Soelaas 5 - preview

Page 1

LEUM 13 5

LEGE

JA A R •

• JU

BI

DOUWE BOB: ‘Of je nou koning bent of zwerver, we zijn allemaal gelijk’ Van loket naar app: hoe TECHNOLOGIE armoede bestrijdt Peter leert mensen rummikuppen in de BUURTHUISKAMER

L

S

R

DE

S HEI



Soe • laas; (het, o) steun, verlichting: soelaas bieden


Wij geloven in kansen. In tweede kansen. In derde kansen. En in alle kansen daarna. Elk mens doet ertoe. Niemand uitgezonderd. Elk leven is het waard om geleefd te worden.

Zolang er ouders zijn die hun kinderen geen veilige plek kunnen bieden zolang jongeren de gevangenis verlaten zonder enige hoop of perspectief zolang er tienermeisjes verkocht worden aan de hoogste bieder zolang er nog iemand op straat de nacht doorbrengt zolang er wanhoop is, eenzaamheid zolang verslaving mensenlevens kapot maakt zolang één persoon het licht van God nog niet heeft gezien –

BI

LEUM 13 5

JA A R •

LEGE

R

DE

4

L

S

Scan de QR-code om onze organisatievideo te bekijken

• JU

zo lang zullen wij strijden.

S HEI


5


voorwoord

14 De kunst van Patrick 20

COVER

Koning Peter komt in de buurthuiskamer

22 Hoe we onze kleding moeten verduurzamen

24 Gilvany en Darhiënne

ER IS NOG ALTIJD EEN LEGER NODIG

kiezen voor de hulpverlening

34 Is pleegzorg iets voor jou?

H

Ik vind dat het lied ‘Army of Compassion’ van de Noorse Solveig Leithaug dit heel mooi beschrijft. Solveig zingt over een leger van compassie dat werkt aan de uiteindelijke overwinning. Dat recht en vrijheid brengt voor iedere vrouw en man. Waarbij ieder leven kostbaar is, kleur en afkomst niet tellen en iedereen een naam heeft. Waar levens worden ingezet voor die overwinning. Dat is waar we als Leger des Heils voor willen gaan. Als we ons jubileum vieren, gaat het niet om het behalen van een zekere leeftijd. Het gaat om de strijd voor al die mensen voor wie wij door de jaren heen het verschil hebben mogen maken. En dat doen we inmiddels wereldwijd in meer dan 130 landen. Ik denk dat het Leger des Heils een speciale roeping van God heeft om op plekken te zijn waar duisternis is. We willen een leger zijn dat licht brengt, vriend zijn van hen die geen vrienden hebben. 6

44 Jubileumfeest 45 Puzzel 52 De vrouwengroep van verslavingskliniek De Wending

59 Lees-, kijk en

Want er zijn nog altijd mensen die steun, liefde, hulp en verlossing nodig hebben. Wij blijven gaan waar niemand gaat, we blijven onze hulp bieden aan degenen die verloren dreigen te gaan. Het lied zegt: Er zijn geen grenzen aan de liefde van het leger van compassie. En er wordt een klein stukje van de hemel zichtbaar, waar zij zijn gegaan…

luistertips

60

REPORTAGE

Oekraïense vluchtelingen in Lviv en Rotterdam

68 Wat armoede met je hoofd doet

Dat mogen wij vieren. 135 jaar van strijd uit compassie en liefde. En zolang er nog één mens is die onze hulp nodig heeft, gaan we daarmee door.

77

FOTOSERIE

Grijze wijzen

83 Oude gebouwen van het Leger Hannelise Tvedt/Commandant Leger des Heils Nederland

Luister hier het lied.

84 Sheldon is de fotografie/Robin de Puy

et Leger des Heils in Nederland strijdt al 135 jaar. In deze tijden van oorlog in Oekraïne lijkt het verstandiger om in andere termen te spreken dan ‘vechten’ en ‘strijd’. Maar juist in tijden van ramp en oorlog is er een Leger nodig dat wereldwijd strijdt voor recht en gerechtigheid.

buurtbroer van de Beverwaard

88

COLUMN

Lucy Schipstra ‘alles in zicht’

89 Hoogtepunten en colofon


inhoud

8

UIT HET LEVEN

Benjamin gaat op zichzelf:

‘Een vertrouwensband opbouwen is belangrijk, dat is ze hier gelukt’

29 28 INTERVIEW

COLUMN

Pieter Hilhorst HOE TECHNOLOGIE KAN HELPEN OM BESTAANSONZEKERHEID TE BESTRIJDEN

Douwe Bob

‘HET GAAT MIJ GEEN MOER AAN WAAROM IEMAND DAKLOOS IS’

35 46 70 SERIE

TOEN EN NU

LOCATIEREPORTAGE

OVER LEVEN MET EEN COMBINATIE VAN PROBLEMEN

135 JAAR LEGER DES HEILS IN BEELD

Re-integreren en wonen:

Tiny Houses zorgen voor werk én voor privacy 7


uit het leven

‘Of ik maak er een einde aan, of ik loop hier weg’ Benjamin Vorm komt uit een diep en eenzaam dal, maar vecht zich een weg omhoog. De kamertraining bij Enkeltje Zelfstandig in Utrecht geeft hem het nodige zetje in de rug. “Een vertrouwensband opbouwen is belangrijk, dat is ze hier gelukt.” 8

tekst/Wilfred Hermans beeld/Lin Woldendorp


9


uit het leven

O

p de deur van Benjamin Vorm (19) prijkt een briefje. Niet kloppen, staat erop. Middenin zijn kamer staat een bed, vlak ernaast een aanrecht met kookgelegenheid. Meestal kookt-ie voor drie dagen, of hij haalt pizza, want geregeld komt hij laat en moe thuis van zijn werk in de thuiszorg. Goed doen, een fijne sfeer creëren – dat is waarom Benjamin in de thuiszorg werkt. Maar het is ook de reden dat hij muziek maakt. Ooit wil hij ervan kunnen leven. Vooralsnog is dat toekomstmuziek. Moeilijk leven Zijn kamer is alvast ingericht als muziekstudio, met goede speakers, twee gitaren en een zangmicrofoon. Hij maakt hiphop, Amerikaanse stijl, en beats, maar pas sinds een halfjaar is Benjamin tevreden over z’n producties. Z’n piano heeft-ie al ingepakt, want in april verhuist hij naar een eigen woning, met ambulante begeleiding vanuit Enkeltje Zelfstandig, waar hij nu zo’n acht maanden woont. “Ik heb een moeilijk leven achter de rug”, begint Benjamin, op de rand van zijn bed. “Tot twee jaar geleden was ik dakloos, een halfjaar lang, door corona.

10

‘Soms had ik geen energie meer om te lopen en moest ik om de tien meter zitten’

Ik was op een schrijverskamp, in een provincie met veel besmettingen, bleek achteraf, waardoor ik niet terug mocht naar de crisisopvang.” Op zesde uit huis Over de vraag hoe zijn leven er vóór die tijd uitzag, moet hij even nadenken. “Ik ben zo vaak verhuisd dat ik het niet precies meer weet. Op m’n zesde ben ik uit huis geplaatst en naar een kindertehuis van het Leger des Heils gebracht. Er was veel Playmobil, dat vond ik eerst wel vet, maar al gauw voelde ik me er eenzaam. Mijn vader was toen al een paar jaar vertrokken en vertelde aan de telefoon dat-ie m’n vader niet meer was. Daar begreep ik op m’n vijfde niks van, natuurlijk. Mijn moeder heeft ook een moeilijk leven gehad. Ze kreeg jong kinderen en heeft dat mentaal nooit goed op een rijtje gekregen, waardoor er tussen ons veel wrijving ontstond. Als ze boos was, kwam dat meestal door de drank; als klein jongetje kon ik die link niet leggen. Op die momenten had ze geen aandacht voor mij en daar werd ik agressief van, tot het punt dat de politie ons uit elkaar moest halen.” ‘Medicijnen fokten me op’ “Ik kreeg al vroeg allerlei medicijnen; ik zou ADHD hebben en nog veel meer. Die medicatie heeft me alleen maar opgefokt. Nu gebruik ik al zeven jaar niets, en dat gaat prima. Overigens heb ik niks met die medicatie, er wordt vooral veel geld mee verdiend.” Een heftig leven, zucht Benjamin, maar tegelijk is hij blij met hoe het is gelopen. “Zonder dat heftige leven zou ik niet de drive hebben die ik nu heb.” Moeilijk aan eten komen Benjamin ging van opvangplek naar opvangplek, van open jeugdzorginstellingen naar gesloten jeugdzorg. Heen en terug, als een willoze speelbal. Hij raakte aan de drugs, gebruikte zo’n beetje alles, behalve heroïne en crystal meth. Tijdens zijn verblijf in de laatste gesloten groep was Benjamin depressief en praatte hij met niemand meer. “Ik sneed mezelf en stond op het punt er een einde aan te maken. Ik was in dubio: of ik maak


11


sport

12


‘Ze vertellen je hier niet met een wijzend vingertje wat je allemaal fout doet’

er een eind aan, of ik loop hier weg. Dan maar dood van de honger. Voor dat laatste koos ik. Ik logeerde zeven maanden bij m’n vader, maar leefde toen ook al geregeld op straat omdat mijn vader vaak geen eten had.” Dat zoeken naar eten, dát was het zwaarst aan dakloos zijn, mijmert Benjamin. “Soms was ik zo verzwakt, dat ik geen energie meer had om te lopen en om de tien meter moest zitten. Plus: als je jong bent, gelooft niemand dat je dakloos bent, dus is het moeilijk om aan eten te komen. Ik ben heel sociaal, dus ik liep vaak op mensen af om mijn verhaal te doen, in de hoop wat eten te krijgen. Daar moest ik dan wel eerst m’n trots voor opzij zetten.” Weg omhoog Uiteindelijk komt Benjamin bij Herstart van het Leger des Heils terecht, een opvang voor dak- en thuislozen. “Ik moest me daar echt toe zetten. Zo’n plek is rock bottom, lager kun je niet raken.”

uitkering, rijdt nog op een fiets die bijna uit elkaar valt, hij snuift en blowt. Hij inspireert me vooral als voorbeeld van hoe ik níet wil zijn.”

Topteam

Missen, ondanks de haat

Straks fietst Benjamin naar schematherapie. Die is hij zelf gestart, omdat alleen híj weet met welke mentale problemen hij wil leren dealen. “Niet omdat iemand anders dat ooit over mij heeft uitgesproken. Met al die hulpverleningsinstanties ben ik weinig opgeschoten. Hier, bij Enkeltje Zelfstandig, is het anders. Hier werkt een topteam. Ze vertellen je niet met een wijzend vingertje wat je allemaal fout doet, maar gaan juist met je in gesprek als je slecht in je vel zit, om te kijken hoe we er sámen uit kunnen komen. Toen ik depressief was en ik niet wilde dat er steeds bewoners op m’n deur klopten, besloten we een briefje op te hangen met niet kloppen. Zo simpel. Maar ze hebben me ook geholpen bij m’n schulden. Een vertrouwensband opbouwen is belangrijk, en dat is ze gelukt. Met iedereen heb ik een goede band, dus het is fijn dat degene die mij gaat begeleiden als ik op mezelf woon hier vandaan komt.”

“Ik heb lang geen contact met m’n moeder gehad, maar dat bleef me achtervolgen. Daarom heb ik m’n deur inmiddels opengezet. Uiteindelijk kan ik ook niet zonder haar. Zo’n groot netwerk heb ik niet, en ondanks de haat miste ik haar toch. Mijn moeder is niet slecht, maar door haar problemen gedraagt ze zich soms wel zo. Mijn vader zoek ik niet actief op, omdat hij me mentaal mishandelt. Hij denkt dat-ie The Almighty is, maar meneer heeft een

“Laatst vroeg iemand mij hier om brood. Ik gaf hem de helft van mijn laatste boterham; ik had geen geld voor nieuw brood, maar ik gaf het toch. Ik geloof dat dát is wat God bedoelt met elkaar liefhebben. Vervolgens vertrouw ik erop dat het wel goedkomt. En het kwám goed. Dat is wat God nu voor mij betekent: een reminder om goed te doen.”

Hoe Benjamin de weg omhoog precies heeft gevonden, weet hij niet. Soms staat-ie er zelf nog versteld van. “Ik weet wel dat ik dacht, toen ik uit die gesloten instelling wegliep: om erbovenop te komen, moet ik eerst de hel door, het is makkelijker om er een eind aan te maken.” Dan: “Ik ben er nog steeds niet en maak me best zorgen over de toekomst. Straks mag ik vijf jaar in dat nieuwe appartement verblijven, maar kan ik daarna iets nieuws vinden? Tegelijk geeft het succes van de afgelopen periode een enorme boost. Ooit stond ik daar, nu sta ik hier – wow. Dan zal het straks ook wel goedkomen.”

