal 60 uur per week – je mag niet elke week het maximale aantal uren werken: – maximaal gemiddeld 55 uur in 4 weken – maximaal gemiddeld 48 uur per week in een periode van 16 weken. • rusttijden – Na een werkdag moet ten minste een rustperiode van 11 uur volgen. – Na een vijfdaagse werkweek moet ten minste een rustperiode van 36 uur volgen. – In een periode van twee weken (14 dagen) moet er minimaal 72 uur (3 dagen) aaneengesloten rust of twee keer een periode van 32 uur aaneengesloten rust zijn. Voor vrachtwagenchauffeurs gelden specifieke rij- en rusttijden. Dit om ongelukken door vermoeidheid zo veel mogelijk te voorkomen. Deze regels staan in een aparte regelgeving: het Rijtijdenbesluit. • pauzes – Als je langer dan 5,5 uur werkt, heb je recht op pauze. De regels voor jouw bedrijfstak kunnen hiervan afwijken. • nachtdiensten – In onze 24 uurseconomie komt ’s nachts werken steeds meer voor. Nachtdiensten zijn extra belastend voor de werknemers. Daarom gelden hiervoor speciale regels. In de Arbeidstijdenwet staat hoe vaak je nachtdienst mag draaien en hoelang deze nachtdiensten mogen duren. • werktijden voor jongeren tot 18 jaar – Jongeren onder de 18 jaar moeten naar school, maar kunnen natuurlijk wel een bijbaan of vakantiebaan hebben. Voor deze jongeren gelden aparte regels, zodat zij genoeg rust krijgen en geen zwaar werk doen. Die regels gelden ook voor stagiairs. • zondagswerk – werkgevers kunnen met de medewerkers afspreken dat er ook op zondag gewerkt wordt. Let op: dit is niet verplicht. Alleen als het bij het aangaan van het dienstverband is afgesproken, geldt een uitzondering. Als je op zondag moet werken, dan heb je recht op ten minste dertien vrije zondagen per jaar. • werktijden en verschillende banen – Als je meerdere banen hebt, worden alle uren van deze banen bij elkaar opgeteld. Voor dit totaal geldt dan de Arbeidstijdenwet. Door de verschillende werktijden bij elkaar op te tellen, weet je wat de werktijden en rusttijden moeten zijn. • werktijden voor zwangere of pas bevallen vrouwen – Voor zwangere of pas bevallen vrouwen gelden aparte regels, bijvoorbeeld over extra rusttijden en regelmatige werkuren. • vaderschapsverlof – Sinds een aantal jaar bestaat er een aparte regeling voor de partner van de moeder. Deze partner krijgt na de bevalling minstens een werkweek betaald verlof. Dit vaderschapsverlof (ook wel geboorteverlof genoemd) kan worden uitgebreid naar maximaal zes weken. Dit moet je wel op tijd bij je werkgever aanvragen. Aan deze regels moet de werkgever zich houden.

159


Opdracht 4 Wat is juist? Een logistiek medewerker werkt 12 uur op een dag. Na deze dag heeft hij recht op: 10 uur rust 11 uur rust net zo veel uur rust als hij gewerkt heeft

Opdracht 5 Hoeveel uur? Hoeveel uur mag een medewerker volgens de Arbeidstijdenwet maximaal werken in een week? 48 uur (6 dagen 8 uur op een dag) 56 uur (7 dagen 8 uur op een dag) 60 uur

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Opdracht 6 Wat staat er in de Arbeidstijdenwet? Ga naar de website van de Rijksoverheid en lees over de Arbeidstijdenwet. a. Voor wie geldt deze wet?

b. Geldt deze wet ook voor personeel dat via een uitzendbureau aan het werk is?

c. Wie controleert of de regels van de Arbeidstijdenwet worden nageleefd?

