AFGIFTEKANTOOR:
3DE AFDELING P3A9010
AFGIFTEKANTOOR:
3DE AFDELING P3A9010
Vaarwel bosbeheerplan, welkom natuurbeheerplan
4 zaterdag excursie Zoniënwoud
Op zaterdag 4 mei trekken we naar het Zoniënwoud. Dit 4 000 hectare grote bos groeit op bodems die sinds de laatste ijstijd onaangeroerd bleven en heeft alle potentie om te evolueren naar een Europees ”oerbos”.
In de voormiddag nemen gidsen ons mee door de wondere wereld van het Arboretum van Tervuren. Met meer dan 700 boomsoorten bootsen ze hier bossen van over de hele wereld na op een oppervlakte van 100 ha. Blikvangers zijn o.a. de Amerikaanse sequoia’s en araucaria’s. Na de broodjeslunch ontdekken we de hoogste beuken van Europa in Bosreservaat Zwaenepoel, erkend als Unescowerelderfgoed.
Wil je deze unieke, inspirerende uitstap niet missen? Schrijf je dan snel in. De plaatsen zijn beperkt.
PROGRAMMA
7.45 u. Vertrek met de bus op de parking van Kinepolis, Via Media Hasselt
9.00 u. Gegidste wandeling in het Arboretum van Tervuren
12.00 u. Broodjeslunch in de boswachterswoning
13.30 u. Verplaatsing naar Groenendaal
14.00 u. Gegidste wandeling in bosreservaat Zwaenepoel
17.00 u. Vertrek naar Hasselt
PRAKTISCH
- 35 euro per persoon (incl. vervoer, gidsen, broodjeslunch)
- Max. 50 deelnemers
- Inschrijven en info via bosgroep@limburg.be
Bosbeheer
Mysterieuze gaatjes in bomen _ 4
Een gesnoeide populier is er twee waard _ 8
Soort in de kijker
De hazelaar: smakelijke bosheld _ 10
Wetgeving
Vaarwel bosbeheerplan, welkom natuurbeheerplan _ 12
Elke boom en struik telt. Naast goed beheerde bossen, dragen ook individuele bomen en struiken in tuinen, parken en de open ruimte bij om de klimaatverandering en de gevolgen ervan te milderen. Onlangs organiseerden Bosgroep Limburg en Het Belang van Limburg een actie, waarbij we 30 000 hazelaren uitdeelden aan geïnteresseerde Limburgers.
Niet zomaar een mooi gebaar, maar meteen een goede gelegenheid om een boompje op te zetten over Bosgroep Limburg en om de inspanningen van onze leden in de kijker te plaatsen. Zo maken we mensen bewust van de onmisbare rol van privéboseigenaars bij het behoud van duurzame bossen in Vlaanderen
In deze editie van het Bosbelang brengen we een artikel over de hazelaar. Daarnaast nemen we je mee voor een update over de nieuwe natuurbeheerplannen en overlopen we de do’s en don’ts van het snoeien van populieren. Verder bestuderen we een bijzonder fenomeen in het bos: spechten die drinkgaatjes in bomen maken. Bovendien vind je in dit magazine een bondig overzicht van de realisaties van Bosgroep Limburg in 2023
Veel leesplezier!