God als reminder

13


de kunst van Patrick

TOCH MAAR GEFLIKT Patrick maakt schilderijen waar de liefde voor kleur vanaf spat. Hij heeft donkere tijden meegemaakt, maar op dit moment heeft hij zijn leven op de rit. Dat zie je terug in zijn vrolijke schilderijen.

14


15


de kunst van Patrick

16


tekst en beeld/Elske Verdoorn

‘Ik kijk dagelijks naar mijn werk en dan krijg ik inspiratie. Ik geniet van wat ik gemaakt heb’

Patrick maakte drie psychoses mee, en de gedwongen opnames die daarop volgden. Hij was een periode dakloos en dronk op een zeker moment zestien halve liters bier per dag. Zijn nieren gingen moeilijk doen, een paar keer dacht hij zelfs dat het afgelopen was. Tekenen en schilderen deed hij altijd al, ook in die moeilijke tijden. “Tijdens mijn psychoses kon ik eigenlijk niks. Je bent zo in de war dat je niet meer weet wat je doet. Maar ik kon wel schilderen.” Hij laat een doek uit zo’n periode zien: een strak, zwart raster ligt als een hellend vlak over een gekleurde achtergrond. Een donker doek, dat op een subtiele manier toch is opgebouwd uit heel veel kleur. Patrick hoort vaker dat hij zo mooi met kleur werkt. “Dat is hoe ik werk. Constant denken: welke kleuren zal ik daar gebruiken? En dan ben ik bezig… Nee, die kleur is het niet! Tot het wel goed is. En het komt toch steeds weer goed.” Het Leger des Heils zag zijn talent. Hij werd gestimuleerd om een cursus Kunst & Cultuur aan de Vrije Universiteit te volgen. Sindsdien is hij serieus gaan schilderen en maakte hij een ontwikkeling door in zijn schilderijen én zelfvertrouwen. Patrick kwam de afgelopen drie jaar steeds sterker in zijn schoenen te staan. Zijn kleurgebruik werd feller en vrolijker. Een tijdje werkte hij veel met tape om strakke lijnen te maken. Maar ook dat durft hij nu los te laten. Lachend: “We gaan nu gewoon uit de losse hand er iets op zetten!” Hij schildert het liefst in zijn kamer. Omringd door zijn eigen schilderijen en foto’s van Elvis. “Vroeger wilde ik nog wel eens naar bed gaan ’s middags, nu ga ik tekenen of schilderen. Het geeft perspectief. Ik moet het ook blijven doen want anders slib ik dicht. Dan ga ik snoepen of elke dag shoarma eten. Voor mij is het belangrijk dat ik gewoon bezig ben. Het houdt me op de been.” Binnenkort is er een expositie, geregeld door activiteitenbegeleider Christine. Zo’n expo is een mooie stimulans om nieuw werk te maken. “Mijn werk wordt gezien, ik krijg erkenning. Dat is zo belangrijk voor me. Ik heb het toch maar geflikt, denk ik dan. Zit er toch iets in me!” 17


uit kunst de het leven van Patrick

18


19


buurtwerk tekst/Willemijn de Jong beeld/Gert Willem Haasnoot

‘IK KOM IN DE BUURTHUISKAMER, ZODAT MIJN ONDERDANEN ME KUNNEN ONTMOETEN’

OP DE COVER

K

oning Peter is binnen het Leger des Heils geen onbekende. Daar is hem ook alles aan gelegen; hij staat graag in de belangstelling. Iedereen moet namelijk weten dat hij eigenlijk de koning der koningen is, de baas van Nederland en Israël, en tevens de messias. Deze koning komt elke dag in zijn scootmobiel naar de buurthuiskamer van het Leger des Heils in AmsterdamNoord, met kroon en mantel. Want als hij thuisblijft in zijn flat, kennen alleen de thuiszorgmedewerkers hem, en hij heeft meer onderdanen dan hen. Acht jaar geleden kwam Peter voor het eerst in de buurthuiskamer. De coördinator van deze buurthuiskamer, Yvonne van Lambalgen, had een brunch georganiseerd voor alle mensen in Amsterdam-Noord die wijkverpleging krijgen van het Leger des Heils. “Toen kreeg ik het hele verhaal van Peter te horen. Over dat hij koning is. Peter komt sindsdien elke dag. Hij voelt zich niet te koninklijk om te helpen, hoor. Peter helpt altijd met de vaat, en hij heeft veel bezoekers hier leren rummikuppen.”

‘Peter voelt zich niet te koninklijk om te helpen met de vaat’ 20

Ongeluk Peter is niet meer zo goed ter been, maar stampvoet wel af en toe als hij staat. Dat is ook sinds het ongeluk. “Op 29 november 1960 om tien over zeven heb ik een frontale botsing met een oplegger van meer dan 25 ton gehad. Ik zat op de fiets. Sindsdien weet ik dat ik de koning en messias ben. Ik lag toen in het ziekenhuis, en de neurologen en internisten waren erg verbaasd. ‘U wandelt zonder lichaam door het ziekenhuis’, zeiden ze. Ja, je denkt dat je droomt aan het begin. Maar het is geen droom.”

Bij zijn onderdanen Yvonne onderbreekt af en toe zijn relaas, om hem aan te moedigen een slok van zijn koffie te nemen. “Peter is de enige met een eigen mok hier.” Of om hem te helpen herinneren aan iets. Weet hij nog dat hij bij de opening van een andere locatie van het Leger des Heils tegen koning Willem-Alexander zei ‘Hé collega!’? “Ja, sommige mensen vinden mij gestoord”, zegt Peter. “Maar het instituut van de mensheid staat aan mijn kant.” Peter heeft hier een kussen om op te zitten, en een kussen onder zijn voeten. Zo zit hij toch een beetje op een troon. Waarom hij zo trouw in de buurthuiskamer komt? “Hier zijn mijn onderdanen. Als ik thuisblijf, kunnen de mensen hun koning niet ontmoeten. Hier wel.” En als mensen mochten twijfelen aan zijn gezag, hij heeft zijn papieren bij zich met bewijs. ‘Peter de Messias’ staat er op zijn OV-chipkaart. En op zijn telefoon heeft hij een getekende brief aan het koningshuis, waarin hij verzoekt plaats te maken voor hem. “Ze willen maar niet weg. Dat is heel verkeerd.” Maar tot de paleizen aan Peter worden toegewezen, vindt hij het ook prima in de buurthuiskamer, en met de thuiszorg in zijn flat.


21


duurzaamheid tekst/Geke van Wijnen beeld/Tirza Beekhuis

De gemiddelde Nederlander heeft meer dan honderdvijftig kledingstukken in de kast hangen. De kleding die je niet meer hoeft, kun je doneren aan ReShare.

Dat moet anders

2

1

De textielindustrie is verantwoordelijk voor ongeveer 4% van alle CO2-uitstoot wereldwijd en vervuilt ontzettend veel water. BI

LEUM 13 5

LEGE

135 jaar!

3 Materialen recyclen Door de ontwikkeling van de Fibersort machine, waar ReShare aan heeft meegewerkt, is het mogelijk om de samenstelling van een kledingstuk te herkennen door infrarood, en dus zo goed en veel mogelijk textiel te recyclen.

22

De gemiddelde Nederlander gooit jaarlijks veertig kledingstukken weg.

4

S

R

Het Leger DE L S HEI wil de kleren krijgen. Al bijna

JA A R •

• JU

De oprichters van het Leger des Heils, William en Catherine Booth, begonnen met het inzamelen van kleding, toen ze zagen dat er mensen rondliepen in lompen, rillend van de kou.

Samenstelling van kleding

5

Zowel voor het recyclen als opnieuw dragen van kleding is de kwaliteit van het materiaal belangrijk. Zo is katoen beter te recyclen dan polyester.

Koop daarom liever minder kleding en van goede materialen, dan veel kleding van mindere kwaliteit. Zo help je ReShare om je kleding beter een tweede leven te geven.


inspiratie

‘Ik was die enge man in de bosjes, totdat mensen me aanspraken’

Randolfi op pagina 40.

Peter Gerritsen 23 2020-2021


medestrijders

‘We hebben een hele grote emmer’

24


tekst/Ans Boersma beeld/Peter de Krom 25


medestrijders

Om twaalf uur komt de lunch op tafel in de Domus in Den Haag. “Hier is de boter, wil je ook nog een messie?”, vraagt Gilvany (32) aan een bewoner. Gilvany en Darhiënne (30) zijn beiden in opleiding tot verzorgende op deze locatie voor mensen met een verslaving en psychiatrische problematiek.

H

et is niet een werkplek waar iedereen graag aan de slag gaat; een invaller verschuilde zich eens achter de koelkast omdat de deelnemers heftig gedrag vertoonden. Darhiënne en Gilvany zijn er helemaal op hun plek. “Ik zie de bewoners als mensen, net als jij en ik. Ze hebben in hun levensjaren narigheid meegemaakt en zijn daardoor zoals ze nu zijn. Ik kijk niet naar hoe ze eruitzien, maar naar wie ze echt zijn als persoon”, motiveert Darhiënne de keuze voor haar baan.

Unieke kans Darhiënne was huisvrouw, en kreeg een uitkering. “Ik heb mijn eerdere opleiding maatschappelijke zorg niet afgerond. Ik zag dit als kans: school en werk in één.” Gilvany zat lang ziek thuis door zijn diabetes. Op zijn dertigste begon hij als beveiliger bij het Leger des Heils. Hij werkte daar als portier, maar was graag op de groep. “Ik wilde altijd meehelpen, ik vind het niet leuk om alleen op een stoel te zitten.” Zijn harde werk bleef niet onopgemerkt. Na een bezoek van koning Willem-Alexander aan de locatie merkte een manager op dat Gilvany aan het schoonmaken was en hij riep hem op gesprek. Via hem rolde Gilvany in het opleidingstraject tot verzorgende, waar toevallig net een plekje vrij was.

Beetje samenspannen Na de lunch hebben Darhiënne en Gilvany pauze en kunnen ze even zitten. In de toekomst krijgen de twee meer verzorgende taken, nu zijn de taken hetzelfde als die van een groepswerker: ontbijt en lunch klaarzetten, meegaan naar afspraken van bewoners, helpen bij het schoonmaken van de kamers, medicatie geven. De twee werken graag met elkaar samen. “Als ik sip binnenkom, maakt Gilvany mijn dag zinvol”, zegt Darhiënne. Ze ontmoetten elkaar in de sollicitatieprocedure voor het traject dat ze nu volgen bij het Leger des Heils. “We kwamen hier na een reorganisatie binnen als nieuwelingen. We kunnen een beetje samenspannen”, lacht Gilvany. 26

Grote emmer Bewoners hebben zware verslavingen en dat zorgt weleens voor onrust. Maar de beide collega’s kunnen wel tegen een stootje. “Je moet sterk in je schoenen staan om hier te werken”, zegt Darhiënne. Gilvany bevestigt dit. “Sommige bewoners proberen je te intimideren om onder taken uitkomen, zoals verplicht kameronderhoud. Af en toe hebben we heibel door psychoses, maar eigenlijk zijn het allemaal schatjes. Bij een psychose is het hun ziektebeeld dat spreekt, niet de mensen zelf. Dat moet je in kunnen zien. Dezelfde mensen die vandaag zeggen ‘ik hou van jou, topper’ kunnen je morgen uitschelden van hier tot Tokio. We hebben een hele grote emmer. Je kunt hier heel veel maken voordat we zeggen: dit wordt te gevaarlijk.”

Betaald sporten Het activiteitencentrum waar we in gesprek zijn hangt


‘AF EN TOE HEBBEN WE HEIBEL DOOR PSYCHOSES, MAAR EIGENLIJK ZIJN HET ALLEMAAL SCHATJES’

vol met creatief werk van de bewoners. Ze krijgen een paar euro betaald om ‘s ochtends te komen werken in de ruimte. Maar het is een moeilijke doelgroep om te activeren, zeggen de twee medewerkers. “Voor alles willen ze wat. We hadden een sportactiviteit en iemand kwam twee minuten touwtjespringen. Daarna liep hij weg en zei: ‘Als jullie willen dat ik ga touwtjespringen, moeten jullie me betalen’”, lacht Gilvany. Komt dat omdat het Hagenezen zijn? “Misschien zijn deze deelnemers daarom nog wel iets koppiger en eigenwijzer, haha. Maar het zijn ook eerlijke mensen met het hart op de tong”, volgens Darhiënne, zelf ook Hagenees.