160


Hoofdstuk 6 Organisatie en kwaliteitsbeleid

Opdracht 7 Groothandel Drongel bv Bij groothandel Drongel bv werkt de 22-jarige Niels 9 uur per dienst. Hij begint op maandag om 6.30 uur en neemt om 13.00 uur een halfuur lunchpauze. Vanwege grote drukte op de afdeling Orderverzamelen werkt Niels ook in de nacht van maandag op dinsdag. Hij begint dan om 22.00 uur. a. Zijn de werktijden van Niels zoals de Arbeidstijdenwet voorschrijft? Waarom wel/niet?

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

b. Is de lunchpauze van Niels zoals de Arbeidstijdenwet voorschrijft? Waarom wel/niet?

c. Zijn de rusttijden van Niels zoals de Arbeidstijdenwet voorschrijft? Waarom wel/niet?

6.3 Kwaliteitssystemen

Kwaliteit is heel belangrijk binnen het logistieke bedrijf. Iedereen die binnen het bedrijf werkt, moet meehelpen bij het leveren van kwaliteit. Kwaliteitsmanagement wil zeggen: het streven naar en het optimaliseren van de kwaliteit van een product, dienst of de organisatie. Dit is geen apart vakgebied, maar komt terug in alle afdelingen van het bedrijf. Om goede kwaliteit te leveren, moet het bedrijf kaders en normen stellen. Daar moet je dan aan voldoen. Een kwaliteitssysteem is een instrument om de kwaliteit van je werk (officieel bedrijfsvoering) te waarborgen en te verbeteren. Het systeem laat zien waar kritieke punten of processen in de organisatie zijn. Bijvoorbeeld of de orders van de klanten juist en tijdig verwerkt worden en (heel belangrijk) of je klanten tevreden zijn. Het bedrijf wil altijd dat de kwaliteit minimaal constant blijft of verbetert. Je moet dus de kwaliteitsnormen handhaven of verbeteren. Deze kwaliteitsnormen zijn erkende afspraken die vastgelegd zijn in een document. Er zijn verschillende soorten kwaliteitssystemen, zoals: • ISO • NEN • HACCP • CBL Hygiënecode • Lean • 5S-methode.

161


Elk bedrijf bepaalt zelf welk(e) kwaliteitssysteem of -systemen ingevoerd worden. Soms gebeurt dat vrijwillig, soms is het wettelijk verplicht.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

ISO ISO is een afkorting voor International Organization for Standardization. Dit is een internationale organisatie die normen voor kwaliteit vaststelt. Volgens de norm van deze organisatie moeten alle bedrijven op papier hebben vastgelegd hoe ze hun kwaliteitsbeleid vormgeven. Het doel van ISO is dat de producten die geleverd worden voldoen aan de kwaliteitsnormen die opgesteld zijn. Ook hoort het bedrijf de juiste regels en procedures te volgen. Voldoet een bedrijf aan de normen, dan krijgt het een ISO-certificaat. Dit certificaat zegt dus iets over de kwaliteit van de bedrijfsvoering. Leveranciers en klanten werken graag met bedrijven die een ISO-certificaat hebben. Dit geeft een soort garantie dat er kwaliteit geboden wordt. Als een bedrijf een ISO-certificaat heeft behaald, dan is dat drie jaar geldig. Tijdens deze jaren wordt de kwaliteit door middel van een controle bewaakt. Zo’n controle heet een audit. Je kunt aan het certificaat herkennen dat een bedrijf volgens de ISO-normen werkt.

NEN De afkorting NEN staat voor Nederlands Normalisatie Instituut. Deze normen voor kwaliteit gelden alleen in Nederland. We noemen ze ook wel NEN-normen. Het doel van NEN is het begeleiden en stimuleren van normen. De normen zijn afspraken die bedrijven vrijwillig met elkaar maken over de kwaliteit en de veiligheid van hun producten, diensten en processen. Als neutrale partij inventariseert NEN aan welke normen behoefte is. Ook helpt dit instituut bedrijven om deze normen te financieren en te ontwikkelen. En het brengt verschillende partijen bij elkaar, zodat ze afspraken kunnen maken die worden vastgelegd in normen en richtlijnen. In tegenstelling tot de ISO doet het NEN niet aan certificering.