Bert Lambrechts gedeputeerde van Leefmilieu en Natuur voorzitter vzw Bosgroep Limburg
Cijfers 2023 _ 7
Bos te koop _ 15
Contactgegevens _ 16
COLOFON
De deputatie van de provincieraad van Limburg, Jos Lantmeeters, gouverneur-voorzitter, Inge Moors, Bert Lambrechts, Igor Philtjens, Tom Vandeput, gedeputeerden en Wim Schoepen provinciegriffier I Coördinatie Pascal Vanhees, Bosgroep Limburg I Tekst Leen Raats, Teksttype.be, Pascal Vanhees, Lore Bellings I Taaladvies Yvette Vandormael, Informatie en Communicatie, provincie Limburg I Concept en vormgeving Hilde Winters, Informatie en Communicatie, provincie Limburg I Fotografie Robin Reynders (Informatie en communicatie, provincie Limburg), Luc Daelemans, Lander Loeckx, Max Gindele (Pixabay), Leen Moraal, Klaus Dengler, Dennis Church (Flickr), Lauri Poldre (Pexels), Pascal Vanhees (Bosgroep Limburg), Frauke Riether I Drukwerk Drukkerij Chapo, Hasselt I Oplage 1200 ex. I Verantwoordelijke uitgever Vera Boesmans, Universiteitslaan 1 - 3500 Hasselt I Wettelijk depotnummer D/2008/5857/82 Deze publicatie werd gedrukt op houtvrij gerecycleerd CO2-neutraal papier met EU Ecolabel en FSC certificaat.
In 2022 namen ze in het Nederlandse natuurgebied Renkums Beekdal heel wat merkwaardige, ondiepe gaatjes waar op de stammen van enkele gezonde winterlindes. Sommige gaatjes leken vers en voelden vochtig aan, andere bleken ouder en alweer dichtgegroeid. De gaatjes waren allemaal enkele millimeters breed en diep, symmetrisch aangebracht in een parelsnoer. Op elke boom zagen ze verscheidene van deze ringen. De schuldige? Spechten die niet vies zijn van een boomsapje op tijd en stond.
De dorstige spechten hakken gaatjes in de stam. Vervolgens lopen deze langzaam vol met xyleem en floëem. Deze boomsappen bevatten mineralen en suikers en vormen een aanvullende voedselbron voor de vogels. Spechten hebben hierbij een voorkeur voor vrijstaande bomen en randbomen. De voorkeur lijkt uit te gaan naar jonge bomen met een doorsnede van 7 tot 25 centimeter.
In België en Nederland is er nauwelijks informatie beschikbaar over deze drinkgaatjes, maar in andere Europese landen is het verschijnsel goed beschreven. In Duitsland heet dit Baumringeln of Spechtringelung en in Engeland spreken ze van tree rings.
Soms gebruiken spechten een boom jaren achter elkaar. Daarbij maken ze tot honderden ringen op één boom. Dat is goed zichtbaar op een dwarsdoorsnede van de stam. Naarmate de boom groeit, komen oude drinkgaatjes steeds dieper in het hout te liggen. Ze blijven als zwarte vlekjes zichtbaar tussen de jaarringen. Op de gladde schors van beuk, haagbeuk en Amerikaanse eik zijn de littekens tot wel zeventig jaar zichtbaar. Ze worden zelfs groter naarmate de diktegroei toeneemt.
In Europa komen zes spechtensoorten voor: de groene specht, de zwarte specht, de kleine, middelste en grote bonte specht en de drieteenspecht. Die laatste komt in België en Nederland niet voor. Het is vooral de grote bonte specht die
zich laat betrappen op het ringen van bomen. Andere spechtensoorten profiteren wel van zijn werk door mee van het sap te drinken. Bovendien trekken de zoete sappen ook mieren en andere insecten aan, waaraan veel spechtensoorten zich maar al te graag tegoed doen.
Toch gaan kenners ervanuit dat de boomsappen in Europa geen essentieel onderdeel vormen van de voeding van spechten. De grote bonte specht is een veelzijdige opportunist, die eet wat hij te pakken krijgt: insectenlarven, poppen, eieren en kuikens van zangvogels, zaden van naaldbomen, beukennootjes, eikels, noten, bessen, … In de winter bezoekt hij zelfs voedertafels in stedelijk gebied.
Wat boomsoorten betreft, lijkt de grote bonte specht niet kieskeurig. We treffen de ringen op veel verschillende soorten aan, zowel op loof- als naaldbomen. In Zuid-Duitsland vonden onderzoekers tienduizenden geringde exemplaren van in totaal 36 verschillende boomsoorten. Koplopers waren ruwe iep, Amerikaanse eik, wintereik, linde en Noorse esdoorn.