Kleine stappen Gilvany: “Veel van deze mensen worden als het uitschot van de maatschappij gezien. Zodra ze buiten zijn, lopen mensen met een bocht om hen heen. Ze hebben vaak

geen familie die naar hen omkijkt. Ik denk dat voor zowel Darhiënne als mij geldt dat we naar ons werk komen om deze mensen zo goed mogelijk te kunnen helpen. Natuurlijk met de missie dat ze volledig herstel vinden, ook al is dat bij velen van hen niet meer mogelijk. Elke stap in de goede richting is een groot succes. Als we ons werk overdragen na een dienst, zeggen we weleens: ‘Het is me gelukt om hem te laten douchen.’ Dat klinkt misschien niet als een succesverhaal, maar toch is dat in ons werk een mijlpaal.”

Dankbaar werk Uit het hele gesprek blijkt dat de twee ontzettend gemotiveerd zijn. Het werk is betekenisvol en dankbaar, zeggen ze. Darhiënne merkt dat aan de bewoners, en ziet het zelf terug, vertelt ze. Collega’s die op deze locatie werken, doen het vanuit hun hart. “We maken altijd grapjes met de bewoners en collega’s. Dus het is ook gewoon leuk om hier te werken”, zegt Gilvany. “Ik liep onlangs aan het einde van mijn dienst naar mijn auto, en toen stak een bewoner zijn hoofd uit het raam en zei: ‘Gilvany, bedankt dat je er weer was vandaag.’ Nou, toen brak mijn hart. Daar kan geen dik salaris tegenop.” 27


column

HET GAAT MIJ GEEN MOER AAN WAAROM IEMAND DAKLOOS IS

Singer-songwriter Douwe Bob (29) opende in oktober zijn restaurant Stevig, in Amsterdam. Vanaf begin dit jaar kunnen dak- en thuislozen hier een gratis warme maaltijd afhalen.

A

ls je iets hebt, moet je het delen. Met die gedachte ben ik opgevoed. Mijn moeder had eind jaren negentig een Italiaans restaurant in De Pijp – blijkbaar kruipt het bloed waar het niet gaan kan. De Pijp was destijds een volksbuurt, en elke woensdagavond om zes uur moesten alle gasten in dat restaurant van mijn moeder plaatsmaken voor de minderbedeelden uit de stad. Zij kregen dan een mooi bord pasta en een glas wijn. Mijn vader, Simon, nam weleens zwervers mee naar huis. Ze mochten in bad, eten en overnachten. Als kind vond ik dat prachtig! Nog steeds voel ik een connectie met daklozen. Ze zijn buitenmaatschappelijk, net als ik. Ik doe niet mee met de rest. Ik eet wanneer ik honger heb, slaap wanneer ik moe ben en heb een rare baan. We zitten in een systeem van school en carrière dat van geen kant klopt, daarna leef je van een klotepensioentje tot je doodgaat. Dat is toch een slecht verhaal? Een dakloze is dat ongetwijfeld met me eens, vandaar dat het wel botert. Of je nou koning of zwerver bent, we zijn allemaal gelijk. Sterker nog: zwervers hebben vaak een beter verhaal. Velen van hen hebben een zwaar leven gehad en pittige keuzes gemaakt, dus reken maar dat ze veel levenswijsheid hebben. Zo koud als de maatschappij nu is, heb ik ‘m nog niet meegemaakt. Mensen die jou geen hand durven geven, dat dóet wat met je. En ik begrijp best dat je iemand die zich wekenlang niet heeft gewassen niet durft aan te raken, maar mij boeit dat geen flikker, ik omarm ze. Vervolgens gaat het mij geen moer aan waarom iemand dakloos is. Zo iemand heeft vreten nodig en een luisterend oor, meer niet. Met de maaltijden die wij weggeven, kun je als dakloze thuiskomen. Het is góed eten; wildpouletstoof met gegrilde groentes, een mooie stamppot met een klont roomboter en warme melk. Ik ben blij dat ik zo iets kan bijdragen om de maatschappij weer wat te verwarmen.

tekst/Douwe Bob beeld/Ilja Meefout 28

Maar hier blijft het niet bij. Ik werk aan een plan om maandelijks een luxediner te organiseren voor mensen die het zwaar hebben, zodat ze even hun zorgen vergeten. Een grote hal met een lange, mooi gedekte tafel, zie je het voor je? Een driegangenmenu met bijpassende wijnen, je wórdt bediend. ‘Had u nog wat gewenst?’


opinie

INTERVIEW PIETER HILHORST

HOE TECHNOLOGIE KAN HELPEN BESTAANSONZEKERHEID TE BESTRIJDEN

29


opinie tekst/Jasper van den Bovenkamp beeld/Lieke Janssen

Bij de bestrijding van bestaansonzekerheid kan technologie een rol van belang spelen, zegt voormalig politicus en publicist Pieter Hilhorst. “We hebben te weinig hulpverleners om alle mensen te helpen die steun nodig hebben.”

H Pieter Hilhorst (1966) was politicus voor de PvdA en is politicoloog en publicist. Hij houdt zich bezig met vraagstukken op het vlak van sociale onzekerheid en maatschappelijke innovatie. Zo is hij projectleider van de Citydeal Eenvoudig Maatwerk en initieert hij projecten op het terrein van armoede, schulden en emancipatie, zoals het Nederlands Instituut voor Betalingsregelingen. Hij is sinds 1 september 2017 lid van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving. Van 2012 tot 2014 was hij in Amsterdam wethouder van financiën, onderwijs en jeugdzorg.

30

oe is het mogelijk dat in onze verzorgingsstaat mensen met bestaansonzekerheid kampen? Op deze paradoxale vraag heeft Pieter Hilhorst, geïnspireerd door het boek Radical Help van de Britse sociaal innovator Hilary Cottam, vooralsnog drie antwoorden. Er zijn, zegt hij, drie fundamentele problemen met de manier waarop de verzorgingsstaat is ingericht. Het eerste is de fixatie op de korte termijn. “Als je eventjes door het ijs dreigt te zakken, word je uit de vijver gevist. Maar daarna moet je zo snel mogelijk weer zelfredzaam worden. Er wordt niet nagedacht over de vraag hoe iemand voor de lange termijn veerkrachtig gemaakt kan worden. Terwijl daar de grootste winst te behalen valt.” Het tweede probleem is de loketversnippering. Ondersteuning van mensen die een onzeker bestaan leiden, is vaak verspreid over meerdere levensdomeinen. Denk onder andere aan psychische problematiek, huisvesting en werk. Al die ondersteuningsdiensten hebben een eigen loket. Hilhorst: “Met de decentralisatie is geroepen: ‘1 gezin, 1 plan, 1 regisseur.’ Je wilt immers samenhang in de aanpak, omdat de

problematiek van kinderen en ouders in de regel met elkaar verweven is. Op verschillende plekken wordt met deze methode gewerkt, maar er is nog een enorme slag te slaan.” Het derde probleem is dat de verzorgingsstaat nauwelijks oog heeft voor sociale netwerken. “Men blijft maar hameren op de eigen kracht, de zelfredzaamheid. Daar hoort ook bij dat je zelf in je netwerk bekijkt wie er iets voor jou kan betekenen. Men gaat daarmee alleen voorbij aan het gegeven dat het bestaan van zo’n netwerk voor lang niet iedereen vanzelfsprekend is. Iemand zonder netwerk moet het volgens de theorie van de zelfredzaamheid zelf maar zien op te bouwen. Daarmee worden mensen enorm overvraagd.” Overtrokken indruk Deze problemen maken dat het woord ‘verzorgingsstaat’ een wat overtrokken indruk geeft. De verzorging moet immers voor een belangrijk deel door burgers zelf worden opgetuigd, terwijl juist mensen met een onzeker bestaan daartoe veel minder goed in staat zijn. Ter illustratie: Door een gebrek aan bureaucratische vaardigheden maken mensen op een


dag een administratieve fout, waardoor ze worden afgewezen voor een bijstandsuitkering, wat ze binnen no-time in de schulden doet belanden. Een ander voorkomend probleem is dat mensen door de bomen het bos niet meer zien. Hilhorst: “Er zijn bijvoorbeeld alleen al zesentwintig inkomensondersteuningsregelingen. Er zijn mensen die dit niet meer snappen. Of die sinds de toeslagenaffaire niet meer durven…” Toekomstplaatje van de verzorgingsstaat Als het aan Hilhorst ligt, ziet het toekomstplaatje van de verzorgingsstaat er dan ook heel anders uit. Er wordt veel sterker ingezet op preventie, het sociale netwerk wordt hersteld en burgers worden voor de lange termijn veerkrachtig gemaakt. Bij die doelstellingen laat hij zich graag bijstaan door technologie. Hoe ziet hij dat precies voor zich? “Kijk eens naar het aantal mensen in Nederland dat met geldzorgen kampt. Volgens het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) gaat het om 2,8 miljoen huishoudens.

‘Via een bankrekening kun je, door opvallende afwijkingen in het uitgavenpatroon, snel zien dat het niet goed met iemand gaat.’

De rekensom is snel gemaakt: daar zijn ruim onvoldoende hulpverleners voor beschikbaar. Hier komt technologie om de hoek kijken.” Hilhorst noemt de Buddy App die mensen kan helpen bij het goed managen van hun geldzaken. De app wordt gekoppeld aan hun bankrekening en geeft zodoende inzicht in wat er af- en bijgeschreven wordt. Hij geeft notificaties over het besteedbare bedrag en stimuleert om te sparen voor tegenvallers. “Via een bankrekening kunnen we, door opvallende afwijkingen in het uitgavenpatroon, snel zien dat het niet goed met iemand gaat. Op die manier kunnen we heel effectief ingrijpen als dat nodig is. Deze vorm van hulp gaat over het empoweren van individuen. We maken hen weerbaar tegen de eigen verleidingen (voorkomen dat ze onnodige dingen kopen), tegen schuldeisers (een gezond uitgavenpatroon creëren waardoor ze op afstand blijven) én tegen de overheid (ervoor zorgen dat ze krijgen waar ze recht op hebben).” Permanent watertrappelen Daarbij komt dat met technologie een veel grotere groep bereikt kan worden. Van de 2,8 miljoen huishoudens met geldzorgen heeft ongeveer de helft geregeld last van betalingsachterstanden, 650 duizend mensen kampen met problematische schulden van wie er 200 duizend worden geholpen om eraf te komen. “Wat je hieruit kunt concluderen is dat veel mensen – zo’n 400 duizend – níét worden geholpen. Dit zijn mensen die niet leven, maar dag in dag uit overleven. Iemand omschreef het eens als permanent moeten watertrappelen. Het kost al je energie.” De mismatch tussen de eisen die het systeem stelt en de bureaucratische vaardigheden van de burger kan 31


opinie

eenvoudig worden opgelost door hulpmiddelen daarop af te stemmen, zegt Hilhorst. Een ander voorbeeld dat hij noemt is de automatische toeslagcheck. “Door een koppeling met de bankrekening zoals in de Buddy App, kun je automatisch controleren of er iets verandert aan het inkomen, wat invloed heeft op het recht op toeslagen en gemeentelijke regelingen. We kunnen toetsen aan 1.600 landelijke en gemeentelijke regelingen.” Zo krijgen mensen waar ze recht op hebben en wordt de kans verkleind dat ze schulden opbouwen door onterecht ontvangen toeslagen. Alle overheidspost centraal Technologie kan eindeloos veel oplossingen bieden, zegt Hilhorst. Op de ontwerptafel ligt momenteel een applicatie waarbinnen alle overheidspost op één centrale plek wordt aangeboden. Die richt zich voornamelijk op jongeren, die relatief vaak verhuizen en daardoor soms essentiële communicatie missen. Hilhorst: “Met de inzet van dit soort handigheidjes transformeer je de

‘Door al die regels voelden mensen zich vernederd’ 32

verzorgingsstaat. We gaan van het regime van zelfredzaamheid naar een model dat mensen de gelegenheid biedt tot bloei te komen.” Die zelfredzaamheid, Hilhorst kan het niet genoeg benadrukken, is echt een farce. “Ik heb een tijdje het tv-programma De Ombudsman gepresenteerd. Het meest confronterend vond ik de ontdekking dat mensen die aangewezen waren op overheidsinstanties, zoals de woningcorporatie, de jeugdzorg en het Wmo-loket, er een hekel aan hadden. Er waren enorm veel regels om toegang te krijgen tot die instanties. Mensen voelden zich vernederd. En vernedering leidt niet tot bloei, dat weten we.” De kracht van mensen Hoewel de technologie vanwege een tekort aan menskracht een belangrijke rol kan spelen, gelooft Hilhorst toch eerst en vooral in de kracht van mensen, zegt hij. Het is de kracht die onder andere bij het Leger des Heils wordt aangesproken. “Het Leger vervult een bijzondere en belangrijke functie; het is er als alle anderen zijn weggevallen. In de bestrijding van bestaansonzekerheid is die menselijke aanwezigheid van grote waarde.” Hij memoreert een lezing waarvoor hij een tijd geleden was uitgenodigd bij het Leger. “Een medewerker vroeg mij na die lezing: ‘Ben jij optimistisch?’ Ik antwoordde met een wedervraag: ‘Waarom wil je dat weten?’ Ze zei: ‘De problematiek is soms zo zwaar dat ik denk: het haalt allemaal niks uit.’ Ik antwoordde: ‘Soms ben ik optimistisch. Dan denk ik: dit gaat de goeie kant op. We moeten nu extra hard strijden, want als we nu doorpakken boeken we winst. Andere dagen ben ik pessimistisch. Dan is het allemaal ongelofelijk moeilijk en volgt tegenslag op tegenslag. Dan denk ik: we moeten nu extra hard strijden. Voor het handelingsperspectief maakt het dus niet uit of je optimistisch bent of pessimistisch.”


in de kijker

‘Het meest confronterend vond ik de ontdekking dat mensen een hekel hadden aan de overheidsinstanties waarop ze waren aangewezen’

33


pleegzorg

HARD NODIG: PLEEGOUDERS Kinderen hebben een stabiele omgeving nodig om op te groeien. Maar duizenden jongens en meisjes leven in een onveilige situatie. Wij zoeken pleegouders in Noord- en Oost-Nederland voor deze kwetsbare kinderen.