162


Hoofdstuk 6 Organisatie en kwaliteitsbeleid

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

HACCP HACCP staat voor Hazard Analysis and Critical Control Points. HACCP is een hygiënerichtlijn voor bedrijven die met voedsel werken. De code richt zich op de voedselveiligheid. Werk je in een magazijn waar voedingsmiddelen liggen opgeslagen, dan kom je HACCP-richtlijnen tegen. Maar HACCP wordt ook gebruikt in voedselproducerende bedrijven, restaurants en gezondheidsinstellingen. Werk je volgens de richtlijnen, dan voldoe je aan de wettelijke eisen voor voedselveiligheid. Het is een soort inventarisatie van de risico’s bij het omgaan met voedingsmiddelen. Hygiëne is belangrijk tijdens het hele proces (van grondstoffen tot klant), zodat we veilig voedsel kunnen eten. Het HACCP-systeem helpt bij de kritische punten om de controle te beschrijven en zo eventuele gevaren te beheersen. Voor veel bedrijfstakken is een hygiënecode opgesteld. In deze code staan regels over hoe je met specifiek voedsel moet omgaan.

CBL-hygiënecode Een van de bedrijfstakken die werkt met een hygiënecode is de levensmiddelenhandel. Winkels waar levensmiddelen worden verkocht, werken met deCBL-hygiënecode. De afkorting CBL staat voor Centraal Bureau Levensmiddelenhandel. Eigenlijk is het een uitwerking van HACCP. De CBL-hygiënecode geldt ook in magazijnen en distributiecentra van een levensmiddelenketen. Dus moet je ook hier volgens de richtlijnen en regels werken om de voedselveiligheid niet in gevaar te brengen.

163


Lean Lean is een kwaliteitsmethode waarbij het uitgangspunt is: de bedrijfsprocessen continu verbeteren. Dit bereik je onder andere door: • verspilling tegen te gaan • activiteiten die geen toegevoegde waarde hebben te stoppen • alleen te focussen op wat belangrijk is. Lean wordt niet alleen ingezet in productiebedrijven. Je komt Lean overal tegen, ook in logistieke bedrijven en dienstverlenende bedrijven. De boodschap is eenvoudig: voorkomen dat je dingen doet die eigenlijk overbodig zijn.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Enkele voorbeelden van het toepassen van Lean, het voorkomen van verspilling: • produceer geen goederen voor niets • zorg dat er geen wachttijden ontstaan • voorkom onnodig transport en onnodige transporttijden • voorkom onnodige bewegingen en/of verplaatsingen • houd de voorraad zo klein mogelijk.

5S-methode De 5S-methode gaat ervan uit dat een beter georganiseerd bedrijf begint bij een goed georganiseerde, opgeruimde werkplek. De 5S-methode is eigenlijk een instrument uit Lean. De methode bestaat uit vijf stappen. Elke stap om te komen tot een betere organisatie begint met een S: 1. scheiden 2. sorteren 3. schoonmaken 4. systematiseren 5. standhouden.

164


Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Hoofdstuk 6 Organisatie en kwaliteitsbeleid

Uitleg van de vijf stappen: 1. scheiden Je bepaalt welke zaken op je werkplek nodig zijn en welke overbodig. Alles wat overbodig is, verwijder je. Zo krijg je een nette, opgeruimde werkplek, waar alleen spullen liggen die je nodig hebt. 2. sorteren Deel je werkplek zo in dat je altijd alles gemakkelijk kunt terugvinden. 3. schoonmaken Bij deze stap horen alle schoonmaakwerkzaamheden. Dus het schoonhouden van je werkplek, van je transportmaterieel en van je materiaal. Zorg ook voor het scheiden en recyclen van het afval. 4. systematiseren Alle afspraken in een bedrijf worden vastgelegd. Zo weet iedereen welke regels en procedures er zijn en kan iedereen zich daaraan houden. Als andere medewerkers zich hier niet aan houden, spreek je ze daarop aan. 5. standhouden Maak afspraken met elkaar. Zorg dat alles regelmatig gecontroleerd wordt en stimuleer elkaar tot verbeteringen.