Ook in Groot-Brittannië, Finland, Frankrijk, Polen, Tsjechië en Oostenrijk zijn veel observaties van geringde bomen gekend. In Engeland zijn de drinkgaatjes vooral beschreven bij zomereik, Amerikaanse eik, ruwe iep, gladde iep en krimlinde. In de laaglandbossen van Midden-Europa gaat het vooral om lindes, iepen en eiken.
In de hooggelegen Karpaten hebben eik, linde, berk en esdoorn de voorkeur, bij de naaldbomen is dat grove den. In Zwitserland zijn de alpenden en taxus populair, in Noorwegen vooral esdoorn. Die boren ze ook in de winter aan. Waarschijnlijk leerden de vogels dat esdoorns een bron van vocht vormen wanneer het open water bevroren is.
In Nederland ontdekten onderzoekers zeer veel littekens op bomen in de wijde omgeving van het Renkums Beekdal. Ze letten daarbij vooral op Amerikaanse eiken. Het viel hen op dat er vaak ongeringde beuken en berken naast de eiken staan, wat doet vermoeden dat de vogels een voorkeur voor de Amerikaanse eiken hebben. In België is nog niet veel onderzoek verricht, maar er is bijvoorbeeld wel een waarneming gekend van een geringde winterlinde tussen oude eiken. Gek genoeg lijkt de berk, die makkelijk ”bloedt”, niet zo populair bij spechten.
Ook in Noord-Amerika drinken spechten lustig van boomsappen. Een aantal soorten, waaronder de geelbuiksapspecht, past zich zelfs aan het drinken van boomsappen aan. De evolutie zegende hen met een tong met een plat uiteinde met borstelharen. Daardoor kunnen ze het sap gemakkelijker opnemen dan hun Europese neefjes. Dat verklaart wellicht waarom ze daar ook vaker op bezoek gaan in het ”bomencafé”. Europese spechten likken meestal slechts kortstondig van het verse boomsap, want de vorm van hun tong maakt dat ze slechts kleine hoeveelheden kunnen opnemen.
Het is niet duidelijk welke ecologische factoren het sap drinken bevorderen: komt het elk jaar voor, speelt droogte een rol, doen spech-
ten dit vooral bij een gebrek aan dierlijk voedsel of wanneer het drinkwater bevroren is?
Kortom: genoeg interessante vragen voor biologen, maar als boseigenaar hoef je er niet van wakker te liggen. De houtkwaliteit komt zelden in het gedrang. Er treedt geen houtrot of groeiverlies op. De drinkgaatjes groeien uiteindelijk dicht en zijn slechts zichtbaar als vlekjes tussen de jaarringen. Zelfs bij kwaliteitsproducten zoals eikenhouten vloeren vormen de vlekjes geen probleem, omdat ze bijdragen aan een ”rustiek” uiterlijk.
Soms kunnen de drinkgaatjes wel een broedplaats worden voor de galmug Resseliella quercivora, waarvan de larven in bastwonden leven. Als meer van deze drinkgaatjes met daarin larven samenvloeien, kan het bastweefsel lokaal afsterven. Dit kan dan weer uitzonderlijk leiden tot kankerachtige woekeringen bij loofboomsoorten zoals haagbeuk, es, lijsterbes, zomerlinde, wilg, zomereik en iep. De schade is pas zichtbaar na het verzagen van het hout, maar is dus erg uitzonderlijk.
Bron: vakblad Natuur, Bos, Landschap, mei 2023, jaargang 20 nummer 195. Leen Moraal (2023) Drinkgaatjes van spechten en hun littekens in gezonde bomen.
