Hoofdstuk 5 Afsluiting van het logistieke proces
Tips bij het schoonmaken • Heb je het schoonmaakmiddel uitgekozen, dan kun je ook tijdens het schoonmaken aan het milieu denken. Gebruik niet te veel schoonmaakmiddel. Het etiket geeft aan wat de juiste hoeveelheid is. Houd je hieraan. • Gebruik ook de juiste schoonmaakmethode. Houd je bijvoorbeeld aan de gestelde inwerktijd van een schoonmaakmiddel en de juiste temperatuur. • Meng verschillende schoonmaakmiddelen nooit met elkaar. Daardoor kunnen gevaarlijke gassen ontstaan. Bovendien verliezen beide producten dan hun werking. • Spoel (water met) schoonmaakmiddelen door de afvoer. Gooi bijvoorbeeld sop nooit zomaar op straat of tussen de struiken.
Opdracht 5 Schoonmaken: intern of extern
Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!
Een bedrijf kan ervoor kiezen om de schoonmaak door een extern (schoonmaak)bedrijf te laten doen. Of een bedrijf kiest er juist voor om de schoonmaak door de eigen medewerkers te laten doen. a. Noem twee redenen om de schoonmaak door externen te laten doen.
b. Noem twee redenen om de schoonmaak door eigen medewerkers te laten doen.
Opdracht 6 Vet en olie
Wat gebruik je bij het opruimen van vet en olie? Er zijn meerdere antwoorden goed. ammonia houtsnippers kattenbakkorrels soda zaagsel
Opdracht 7 Schoonmaakmiddelen Schoonmaakmiddelen hebben, net als alle waterige oplossingen, een pH-waarde. Kies de juiste antwoorden. 1. Een pH-waarde geeft aan of een middel zuur, neutraal of basisch / zoet is. De pH-waarde geeft dus de breedtegraad / zuurgraad van een middel aan. 2. Een middel met een pH-waarde van 3, betekent dat het middel neutraal / zuur is en schadelijk voor het milieu / product. 3. Een schoonmaakmiddel dat het minst schadelijk is voor het milieu heeft een pH-waarde van 1 / 7.
139