165


Opdracht 8 ISO-certificaat Ga naar de website van TÜV Nederlands. a. Wanneer krijgt een bedrijf een ISO-certificaat?

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

b. Waarom willen bedrijven graag een ISO-certificaat?

Opdracht 9 HACCP

Ga naar de website van het voedingscentrum. a. Wat is het doel van HACCP?

b. Waarvoor staan de letters HACCP?

c. Welke bedrijfstak gebruikt de HACCP-richtlijn?

d. Waarom is dit zo belangrijk?

166


Hoofdstuk 6 Organisatie en kwaliteitsbeleid

Opdracht 10 Welk kwaliteitssysteem? Welk kwaliteitssysteem kun je het best inzetten? • • • • 1.

CBL-hygiënecode HACCP Lean 5S. Een bedrijf waar met voedsel grondstoffen wordt gewerkt.

2. Een bedrijf waar het accent ligt op een goed georganiseerde, opgeruimde werkplek. 3. Een bedrijf waar levensmiddelen worden verkocht.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

4. Een bedrijf waar veel grondstoffen en materialen worden verspild.

Opdracht 11 5S-methode Bekijk het filmpje.

a. Welke twee Japanse principes staan centraal in 5S?

b. Welke voorbeelden van 5S komen in dit filmpje aan de orde?

c. Welke vijf stappen komen in dit filmpje aan de orde?

d. Noem twee extra S-en (6S en 7S).

167


Opdracht 12 Lean

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Welke twee principes horen bij Lean? geen verspillingen en altijd je proces controleren voorkom onnodige handelingen en zorg voor een opgeruimde werkplek voorkom wachttijden en produceer niets voor niets

168


Hoofdstuk 6 Organisatie en kwaliteitsbeleid

6.4 Samenvatting Je kunt de organisatie of het bedrijf waar je werkt schematisch weergeven in een organigram of organisatieschema. Hieruit kun je opmaken wie de eindverantwoordelijk is, welke afdelingen er zijn en/of wie aan het hoofd van die afdelingen staan. Je ziet ook hoe de informatiestromen lopen en hoe snel het duurt voordat de informatie op de werkvloer terechtkomt. Vaak zijn er ook staffuncties die een ondersteunende taak hebben, zoals personeelszaken en schoonmaak. Elk bedrijf heeft te maken met wetten en regels. In de Arbeidstijdenwet is geregeld hoeveel uur iemand mag werken en hoeveel rusttijd daarna minimaal moet volgen. In sommige ondernemingen werken de werknemers soms te veel uren achter elkaar. Dit kan gevaarlijke situaties opleveren. Door wettelijk een maximum vast te leggen, kan hierop gecontroleerd worden. Bedrijven die de regels overtreden, kunnen een boete krijgen.

Opdracht 13 Plusvraag: Optimaliseren van het orderverzamelproces en het inventariseren

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

Lees het artikel ‘Magazijnrobots: dit zijn de belangrijkste oplossingen in het orderpickdomein’ op Logistiek.nl. Lees het artikel ‘DSV gaat voorraad tellen met drones’ op Logistiek.nl.

Je bent aan het eind van dit boek gekomen en weet nu meer over orderverzamelen, verzendklaar maken, laden, inventariseren en de juiste kwaliteit bieden. Maak aan de hand van de vragen hierna een presentatie: • Welke oplossing noemt het artikel over robots? • In het artikel worden drie hoofdoplossingen beschreven. Welke drie clusters bespreekt het artikel en hoe werkt elk cluster? • Voeg afbeeldingen of ander mediamateriaal over deze drie oplossingen aan je presentatie toe. • Wat vind jij van deze oplossingen? • Welke oplossing (cluster) vind jij het best toepasbaar? • Hoe werkt dit systeem? • Zoek op internet nog een filmpje over deze vorm van robotisering en gebruik dit bij de presentatie. • Kun je dit gebruiken in het werk dat je doet / gaat doen? • Ken je nog meer oplossingen om het orderverzamelen te verbeteren? • Hoe werkt het tellen met drones in een magazijn? • Wat vind jij daarvan? • Welke voor- en nadelen heeft het tellen met drones?