ALGEMEEN
3 337 bosbeheerders
5 212 leden
1 875 sympathisanten
9 208 ha bos in beheer
2 226 terreinbezoeken
608 spontane contactopnames
BOSGROEP LIMBURG
ARBEIDERSPLOEG
TOTAAL
321 dagen gewerkt in 460 hectare bos
GEZAMENLIJKE INDUSTRIËLE HOUTVERKOOP
84
10 041 m3 deelnemers hout verkocht
ONDERHANDSE INDUSTRIËLE HOUTVERKOOP
24
4 228 m3 deelnemers hout verkocht
BRANDHOUT
64 696 m3 deelnemers hout verkocht
42 762 bomen en struiken aangeplant
209 kapmachtigingen aangevraagd
in Limburg
283 ha onderzocht van 71 eigenaren
24,43 ha goedgekeurde bebossingen
13,3 ha boscompensatie gerealiseerd
AANPLANTEN 184 dagen
BOSRAND- EN HAKHOUTBEHEER 4 dagen
OVERIGE WERKEN 7 dagen
VERPLEGING JONG BOS 84 dagen
61
(bos)beheerplannen omgezet naar natuurbeheerplan
1 436 ha
BEHEER OPEN NATUUR 9 dagen
EXOTENBEHEERSING 33 dagen
privébos in natuurbeheerplan
97 natuurbeheerplannen
631 (privé) deelnemers
Tot voor kort was Vlaanderen één van de toonaangevende regio’s binnen de populierenteelt. De voorbije jaren nam de maatschappelijke waardering voor houtproductie echter sterk af, waardoor heel wat kennis verloren dreigt te gaan. Dat geldt ook voor het ambacht van het snoeien van populier. Daarom zetten we graag de do’s en don’ts op een rijtje.
Door populieren te snoeien, kun je ervoor zorgen dat het volume hout dat jaarlijks bijgroeit, zich concentreert in een takvrije stam en niet in zware zijtakken. Zo creëer je waardevoller hout met meer toepassingsmogelijkheden en een grotere opbrengst. Denk maar aan de verwerking tot multiplexplaat, een duurzaam product waarin de opgeslagen CO2 langer gestockeerd blijft, wat bijdraagt aan het milderen van de klimaatverandering.
Het snoeien van populieren is een investering waarvan het rendement pas zichtbaar wordt bij de verkoop van de bomen. Indien de snoei goed uitgevoerd wordt, kosten de verschillende snoeibeurten in de levensloop van een populier samen ongeveer 15 à 20 euro per boom en resulteren ze in een meeropbrengst van 30 à 45 euro per exemplaar.
Door bij het snoeien een deel van de kruin weg te nemen, groeit de boom minder snel. Toch is dit beperkter houtvolume waardevoller. De kunst is dus steeds om te waken over een delicaat evenwicht: voldoende wegnemen om lange, rechte, takvrije stammen te krijgen, maar niet te veel wegnemen, zodat je de boomgroei niet te hard verstoort.
Te sterke snoei kan de verhouding tussen kroon en wortelvolume verstoren, waarop de boom soms reageert met de vorming van waterlot. Dat zijn slapende knoppen op de stam die uitlopen en in bosjes van korte takken op de stam verschijnen. Op die manier tracht de boom het teveel aan weggesnoeide kruin te compenseren. Je beperkt het risico op waterlot door bij een snoeibeurt nooit meer dan een kwart van de
kroon weg te nemen. De groeisnelheid van de boom bepaalt mee de snoeifrequentie. Deze is niet enkel afhankelijk van de standplaats, maar ook van de gebruikte populierenkloon. Grootbladige klonen zoals Bakan en Skado hebben zo’n snelle jeugdgroei dat een tweejaarlijkse vormsnoei na de aanplant aangewezen is. Bij iets trager groeiende variëteiten zoals Muur of Vesten kun je wat langer wachten met een eerste snoeibeurt.
Als algemene regel geldt dat snoeiwonden best niet veel groter zijn dan 5 cm diameter. Wanneer je veel dikke takken moet verwijderen, kun je de meerwaarde van snoeien in vraag stellen. Om praktische en financiële redenen wordt het aantal snoeibeurten bij populier meestal beperkt tot twee of drie keer: een vormsnoei rond de leeftijd van 4 à 5 jaar en tussen het 8ste en 14de levensjaar nog een of twee opsnoeibeurten, afhankelijk van de groeisnelheid. Als standaard kun je bijvoorbeeld 4 – 8 – 12 jaar hanteren.
