19
Herwaarderingsmeerwaarden bij vennootschappen De Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN) brengt een update van twee1 eerder gepubliceerde adviezen over herwaarderingsmeerwaarden. In het nieuwe CBN-advies ‘2021/13 – Herwaarderingsmeerwaarden bij vennootschappen: gevolgen van de wijzigingen aangebracht door het WVV en KB WVV’ bespreekt de Commissie de impact van de wijzigingen die de invoering van het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) heeft gebracht. Gelet op de impact van de wetwijzigingen op de praktijk was het nodig een update te brengen met de nieuwe spelregels en inzichten inzake de omzetting van herwaarderingsmeerwaarden in kapitaal, respectievelijk inbreng, en de (on)mogelijkheid om een dergelijke transactie te laten volgen door een kapitaalvermindering, respectievelijk vermindering van de inbreng. Ook de invloed van de wetswijzigingen op de uitkeerbare winst, respectievelijk de uitkering van het vermogen, wordt besproken in het advies.
I. Algemeen Onder rubriek II. Herwaarderingsmeerwaarden van het passief worden de niet gerealiseerde meerwaarde op vaste activa overeenkomstig artikel 3:35 van het KB WVV2 opgenomen, alsook de terugnemingen van waardeverminderingen overeenkomstig artikel 3:94 van het KB WVV, de terugneming van waardeverminderingen geboekt op immateriële vaste activa en op materiële vaste activa zonder beperkte gebruiksduur en ook de herwaarderingsmeerwaarden zoals
bedoeld in artikel 3:22, vierde lid van het KB WVV.
II. Kapitaalvennootschappen A. Herwaarderings meerwaarde omzetten in kapitaal, gevolgd door een kapitaalvermindering De CBN stelt vast dat de wetgever enkel voor kapitaalvennootschappen expliciet voorzien heeft in de mogelijkheid om een herwaarderingsmeerwaarde om te zetten in kapitaal.3 Dit is dus zeker niet gewijzigd t.o.v. het oude Wetboek van Vennootschappen (W.Venn.). Volgend op een omzetting in kapitaal van een herwaarderingsmeerwaarde werd er soms een kapitaalvermindering doorgevoerd via een terugbetaling aan de aandeelhouders of ter aanzuivering van verliezen. Het is in verband met deze kapitaalvermindering dat er een wijziging in de wetgeving heeft plaatsgevonden.
In het CBN-advies wordt een korte historie geschetst. In het oude W.Venn. werd in de regeling van de kapitaalvermindering niets gezegd over een eventuele beperking waardoor het niet afgeschreven gedeelte van de in het kapitaal omgezette herwaarderingsmeerwaarde niet aangewend kan worden voor een aanzuivering van overgedragen verliezen of voor een terugbetaling aan de aandeelhouders. Die beperking werd pas ingevoerd door een koninklijk besluit van 18 december 2015. De CBN voegt in haar voetnoot 13 toe dat die beperking niet goed werd onthaald en dat de rechtsleer en een minderheid binnen de CBN4 van mening is dat deze regeling, die werd ingeschreven in het KB W.Venn., een aantasting en een beperking met zich meebrengt inzake de samenstelling van het kapitaal (lees: in strijd is met het W.Venn.). De beperking om het niet afgeschreven gedeelte van de in het kapitaal omgezette herwaarderingsmeerwaarde niet aan te wenden voor een aanzuivering van overgedragen verliezen of voor een terugbetaling aan de aandeelhouders wordt vandaag ook
1
CBN-advies ‘2011/14 – Herwaarderingsmeerwaarden’ en het CBN-advies 2016/23 – Herwaarderingsmeerwaarden: gevolgen van de wijzigingen aan artikel 57 KB W.Venn. door het koninklijk besluit van 18 december 2015. CBN-advies 2016/23 werd opgeheven na publicatie van het CBN-advies 2021/13. 2 In artikel 3:35, §3 van het KB WVV wordt er foutief verwezen naar rubriek III. van het passief, i.p.v. naar rubriek II. 3 Art. 3:76 van het KB WVV (oud artikel 57, §3, eerste lid, 2° van het KB W.Venn.). Dit wordt bevestigd in de definitie van ‘Inbreng voor kapitaalvennootschappen’ in art. 3:89, §2, I, 1° van het KB WVV. 4 CBN-advies 2016/23 – Herwaarderingsmeerwaarden: gevolgen van de wijzigingen aan artikel 57 KB W.Venn. door het koninklijk besluit van 18 december 2015, voetnoot 19.
Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 9 | November 2021