3 minute read
Impopulaire oorlog, populaire soundtrack
Haye Heida – Muziek en het militaire wezen zijn nauw met elkaar verweven. Opzwepende ritmes van grote trommels hebben talloze galeislaven en voetsoldaten eeuwenlang door zee- en veldslagen geloodst. Communicatie en coördinatie op de kazerne en het slagveld, bevordering van het moreel en intimidatie van de vijand – het zijn allemaal zaken waarbij muziek een rol kan spelen. De Vietnamoorlog was anders. Radio, draagbare platenspelers, de eerste cassettespelers en zelfs live optredens van bands die naar Vietnam werden gevlogen – droegen allemaal bij aan het feit dat de Amerikaanse troepen veel meer toegang hadden tot muziek dan hun voorgangers.
Advertisement
Zoals de soldaten aan het front op de hoogte waren van de nieuwste muziek, was men aan het thuisfront evenzeer op de hoogte van wat zich allemaal in Vietnam afspeelde. Zo staat de Vietnamoorlog ook wel bekend als de eerste echte ‘televisieoorlog’. In menig huiskamer waren de oorlogstaferelen dagelijks te zien. Ook de vele fotoreportages waren van grote invloed op de verschuiving van de publieke opinie. De oorlog verzwakte de V.S. zeer in de jaren 1965-1973; misschien nog wel meer in moreel opzicht dan in financieel opzicht, waardoor afkeer tegen de oorlog uiteindelijk wijdverbreid was.
Waar de red scare van de jaren ‘50 aanvankelijk genoeg was om een oorlog te legitimeren werd de anticommunistische sfeer na verloop van tijd door velen als achterhaald ervaren. De Sovjet-Unie leek in haar pogingen tot destalinisatie een stuk minder afschrikwekkend dan voorheen en er kwam meer sympathie voor de Vietnamese zaak. Waarschijnlijk is Vietnamese propaganda hierbij van enige invloed geweest: de nadruk werd immers niet op een communistische revolutie gelegd, maar op de strijd tegen Amerikaans neokolonialisme en het Vietnamese streven naar nationale onafhankelijkheid.
Aan het front vormde muziek een verbindende factor
De sociale onrust die de Vietnamoorlog veroorzaakte ging zich manifesteren in een vrijgevochten jeugdcultuur met een distinctieve muzieksmaak en protestliederen. De jonge mannen die deze cultuur hielpen vormgeven waren vrijwel allemaal onderhevig aan de zogenaamde ‘draft lottery’ van december 1969, een nationale loting voor dienstplicht. In reactie hierop zong de band Creedence Clearwater Revival over de frustraties van de ’gewone man’ ten opzichte van de fortunate sons die zich aan deze dienstplicht wisten te onttrekken. Op een weiland in Upstate, New York maakten ‘three days of peace and music’ in de zomer van datzelfde jaar vele anti-oorlog sentimenten los. Typerend was het optreden van Country Joe and the Fish. Zij speelden onder andere het nummer “The I-Feel-Like-I’m- Fixin’-To-Die Rag’’, dat vele cynische strofen bevat zoals ‘be the first one on your block, to have your boy come home in a box’. Met Jimi Hendrix’ controversiële uitvoering van het Amerikaanse volkslied als klap op de vuurpijl wordt dit legendarische Woodstockfestival algemeen beschouwd als hoogtepunt van de tegencultuur en het hippietijdperk.
Jongens die werden opgeroepen hadden echter niet de luxe om deel te nemen aan dit soort vredesmanifestaties, maar aan het front vormde muziek eveneens een verbindende factor. In populaire films, documentaires en televisieseries die in de afgelopen decennia over de Vietnamoorlog zijn gemaakt, lijkt de continue aanwezigheid van muziek erg overdreven. Toch is dit niet ver van de waarheid verwijderd: overal speelde muziek, volgens veteranen was er geen ontkomen aan. Zij spreken dan ook over een shared soundtrack die niet alleen gedeeld werd met het thuisfront, maar ook door militairen uit alle hoeken van de samenleving.
Het zijn liedjes waarmee vele veteranen zichzelf destijds geïdentificeerd hebben, temeer omdat zij dagelijks op de algemene militaire radiozender te horen waren. Voor bezwete G.I.’s op trektocht door de Vietnamese hoogvlakten was het Nancy Sinatra’s “These Boots Are Made for Walkin’”. Afro-Amerikaanse soldaten, radeloos vanwege de moord op Martin Luther King, vonden ongetwijfeld steun in Aretha Franklin’s “Chain of Fools”. Muziek bood naast ontspanning dan ook houvast, een middel voor soldaten om te reflecteren op de soms traumatische ervaringen van de dag. In dit licht begonnen zelfs liefdesliedjes zoals “Nowhere to Run” van Martha Reeves & The Vandellas een nieuwe betekenis te krijgen.
Het feit dat de publieke opinie zich fel tegen de oorlog had gekeerd, maakte dat de Vietnamveteranen niet echt met open armen werden ontvangen. Zij werden niet langer gezien als ongelukkige draftees, maar als handlangers van ‘The Man’. Het imago van Amerika heeft door de Vietnamoorlog een flinke deuk opgelopen, die zich nooit meer heeft hersteld. Achter de iconische muziek die wij met deze oorlog associëren, gaat bovendien een groot nationaal trauma schuil. Ondanks vele pogingen om het lot van de oudgedienden onder de aandacht te brengen, is een informele zwijgplicht over allerlei aspecten van het conflict eigenlijk nog steeds de norm. Het is pas vrij recentelijk dat deze mensen enige erkenning krijgen. Muziek heeft en zal de ex-militairen dan ook nog een tijd langer houvast moeten bieden.