De beste periode voor het snoeien van populier is tijdens de zomermaanden. Op dat moment is de sapstroom al wat aan het afnemen, maar groeit de boom nog. Hierdoor worden snoeiwonden sneller afgedicht en vermindert de kans op waterlot sterk.
De eerste snoeibeurt(en) focussen vooral op vormsnoei. Verwijder dubbele toppen, zuigers of dikke, recht opgaande takken selectief. Door deze ”probleemtakken” in een vroeg stadium weg te snoeien, vermijd je grote snoeiwonden bij een volgende snoeibeurt en voorkom je een te sterk dikteverloop van de stam. Dergelijke vormsnoei kun je nog vanop de grond uitvoeren, vaak met een telescopische snoeigiraffe.
In de daaropvolgende snoeibeurt(en) ligt de klemtoon op het weghalen van de onderste takkransen, zodat er een takvrije stam ontstaat. Dit opsnoeien beperk je bij jonge bomen best tot maximaal een vierde van de boomhoogte; bij oudere bomen kan dit opgetrokken worden naar een derde tot maximaal de helft. Dit vereist al snel werken op grotere hoogte. Vroeger klommen snoeiers hiervoor vaak in de boom, al dan niet met behulp van klimsporen of een ladder. Nu maken ze meestal, als de struiklaag niet te dicht is, gebruik van een hydraulische lift, gemonteerd op een tractor.
Op woensdag 6 maart, net voor het verschijnen van dit ledentijdschrift, deelden Het Belang van Limburg en Bosgroep Limburg hazelaars uit aan geïnteresseerden. Een unieke actie waarbij we zowel de Bosgroep, de privéboseigenaar als het bos in het daglicht zetten. We zoomen hier graag nog wat verder in op deze bijzondere struik.
De hazelaar is een meerstammige plant die al deel uitmaakte van de oorspronkelijke, inheemse bossen die in Vlaanderen ontstonden na de laatste ijstijd. Toen de mens steeds meer hout ging kappen, kregen de oorspronkelijke, gesloten bossen een meer open karakter, wat de groei van de hazelaar bevorderde. De mens had ook al vroeg door dat de noten een waardevolle voedingsbron vormen, boordevol vetten en eiwitten. In vindplaatsen uit de steentijd vonden archeologen reeds geroosterde hazelnoten. Ook dieren zoals eekhoorns, gaaien en de grote bonte specht zijn verzot op deze gezonde natuursnoepjes.
Hazelnoten kun je vanaf september plukken. Een handvol noten levert 50 % van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine E. Ze zitten ook boordevol energie. Je kunt de vruchten rauw eten of roosteren om hun smaak te versterken. Of gebruik ze in gebak als eivervanger of om je gebak luchtiger te maken. De noten doen het ook goed in desserts, in salades en bij vlees- en visgerechten. Wist je trouwens dat niet enkel de noten van de hazelaar eetbaar zijn? De jonge bladeren smaken naar spinazie. Ook de gele, mannelijke katjes kun je plukken, drogen en tot meel malen of verwerken in chutney.
De wat dikkere takken van deze struik lenen zich goed voor het vlechten van wanden en omheiningen. De verse scheuten kun je dan weer gebruiken als bindmateriaal. Het hout wordt ook al van oudsher
gebruikt voor het maken van pijlen, hengels, hoepels, bezemstelen en wandelstokken.
De hazelaar zorgt al vroeg op het jaar voor leven in de brouwerij: in december verschijnen de roze tot donkerrode bloemen. Deze vrouwelijke bloemen groeien uit tot hazelnoten. De mannelijke bloemen groeien aan dezelfde struik, het zijn gele katjes die aan het einde van de zomer opduiken, maar pas in januari pollen produceren. De hazelaar is dus een eenhuizige struik, met zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen op dezelfde struik. De bladeren verschijnen pas aan het einde van de bloeiperiode, zodat de pollen gemakkelijk kunnen meeliften op de wind. Dit soort planten noemen we naaktbloeiers.
