7
Dossier WVV : enkele dwingende bepalingen De Wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen betekende een revolutie in het vennootschapsrecht. Het WVV is van toepassing op nieuwe vennootschappen en verenigingen die worden opgericht sinds 1 mei 2019. Voor bestaande vennootschappen of verenigingen zijn sinds 1 januari 2020 de dwingende bepalingen automatisch van toepassing. Enkele aandachtspunten.
Omzetting van kapitaal en de wettelijke reserve De grote nieuwigheid in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) is de hervorming van de BVBA tot BV en de verdwijning van de minimumvereiste voor het maatschappelijk kapitaal. Die verplichting verdwijnt ook voor nieuwe coöperatieve vennootschappen (vennootschappen met een coöperatief doel of coöperatieve werking). Deze twee nieuwe vennootschapsvormen zullen echter moeten kunnen aantonen dat het startkapitaal toereikend is om de activiteit die de vennootschap beoogt, gedurende ten minste twee jaar te kunnen uitvoeren. Sinds 01/01/2020 worden voor vennootschappen die vóór 1 mei 2019 zijn opgericht, het volgestorte deel van het kapitaal en de wettelijke reserve van naamloze vennootschappen en het volgestorte deel van het vaste deel van het kapitaal en de wettelijke reserve van coöperatieve vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (die voldoen aan de definitie van artikel 6:1 WVV en dus aan de “echte” coöperatieve doeleinden) van rechtswege en zonder enige formaliteit omgezet in een statutair onbeschikbare eigen vermogensrekening. Het niet-volgestorte deel van het kapitaal van naamloze vennootschappen en het niet-volgestorte deel van het vaste deel van het kapitaal van coöperatieve vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid worden op dezelfde wijze omgezet in een eigenvermogensrekening “niet-opgevraagde inbrengen”. Bij opname worden de gestorte bedragen op de rekening “niet-opgevraagd kapitaal” geboekt. Voorbeeld 1 Op 31 december 2019 vermeldt de balans van een BVBA die in 2016 werd opgericht, een geplaatst kapitaal van 18.600, een niet-volgestort kapitaal van 12.400 en een wettelijke reserve van 1.860.
Op 1 januari 2020 wordt de conversie als volgt geboekt:
Debet
Credit
18.600
18.600
111901 Niet-opgevraagde andere onbeschikbare inbreng Buiten kapitaal
12.400
101 Niet-opgevraagd kapitaal
12.400
1.860
1.860
100 Geplaatst kapitaal 111900 Onbeschikbare inbreng buiten kapitaal
130 Wettelijke reserve 1311 Statutair onbeschikbare reserves
De BVBA heeft tot en met 31 december 2023 om haar statuten in overeenstemming te brengen met het WVV. Voorbeeld 2 Een BVBA die werd opgericht op 26 januari 2017 heeft niet voor een opt-in gekozen. Het boekjaar van de vennootschap wordt afgesloten op 31 december 2019 en de algemene vergadering vindt plaats in mei 2020. In de nog niet aangepaste statuten staat dat er elk jaar minstens één twintigste van de nettowinst zal worden toegewezen aan een reservefonds. Aangezien het kapitaal van rechtswege sinds 1 januari 2020 niet meer bestaat, is het niet meer nodig ten minste een twintigste van de nettowinst in te houden tot het reservefonds een tiende van het kapitaal bevat. De wettelijke verplichting van artikel 319 van het Wetboek van Vennootschappen (W.Venn.) bestaat immers niet langer.
Aanpassing van documenten De boekhouding van het eerste kwartaal is intussen bijgewerkt en de betreffende btw aangifte(s) ingediend. Hebt u hierbij nagegaan of aan een aantal dwingende bepalingen Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 2 | Mei 2020