5 minute read
Bomen op elk bedrijf?
MEDE DOOR OVERHEIDSSTIMULANS Agroforestry is een KAN AGROFORESTRY OPSCHALEN verzamelnaam voor landbouwvormen waarbij bomen en struiken worden gecombineerd met agrarische proNAAR NATIONAAL NIVEAU Bomen ductiesystemen. Agroforestry loopt uiteen van voederbomen op elk bedrijf? in de melkveehouderij, strokenteelt in de akkerbouw, struiken in de uitloop van kippen tot voedselbossen. Na lokale initiatieven ontstaat er nu opschaling op landelijk niveau.
TEKST & FOTO | EVERT PRINS & PIET ROMBOUTS
Agroforestry is een manier om de landbouw productiever, diverser, natuurinclusiever en veerkrachtiger te maken. Er zijn meerdere redenen om met agroforestry aan de slag te gaan. Bomen en struiken vervullen namelijk een breed pallet aan ecosysteemdiensten. Hierbij kan worden gedacht aan het herstel van biodiversiteit, dierenwelzijn en het verbeteren van bodem-, water-, en luchtkwaliteit. Agroforestry is vooral ook verbonden met het klimaat. Naast het verhogen van het organische stofgehalte in bodem draagt agroforestry ook bij aan koolstofvastlegging in houtige delen van de bomen en struiken. Belangrijk is dat bomen en struiken functioneel worden ingepast in ons landbouwsysteem. De potentie lijkt groot vanwege bedrijfsmatige en maatschappelijke belangen. De voornaamste voorwaarde voor de doorontwikkeling van agroforestry is dat de betreffende agrarische ondernemers er ook een boterham mee kunnen verdienen.
Een echte praktijkbeweging. Het bijzondere van de agroforestry-ontwikkeling in Nederland is dat het zich vanuit de praktijk (bottum-up) heeft ontwikkeld. Tien jaar geleden startte een groep boeren onder begeleiding van het Louis Bolk Instituut om de inpasbaarheid van bomen in de landbouw te testen. Destijds werd al onderzoek gedaan naar de minerale samenstelling inclusief sporenelementen van bladeren en twijgen van zogenaamde voederbomen. Vijf jaar later startte het Agroforestry Netwerk Brabant. Onder begeleiding van diverse deskundigen gingen aangesloten boeren aan de slag met het integreren van bomen op hun bedrijf om het daarmee productiever, veerkrachtiger en duurzamer te maken. Vanuit dit netwerk werden excursies en workshops georganiseerd en bedrijfsplannen opgesteld. Tegenwoordig bestaat het netwerk uit 150 enthousiaste boeren. In de provincie Gelderland loopt een vergelijkbaar initiatief, waar momenteel ook al 75 boeren bij betrokken zijn. Ook andere provincies zitten op het vinkentouw.
Agroforestry in beeld met Masterplannen. Aangedreven door met name klimaatproblematiek stelden overheden zich tot doel om de agroforestrybeweging te stimuleren. In opdracht van het ministerie van LNV zijn er in 2020 twee masterplannen opgesteld: Het Masterplan Agroforestry en het Masterplan Voedselbossen. Hierin is uiteengezet wat er nodig is om binnen enkele jaren te komen tot 25.000 hectare agroforestry waaronder 1.000 hectare voedselbos. Bij het opstellen van de plannen zijn een vijftigtal boeren, beleidsmakers en onderzoekers geraadpleegd. Er moet nog veel gebeuren. Bijvoorbeeld op het gebied van wet- en regelgeving: het
Belangrijk is dat bomen en struiken functioneel worden ingepast in ons landbouwsysteem.
bestemmingsplan en de Wet Natuurbescherming kunnen behoorlijk in de weg zitten. Daarnaast is het belangrijk dat de beweging wordt ondersteund door gedegen onderzoek strategische voor de keuzes die gemaakt moeten worden bij de aanleg van agroforestrysystemen en om de claims van de positieve effecten van agroforestry in Nederlandse context te onderbouwen. Dit vergemakkelijkt de besluitvorming. Het uitwerken van verdienmodellen vormt hierin een onderdeel. Agroforestry, met al zijn combinaties, is een stuk complexer dan de monoculturen zoals we die afgelopen decennia steeds meer gewend zijn geraakt. Met elk extra gewas of boomsoort die je in het landbouwsysteem introduceert, stijgt het aantal mogelijke combinaties exponentieel. Dat maakt het uitzonderlijk moeilijk om kosten en baten van de verschillende agroforestry-systemen goed in te schatten en om een goede berekening van het achterliggende verdienmodel uit te voeren. Tenslotte is duidelijk dat het van groot belang is om boeren met elkaar te blijven verbinden. Enerzijds om de boeren die met agroforestry aan de slag zijn gegaan van elkaar te laten leren. Anderzijds om de lessen van pioniers beschikbaar te maken voor nieuwe agroforestryboeren. Er blijkt veel honger te zijn naar praktijkervaringen. Veel boeren voelen dat bomen bij kunnen dragen aan een divers en veerkrachtig bedrijf maar willen de meerwaarde graag beter in beeld krijgen. Mede vanuit deze gedachte is het idee voor een Nationaal Agroforestry Netwerk ontstaan.
