BOEKEN
tekst Liza van den Dijssel
“A good run”, zo concluderen twee verpleegkundigen als ze terugkijken naar de tijd dat zij tijdens de aidsepidemie voor talloze zieken zorgden. “Het heeft ons gemaakt tot wie we zijn.” Het verschil dat zij voor hun patiënten maakten en de impact op hun eigen leven beschrijven ze bij tijd en wijle aangrijpend in Nurses on the Inside.
ELLEN MATZER EN Valery Hughes zijn twee jonge verpleegkundigen die in 1979 in een New Yorks ziekenhuis voor de eerste keer met een dan nog onbekende ziekte in aanraking komen. Een 62-jarige Fransman wordt met een vreemd ziektebeeld binnengebracht; hij heeft last van benauwdheid en een laag zuurstofgehalte in zijn bloed. Al snel moet hij aan de beademing; ook constateren de verpleegkundigen een ongebruikelijke longontsteking. De man gaat hard achteruit; een week na zijn opname in het ziekenhuis sterft hij. Nurses on the Inside – Stories of the HIV/AIDS Epidemic in NYC (2019) beschrijft de ervaringen van Ellen en Valery van 1977 tot aan 1998. In meerdere periodes werken ze in verschillende ziekenhuizen samen; vanaf 1990 op de speciale aidsafdeling van het Lenox Hill-ziekenhuis in New York. Gedurende die jaren zijn ze eersterangs getuigen van de voortdurende verschrikkingen: het gevecht om personeel, bedden, materiaal, het gebrek aan kennis en hoopgevende behandeling, en bovenal de soms eenzame doodstrijd van hun patiënten.
Het draagt aan de vaart van het boek bij dat die verhalen zijn neergezet als gesprekken; hetzij tussen het verpleegkundig personeel onderling, hetzij tussen verpleegkundige en patiënt. In de hoofdstukken die het jaar 2019 weergeven, blikken Ellen en Valery terug op hun twintig jaar in de hiv-zorg. Ook die hoofdstukken zijn in gespreksvorm opgetekend, wat soms het gevoel geeft dat zij met elkaar praten op een manier die alleen bedoeld is om ons als lezer iets bij te brengen. Hoewel het de ervaringen van de vrouwen intiemer en persoonlijker maakt – als lezer mag je hun letterlijke conversatie bijwonen – doen die gesprekken nogal onnatuurlijk aan. Die gespreksvorm werkt veel beter in de delen die in het verleden spelen. Soms voelt het alsof je naast hen aan de rand van het bed staat. Dat is een indrukwekkende prestatie. Met name in de passages die wat uitgebreider op een persoon ingaan, blijf je met een leeg gevoel achter als de ziekte zijn finale tol eist. Vooral twee mannen blijven je bij. De eerste is haarstylist Gary, die Ellen in 1988 leert kennen omdat Valery haar trakteert op een dure knipbeurt en die zes maanden later bij hen in het ziekenhuis belandt.
Aan het bed Vaart Het boek springt heen en weer tussen verleden en heden. In de hoofdstukken over de tijd tot 1998, toen de afdeling sloot, vertellen Ellen en Valery over talloze mannen, vornamelijk homoseksueel, die snel, soms omringd door vrienden, maar vaker alleen in een ziekenhuisbed stierven. 72 hello gorgeous
De ander is David, een 21-jarige Engelsman die zijn vriendje naar New York is gevolgd. Opgenomen met benauwdheid en hartkloppingen, maar zonder verzekering of woonadres, is hij in radeloze toestand. Ellen raakt bevriend met de charmante Brit en besluit samen met haar man dat David wel een tijdje bij hen kan komen wonen. Na ongeveer een jaar