De hazelaar staat graag in het zonnetje, maar verdraagt ook halfschaduw goed. Als hij in de schaduw groeit, produceert hij minder noten. Hij stelt weinig eisen aan de bodem, al heeft hij een voorkeur voor diepe, vochthoudende gronden. Hij houdt
zich kranig bij zowel droogte als vorst. Je kunt hem planten in een border met andere sierheesters, als haag of als alleenstaande struik in de tuin. Verder is hij uitermate geschikt als onderetage in het bos.
De bladeren van de hazelaar dragen bij aan een rijke, goed verteerbare strooisellaag. Dit komt de nutriëntenbalans en vochthuishouding van de bodem ten goede. Omdat hij slechts enkele meters hoog wordt, komt de struik niet in het kronendak van een bos voor. Ook in naaldbossen vormt de hazelaar een nuttige soort en kan hij helpen om de uitbreiding van Amerikaanse vogelkers en Amerikaanse eik in te perken. Dat hij de droogte goed verdraagt, maakt hem tot een ideaal onderdeel van het klimaatbestendig bos van de toekomst.
Naast het leveren van lekkere hapjes voor bosdieren, draagt hij ook op andere manieren bij aan de biodiversiteit. Uit een onderzoek in Engeland bleek dat de hazelaar maar liefst 106 insectensoorten aantrekt.
We berichtten eerder al over de natuurbeheerplannen, die de oude bosbeheerplannen vervangen. Door de wetswijzigingen kun je sinds 2017 enkel nog natuurbeheerplannen indienen. Sinds 28 oktober 2023 zijn bosbeheerplannen zelfs niet meer wettelijk geldig. Wat zijn de verschillen tussen beide en wat gebeurde er met de oude plannen? We geven graag nog eens een overzicht.
Met een beheerplan in de hand geniet je als boseigenaar van veel voordelen. Je moet minder vergunningen aanvragen, er zijn vaak subsidies en fiscale vrijstellingen en vooral: je hebt een handige leidraad voor je bosbeheer. In de nieuwe wetgeving is een procedure uitgeschreven om de lopende bosbeheerplannen met ”minimale inspanning” om te zetten naar het nieuwe format. Zo gaan de oude beheerplannen niet verloren. De procedure hiervoor hangt af van het type bosbeheerplan en de ligging van het bos.
Voor wie een beperkt bosbeheerplan heeft voor een bos dat niet in een beschermingszone (VEN of SBZ) ligt, verandert er niets. Het bosbeheer loopt gewoon verder. De omzetting was hier louter administratief: de naam van het beperkt bosbeheerplan veranderde naar Natuurbeheerplan type 1. Dat is het eenvoudigste beheerplan met een bescheiden ambitie, dat streeft naar het minstens behouden van de huidige boskwaliteit.
Soms lagen beperkte bosbeheerplannen wél in zo’n beschermingszone. Volgens de nieuwe regels moeten de ecologische ambities hier wat hoger zijn. Een eenvoudige naamswijziging volstaat dus niet. De beperkte beheerplannen liepen af op 28 oktober 2023 en boseigenaars moeten sinds die datum kapmachtigingen aanvragen.
Sommige boseigenaars hebben nog een uitgebreid bosbeheerplan. Deze plannen worden omgezet naar een Natuurbeheerplan type 2. Deze omzetting is meer dan een naamswijziging. Een subtiel verschil is de overschakeling van Criteria Duurzaam Bosbeheer naar Criteria Geïntegreerd Natuurbeheer.