169


6.5 Begrippen 5S-methode Japanse methode voor kwaliteitszorg die ervan uitgaat dat een beter georganiseerd bedrijf begint bij een goed georganiseerde, opgeruimde werkplek. Arbeidstijdenwet (ATW) Wet waarin is vastgelegd welke werk- en rusttijden zijn toegestaan. CBL-hygiënecode De HACCP-methode voor bedrijven waar levensmiddelen worden verkocht. HACCP Hazard Analysis and Critical Control Points: vorm van integratie waarbij je een deel van de aansturende processen bij een andere partij neerlegt.

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

ISO International Organization for Standardization: een organisatie die normen voor kwaliteit vaststelt. ISO-certificaat Een certificaat dat aangeeft dat je bedrijf aan de ISO-normen voldoet.

Kwaliteitssysteem Instrument om de kwaliteit van de bedrijfsvoering te borgen en/of te verbeteren.

Lean Methode waarbij het uitgangspunt is de efficiëntie van het proces te verbeteren en verspilling en activiteiten zonder toegevoegde waarde zo veel mogelijk tegen te gaan. NEN-normen Normen van het Nederlands Normalisatie Instituut, die alleen in Nederland geldig zijn. Organogram of organigram Schematische voorstelling van de organisatie. Rusttijden Tijden waarop niet gewerkt hoeft te worden. Werktijden Tijden waarop gewerkt wordt.

170


INDEX 5S-methode ...................................... 164, 170

H HACCP ............................................... 163, 170 Homogene orders ....................................... 24 I IBC ............................................................... 71 IBS (Intermediate Bulk Container) .......... 104 Inbound ....................................................... 24 ISO ..................................................... 162, 170 ISO-certificaat ................................... 162, 170

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

A Administratieve voorraad ................ 140, 151 Adressticker ........................................ 84, 104 Afhaalorder ................................................. 24 Afroeporder ................................................ 24 Afvalpreventie ................................... 135, 151 AGV ........................................................ 35, 66 Arbeidstijdenwet ...................................... 158 Arbeidstijdenwet (ATW) ........................... 170 Autostore .............................................. 35, 66

G Gewichtsverdeling ............................ 126, 132

B Backorder ................................................... 24 Balieorder ................................................... 24 Barcode ............................................... 79, 104 Batch orderverzamelen ........................ 19, 24 Behandelingsetiketten ....................... 80, 104 Bekende derving ....................................... 151 C CBL-hygiënecode .............................. 163, 170 Circulaire economie ......................... 135, 151 Collomerksticker ........................................ 84 Collomodulair systeem ............................ 104 Consumentenverpakking ................... 75, 104 Criminele derving ............................. 145, 151 Crosdocking .............................................. 104 Crossdocken ............................................... 68 Cycle counting .......................................... 151 Cycle-counting .......................................... 140

K Kwaliteitssysteem ............................ 161, 170

L Laadruimte ....................................... 121, 132 Lean ................................................... 164, 170 Locatiecode .......................................... 31, 66 M Magazijn gereed product ........................... 24 N NEN ........................................................... 162 NEN-normen ............................................. 170 Niet-criminele derving ...................... 145, 151

D Derving ................................................ 94, 151 Directe derving ................................. 144, 151 Distributieverpakking ......................... 75, 104 Dockplan ........................................... 123, 132 Dynamisch orderverzamelen ............... 29, 66

O Octabin ..................................................... 104 Omverpakking .......................................... 104 Omverpakkingen ........................................ 75 Order ....................................................... 8, 24 Orderverzamellijst ...................................... 24 Orderverzamelroute ................................... 24 Organogram of organigram ..................... 170 Outbound ................................................ 8, 24

