Hoofdstuk 2 Het orderverzamelen
Opdracht 27 De juiste volgorde Zet de zeven activiteiten die bij het orderverzamelen horen in de juiste volgorde. Je pakt het aantal goederen dat op je lijst staat. Je bevestigt dat je de goederen hebt gepakt door aan te vinken of aan te klikken. Je zet de goederen op je intern transportmaterieel. Je gaat naar de eerste picklocatie. Je controleert of het de juiste locatie is. Je zet je transportmiddel bij de locatie neer.
Al C ni lee ON et n C vo te E or r in PT ge za br ge ui k!
Je controleert of het de juiste goederen zijn.
2.7 Artikelcodes
Om te weten welke goederen je moet verzamelen, gebruiken de meeste logistieke bedrijven een artikelcode. Deze code vertelt je precies wat er in de verpakking zit. Zo hoef je de verpakking niet open te maken. De code moet duidelijk leesbaar zijn en op ieder moment gescand kunnen worden. Veelgebruikte artikelcodes zijn: • barcode (EAN) • UN-nummer.
Barcode Goederen die internationaal worden ingekocht, kunnen een barcode of EAN-code hebben. EAN betekent European Article Number. Met zo’n nummer kunnen bedrijven makkelijk internationaal leveren en bestellen. De barcode (= streepjescode) die je op artikelen vindt, heeft een vaste opbouw. Een van de bekendste is EAN-13. Deze code bestaat uit dertien cijfers. Elk cijfer is een combinatie van verschillende streepjes en spaties. De eerste twee van de dertien cijfers vormen de landcode. Deze geeft aan in welk land het bedrijf dat het artikel heeft gemaakt, is aangemeld. Dit is niet altijd het land waar het artikel is gemaakt. Een bedrijf kan in Nederland zijn aangemeld, maar producten in China laten maken. Nederland heeft landcode 87. De volgende vijf cijfers geven aan wie de producent of importeur is. Dit heet de leverancierscode. De volgende vijf cijfers vormen de artikelcode die het bedrijf aan het artikel heeft toegekend. Het laatste getal in de streepjescode is een controlegetal.
59