Nationaal agroforestry netwerk.
Onlangs is het Agroforestry Netwerk Nederland opgericht door het ministerie van LNV en RVO, met de missie om inpassing van bomen en struiken in de landbouw te stimuleren. Bij het netwerk zijn onderzoeksinstituten, provincies, gemeenten en praktijknetwerken van agroforestry-pioniers aangesloten, waaronder praktijknetwerken voor de realisatie van voedselbossen. Vanuit dit netwerk wordt gewerkt aan het wegnemen van belemmeringen voor agroforestry. Daarom is het ook zo belangrijk om de praktijk, onderzoek en overheid met elkaar te verbinden. Vanuit het netwerk wordt momenteel al met provincies en gemeenten gekeken hoe belemmeringen in wet- en regelgeving weggenomen kunnen worden en wat overheden van elkaar kunnen leren. Ook wordt vanuit dit netwerk een centrale onderzoeksagenda opgesteld om onder meer ecosysteemdiensten te kwantificeren en verdienmodellen uit te werken. Daarnaast wordt ingezet op het in contact brengen van individuele boeren en lokale netwerken. Hoewel het netwerk nog nat is achter de oren, laat deze ontwikkeling wel zien dat agroforestry aan het doorbreken is. Het doel om in Nederland in 2030 25.000 hectare agroforestry, waarvan 1000 hectare voedselbossen, te realiseren wordt een stuk realistischer.
Verdienmodellen. Hoe het verdienmodel eruit ziet is van vele zaken afhankelijk, waaronder de ambitie van de boer. In een systeem met voederbomen zijn de indirecte opbrengsten (gezondheid en welzijn dieren) en ecosysteemdiensten belangrijker dan de directe inkomsten. Inclusief beperkte directe inkomsten wordt het systeem hier kostenneutraal. Aanvullende inkomsten komen uit het verwaarden van de vastgelegde koolstof op de koolstofmarkt. Bij agroforestry-systemen met productieve bomen en struiken, zoals noten en fruit, ligt dat anders. Hier worden ook ecosysteemdiensten vervuld, maar moet uiteindelijk ook geld worden verdiend met plantaardige producten. Het verdienmodel is mede afhankelijk van de schaal (aantal hectare en boomdichtheid), keuzes in arbeid en mechanisatie en vooral de afzetkanalen. In de regionale netwerken zijn tientallen bedrijfsplannen gemaakt op basis van onderbouwde inschattingen. Dat ziet er veelbelovend uit, maar de systemen moeten zich in de praktijk nog bewijzen.
Evert Prins werkt bij Louis Bolk Instituut (LBI), Piet Rombouts is agroecologisch adviseur gespecialiseerd in agroforestry.
Webinar Biokennisweek
109 - Agroforestry en verdienmodellen
Maandag 10 januari | 11:00-11:30 uur Door Heleen Klinkert en René van Druenen (St Agrobosbouw NL)
103 - Nieuwe toekomst voor hagen
Maandag 10 januari | 16:30-17:00 uur. Door Gert Jan Jansen (Bureau Renderend Landschap), Marieke Jelsma (Van Hall Larenstein) - Mmv Piet Rombouts (Rombouts Agroecologie)
8 - Voederbomen voor bio-herkauwers
Dinsdag 11 januari | 11.30-12.00 uur Door Jan Valckx (W. Govaerts & Co)
101 - Agroforestry: Ervaringen van boeren in praktijk
Dinsdag 11 januari | 13:30-14:00 uur Door Ron van Zandbrink (melkveehouder), Paul den Dunnen (akkerbouwer) - Mmv Evert Prins (Louis Bolk Instituut)
102 - Agroforestry: Verdienmodel, samenwerking en coöperatie ontwikkeling
Dinsdag 11 januari | 15:30-16:00 uur. Door Marco Bijl (Forest Service Group), Jan Creemers (Hanne Hoeve) - Mmv Euridice Leyequien (Van Hall Larenstein)
99 - Agroforestry maakt doorbraak!
Woensdag 12 januari | 20:00-20:30 uur Door Ilse Geijzendorffer (LBI), Piet Rombouts (Rombouts Agroecologie), Wijnand Sukkel (WUR) Mmv Marcel Vijn (WUR) en Evert Prins (LBI)