E EDI (Electronic Data Interchange) ....... 12, 24 ERP (Enterprice Resource Planningssystem) .................................... 24 ERP (Enterprise Resource Planning) ......... 12 Expeditieruimte ................................ 121, 132

P Parallel orderverzamelen ..................... 19, 25 PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen) ....................... 104 PH-waarde ........................................ 138, 151 Pick-by-vision ....................................... 33, 66 171


Pick-to-graphics method ........................... 33 Pick-to-lightsysteem .................................. 31 Pickaanta .................................................... 66 Pickaantal ................................................... 32 Picklijst .................................................. 32, 66 Q QR-code ................................................. 33, 66

Voorraadinventarisatie .................... 140, 151 Vulmateriaal ..................................... 127, 132 W Warehouse Management System (WMS) ... 25 Werkelijk aanwezige voorraad ......... 140, 151 Werktijden ......................................... 159, 170 WMS (Warehouse Management System) ... 12

R Retourgoederen ....................................... 104 RFID-tag ................................................ 33, 66 Rusttijden .......................................... 159, 170

Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!

S Samenladingsverbod ....................... 120, 132 Scanning ............................................... 32, 66 Sequentieel orderverzamelen ............. 19, 25 Shuttlesysteem ........................................... 66 Spoedorder ................................................. 25 Statisch orderverzamelen .................... 29, 66 Steekproefsgewijze inventarisatie ... 140, 151 Straps .................................................. 96, 104 Stuwen .............................................. 126, 132 T Technische voorraad ................................ 151 Termijnorder ............................................... 25 TGT .............................................................. 93 THT .............................................................. 94 TMS (Transport Management System) . 12, 25 Track & Trace .............................................. 25 Track & tracecode ............................... 79, 104 Transportmodaliteit ......................... 108, 132 U UCD ............................................................. 94 Unit- of miniload ................................... 35, 66 UVD .............................................................. 94

V VAL ............................................................... 88 VAL (Value Added Logistics) ..................... 104 VAS .............................................................. 88 VAS (Value Added Services) ..................... 105 Verankermateriaal ............................ 126, 132 Verpakkingsdichtheid ........................ 75, 105 Verzendeenheid .................................. 79, 105 Voice-picking ........................................ 31, 66

172


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook

Articles inside

4.4 Goederen-klaarzetten

2min
pages 140-141

4.5 Voorzieningen-bij-het-laden

6min
pages 142-150

4.3 Orders-combineren

1min
page 139

4.2 Vervoersdocumenten

9min
pages 129-138

3.5 VAS--en-VAL-activiteiten

3min
pages 105-108

3.7 Goederen-stapelen-en-vastzetten

4min
pages 111-117

3.6 Controle-van-uitgaande-goederen

2min
pages 109-110

3.9 Begrippen

1min
pages 122-125

3.2 Materiaal-van-verpakkingen

4min
pages 77-85

Hoofdstuk 3 Verzendklaar-maken-van-de-goederen ....................................................... 73 3.1 Stap-10:-Verzendklaar-maken-/-naar-expeditie-/-vrachtbrief-maken

1min
pages 74-76

3.3 Functies-van-verpakkingen

3min
pages 86-92

2.8 Samenvatting

1min
pages 69-70

Hoofdstuk 1 Ontvangst-van-de-order ................................................................................... 7 1.1 Stap-7:-Ontvangst-orders

4min
pages 8-14

2.4 Orderverzamelroutes

4min
pages 52-58

1.5 Begrippen

1min
pages 25-27

2.5 Veilig-werken-bij-het-orderverzamelen

3min
pages 59-60

1.2 Soorten-orders

3min
pages 15-17

Inleiding .............................................................................................................. 5 Kerntaken en werkprocessen

0
pages 6-7

1.4 Samenvatting

0
page 24

1.3 Stap-8:-Voorbereiden-orderverzamelen

5min
pages 18-23
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.