Overweeg jij om een kwetsbaar kind een thuis te bieden? Kijk eens op legerdesheils. nl/pleegouders-gezocht voor meer informatie.

beeld/Folkert Koelewijn 34


portret

Uitgelicht

DE MEESTE MENSEN DIE BIJ HET LEGER DES HEILS WONEN, HEBBEN EEN COMBINATIE VAN PROBLEMEN. HET LEVEN IS DAN NIET ALTIJD GEMAKKELIJK. VIER DEELNEMERS VERTELLEN WAT HEN WEER VOORUIT HELPT.

tekst/Wilfred Hermans beeld/Lin Woldendorp

35


portret

‘Zonder hoop is er niks’

Randolfi

Lees het verhaal van Randolfi op pagina 40.

36


Lees het verhaal van Maartje op pagina 41.

Maartje

‘Mijn broertje, ook geadopteerd, heb ik opgevoed en ik hield ook zielsveel van m’n zusje’

37


portret

‘Vanaf het moment dat ik over mijn problemen kon praten, ging het weer de goede kant op’

Jacob

Lees het verhaal van Jacob op pagina 42.

38


Lees het verhaal van Rahmaop pagina 43.

Rahma

‘Ik heb tien jaar in Rome gewoond. Daar was ik babysitter’

39


portret

‘ZONDER HOOP IS ER NIKS’ Randolfi had een vrouw, vier kinderen en een vaste baan. Na zijn scheiding verloor hij de grip op het leven, maar inmiddels is-ie weer in charge. “Ik was die enge man in de bosjes, totdat mensen me aanspraken.”

Randolfi

Wie Randolfi’s appartement binnenstapt, denkt in een tuincentrum te zijn beland. Groen overheerst, overal staan en hangen plantjes. Zelf kijkt Randolfi steevast stralend de wereld in, al gaven eenzame jaren van dakloosheid en verslaving daar bepaald geen aanleiding toe. “Als je op straat leeft, heb je niks. Dan krijg je vanzelf een andere mentaliteit, loop je een winkel binnen en ga je met brood en beleg naar buiten, zonder te betalen. Je komt in de overlevingsmodus, altijd op zoek naar een slaapplek. Je gaat aan autodeuren voelen. Bij een schadebedrijf zag ik een auto met de deur open; het regende, dus ik ging in die auto zitten. Drie daagies, tot op een ochtend de garagehouder met drie man bij de auto stond. Dat vonden ze niet prettig natuurlijk, ik kreeg een pak rammel. Daarna sloten ze de deuren en wachtten op de politie. Beschamend? Ja, maar op een gegeven moment ben je de schaamte voorbij. Agenten of boa’s beginnen je te herkennen. ‘Ah, meneer Randolfi, zit je nu weer hier?’”

Opfrissen in gemeentehuis “Mijn vader lag ruim een jaar in het ziekenhuis. Tijdens mijn bezoekjes kon ik me in zijn kamertje effe opfrissen en scheren – ook sommige daklozen denken aan hun hygiëne. Op de avond van eerste kerstdag belde ik bij een opvanglocatie aan, of ik álsjeblieft naar binnen kon. Waar kom je

40

vandaan?, vroeg die man. Spijkenisse, zei ik. Sorry, we kenne je niet binnenlaten, verkeerde postcode. Boem, deur dicht. Nou, dan voel je je wel heel eenzaam, laag en leeg. De tranen rolden over m’n wangen.”

Scheiding “Ik had een gezin en twintig jaar een vaste baan in een fabriek. M’n vrouw had al drie kinderen uit een vorig huwelijk, plus een psychiatrisch verleden; jeugdzorg kende ons al. Ons eerste kindje samen overleed vlak voor de geboorte, in 2004. Daarna werd mijn zoon geboren, inmiddels is-ie vijftien. M’n ex nam heroïne mee naar huis, waar ik aan verslaafd raakte, en ondertussen begonnen we elkaar te mishandelen. Na een geweldsdelict van m’n ex werden de kinderen uit huis geplaatst, m’n zoon heb ik zeven jaar niet gezien. Mijn drugsgebruik schoot omhoog, ook op het werk, waardoor ik werd ontslagen. Door dat ontslag kreeg ik geen uitkering, kon ik m’n huur niet betalen en toen begon het zwerversbestaan, zes jaar lang. Daarin heb ik trouwens ook mooie dingen meegemaakt. In eerste instantie was ik die enge man in de bosjes, totdat mensen me aanspraken. Na zo’n ontmoeting heb ik weleens tasjes eten gekregen.” Terugdoen “Met methadon ben ik afgekickt van heroïne, waardoor ik dacht: als dit me lukt, lukt de rest ook. Ik weekte me los van andere verslaafden en dankzij de schuldsanering begon alles weer te lopen. Nadat ik in aanmerking was gekomen voor urgentie, kreeg ik dit huissie. Kijk dat uitzicht...” Zijn glimlach verbreedt zich. “Inmiddels werk ik als hovenier en stratenmaker. Zelf geregeld. Zwaar werk, maar ik ben blij dat ik wat kan terugdoen voor m’n uitkering. En op eigen initiatief maak ik de wijk schoon, met zo’n grijpstick.”

Schietgebedje Hij wijst op een Mariabeeldje op de vensterbank. “Dat staat voor hoop. Zonder hoop is er niks. Of ik opensta voor een relatie? Laat ik het zo zeggen: het zit in dat schietgebedje van mij verwerkt.”


‘MUZIEK GAAT DIEP, HÈ’

Maartje (56): “Ik ben al jaren straatmuzikant en hoor bij de negen beste van Amsterdam. Laatst heb ik nog de hele dag op de Dam gespeeld, tegen de oorlog in Oekraïne. Dat geld gaf ik meteen aan de Oekraïners die daar ook stonden. Wat ik speel? Bijvoorbeeld Armand, ‘Ben ik te min’. Voorbijlopende kinderen vinden het geweldig als ik De Kauwgomballenboom speel. En Janis Joplin scheurt door m’n ziel. Muziek gaat diep, hè, het is gigántisch fijn. Ik raad het iedereen aan die zich kapot en alleen voelt.”

Gitaar gekregen “Hanneke daar is mijn groepsleider, maar ook mijn vriendin. Soms komt ze opeens m’n kamer binnen: ‘Hé Maartje, we gaan wat leuks doen.’ Zo nam ze me mee naar een opname voor ‘Soep, Sores & Soelaas’. Nadien heb ik een hele mooie gitaar van die mensen gekregen.” Trots trekt ze aan de Ajax-vlag om haar nek. “Ik ben Ajacied in opleiding. In deze regio hoor ik thuis. In Weesp – schrijf je dat op? W-E-E-S-P, Weesp – was ik een immens populair kindje, iedereen hield van mij. Het ging bergafwaarts met mij toen we verhuisden naar Alphen aan den Rijn.”

Verjaardagskalender voor kinderrechter “Ik heb een verschrikkelijk lieve pleegvader. Op school ging het niet goed, ik was

beter in werken dan in studeren. M’n cijfers kelderden na een paar dramatische gebeurtenissen. Mijn broertje, ook geadopteerd, heb ik opgevoed en ik hield ook zielsveel van m’n zusje. Maar ik was een lastige puber en moest uit huis. Ik had een mooie verjaardagskalender voor de kinderrechter gemaakt. Daar stond ik, papa’s handje vast. Het leek iedereen een goed besluit als ik een tijdje vertrok, maar ik was veel te jong.” Opeens: “Wordt dit trouwens opgenomen? En wie ben jij precies? Als je maar opschrijft dat ik trots ben op m’n adoptietijd in Weesp.”

Van de drank af “Mensen schrijven soms over me dat ik een verwaarloosde, onverzorgde alcoholist ben, maar dat ben ik niet meer. Zo zie ik er ook niet uit, dacht ik, met m’n mooie Ajax-sjaal. Wel ben ik een tijd dakloos geweest. Overdag verbleef ik in het park, ’s nachts in de nachtopvang. Inmiddels kan ik redelijk goed van de drank afblijven, maar laatst kreeg ik wel weer een klap te verduren; een goede vriend overleed, en mijn vriendin – van het vrouwenteam van Ajax – ging bij me weg. Toen heb ik weer veel te veel gedronken. Daar zou ik wel vanaf willen.”

Flink samengewoond

Maartje

In de Majoor Bosshardtburgh, een beschermde woonvorm in Amsterdam, draait de sprankelende Maartje wat heen en weer op een bureaustoel. Ze is beweeglijk en goedlachs. Gitaar spelen vindt ze ‘gigantisch fijn’. “Ik raad het iedereen aan die zich kapot en alleen voelt.”

“Ik krijg vaak te horen dat ik geen nee kan zeggen en dat mensen me uitbuiten. Daar willen ze me hier tegen beschermen. Soms moet ik inderdaad een beetje bijgestuurd worden. Dat zit ‘m in dat zwerversgedrag, dat anarchistische van mij. Maar dat heeft ook iets goeds, dat gaat over eigen baas zijn, je verantwoordelijkheid nemen.”

Ondanks haar vrolijke voorkomen zegt Maartje zich ‘vreselijk eenzaam’ te voelen. “Dat komt vooral door corona. Ik heb een paar keer flink samengewoond, maar vanwege besmettingsgevaar mocht ik m’n relatie niet op mijn kamer laten komen. Dat vind ik gewoon kut. Duidelijk, hè?” Als het gesprek is afgerond: “Wat krijg ik voor dit interview? Een fiets?”

41


portret

‘NIKS INTERESSEERDE ME MEER’

Wielrennen op tv, peukie in de hand – Jacob Verzijl is een gelukkig man. Maar daar ging een groot zwart gat aan vooraf. “Vanaf het moment dat ik over mijn problemen kon praten, ging het weer de goede kant op.”

Jacob

Jacob Verzijl (73): “Ik heb van m’n zestiende tot m’n 61e gewerkt, eerst als vertegenwoordiger, later deed ik kantoorinrichtingen. Twaalf jaar geleden werd ik om economische redenen ontslagen, in die kloteperiode met die crisis. Daardoor kwam ik in een héél zwart gat terecht, ik ging er helemaal aan onderdoor. Alleen maar zitten, niks interesseerde me meer, totaal niks. Ik was helemaal van de wereld, waardoor ik zelfs geen WW-uitkering heb aangevraagd. Ik deed alleen nog het hoogstnoodzakelijke aan boodschappen, de buitenwereld zag me niet, ik zat echt verstopt. Als er werd aangebeld, deed ik gewoon niet open. Ik wilde er niet zijn.”

