
5 minute read
Bijlagen
from Veranderd land
Het hooiland heeft voor en na heel wat pennen in beweging gebracht. We drukken er twee af. Een uit 1889 en een uit de jaren twintig.
Urk, 29 April 1889 Aan den Gemeenteraad Alhier
Weledele Achtbare Heeren,
Ondergeteekenden veehouders en inwoners der Gemeente Urk komen tot UE vergadering met een vriendelijk, doch tevens met een dringend verzoek. Om voor dat het vee op de weide worde gelaten een Afsluitingshek om de kom der huizen worde gebragt. Opdat ten eersten, niet alleen des daags, voor groot of klein, maar ook des avonds wat veiliger is op den weg te verkeeren. Ten tweeden zal de zindelijkheid er veel door bevordert worden. En ten derden zal het vee er van gebaat worden daar ’t gras zoo veel niet zal worden vertrapt, dat toch alleen aan de veehouders verhuurd wordt. Nu zullen onze Edelachtbaren de vraag doen, wat soort hek en hoedanig te plaatsen? Soortgelijke als Heeren Snijder of Hakvoort ruw traliewerk doch iets hooger met 3 riggels op de palen, dan van de Zuidhoek kerkhof tot aan de helling Kl. Hakvoort, van Klaas Hakvoort beneden aan de Zouterij van Hoekstra, dan Noordkant kerkhof bij de kerkdeur aan pastori hek, achter de pastori tot aan de palen, voors van de mestfaalt aan ’t huis van F. Bode daar achter de huizen langs tot achter oude school op de palen aan. Dan kan de mestbak bij P. Keuter blijven en als dan achter P. Nentjes ook een steenen mestbak worde gemaakt, en wordt onderhouden met leeg brengen, zal de zindelijkheid om de kom der huizen bevorderd worden. Wij geven dit UE Achtbaren in overweging en zagen het gaame met een goede uitslag bekroond, daar ook onze timmerlieden thans niet veel werk hebben, en onze Gemeenteweide al in geen 2 a 3 jaar is bemest, wat daar aan gespaart kan hier aan besteed worden.

149
UE Ab. onderdanigen P. Hoekstra W.T. de Vries F. Hakvoort de Weduwe H. van Urk E. Nentjes J. Roos T. Hoekstra jr. L. Gerssen J. ten Napel W.H.Schraal M. Schraal
Aan den Raad der Gemeente Urk.

Edelachtbare Heeren, Ondergeteekenden alien inwoners van Urk geven met verschuldigden eerbied te kennen, of niet het ijzeren hek geplaatst door de zoogenaamde land of gras gewas eigenaars zou verwijdert kunnen worden van de Gemeente weide, en wel om de volgende reden. t le Is het zeer lastig voor ’t volk dat melken moet in de Gemeenteweide, en wel dat gedeelte het welk hooiland wordt genoemd. t 2e Beschouwen het Ondergeteekende als dwingelandij van boven genoemde heeren. t 3e Wordt door sommigen beschouwd als eerste stap van optreden van bovengenoemde heeren om op het hooiland hun eigendomsrecht te laten spreken, ook na dat het is gemaaid. Dit wordt toch door de Gemeente Urk een als ge¬ meente weide beschouwd, en ook als zoo danig door alle veehouders wordt betaald. t 4e Beschouwen ondergeteekenden dit als een handeling buiten hun bevoegdheid, om een hek op gemeentegrond te plaatsen, en nadat het gras is gemaaid te laten staan, om daarmee pressie op het publiek uit te hoevenen. t 5e Geven ondergeteekenden te kenne dat het hun niet te doen is om tegen die boven genoemde heeren te ageeren uit liefhebberij! Dat is heel ons doel niet want dan zouden we over de andere twee afsluitingen, die ook zeer lastig zijn kunnen spreken. Wij geven de Raad enkel maar in overweging of die handeling attrem is of niet! Menig boer en burger moet toch voor dit genoemde hek een groote omweg maken, die eigen’tlijk toch niet noodig heeft.

150
B.V. Sommige wed. vrouwen of andere lieden die een schaap hebben, moeten om die enkele senten melk die geheele omweg afloopen. Vertrouwende de Raad hierop gunstig zal atviseeren en het zal los maken of wegnemen teekenen wij met de meeste Hoogachting: F. Bode W. Kramer E. Nentjes L. Nentjes J. Spithorst F. Post F. Bakker
WAAR GRAASDE OP URK HET VEE?

1. Op de „berg”, voordat deze volgebouwd werd met huizen. En die bebouwing begon al een eeuw geleden en was voor de laatste oorlog voltooid. 2. Aan de rand van het dorp op de gemeenteweide. Na de afrastering tussen „prikkel” en sloot. 3. In het hooiland als het gras gemaaid was. Hier volgt een korte karakteristiek:

Op de berg Het hoogste deel van het eiland Urk werd „de barg” genoemd. Daar stonden drie eeuwen lang alleen het kerkje en de vuurboet. Het grasland eromheen was gemene of gemeen¬ teweide. Iedere bewoner van Urk mocht er (onder bepaalde voorwaarden) wel een schaap of koetje laten grazen. Voordat een beschoeiing werd aangelegd hep de berg met een klif in zee. Voordat die bebouwing oprukte was het het mooiste deel van het eiland. Er is weinig of niets van over gebleven.
Rond het prikkel Met het „prikkel” werd de omheining, de afzetting van het dorp bedoeld, zoals die onder Van Suchtelen werd gerealiseerd. Voordien kwam het vee vaak bij en tussen de huizen. Langs het prikkeldraadhek ontstond een smal wandelpad, veel gebruikt door mensen die een luchtje gingen scheppen. 151
Zo kon je een rondje doen om het dorp: Aan de ene kant van het pad de huizen van wijk 6 en wijk 4 (de slikhoogte). Aan de andere kant zag je het vee, verderop het paalscherm, een pomp met drinkbak, en zo nu en dan een markante lan¬ der in een stuk gemeenteweide die zijn koeien molk.

In het hooiland Zo gauw in het vroege voorjaar het gras in Voor- en Achterland begon te groeien mocht de dorpsjeugd zich daar niet meer vertonen. Ze kon spelen op het zanddijkje, achter het paalscherm, bij de molen, het topshoofd en de staart, maar het hooiland was taboe. Veldwachter en schoolhoofd controleerden regelmatig of het verbod werd geeerbiedigd. Brak in de zomer het hooifeest aan, dan mochten op de laatste dag kinderen meerijden op de halfgevulde hooiwagens. Daarna ging het hek van de dam, en werd het gemaaide land gemene weide. Daar klonk in de zomeravond dan het geroep van de landers. Kom dan, kom dan! De beesten kenden de stem van hun bazen en kwamen om zich te laten uitmelken. Op Urk telde elke druppel. Haasten deden de landers zich niet. En vroeg kwamen ze ook al niet. Wie rond het prikkel wandelde, kon in het vallende duister nog wel de melkstraal in de emmers horen spuiten. Op Urk ging men laat naar bed en de dorpswinkeltjes waren welhaast tot middennacht open. Het Urker koeieras gaf een dunne, blauwachtige melk, maar een rechtgeaarde eilander verkoos die toch boven de uit Kampen aangevoerde ,,botemelk”.

152