2 minute read
Vive la République
Bente Marschall – Je moet ervoor naar Avignon (de olieverfschets van David) of Lille (het, waarschijnlijk door een leerling van David, uitgewerkte schilderij). Tegen de achtergrond van een woelige, nauwelijks zichtbare, strijd kruipt een naakte jongeling over de grond. Zijn ogen zijn halfgesloten. Hij lijkt te lijden, maar nergens is ook maar een spoor van een wond waar te nemen. Hij drukt de driekleurige Franse kokarde tegen zijn borst. Wie was deze jongeling, die door Jacques-Louis David en verschillende anderen meermaals is vereeuwigd?
Joseph Barra (ook wel ‘Bara’; 30 juli 1779 - 7 december 1793) was eigenlijk nog te jong om in het leger te dienen. Hij was pas tien jaar oud toen de Franse Revolutie op 5 mei 1789 uitbrak. Het is niet duidelijk of hij vol overtuiging achter de idealen van die Revolutie stond. In ieder geval zou de Revolutie uitmonden in een periode van staatsterreur. Joseph besloot zich, al dan niet uit vrije wil, als vrijwilliger te melden bij een bataljon dat optrok tegen de Royalisten. Lang is hij niet in dienst geweest. Op veertienjarige leeftijd werd hij vermoord. Volgens sommigen bij zijn poging twee paarden, die hij aan de teugels leidde, uit handen van de Royalisten te houden. Zo pijnloos en zonder bloedvergieten als Jacques-Louis David het op het schilderij De dood van Joseph Barra (ca. 1794) doet voorkomen, zal zijn dood waarschijnlijk niet zijn geweest. Het aseksuele lichaam van het afgebeelde jongetje benadrukt zijn naakte onschuld. Voor die naaktheid is eigenlijk geen ander argument aan te voeren dan het willen verbeelden van ‘heroïsch naakt’.
Advertisement
Dit voorval kon Maximilien de Robespierre goed gebruiken voor zijn propaganda. Aan de dood van Joseph Barra werd een twist gegeven. Het te veroordelen inzetten van kinderen in de strijd werd omgevormd tot iets positiefs. Om gespaard te worden door de Royalisten zou Joseph ‘Vive le Roi!’ hebben moeten roepen. Dit zou de jongeman uit principe geweigerd hebben en zelfs in plaats daarvan heel rebels ‘Vive la République!’ geschreeuwd hebben. Zelfs veertienjarigen streden, zo deed Robespierre het voorkomen, voor de idealen van de nieuwe Republiek van Robespierre.
Het inzetten van kinderen in de strijd werd iets positiefs
Joseph Barra was niet de enige jonge held ten tijde van de Franse Revolutie. De al op 6 juli 1793 omgekomen twaalfjarige Joseph Viala hoort ook in het rijtje ‘kinderhelden van de Revolutie’. Deze helden konden niet onopgemerkt blijven en zouden het nationalistisch-republikeinse gevoel moeten versterken. Het was dan ook niet voor niets dat de kunstenaar Jacques-Louis David de opdracht kreeg ter ere van deze twee knapen het Feest van de Godin van de Rede te organiseren. Davids connecties met Robespierre waren goed en hij vervulde verscheidene taken binnen diens regime. Het is dan misschien ook niet verwonderlijk dat David de jonge Barra vastlegde op een middelgroot olieverfschilderij. Enig opportunisme kan deze ‘hofschilder van de Revolutie’ niet ontzegd worden. Na de val van het door hem gesteunde terreurregime van Robespierre werd hij tijdelijk in detentie gesteld. Tijdens het Directoire ontwierp hij de officiële kleding van de volksvertegenwoordigers. Tien jaar later bevond David zich weer in de Franse topkringen, ditmaal in het Franse ‘keizerrijk’, als ‘hofschilder van Napoleon’. Om vervolgens na diens val als balling in Brussel te eindigen. Al met al blijft het verleden je verbazen. Ook als jongetje van veertien, die enkel twee paarden probeerde te beschermen, kun je in ‘oorlogstijd’ een nationale held worden. Zolang je maar ‘Vive la République!’ roept.