Stapels post “Ondertussen stapelde de ongeopende post zich op. Omdat ik m’n rekeningen niet meer betaalde, werd ik m’n huis uitgezet. Toen ben ik bij een opvanglocatie van het Leger des Heils terechtgekomen. Zij hielpen me direct op gang qua uitkering en betaalachterstanden. Een mevrouw vertelde me om heel precies die toestand van dat zwarte gat te omschrijven. Dat stuurden we naar het UWV, waarna ik een gigantisch bedrag kreeg waarmee ik m’n schulden kon afbetalen. Ik kreeg

42

een woning, maar toen begon het gesodemieter van vooraf aan.”

Dure jongen “Momenteel zit ik in de vrijwillige bewindvoering omdat ik niet weer in dat zwarte gat wilde vallen. Een goeie bewindvoerder haalt overal geld vandaan, dus ik heb altijd geld. Ik kan naar het café en ik heb m’n biljartcluppie en m’n kookcluppie. Maar: medisch mankeer ik nog genoeg. Ik heb orthopedische schoenen, een slechte huid, een rollator, gehoorapparaatjes en een scootmobiel. Ik ben dus een hele dure jongen voor de zorgverzekering. Wel rook ik nog, ja. Ik heb nog een paar pleziertjes. Ik ben inmiddels al veertig jaar gescheiden, alleen zijn bevalt me beter. Ik doe van alles wat vroeger niet kon: wielrennen kijken, elk jaar met vrienden naar de Tour de France en andere wielerwedstrijden. Met m’n scootmobiel, één van m’n maten heeft daar een busje voor.”

Niet achterlijk “Vanaf het moment dat ik over mijn problemen kon praten, ging het weer de goede kant op. Ik mag dan laag zitten, wist ik, ik ben niet achterlijk. Grotendeels ben ik zelf uit het dal geklommen, daar ben ik trots op, maar dat steuntje in de rug van het Leger des Heils was wel nodig. Nog steeds heb ik elke dag met iemand contact, voor praktische zaken, en om van me af te praten als dat nodig is. Misschien kan ik wel zonder, maar ik voel me er happy bij. Ik heb in de cliëntenraad van de opvang gezeten, en dan praatte ik graag met deelnemers over mijn ervaringen. Dan zei ik: als je nou ’s zo en zo doet, of tegen die en die wat zegt over dat en dat ... Om ze een beetje op pad te helpen. Tenminste, voor mijn gevoel dan, hè. Door corona is dat contact de mist in gegaan, dat mis ik wel. Met alles wat ik nu doe en heb, ben ik ontzettend blij. Als het lekker weer is, zorg ik dat m’n scootmobiel is opgeladen en tuf ik lekker in de rondte. Aan het eind van de dag zorg ik dat uitkom op een terrasje, in de zon en uit de wind.”


‘IK HEB FIJNE DROMEN – PARTY, DISCO, LEKKER KOKEN, GEZELLIG’

Rahma (55) ligt op haar zij in bed, in haar eigen kamer. Foto’s waar ze op schittert – met vriendinnen, pannenkoeken bakkend – sieren muren en de deur. Recent heeft ze vanwege haar diabetes prikjes in haar ogen gekregen in het ziekenhuis. Hier in de Majoor Bosshardtburgh wordt ze goed verzorgd en krijgt ze de nodige medicatie. Maar er is meer, zegt Rahma. “Ik heb ook psychische problemen, al vijftien jaar. Waar ik last van heb? Ik hoor stemmen. ‘Pleeg toch zelfmoord’, zeggen die. Dan zeg ik: ‘Nee, ga weg! Ik maak jou wel dood!’ Begeleider Hanneke knikt haar deelnemer liefdevol toe. “Goed zo, Rahma.” Rahma: “Door de tabletten hoor ik die stemmen niet meer zo vaak, ik droom vooral nog. Fijne dromen, ja; party, disco, lekker koken, gezellig.”

Wandelen via maatjesproject “Ik werk bij 50|50 in AmsterdamNoord, in de tuin. En ik maak zelf mijn kamer schoon en doe de was. Elke woensdag spreek ik af met iemand van het maatjesproject. Dan gaan we samen wandelen, spelletjes doen – Rummikub – of eten. Haar twee kinderen neemt ze weleens mee. Zelf ga ik ook weleens wandelen.”

Hanneke begint te lachen en kijkt Rahma quasi-streng aan. “Je mag niet meer bedelen, hè!” Rahma, verontschuldigend: “Ik krijg nog maar dertig euro per week, vroeger was dat zestig.” Wijzend op de rookwaar op tafel: “Een pakje sigaretten kost al acht euro! Maar ja, stress, hè. Elk nieuw jaar wil ik weer stoppen, maar het lukt niet.”

Babysitter in Rome Rahma gaat rechterop zitten als Hanneke haar vraagt hoeveel talen ze kent. “Een beetje Engels, een beetje Nederlands, een beetje Arabisch, een beetje Somalisch en een beetje Italiaans. Vijf talen. Ik heb tien jaar in Rome gewoond. Daar was ik babysitter. Ik bracht kinderen naar het zwembad en naar school en ik waste hun kleding. Of ik zelf ook kinderen heb? Nee, ik heb drie miskramen gehad.” Rahma maakt een schoppende beweging. “Die man deed BOEM tegen mijn buik. Hij had andere vrouwen, mijn vriendinnen, en zette mij uit huis. Tot die tijd had ik alles: een koelkast, wasmachine, magnetron, koffieapparaat, tostiapparaat, waterkoker, bad, bed, computer, kasten – alles! En ik had dure kleren, die heb ik allemaal achter moeten laten. Bij het Leger des Heils kreeg ik nieuwe kleren.”

Rahma

De van oorsprong Somalische Rahma maakte veel huiselijk geweld mee. Haar ex zette haar het huis uit, Rahma raakte verslaafd en psychisch in de knoop. Er is weinig nodig om haar een glimlach te ontlokken, al worstelt ze nog steeds. “Die man deed BOEM tegen mijn buik.”

43


jubileum

SAMEN VIEREN Dit jaar bestaat het Leger des Heils 135 jaar in Nederland. Het jubileum wordt op meerdere momenten door het jaar gevierd, met als hoogtepunt het jubileumfeest op 11 juni.

We vinden het belangrijk dat iedereen die onderdeel is van het Leger des Heils (en hun buren en vrienden) mee kan vieren, niemand uitgezonderd. Op 11 juni vieren we dan ook een hele dag feest, met jong en oud. Er is een ‘big airbag’ waarmee je hoger springt dan iedereen, we doen een TikTok Challenge, er zijn optredens van allerlei toffe artiesten, er is een tentoonstelling van 100 jaar scouting, en overal is heerlijk eten en drinken verkrijgbaar.

Wij zullen strijden zolang ... 11 juni 2022, vanaf 12.00 uur WAAR: Taets Art and Event Park, Zaandam THEMA:

WANNEER:

Voor meer informatie over wat er allemaal te doen is én gratis tickets: LEGERDESHEILS. NL/135

44


puzzel

MAAK EEN FILLIPINE-PUZZEL MET WOORDEN UIT DEZE SOELAAS. BENIEUWD OF JE DE OPLOSSING GOED HEBT? DE OPLOSSING VIND JE OP PAGINA 89. Hoe maak je ook alweer een Fillipine? Probeer aan de hand van de omschrijvingen alle woorden te vinden. Bij gelijke cijfers in de vakjes moeten de letters ook gelijk zijn. Bij een correcte invulling lees je onder de pijl de oplossing.

Filippine

Succes!

1 2

3

3

1

6

4

3

9

1

9

1

3

1

5

4

5

2

3 4 5

6

6 7

9

2

11

6

7

12 13

5

4

3

2

2 6

3

6 8

7

8

7

9

8

6

9

1

1

6

7

4

3

5

3 3

8 9 10

1

1

6

3

9

9

2

9

6 8

9 1

9

1. Lente. 2. Padvinderij. 3. De bijnaam van Sheldon uit de Beverwaard. 4. Proberen een einde te maken aan een verslaving. 5. Instelling met geneeskundige hulp. 6. Steun, verlichting. 7. Klein energieneutraal woonhuis. 8. Waarderende opmerking. 9. Bekend vervoermiddel van het Leger des Heils. 10. Europese hoofdstad. 11. Uitzicht op de toekomst. 12. Leger des Heils-opvang voor dak- en thuislozen. 13. De oprichters van het Leger des Heils (achternaam). 45


jubileum

2022 46


LEUM 13 5

LEGE

JA A R •

• JU

BI

L

S

R

DE

S HEI

In 135 jaar Leger des Heils is er enorm veel veranderd. In de maatschappelijke ontwikkelingen in Nederland, op het gebied van professionaliteit van de hulpverlening die we bieden en in de breedte van de zorg die we bieden. En tegelijkertijd is de kern van waarom we ‘doen wat we geloven’ nog helemaal onveranderd.

1932 47


1962

48


JA A R •

DE

L

S

Wereldoorlog. Ook hielp het Leger bij de watersnoodramp in 1953, bij verschillende treinrampen en bij grote branden, onder meer door het uitdelen van eten en goederen en het bieden van pastorale steun.

R

Sinds zijn oprichting is het Leger des Heils bij oorlogen en rampen altijd in de voorste linies te vinden. Zo deelden zogenoemde ‘donutdollies’ (vrouwelijke heilssoldaten) soep en donuts uit aan de soldaten in de Eerste

LEUM 13

LEGE

Geschiedenisfeitje

BI

5

• JU

2022

S HEI

49


2022 50


1967 51


behandeling

OVER VROUWEN BIJ VERSLAVINGSKLINIEK ‘DE WENDING’ DIE ELKAAR LEREN OM GRENZEN AAN TE GEVEN

‘Je moet zijn nummer wissen’ tekst/Geke van Wijnen beeld/Peter de Krom

HOE IS HET OM ALS (EX-)VERSLAAFDE VROUW IN EEN KLINIEK MET VOORAL MANNELIJKE CLIËNTEN TE ZITTEN? ONNA, ERIN, LOES, ILONA EN MARY WETEN ER ALLES VAN. ZIJ VERBLIJVEN IN DE WENDING, DE GGZ-VERSLAVINGSKLINIEK VAN HET LEGER DES HEILS IN DE BOSSEN BIJ APELDOORN.

52


53


behandeling

54


M

omenteel verblijven er tien vrouwen in De Wending. Dat is veel, vertellen sociotherapeuten Bram en Marjanne. Meestal zijn er niet meer dan vijf. Omdat vrouwen zo in de minderheid zijn, is er elke vrijdagochtend een speciale sessie voor hen: de vrouwengroep. Terwijl Marjanne de stoelen in een kring opstelt, zet Bram de thermoskannen met koffie en thee klaar. Deze groep biedt een veiligheid die ze in andere therapiesessies of in de huiskamer niet vindt, vertelt Onna, want daar zijn mannelijke deelnemers bij “en mannen hebben mij veel ellende aangedaan. Hier zeg ik dingen die ik ergens anders niet zou zeggen.” De Wending ligt midden in de bossen bij Apeldoorn, op het landgoed Caesarea. Daar doen veertig mensen – meestal niet voor het eerst – een poging om af te kicken en hun leven weer op de rit te krijgen. Verdeeld over zes huiskamers brengen cliënten hun dagen door: met therapiesessies, behandelgesprekken, dagbesteding en met het dagelijks leven zoals elk mens dat kent: eten, slapen, ruziemaken en liefhebben. Een minuut of tien later dan gepland zijn de vrouwen gearriveerd die vandaag zouden komen en Bram en Marjanne openen de sessie. Ze vertellen wat de vrouwen vandaag gaan doen. Ze

“Hier zeg ik dingen die ik ergens anders niet zou zeggen” Onna

beginnen met een rondje om te vertellen hoe hun week was, dan is er pauze en daarna psychomotorische therapie. Het thema van de sessie van vandaag: je eigen grenzen aanvoelen en aangeven.

ONNA WORDT OMA Onna mag beginnen met vertellen over haar week. En ze staat te trappelen, want... ze wordt oma. De vrouwen vallen bijna over elkaar heen om haar te feliciteren. Onna wordt overladen met knuffels, kussen en felicitaties. “Mijn mentor wist het al”, vertelt ze, “maar mijn dochter had met haar overlegd dat het beter was om het mij niet meteen te vertellen. Ik moet het eigenlijk ook nog geheimhouden, maar dat kan ik niet hoor.” Trots poseert ze voor een foto met de ansichtkaart, de positieve zwangerschapstest en de babyslofjes die haar dochter heeft opgestuurd. Dit is precies waar de vrouwengroep voor is, vertelt sociatherapeut Marjanne later: om het leven te delen. In deze groep voelen vrouwelijke cliënten zich op hun gemak en na verloop van tijd gaan ze steeds meer delen, worden ze steeds opener. Na Onna is Loes aan de beurt. “Ik kreeg een bericht van Joey”, vertelt ze, nadat ze heeft gezegd dat ze een nogal onrustige week had. “Hij wil dat ik hier wegga, hij vindt dat dit niet goed voor mij is.” Ze valt even stil. “Ik ben helemaal leeg”, zegt ze dan. Haar hoofd valt op haar borst, haar schouders schokken. “Je moet zijn nummer wissen”, adviseert een van de vrouwen. “Eerst blokkeren, dan wissen”, zegt een ander. Met trillende stem vertelt Loes over Joey, haar ex, over zijn berichten en dat ze ertegen opziet om dit weekend naar huis te gaan. De Wending is een veilige plek, thuis staat ze er alleen voor. Veel vrouwen herkennen Loes’ verhaal. “Mijn ex zit vast, dat is makkelijker”, deelt Onna.

