publicaties, etc. Naast Tilburg University zijn er in de voorbereidende fase door Research Explorer Cynthia Hathaway uitgebreide gesprekken geweest met docenten, studenten en het werkveld. Een neerslag hiervan is terug te vinden in de DISCO Magazine Making Connective Practices: Get out, Get down & Make with others. In de voorbereiding op deze aanvraag, zijn interessante feedbackgesprekken gevoerd, zie overzicht gesprekspartners lectoraat in hoofdstuk 7. Het lectoraat beoogt daarnaast meer samen te werken met werkveldpartners uit andere sectoren, zoals de politiek, het bedrijfsleven, de sociale sector, maar ook het primair en voortgezet onderwijs, mbo en hbo. Bovendien maken de lectoren en onderzoekers uit de kenniskring deel uit van verschillende (inter)nationale netwerken met andere lectoren en opleiders. Voorbeelden hiervan zijn de Society for Artistic Research (SAR), ELIA, AEC, LKCA. Ook binnen het KUO kan het lectoraat een profilerende rol spelen. Lectoraat als Ontmoetingsplaats Het is van essentieel belang dat het lectoraat geen ‘onzichtbaar’ gremium is, maar een tastbare entiteit. Zichtbaarheid en benaderbaarheid zijn cruciaal om artistieke connectieve praktijken met binnen en buiten te thematiseren. Het lectoraat zal dan ook een fysieke ontmoetingsplaats zijn waar studenten, docenten en medewerkers elkaar en het werkveld kunnen ontmoeten. De dynamiek van samenkomen is heel belangrijk als het gaat om het creëren van een onderzoekscommunity. Pas in ontmoeting, interactie, dialoog en debat komt connectiviteit tot stand. Echter minstens zo belangrijk, is ook de informele atmosfeer die van de lectoraatsruimte uit moet gaan. Een sfeer van gastvrijheid, een sfeer die uitnodigt om te verblijven. Op deze manier krijgt de lectoraatsruimte een levendigheid die inspirerend werkt en die verbinding mogelijk maakt, aansluitend bij het thema. Om ontmoeting en zichtbaarheid ten volle te realiseren, is er naast een vaste, open, verwelkomende lectoraatsruimte een mobiele HUB nodig, die zich in FHK en daarbuiten kan manifesteren. Op deze manier is er werkelijk sprake van “teach what you preach” en verbindt het lectoraat letterlijk en figuurlijk binnen en buiten. In de openbaarheid - zowel de openbare ruimte in FHK als de publieke ruimte eromheen - komt ontmoeting tot stand die essentieel is voor een onderzoek naar artistieke connectieve praktijken. Kortom, de thematiek van het lectoraat veruitwendigt zich ook in de ruimte die ze inneemt.
4.3 PROFIEL VAN DE LECTOR (standaard 2) Het lectoraat is er voor alle opleidingen van FHK. Dit betekent dat de lector allereerst in staat moet zijn zich te verbinden met alle kunst- en kunsteducatieve praktijken die aanwezig zijn binnen het instituut. De lector is dan ook zichtbaar op de werkvloer en heeft passie voor onderwijs, docenten en studenten. Hij/zij staat dus middenin de (nieuwe) organisatie van FHK. De lector kan werken met een verscheidenheid aan (artistieke) kennis en is in staat verschillende kennisdomeinen met elkaar te verweven tot een complex geheel. Het gaat hierbij niet om het formuleren van een gemene deler, maar om het zichtbaar maken van de diversiteit en zelfs wrijving binnen de kunsten, om te komen tot een creatieve ruimte van ideeën. Hierbij gaat de lector de complexiteit niet uit de weg, maar laat ruimte voor een veelheid van stemmen die niet altijd op elkaar zijn afgestemd. Geïnspireerd door Richard Sennett’s beschrijving van dialogisme, genereert de lector ‘a space of attention and responsiveness to other people.’12 In die zin heeft de lector een helicopterview, is hij/zij een
Lectoraatsaanvraag Artistic connective practices, Fontys Hogeschool voor de Kunsten
17