Een belangrijker verschil is de mogelijkheid om je bos te beheren als na-
tuurstreefbeeld. In dit geval wil je op termijn een natuurlijk, inheems bos met hoge natuurwaarde realiseren. Denk bijvoorbeeld aan een eiken-berkenbos op zandgrond met veel structuurvariatie, dood hout en oude bomen. Voor deze bossen ontvangt de boseigenaar jaarlijks een beheersubsidie. Deze subsidie is niet vrijblijvend, maar vraagt een duidelijk engagement van de eigenaar om het bos zo te beheren dat het natuurstreefbeeld op lange termijn bereikt wordt. Vraag daarom zeker raad aan jouw Bosgroep.
-
Er komt één en ander kijken bij die omzettingen en de nieuwe spelregels. Maar geen nood: De Bosgroepen zijn er om je te ondersteunen.
Als je een beheerplan hebt via Bosgroep Limburg, moet je zelf geen initiatief nemen. De Bosgroep ontving eerst een voorstel over de omzetting. Hierin staan bijvoorbeeld het voorgestelde type beheerplan, de mogelijke natuurstreefbeelden en het bijbehorende financiële plaatje. De Bosgroep bekeek al die voorstellen grondig en contacteerde de eigenaren. Betrokken eigenaars werden inmiddels geïnformeerd over de nieuwigheden voor hun bos en maakten, indien van toepassing, afspraken over de natuurstreefbeelden en subsidies. Indien je zelf indiener bent van je beheerplan, zal het Agentschap Natuur en Bos jou rechtstreeks contacteren voor de omzetting en de opvolging.
Ook na de omzetting blijft Bosgroep Limburg je aanspreekpunt. Als be-
heerder ben je zelf verantwoordelijk voor het bosbeheer, maar je kunt advies of ondersteuning vragen aan je Bosgroep. De Bosgroep ontvangt jaarlijks de subsidies die bij de beheerplannen horen en zal deze volgens de gemaakte afspraken doorstorten of inzetten voor beheer.
Voor heel Vlaanderen moeten ongeveer 700 beheerplannen worden omgezet, een hele klus! De beperkte beheerplannen zijn voor 28 oktober 2023 administratief omgezet via een provinciaal goedkeuringsbesluit. De omzetting van de andere beheerplannen is momenteel ook praktisch volledig afgerond. De financiering volgens de oude wetgeving, bijvoorbeeld die voor ecologische bosfunctie, is inmiddels ook stopgezet.
Nadat je gecontacteerd werd door de Bosgroep kon je, behalve in uitzonderlijke gevallen, beslissen om niet langer deel te nemen aan het beheerplan. Als je besloot om niet meer deel te nemen, heb je geen vergunning meer nodig om je bos te beheren en moet je dus nu geen kapvergunningen meer aanvragen.
Surf naar de site www.natuurenbos. vlaanderen.be en klik door naar natuurbeheerplannen voor meer informatie. Natuurlijk kun je ook steeds bij Bosgroep Limburg terecht met al je vragen.
Dit artikel is gebaseerd op een
Ben je lid van de Bosgroep en wil je je bos verkopen of ben je net op zoek naar een bos? In deze rubriek vind je een overzicht van percelen privébos die te koop staan. Wij hopen natuurlijk dat andere Bosgroepsleden het bos kopen, zodat de duurzaamheid van het bosbeheer gegarandeerd is.
Afspraken bij de zoekertjes
Voordat het zoekertje gepubliceerd wordt, ondertekent de eigenaar een toelating.
Het zoekertje verschijnt eenmalig in het Bosbelang.
De publicatie van het zoekertje is geen garantie voor de verkoop van het bos.
Als je het bos niet meer zou willen verkopen, breng je de Bosgroep op de hoogte.
Hoe reageer je op een zoekertje?
Je neemt zelf contact op met de boseigenaar.
Bij aankoop geef je de Bosgroep een seintje.