IEMAND DIE JE SITUATIE BEGRIJPT Wanneer de gemoederen een beetje bedaard zijn, vraagt Bram: “Wat kan de vrouwengroep voor je betekenen?” “Ze geven me steun”, zegt Loes onmiddellijk. Ze vertelt dat ze voor het aankomende verlofweekend al wat zekerheden heeft ingebouwd: ze gaat bij haar moeder 55


behandeling

“Veel cliënten zijn gewend om alleen als verslaafde en haar zoon langs en ze mag haar mentor bellen als ze bang is dat ze een terugval krijgt. “Goed zo”, zegt Bram, “zo bouw je veiligheid in.” “Je bent nu heel sterk”, vult een van de vrouwen aan. “Heel anders dan toen je hier binnenkwam.” Samen praten de vrouwen over lastige exen, een thema waar elk van de vrouwen wel ervaring mee lijkt te hebben. “Het is fijn als iemand je situatie begrijpt”, zegt Mary. Voor veel vrouwen is De Wending de eerste plek waar ze zich écht gezien voelen, ondanks dat ze al veel andere trajecten hebben doorlopen. Onna: “Hier gaat alles op je eigen tempo.” Erin vult aan: “In andere klinieken voelde ik me een nummertje, hier kijken ze naar wat je persoonlijk nodig hebt.” Bram en Marjanne bevestigen dit. De Wending biedt een groepsbehandeling, maar ze willen zoveel mogelijk individueel maatwerk leveren binnen die groepsbehandeling.

SAMEN OM DE VROUWEN HEEN STAAN Bram en Marjanne hebben een intensieve baan, maar ze doen het samen, vertellen ze. “We staan met z’n allen om de cliënten heen”, zegt Bram, “ieder vanuit z’n eigen professie: sociotherapeut, psycholoog, psychiater, mentor, psychomotorisch therapeut, maatschappelijk werker. We benaderen het vanuit allemaal verschillende invalshoeken. Samen kijken we dan welke bejegening helpt.” Veel mensen die bij De Wending zijn opgenomen, hebben in de loop van de jaren allerlei diagnoses gekregen: persoonlijkheidsstoornis, licht verstandelijk beperkt, autisme of een combinatie van diagnoses. Die diagnoses kunnen helpen om met de cliënt te zoeken naar valkuilen en aandachtspunten in de behandeling. “Maar we zien vooral de mens, niet de diagnose”, zegt Bram, “we willen aansluiten bij de verandermotivatie van de cliënt en hun inzicht vergroten. Veel cliënten zijn gewend om alleen als verslaafde gezien te worden, wij willen de mens daarachter naar voren laten komen.”

GRENZEN AANGEVEN Nadat alle vrouwen aan het woord zijn geweest, is er pauze. Een paar vrouwen zijn toe aan een sigaretje en ondertussen wordt Inge, de psychomotorisch therapeut, 56

gezien te worden, wij willen de mens daarachter naar voren laten komen” Bram

De aanpak van De Wending In De Wending doorlopen cliënten vier fasen van herstel: • de abstinentiestabilisatiefase, die gericht is gericht op fysiek herstel van de effecten van middelengebruik door sociale structurering (vier weken); • behandeling van middelenafhankelijkheid en start herstel (acht weken); • herstel met nadruk op sociaalemotionele competenties (twaalf weken); • transfer- en resocialisatiefase (vier tot acht weken). De eerste twee fasen worden gefinancierd vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw). Voor financiering van fase drie en vier is een Wmo-indicatie vanuit de gemeente van herkomst van de cliënt nodig, een Wlz-indicatie of financiering door Justitie. Binnen de groepsbehandeling wordt zoveel mogelijk maatwerk geleverd. Dit gebeurt vanuit de CRA-methodiek: Community Reinforcement Approach.



Erin over Loes

ingebeld omdat ze in quarantaine zit. Ze vertelt dat de vrouwen hun grenzen gaan leren aanvoelen en aangeven door – voorzichtig - tegen elkaar te boksen. Meestal gaan de vrouwen na de pauze op een creatieve manier aan de slag met het onderwerp van de ochtend, vandaag gaan ze naar buiten. Mary loopt nog even gauw terug naar haar kamer om slippers te verwisselen voor schoenen. Op het grasveld worden tweetallen gevormd en Marjanne legt nog een keer uit wat ze gaan doen. Ze beginnen zonder bokshandschoenen. De vrouwen moeten de handen tegen elkaar houden en vervolgens proberen elkaar omver te duwen. Ze moeten proberen aan te voelen wanneer hun grens wordt bereikt en dit aangeven bij de ander. Die moet dan stoppen met duwen. “En stevig staan”, zegt Marjanne, “zorg dat de ander je niet uit balans kan duwen.” Een beetje giechelend en onwennig beginnen de vrouwen. Bij Onna en Mary eindigt de oefening in een klapspelletje: ‘Papegaaitje leef je nog, ieja deja’.

BLIJF UIT M’N AURA Nu mogen de bokshandschoenen aan. Onna heft haar handen op, Loes en Mary mogen elk op een van haar handschoenen stoten. Ilona is afgehaakt, ze staat niet zo stevig op haar benen. Ze gaat op haar rollator zitten en moedigt de andere vrouwen aan. Na een paar minuten haakt ook Mary af, nu zijn alleen Onna en Loes nog aan het boksen. Loes gaat lekker, ze staat stevig en deelt een paar rake stoten uit op de handschoenen 58

JA A R •

dan toen je binnenkwam”

DE

S HEI

Wil je ‘m ook zien?

De CRA-methode De Community Reinforcement Approach (CRA), gaat uit van autonomie: de cliënt heeft zelf verantwoordelijkheid over zijn of haar leven, bepaalt zijn eigen doelen door middel van een tevredenheidslijst en heeft voor het behalen van die doelen een eigen, sterke motivatie. Met hulp van het behandelteam worden de doelen van de cliënt opgeknipt in kleine, haalbare stappen, waarbij elke succeservaring gevierd wordt. Cliënten worden positief bekrachtigd door sociale steun, plezierige activiteiten en materiële en symbolische beloningen. Het belangrijkste van de CRA-aanpak is dat de cliënt alternatieven ontdekt voor zijn of haar verslaving, zodat ze bij trek (de behoefte om te gaan gebruiken) niet meer naar middelen grijpen, maar naar een alternatief.

van Onna. “Sla ‘m op z’n mieter”, roepen de andere vrouwen, “breek z’n neus!” Ze lachen erom, maar het helpt wel, zegt Loes later. In de evaluatie vertelt ze: “Iedereen kwam altijd maar dichtbij me, ik liet over me heen lopen. Nu leer ik te zeggen: blijf uit m’n aura.”

L

S

De Wending viert dit jaar, naast het 135-jarige bestaan van het Leger des Heils, ook een eigen jubileum: veertig jaar De Wending! Op 6 april is dit jubileum gevierd in theater Orpheus in Apeldoorn. Naast diverse sprekers op het seminar werd de jubileumvideo 40 jaar Den Wending getoond.

R

“Je bent nu heel sterk, heel anders

LEGE

Jubileum

LEUM 13 5

• JU

BI


soelaas in het weekend

tekst/Menno de Boer beeld/Brontomus

L EZEN

Gewoon te moeilijk LUISTEREN

‘Als mensen in moeilijkheden komen, wordt verwacht dat zij die zelf oplossen, of samen met hun familie, vrienden, kerk of werkgever. Pas als dat echt niet lukt, mogen hulpverleners iets doen. In zijn boek Gewoon te moeilijk analyseert Cornel Vader, voormalig bestuursvoorzitter van het Leger des Heils, de achtergronden van deze groeiende problemen rondom de hulpverlening voor kwetsbare mensen en draagt hij oplossingen aan. In het boek zijn ook reacties opgenomen van onder anderen staatssecretaris Paul Blokhuis, minister Ferd Grapperhaus, Erik Dannenberg van Divosa, Jacobine Geel van de Nederlandse GGZ en Hans Spigt van Jeugdzorg Nederland.

Mensenhandel in een doorsneewoning Wanneer iemand uit de seksbranche vertelt dat er een minderjarig meisje in de prostitutie ‘werkt’, start het Openbaar Ministerie een onderzoek. Luister naar de analyse van Officier van Justitie Lies Visser over deze zaak.

GEWOON TE MOEILIJK • CORNEL VADER • 15,95 • ISBN 9789083114934

bit.ly/podcast-OM

LUISTEREN Stoppen met tippelen Project Next Steps biedt mogelijkheden om uit de prostitutie te stappen. In deze podcast delen dappere Roemeense vrouwen hun verhaal: wat deed het met hen om te moeten tippelen of achter de ramen te staan op de Wallen? Hoe zijn zij behandeld door hun pooiers of mensenhandelaren? En hoe gaat het met hen sinds zij zijn gestopt?

bit.ly/podcast-nextsteps

Soep, Sores en Soelaas KIJKEN Bert van Leeuwen zoekt in deze moeilijke tijd hoop en inspiratie bij mensen die naar de randen van onze samenleving worden gedrukt. Indrukwekkende portretten en intrigerende verhalen van de mensen van het Leger des Heils. Bekijk hier de afleveringen: eo.nl/programmas/soep-sores-soelaas 59


internationaal

De strijd tegen oorlog Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne hebben de strijdmachten van het Leger des Heils zich verenigd om de stroom vluchtelingen te helpen: in Oekraïne, langs de route naar ons land, en in Nederland.

tekst/Willemijn de Jong beeld/Ilvy Njiokiktjien en Peter de Krom 60


61


H

et is halverwege maart, en we nemen een kijkje bij een kerk van het Leger des Heils in Lviv, in het westen van Oekraïne, en op een cruiseschip in Rotterdam waar het Leger des Heils vluchtelingen opvangt.

LVIV, 18 MAART 2022

Het is een koude ochtend in Lviv. Sergii en Galina Nika zijn net opgestaan als ze vanuit het raam van hun appartement vier bommen zien vallen op het vliegveld, enkele kilometers bij hun huis vandaan. Het stel woont sinds een halfjaar in deze stad, samen met hun kinderen van 8 en 2 jaar. Ze runnen er als officieren van een klein korps, een kerkje van het Leger des Heils. Het is geen grote kerkelijke gemeenschap, maar samen met een ander stel dat nog in opleiding is, doen ze wat ze kunnen voor hun buurt. Toen ze onlangs uit Moldavië naar Oekraïne 62

verhuisden, hadden ze niet zien aankomen in welke onveilige situatie ze al snel zouden belanden. Maar Sergii en Galina zien hun werk in de stad als roeping. Sinds het uitbreken van de oorlog gaan ze elke dag op zoek naar boodschappen, die ze vervolgens uitdelen aan mensen die bij hen aankloppen. Dat zijn vrouwen en kinderen op de vlucht, of mensen uit Lviv die sinds het uitbreken van de oorlog hun eigen boodschappen niet meer kunnen doen. En ook al overheerst de angst, vanwege de bommen die zo dichtbij vallen waardoor ze hun huilende kinderen moeten geruststellen, ook vandaag vertrekken ze gewoon naar het korpsgebouw.

Water en koekjes Bij het korps halen ze vers water en koekjes op die ze naar de basisschool in de buurt brengen. Er zijn veel kinderen die dit


vanmorgen thuis niet hebben gekregen. Daarna gaan ze terug naar het korps, waar een aantal mensen langskomt voor boodschappen. Eén van de mensen die langskomt is Rima. Rima is een vrouw van 56. Ze vertelt: “Ik heb geen werk. Ik was oppas, maar toen brak de oorlog uit en de familie van de kinderen op wie ik paste vertrok. Daarmee zijn mijn inkomsten ook weg. Ik ontvang geen pensioen, en ik heb geen man die me financieel ondersteunt. Daarom ben ik maar wat blij dat ik nu boodschappen krijg van het Leger des Heils.”

