ITAA-zine | Nummer 3 - april 2021

Page 3

3

De ‘nieuwe’ jaarlijkse taks op de effectenrekeningen Met de publicatie van de jaarlijkse taks op de effectenrekeningen (hierna: JTER) in het Belgisch Staatsblad van 25 februari laatstleden (inwerkingtreding op 26 februari 2021) kan de minister van Financiën een eerste pluim op zijn hoed steken. Ter uitvoering van het Regeerakkoord dat beloofde ‘te zullen streven naar een eerlijke(re) fiscale bijdrage van de personen met de grootste draagkracht met respect voor het ondernemerschap’ startte de minister al eind oktober 2020 met een eerste (voor)ontwerp (cfr. de publicatie van een antimisbruikbepaling in het BS van 4 november 2020). Onder invloed van de juridische technische kritiek van de Raad van State heeft de minister uiteindelijk het geweer van schouder veranderd en de ‘nieuwe’ taks gemotiveerd als een loutere budgettaire oefening om extra geld in het (lege) laatje te brengen.1

1. Toepassingsgebied De jaarlijkse taks op de effectenrekening wordt ondergebracht in het Wetboek diverse rechten en taksen (WDRT): Boek II -Titel X – Jaarlijkse taks op de effectenrekeningen, die de artikelen 201/3 tot 201/9/5 bevat, en wordt geportretteerd als een ‘abonnementstaks’ die van toepassing is op het bestaan of aanhouden van een effectenrekening ‘an sich’. Samengevat zal de taks verschuldigd zijn: op een effectenrekening (1.1.) aangehouden bij een tussenpersoon (1.2.) tijdens de referentieperiode (1.3.) en waarbij de gemiddelde waarde (1.4.) van de belastbare financiële instrumenten (1.5.) op die effectenrekening meer bedraagt dan 1.000.000 euro (1.4.). Hieronder lichten we kort de verschillende bestanddelen even toe:

1.1. Effectenrekening Een effectenrekening wordt gedefinieerd als: ‘een rekening waarop financiële instrumenten mogen worden gecrediteerd of gedebiteerd, ongeacht of deze effectenrekening wordt aangehouden in onverdeelde eigendom, of in gesplitste eigendom’ (artikel 201/3, 3° WDRT). Voor inwoners gaat het om effectenrekeningen aangehouden bij een tussenpersoon ongeacht waar die tussenpersoon gevestigd is (dus zowel Belgische als buitenlandse tussenpersonen). Voor niet-inwoners gaat het enkel om effectenrekeningen aangehouden bij een Belgische tussenpersoon (zie ook verder over de toepassing van de dubbelbelastingverdragen). Specifiek voor Belgische inrichtingen van niet-inwoners (cfr. artikel 229 WIB 92) gaat het evenwel om

de rekeningen die deel uitmaken van het bedrijfsvermogen van de Belgische inrichting ongeacht waar die rekening (in België of het buitenland) wordt aangehouden. Zo wordt een vaste inrichting in België op dezelfde manier behandeld als bijvoorbeeld een Belgische vennootschap.2 Voor de definitie van inwoners en niet-inwoners wordt (in artikel 201/3, 1° en 2° WDRT) verwezen naar de toepasselijke bepalingen in het WIB 92 (artikelen 2 §1, 1°; 2 §1, 5°; 220 en 227 WIB 92).3 Zoals duidelijk blijkt uit de definitie speelt de vraag wie eigenaar is van de effectenrekening in principe geen rol. Dit wil zeggen dat de taks ook verschuldigd is voor effectenrekeningen in handen van een vennootschap of een vzw of zelfs in handen van publieke rechtspersonen. Bovendien worden ook juridische constructies, onderworpen aan de

1

Wet houdende de invoering van een jaarlijkse taks op de effectenrekeningen van 17 februari 2021, BS 25 februari 2021. Zie ook Parl. St. 1708/001-1708/007 en Criv 55 Plen. 087. Naar verluidt is de intentie om de opbrengsten van de taks te gebruiken voor de instandhouding van de sociale zekerheid en in het bijzonder ter financiering van de gezondheidszorg die door COVID-19 zwaar onder druk staat. De taks zou naar schatting ongeveer 400 miljoen euro per jaar moeten opbrengen. 2 Zodat ook die effectenrekeningen conform de ‘internationale fiscale regels’ in België belast kunnen worden cfr. artikel 22, 2 van het OESO-Modelverdrag waarbij het belasten van roerend vermogen dat deel uitmaakt van het bedrijfsvermogen van de vaste inrichting wordt toegewezen aan het land waar de vaste inrichting is gelegen. 3 Merk op: daarnaast zijn ook artikel 201/3 9° en 10° van het WDRT relevant, op grond waarvan ook oprichters van een ‘juridische constructie’ (cfr. kaaimantaks) voor de JTER worden aangemerkt als ‘titularis’ van een effectenrekening.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 3 | April 2021


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.