Peer
1,08 hectare naaldbos
011 63 27 82
0474 44 03 22
Pelt
1,10 hectare naaldbos maes.louis@skynet.be
0477 82 78 61
Lummen
41,25 are naaldbos
claesstefan@hotmail.com
0477 82 78 61
Lummen
29,32 are naaldbos
claesstefan@hotmail.com
0477 82 78 61
As
36,70 are naaldbos
robert.neven@skynet.be
012 45 12 89
Hechtel-Eksel
1,91 are gemengd bos sweron.bernadette@telenet.be
0474 84 72 49
Tessenderlo
2,23 hectare gemengd bos wim.marivoet@telenet.be
0496 27 96 50
BOSGROEP LIMBURG
p/a provincie Limburg
Universiteitslaan 1 B-3500 Hasselt bosgroep@limburg.be bosgroeplimburg.be
tel. 011 23 73 28
algemene coördinatie
ir. An Pierson
tel. 011 23 83 24
gsm 0473 88 53 95 an.pierson@limburg.be
secretariaat
Patricia Rouffa
tel. 011 23 83 30 patricia.rouffa@limburg.be
coördinator
ing. Frederik Bollen
tel. 011 23 83 71
gsm 0479 19 10 08 frederik.bollen@limburg.be
coördinator houtverkoop
Ludo Dams
tel. 011 23 83 14
gsm 0472 92 54 18 ludo.dams@limburg.be
bosbouwtechn. medewerker
Liam Van Eyck
tel. 011 23 83 63 gsm 0470 47 37 21 liam.vaneyck@limburg.be
administratief coördinator
Ilse Vanhoudt
tel. 011 23 74 26
gsm 0479 54 30 72 ilse.vanhoudt@limburg.be boekhouding
Matty Colla
tel. 011 23 83 63
gsm 0475 29 37 30 matty.colla@limburg.be
communicatieverantwoordelijke
Pascal Vanhees
tel. 011 23 83 74
gsm 0478 55 16 14 pascal.vanhees@limburg.be
REGIO WEST coördinator
ir. Lore Bellings
tel. 011 23 83 19 gsm 0471 23 82 14
lore.bellings@limburg.be adjunct-coördinator
Pieter Flamend
tel. 011 23 83 29 gsm 0476 93 11 50 pieter.flamend@limburg.be secretariaat
Evi Ghijsens tel. 011 23 73 29 evi.ghijsens@limburg.be
De Bosgroep ondersteunt je!
Een bos bezitten en beheren, daar komt heel wat bij kijken. Voor vragen of informatie kun je evenwel altijd te rade gaan bij de Bosgroep. We sommen hier even op waarmee de Bosgroepmedewerkers je van dienst kunnen zijn.
REGIO OOST coördinator
ir. Patrick Meesters
tel. 011 23 83 23 gsm 0475 46 04 42 patrick.meesters@limburg.be adjunct-coördinator
Bram Onclin
tel. 011 23 73 85 gsm 0470 57 67 15 bram.onclin@limburg.be secretariaat
Ine Houbrechts
tel. 011 23 83 15 ine.houbrechts@limburg.be
Vragen en hulp bij bosuitbreiding.
Gratis en onafhankelijk advies over het bos en het beheer ervan (bosbouwtechnische, wettelijke, financiële en administratieve aspecten). Informatie over hoe een duurzaam bosbeheer eruitziet, wat je wettelijke rechten en plichten zijn als boseigenaar en wat de mogelijke subsidies zijn waarop je aanspraak kunt maken.
REGIO ZUID coördinator
ir. Aelyn Van Diest
tel. 011 23 83 25 gsm 0473 88 53 94 karolien.vandiest@limburg.be adjunct-coördinator
Jolan Wouters
tel. 011 23 83 89 gsm 0471 85 63 30 jolan.wouters@limburg.be secretariaat
Clara Caradonio
tel. 011 23 83 12 domenicaclara.caradonio@ limburg.be
Hulp bij het invullen van kapaanvragen of het opstellen van beheerplannen.
Coördinatie van de samenwerking tussen verschillende boseigenaars.
Ondersteuning bij FSC-certificering, boscompensatie in natura, bedrijfssponsoring voor (her)bebossingen, aanplantingen en ecologische beheerwerken.