Hoge prijzen Een andere dame van 69, met hoogblond haar onder haar hoofddoek, komt voor de eerste keer boodschappen ophalen. Halina: “Ik had al weinig geld met alleen een klein pensioentje voor mij en mijn zieke zoon, maar door de oorlog zijn de prijzen enorm gestegen. Boekweit kost bijvoorbeeld wel drie keer zoveel als een paar weken terug. Ik kan niet anders dan hier vragen om eten.”

• JU

JA A R •

Zo’n 1.400 kilometer naar het westen is het ook een koude ochtend. Je kunt de Erasmusbrug nét niet zien vanaf het dek, maar het is duidelijk dat je je midden in de havens van Rotterdam bevindt. Hier ligt één van de cruiseschepen waar honderden Oekraïense vluchtelingen

L

S

DE

R

ROTTERDAMSE HAVEN, 18 MAART 2022

LEUM 13

LEGE Geschiedenisfeitje

De laatste die boodschappen komt ophalen, is Tamara (70), oma van vijf kleinkinderen. “Dit is voor mij ook de eerste keer dat ik hier kom. Ik zag de oproep langskomen op Facebook. Ik kan mijn boodschappen niet meer betalen sinds de oorlog is uitgebroken. De prijzen zijn zo hoog en ik moet voor mijn familie kunnen zorgen.”

BI

5

Ook Aleksey, een jongeman van 34, komt langs. Hij is twee dagen geleden gearriveerd in Lviv. Zijn vrouw en twee kinderen zijn vanuit Dnipro gevlucht. “Ik wil mijn familie naar Zweden brengen. Omdat ik een man ben, moet ik in Oekraïne blijven om te vechten. Ik hoop dat ik een medische uitzondering kan krijgen, want ik wil bij mijn gezin blijven. Ik heb nog geen idee of dat me gaat lukken.”

S HEI

In de Tweede Wereldoorlog werd het Leger des Heils, vanwege de sterke link met Engeland, door Nazi-Duitsland verboden. Veel heilssoldaten gingen ondergronds door met hun werk. Sommigen vermaakten hun uniform op creatieve wijze, waardoor de bezetter er niets op aan kon merken maar de kleding voor insiders toch herkenbaar bleef. 63


‘Ik moet ook sterk blijven voor mijn kinderen’


die we tegenkomen. Ook hier bij het Leger des Heils. Ik had niet kunnen dromen dat er zo goed voor ons zou worden gezorgd.”

een tijdelijke thuishaven vinden. Extra bijzonderheid: op deze boot is zo ongeveer de helft van de negentig vluchtelingen doof. Ze zijn met opzet bij elkaar gebracht, zodat ze met elkaar kunnen communiceren, en zodat ze kunnen worden gelinkt aan het doveninstituut in Rotterdam.

Kleine kamertjes Op het dek schijnt een waterig zonnetje. Er zitten wat mensen bij elkaar, ze praten met handgebaren Oekraïense doventaal. Aleksandra (38) rookt een sigaret, terwijl ze één van haar kinderen observeert die met een fiets van de boot de kade oprijdt – en weer terug. Ze is vorige week met haar vier kinderen aangekomen vanuit Odessa. “Mijn man is achtergebleven, omdat hij daar gaat vechten. Ik ben met mijn kinderen en een koffer op de trein gestapt naar Polen. Onderweg kwamen we overal hulpverleners en mensen tegen die ons verder hielpen. Vanuit Polen zijn we met de bus naar Rotterdam gebracht. En vanuit de sporthal naar deze boot. We hebben er in totaal een week over gedaan om hier te komen. Maar we zijn zo verrast over de behulpzaamheid en liefde van iedereen

Samen met haar dochter slaapt Aleksandra, net als de andere tijdelijke bewoners van het cruiseschip, in één van de kamertjes. De andere kinderen hebben een eigen kamertje. De kamertjes zijn klein, maar netjes. Ze is er erg blij mee, hoewel ze vertelt dat haar kinderen en zijzelf ook wel wat ongedurig worden van het niks doen. Het zou fijn zijn om iets te kunnen doen, waardoor ze het gemis van hun land en hun geliefden minder hoeven te voelen. “Ik luister of lees geen nieuws uit Oekraïne, ik houd alleen contact met mijn man en familie in Odessa om te horen of het nog goed met ze gaat. Verder kan ik even geen nieuws verdragen. Ik moet ook sterk blijven voor mijn kinderen. Ik wil regelen dat ze naar school kunnen, en ik wil zelf graag aan het werk. De hele tijd zitten en moeten nadenken is ook niet goed.”

Huilen om vader Dieneke van de Werken (28) is één van de coördinatoren op de cruiseboot in Rotterdam. Normaal gesproken werkt ze als teamleider op een dag- en nachtopvang voor vrouwen in Rotterdam. 65


vreselijk zwaar. Dan ga ik even naar haar toe. Er was gisteren ook een kindje dat de hele dag huilde om zijn vader. Het is echt niet niks, wat deze mensen doormaken.”

School op afstand

Nu is ze gevraagd om samen met een collega de opvang op deze boot in goede banen te leiden. Dieneke: “Wij begeleiden als Leger des Heils de mensen op de boot. Dat bestaat uit medische hulp, helpen bij allerlei praktische zaken en spelletjes doen met de kinderen, maar ook het geven van psychische steun. Gisteren zag ik hoe een van de moeders die op deze boot zitten haar kindje aan een andere vrouw gaf om vervolgens op een bankje op de wal te gaan zitten waar ze in tranen uitbarstte. Zo’n vrouw houdt zich dan de hele tijd groot voor haar kind, maar heeft het eigenlijk

66

‘Er was gisteren ook een kindje dat de hele dag huilde om zijn vader’

Het Leger des Heils is niet de enige partij die de cruiseschepen met vluchtelingen coördineert. Zo verzorgt een partnerorganisatie allerlei activiteiten. Morgen is er op het dek taekwondo-les voor de kinderen. Dieneke: “Er zijn veel vrijwilligers die Russisch spreken en kunnen tolken. Dat is echt ideaal. Het heel fijn om dit samen met andere organisaties te kunnen doen.” In de huiskamer van de boot zitten pubers met koptelefoons naar het scherm van hun laptop te staren. Ze vervolgen hun eigen middelbare school via online lessen. Verderop is een vrouw druk aan het bellen, ook achter een laptop. Ze werkt op afstand, zoals ze eerder in Oekraïne ook thuiswerkte in verband met corona. Kleinere kinderen spelen in een hoek met het vele speelgoed dat is gedoneerd. Elke dag komen politiemensen langs om wat spullen te doneren. Ze vertellen dat ze dat ook doen om te laten zien dat de politie in Nederland betrouwbaar is, en voor hen klaarstaat.


Dieneke: “Ik voel dit zelf ook wel een beetje als mijn roeping. Je komt op het heftigste moment in iemands leven binnen. Om dan te laten zien dat er mensen zijn die naar je luisteren en om je geven, dat zie ik wel als onze taak. Ondanks de taalbarrière wil ik op deze manier Jezus’ liefde laten zien.”

ROTTERDAM CENTRUM, 18 MAART 2022

Iets verderop werkt Alex Noorland (19) in een prachtig hotel in het Rotterdamse centrum. Hier zijn vluchtelingen te vinden die hun huisdier mee hebben genomen. Dieneke is zijn teamleider. Ze vroeg hem of hij bij het team wilde dat de opvang in de hotels zou coördineren. “Naast de boten zijn er op dit moment zo’n elf hotels met per hotel ongeveer vijftig vluchtelingen. Met de meeste mensen die hier verblijven gaat het relatief goed, maar ik merk wel dat veel mensen gestrest zijn.”

Verloren gehoorapparaat “Zo was er een vrouw van rond de vijftig die haar dochtertje en oude moeder bij zich had; die moeder werd dusdanig ziek dat haar dochter helemaal in paniek raakte. Ik probeerde haar te kalmeren en te zeggen dat het goedkomt. Een familielid dat Engels sprak, vertelde dat deze oude vrouw een hoge bloeddruk had, met aanzienlijke gezondheidsrisico’s als de stress te groot zou worden. Voor de zekerheid heb ik toen een ambulance gebeld. In het ziekenhuis bleek ze vocht achter de longen te hebben. Een dag later mocht ze weer naar ons terug. Er is hier ook een oudere vrouw die tijdens de vlucht haar gehoorapparaat is verloren.

Haar hebben we direct naar een audicien gestuurd.”

Langzaam praten In het hotel waar Alex werkt, zijn vooral moeders met kinderen en ouderen. Volgens Alex komt dat doordat het in Oekraïne normaal is om je ouders in huis te nemen. Alex is zelf een aantal keer in het land geweest. “Mijn kerk heeft vroeger altijd projecten gedaan met arme mensen uit Oekraïne. Ze werden hier in gastgezinnen opgevangen en wij zochten hen elke twee jaar op in Oekraïne. In totaal ben ik vijf keer geweest, dus ik voelde al een band met het volk. Toen ik hoorde dat het Leger des Heils ging helpen, dacht ik meteen: daar moet ik bij zijn. Ik spreek een klein beetje Russisch, dat doet deze mensen zichtbaar goed. Als zij langzaam praten, kan ik het in grote lijnen volgen.” Alex doet deze ochtend in de lobby van het hotel een spelletje met drie jonge kinderen. Zijn collega’s zijn druk bezig met het managen van praktische zaken. Er is veel te regelen, maar er gewoon zijn voor de mensen is net zo belangrijk. “Mijn uitgangspunt is: stel dat de situatie andersom was, dat ík gevlucht was. Hoe blij zou ik dan zijn met deze opvang?” 67


impact van armoede

Mensen die in armoede leven, ervaren ontzettend veel stress. Dat noemen we ook wel bestaansonzekerheid: je moet je zorgen maken over de basis van je leven, dingen waar je eigenlijk recht op hebt. Denk aan genoeg inkomen en werk, eten op je bord, en een dak boven je hoofd. In Nederland leven zo’n 900.000 Nederlanders in armoede. Dat is meer dan 5 procent van de bevolking. 68

beeld/Steef Wildenbeest

GELDZORGEN GAAN NIET ALLEEN OVER (HET TEKORT AAN) GELD.


inspiratie

‘Hier heb ik minder prikkels en kan ik mijn eigen gang gaan. Ik kan mezelf ontplooien’

Gerben heeft eindelijk zijn eigen woonplek. Sla de pagina om voor zijn verhaal.

69


locatiereportage beeld/Caroline Drijfhout tekst/Peter de Krom

Tiny Houses zorgen voor werk én voor privacy Ze kennen elkaar niet, Arjan en Gerben. Toch zijn ze verbonden. Als onderdeel van zijn re-integratietraject bouwde Arjan mee aan energieneutrale tiny houses. Aan de andere kant van het land woont Gerben sinds kort in zo’n tiny house, op het erf van een Beschermd Wonen-locatie. Werkervaring voor de één, een fijn thuis voor de ander.

ENSCHEDE

Arbeidsvaardigheden opdoen

*Om privacyredenen zijn de namen van Gerben en Manuel gefingeerd. Hun echte namen zijn bij de redactie bekend. Gerben wilde niet op de foto.

