Verhaal van Gelderland Magazine

Page 39

lokaal verhaal Voor het Verhaal van Gelderland werden tal van lokale verhalen in­­ gestuurd. Ze zijn opge­ nomen in een special op mijnGelderland.nl en deels verwerkt in de tekst van de vier boeken. MijnGelderland vertelt de geschiedenis van Gelderland in canons, routes, specials en losse verhalen, en biedt een platform voor de Gelderse erfgoedorga­ nisaties. Bekijk ook de culturele agenda op mijnGelderland.nl.

Bron: Gelders Archief

Op 17 augustus 1832 overleed Harmen Alberts Tuit in het militair hospitaal te Nijmegen aan de gevolgen van de ‘Aziatischen braakloop’. Hij werd daarmee, aldus stadsgeneesheer Cornelis van Eldik, het eerste dodelijke slachtoffer van de cholera in Nijmegen. Na hem zouden nog veertig tot zestig Nijmegenaren de ziekte krijgen. Ondanks de inrichting van een tijdelijk burger-cholera-ziekenhuis overleed van hen meer dan de helft. Toch was de situatie in Nijmegen nog redelijk gunstig. In Arnhem waren meer dan honderdvijftig dodelijke slachtoffers te betreuren. Geschreven door Steven Verhoeven Geneeskundigen zoals Van Eldik stonden machteloos tegenover de cholera. Ze wisten niet precies wat er nodig was om de ziekte te bestrijden. Dat hygiëne een belangrijke rol speelde was volstrekt onbekend. Wel isoleerde men slachtoffers zo veel als mogelijk omdat vermoed werd dat de ziekte besmettelijk zou kunnen zijn, hoewel daarover felle discussies werden gevoerd. In vergelijking met het westen van Nederland kwam Gelderland er goed vanaf: in slechts negen van de 118 gemeenten werd de ziekte officieel vastgesteld. De beperkte medische zorg kon niet voorkomen dat slachtoffers verschrikkelijk leden. Inwoners vonden de ziekte angstaanjagend. Vanwege de blauwe gelaatskleur die lijders kregen, werd cholera ook wel ‘de blauwe dood’ genoemd. Door buikloop en overgeven verloren patiënten zoveel vocht dat ze stierven aan uitdroging. Was iemand het ene moment

nog kerngezond, het andere lag hij of zij in het graf. Omdat de ziekte vooral heerste onder de armste bevolking, werd zij ook wel ‘klompenziekte’ genoemd. Cholera zou nog vaker en heftiger terugkeren in Nederland. In 1848-49 was het op­nieuw raak. Dit keer had Culemborg de twijfelachtige eer om het eerste Gelderse geval te melden. In totaal overleden meer dan duizend Gelder­­ landers in 41 gemeenten en het dubbele aan­­ tal raakte ermee besmet. Vooral Hedel, Deil, Nijkerk en Arnhem werden zwaar getroffen. Na deze uitbraak begon men te vermoeden dat hygiënische maatregelen belangrijk waren. Desondanks bleven sporadische cholera­ gevallen voorkomen. De laatste grote epidemie vond plaats in 1866 en dit was ook meteen de heftigste. Voor­­ al in Utrecht en Zuid-Holland lag het sterftecijfer hoog, maar ook in Gelderland was de paniek groot. Met name in het rivierengebied maakte de ziekte veel slachtoffers. Zo overleed in Zaltbommel bijna drie procent van de gehele bevolking. Ook Arnhem werd wederom heftig getroffen. In totaal vonden in Gelderland ruim veertienhonderd mensen de blauwe dood. Later zouden nog slechts enkele choleragevallen voorkomen. Door verbeterde hygiëne en de ontdekking van de cholerabacterie in 1883 verdween de ziekte begin twintigste eeuw uit Nederland. ◼

37

Mijn Gelderland

verhaal van gelderland magazine

‘De wachter aan onze grenzen. De cholera houdt de vijand buiten de deur’ (1866, Alexander Ver Huell)

De cholera in Gelderland


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.