1 minute read

5. Gelegenheidsgedichten

Next Article
Gedichten

Gedichten

Sprookje

(Tergelegenheid van het verschijnen van de bundel: “ Gewoon maar Schelpen”van Willem Ruiten)

t Was herfst en uit de zee verrees de nevel, die sagen en legendes deed ontstaan. t Was ons niet vreemd toen uit die grijze nevel een ijle stem ons riep om stil te staan.

Een toverfee kwam naar ons toe getreden en bevend, maar toch hoopvol, bleefik staan. Maar naar mijn broeder richtte zij haar schreden en raakte met haar toverstafhem aan.

“Fee Poezie”, liet ik me klagend horen, “waarom hebt u zich niet tot mij gewend?” Zacht was haar stem, maar harder was haar vonnis: “Niet jij mijn kind, maar hij kreeg het talent.”

En zo werd ik een arme rijmelaarster zo als er hier op aarde velen zijn. Maar hij moest dichten, in bewogen woorden bezingen menselijke vreugd en pijn.

“Gewoon maar Schelpen” staat er op zijn bundel. Bescheidenheid van een eenvoudig man. Maar ik, die deze “schelpen” heb begrepen, weet, dat een “sprookje” waarheid worden kan!

Bab Ruiten

134

This article is from: