15
Quick fixes en intracommunautaire levering: bepaalde harmonisatie maar geen (administratieve) vereenvoudiging? Met de zogenaamde ‘quick fixes’ werden een aantal maatregelen doorgevoerd voor grensoverschrijdend goederenverkeer, meer bepaald voor de intracommunautaire transacties. Deze ‘snelle’ maatregelen werden genomen in afwachting van de invoering van het ‘definitief’ btw-stelsel, waarbij als principe geldt: belastingheffing in de lidstaat van bestemming.1 Het doel van deze maatregelen is om al een zekere vereenvoudiging en harmonisering van de btw-regelgeving in de verschillende lidstaten te bewerkstelligen alsook om fiscale fraude te bestrijden. In deze bijdrage gaan we in op de materiële voorwaarden voor de vrijstelling van intracommunautaire leveringen en de toewijzing van het intracommunautair vervoer bij kettingverkopen (eerste drie quick fixes).
1. Oorsprong quick fixes De quick fixes werden ingevoerd door de Richtlijn 2018/1910/EU van de raad van 4 december 2018 tot wijziging van de richtlijn 2006/112/EG en de Uitvoeringsverordening EU/1912/2018 van de raad van 4 december 2018 tot wijziging van uitvoeringsverordening EU/282/2011. Daarnaast heeft de Europese Commissie ook een toelichting gepubliceerd die weliswaar niet bindend is, maar de maatregelen vanuit verschillende praktische invalshoeken benadert en als leidraad voor de lidstaten kan dienen. 2 De maatregelen hebben betrekking op: 1. Het geldig btw-identificatienummer van de afnemer als vereiste voor de vrijstelling van de intracommunautaire levering (quick fix 1) 2. Een geharmoniseerd vermoeden inzake het bewijs van het transport voor de vrijstelling van de intracommunautaire levering (quick fix 2) 3. Vereenvoudigingen voor het toewijzen van het intracommunautair transport bij kettingverkopen (quick fix 3) 4. Een uniforme, vereenvoudigde regeling voor het aanhouden van een voorraad op afroep in een andere lidstaat (quick fix 4)
In België werden deze quick fixes door de wet van 3 november 2019 geïmplementeerd in het Belgische Btw-Wetboek. Tegelijk werden een aantal koninklijke besluiten gewijzigd via een Koninklijk Besluit van 11 december 2019. De nieuwe maatregelen zijn in werking getreden op 1 januari 2020. Een Circulaire 2020/C/50 van 2 april 2020 licht de nieuwe maatregelen verder toe, en maakt van de gelegenheid gebruik maakt om een hele resem eerdere administratieve toelichtingen en Europese rechtspraak te integreren.
2. Btw-identificatienummer afnemer en indiening intracommunautaire opgave als vereiste voor vrijstelling intracommunautaire levering 2.1 Voorwaarden voor vrijstelling Een intracommunautaire levering van goederen wordt vrijgesteld van btw wanneer de goederen door de verkoper, door de afnemer of voor hun rekening worden verzonden of vervoerd buiten België maar binnen de Gemeenschap én ze wordt verricht voor een belastingplichtige (of een niet-belastingplichtige rechtspersoon) die in een andere lidstaat voor
1
Voorstel van de Europese Commissie met betrekking tot de invoering van de nadere technische maatregelen voor de werking van het definitieve btw-stelsel voor de belastingheffing in het handelsverkeer tussen de lidstaten, COM 2018/329, 25 mei 2018. 2 Explanatory notes ‘quick fixes’, 20 december 2019, TAXUD. (https://ec.europa.eu/taxation_customs/sites/taxation/files/ explanatory_notes_2020_quick_fixes_nl.pdf)
Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 7 | November 2020