“Mooi toch?” Arjan (37) draait een rondje om zijn as in één van de tiny houses in de 50|50 werkplaats in Enschede. “Lekker veel licht. Woonkamer, keukentje, aparte slaapkamer; je kan er zo in!” Er staan vijf van deze tiny houses in de werkplaats, klaar om een plekje te krijgen op woonlocaties van het Leger des Heils. Drie zijn er al de deur uit. Deelnemers van de 50|50 werkplaats hebben de huisjes ‘from scratch’ opgebouwd, tot het complete eindproduct dat er nu staat. Arjan had in dat proces eigenlijk maar een bescheiden rol, vindt hij zelf. “Ik heb vooral aan het interieur gewerkt, de kasten en de bedden gemaakt, en geholpen bij het houten buitenwerk.” Werken met hout, dat ligt Arjan wel. “Ik word blij van met mijn handen bezig zijn. En ik ben

70

er handig in, al wist ik dat zelf niet. Ik zat altijd in de verkoop en had nul ervaring met hout voor ik bij de werkplaats kwam.” Nadat Arjans werkgever failliet ging, zijn huwelijk stukliep en later ook nog zijn zus en pleegmoeder stierven, raakte hij behoorlijk de weg kwijt. “Alles kwam op een hoop. Alcohol was mijn manier om ermee om te gaan.” Via de ambulante begeleiding van het Leger des Heils startte Arjan in 2019 bij de werkplaats voor een re-integratietraject. “Dat ging in het begin met een heleboel horten en stoten hoor. Ik kwam vaker niet opdagen dan wel, liep gigantisch de kantjes ervan af. Maar de werkbegeleiders en jobcoach hebben altijd vertrouwen in mij gehouden.” ENGWIERUM

Een eigen plek Zo’n tweehonderd kilometer noordwaarts, in bijna het noordelijkste puntje van Friesland,


71


‘Mijn hond is al tien jaar mijn trouwste maatje. Op een andere plek kon ik hem niet bij me houden. Ik zeg je eerlijk: dan had ik de straat gekozen’ - Manuel

72


73


locatiereportage

“Hier heb ik minder prikkels en kan ik mijn eigen gang gaan” – Gerben

74


woont Gerben (51). Vier weken geleden verhuisde hij van een verblijfsplek in de boerderij naar zijn eigen gloednieuwe tiny house. Op het erf van deze boerderij, een Beschermd Wonen-locatie in Engwierum, er drie. De achterste, die met het mooiste uitzicht, is van Gerben. “Ik kijk een heel eind weg, zie je. Er zijn hier veel vogels te zien, en zwanen.” Gerben is behoorlijk in zijn nopjes met zijn woning. “Hier heb ik minder prikkels en kan ik mijn eigen gang gaan. Ik kan mezelf ontplooien.” Sinds Gerben in het tiny house woont, bereidt hij bijvoorbeeld weer zijn eigen maal­ tijden. “In de boerderij zaten andere bewoners me op de vingers te kijken. Altijd wilde wel iemand mee-eten. Dus haalde ik steeds vaker kant-en-klaarmaaltijden. Maar nu kook ik in alle rust met verse producten.”

bij de werkplaats. Volgende week begint Arjan met een nieuwe, betaalde baan. “Begin 2021 had ik een serieus gesprek met mijn jobcoach en de werkbegeleider”, vertelt hij. “Er zat te weinig progressie in mijn werkhouding en als ik zo doorging, kon ik niet langer komen. Ik schrok daar enorm van, maar wist ook waar het aan lag. Ik besloot te stoppen met de alcohol, en dat is me op eigen kracht gelukt. Het laatste jaar werkte ik vier dagen in de week en kwam ik nooit meer te laat.” Maandag start Arjan bij zijn nieuwe werkgever, een bedrijf in het ontruimen en schoonmaken van woningen. “Ik heb er zin in. Het is elf jaar geleden dat ik een baan had. Er is veel gebeurd en ik ben flink van het pad af geweest. Maar nu sta ik hier! Ik ben trots op wat ik bereikt heb.”

Hij heeft zijn eigen huis, maar dat is wel onderdeel van een beschermde woonplek. Voor Gerben is het ideaal. Vanwege persoonlijkheidsproblematiek en een justitiële achtergrond heeft hij deze begeleiding nodig. Terug naar de wijk, zoals hij het noemt, kan dus niet. En wonen in de boerderij is hem te druk. Al schuift hij daar nog wel drie keer per dag aan voor een kopje koffie en wat aanspraak. “Ik heb behoefte aan rust en privacy. Maar het is ook weer niet de bedoeling dat ik een kluizenaar word. Nu heb ik het beste van allebei.”

Favoriete leunstoel

JA A R •

• JU

LEUM 13 5

Arjan vindt het een mooi idee dat hij heeft meegebouwd aan een fijn thuis voor een ander. “Je maakt een plek voor iemand die toe is aan een volgende stap. Gaaf toch?” Zelf zet Arjan overigens ook grote stappen. Sterker nog, vandaag is wat dat betreft een bijzondere dag: zijn laatste

BI

Soup, soap and salvation Al sinds de oprichting in Londen zet het Leger des Heils in op drie pijlers: ‘soup, soap and salvation’. Dat betekent dat we niet alleen (geestelijke) zorg verlenen, maar ook inzetten op een menswaardig bestaan. We zijn dus altijd op zoek naar innovatieve manieren om onze deelnemers niet alleen de basis te bieden, maar juist dat beetje extra.

L

S

DE

R

Nieuwe start

Ook Gerben is trots. Op zijn huis, dat hij zelf met veel zorg heeft ingericht. Glun-

LEGE

ENSCHEDE

ENGWIERUM

S HEI


Kleinschalig wonen in Friesland

derend vertelt hij over de nieuwe meubels die hij regelde via de kringloopwinkel waar hij vrijwilligerswerk doet. Zoals de leunstoel. “Daar zit ik ’s avonds lekker televisie te kijken of te gamen. Het is mijn favoriete plekje.” Ook voor zijn buurman Manuel (41) is het tiny house een uitkomst. Een paar weken geleden zette de politie hem uit zijn huis in Leeuwarden. Een combi­natie van persoonlijkheids- en verslavingsproblematiek en een licht verstandelijke beperking bracht hem bij deze unieke woonvoorziening. Wat voor Manuel het belangrijkste is? Dat hij hier samen met zijn hond kan wonen. “Mijn hond is al tien jaar mijn trouwste maatje. Op een andere plek kon ik hem niet bij me houden. Ik zeg je eerlijk: dan had ik de straat gekozen.” Het afgelegen wonen is wennen voor Manuel, die van gezelligheid houdt. Hij is dan ook veel in de boerderij te vinden. “Maar het is fijn dat ik een huisje heb met alles voor mezelf.” 76

De Beschermd Wonen-locatie in Engwierum bestaat al tientallen jaren. Met tien kamers in de boerderij en drie tiny houses op het erf, is het een kleinschalige woonvoorziening waar dertien mensen met psychische en/of verslavingsproblematiek beschermd wonen. Vanaf januari is de voorziening onderdeel van de pilot Duurzaam Verblijf binnen de Brede Aanpak Dakloosheid in Friesland. “Samen met gemeenten en andere zorgaanbieders realiseren we prikkelarme en drempelloze woonplekken waar mensen met ernstige multiproblematiek langdurig kunnen blijven”, vertelt regiomanager Annemiek Schuurman. “Uniek in deze pilot is dat we als een soort tweede schil om het Leger des Heils heen de samenwerking met de ggz, verslavingszorg en gehandicaptenzorg vormgeven. Doordat we samen oplopen en de verantwoordelijkheid delen, kunnen we echt relevant zijn voor mensen die ernstig zijn vastgelopen. Zij vinden weer een thuis omdat we tegen hen zeggen: hier kun je blijven.” De tiny houses ziet Annemiek als een fantastische aanvulling in dit project. “Het liefst zou ik er veel meer plaatsen. Mensen die mogelijk nooit meer zelfstandig kunnen wonen, zetten zo toch de stap naar een eigen plek. Een eigen huis, met een eigen sleutel; dat doet zoveel! Zeker voor mensen die gevoelig zijn voor prikkels en zich niet prettig voelen in een groep, heeft het enorme meerwaarde. Superkostbaar dat we mensen als Gerben deze plek kunnen bieden.”


beeld/Gert Willem Haasnoot tekst/Merel Mok

portret

Grijs & wijs

Wijsheid komt met de jaren. Daarom vroegen we een aantal bewoners op leeftijd van het verpleegtehuis de Linde in Dordrecht om hun levenswijsheid met ons te delen.

PETER TIMMERMANS (69):

“Mensen moeten gewoon sparen en vooruitkijken. Je moet verdraagzaam zijn en niet meteen een revolver pakken. Denk na over wat voor beroep je wilt in de toekomst.” 77


JO SCHATSBERGEN (64):

“Gewoon positief blijven. Slecht kan ook mooi wezen. Ik heb ook veel domme dingen moeten doen, maar morgen heb je een nieuwe dag en dan begin je gewoon opnieuw.” 78


portret

ERIK DE MEIJ (62):

“Leven is best moeilijk. Maar mensen moeten niet zo zeuren. Ik weet ook niet wat ze wel moeten doen, hoor.” 79


GERT JAN BOON (57):

“Als de zon schijnt, moet je een zonnebril op. Wees blij als je iets te eten krijgt. Ik ben zigeuner en ik ben Chinees eten gewend. Ik hou van Hollands, Duits en Hongaars eten. Kipnuggets van de McDonalds, kipschnitzel en kaassoufflé. Ik eet alles dat ik krijg.” 80


portret

MEVROUW AUDIER (85):

“Of ik altijd eerlijk ben? Mensen die altijd eerlijk zijn, geloof ik niet. Je moet je kinderen wijsheid meegeven.” 81


portret

LEO VAN LIERE (78):

“Ik houd van shalom, dat is het Hebreeuwse woord voor vrede. Je moet geen ruzie maken, daar komt chaos van, van vrede komt een goed leven. Als je Christus terug verwacht heb je wereldvrede.” 82


oude gebouwen

tekst/Marko Mellema

BI

LEUM 13 5

LEGE

JA A R •

• JU

Het Leger des Heils kun je door heel Nederland vinden, vaak gelokeerd in oude gebouwen. Vier gebouwen met een bijzondere historische waarde.

VOORMAL IG HOOFDKWARTIER

L

S

R

DE

S HEI

VOORBURGWAL

Het voormalige hoofd-

Een ander iconisch

kwartier van het Leger

gebouw van het Leger

des Heils staat aan de

des Heils is natuurlijk

Prins Hendrikkade in

de Leeuwenburg op de

Amsterdam, recht te-

Voorburgwal in Amster-

genover het Centraal

dam. Hier startte majoor

Station. Op de gevel staat nog altijd in blauwe lichtletters ‘God roept u’ en ‘Jesus Loves You’.

Bosshardt haar werk, vlak na de Tweede Wereldoorlog. Daarvoor was het een taveerne.

KERSTHUISJE DE RUY TENBURGH

Deze voormalige kerk in Harlingen werd in 1934

Schuin tegenover het

van het Leger. In 1955

oude huis van Majoor

werd de straat waar dit ge-

Bosshardt, vind je midden op de wallen in Amsterdam het pand De

bouw in staat omgedoopt tot William Boothstraat, genoemd naar de oprichter

Ruytenburgh. Dit is het

van het Leger des Heils.

oude Goodwillkorps van

Dit pand werd als replica

het Leger. Sinds 1962

gebruikt in de beroemde

worden hier elke zondag diensten gehouden.

kersthuisjesserie ‘De elf steden’ van Dickens. 83


84


buurtwerk

Sheldon is de buurtbroer van de Beverwaard

“Ik heb niet door dat ik een voorbeeldfunctie heb. Ik ben gewoon mezelf. Tuurlijk weet je dat bepaalde mensen naar je opkijken. Het enige wat je dan probeert is met hen praten, vragen aan hen wat zij later willen. Als je ze tips wilt geven, geef je ze tips. En anders moet je gewoon lekker je ding doen, lekker met ze lachen en laten zien dat je met positiviteit ver komt. Dat is wat ik probeer, als ik het doorheb dan. Iemand noemde me eens de buurtbroer. Zo voelt het wel.”

tekst/Ans Boersma beeld/Folkert Koelewijn 85


buurtwerk

“Ik kwam bij

Niet stilzitten “Ik deed eerst de opleiding Zorg en Welzijn, heb hier toen stagegelopen, en ben daarna gestart met Maatschappelijke Zorg. Maar daar kwam heel veel papierwerk bij kijken. Het was net te weinig actie voor mij persoonlijk. Alleen maar onzin: twee uurtjes luisteren naar hoe je een kamer indeelt. De helft van de klas is achttien, en dan ga je ons uitleggen hoe je moet stofzuigen?! Toen ben ik uitgekomen bij de opleiding Beveiliger. Ik ben drie weken geleden gestart, en heb nu al heel veel dingen geleerd waar ik echt iets aan heb, wat ik gewoon echt tof vind. Als ik dit twee jaar heb gedaan, wil ik uiteindelijk nog naar privébeveiliging en misschien het leger, maar dat is nog ver weg. Eerst deze opleiding afronden, daar ga ik nu voor. Niet stilzitten toch.”

het Buurtsteunpunt in de Beverwaard binnen als bezoeker. Ik was een jaar of zestien. Ik deed mee aan sportactiviteiten. De derde keer zei ik: ik wil vrijwilliger worden. Dat kwam toen ik besefte: zij bidden voordat ze gaan beginnen met de sportdag. Ik ben niet gelovig opgevoed, dus toen ik dat zag, zat ik te kijken van: huh, wat zijn deze mensen aan het doen? En ik vond het mooi. Ik zat nog op de middelbare school. Op dat moment ben je zoekend naar wat je wilt doen, werken, dit dat. Nu help ik mee met het organiseren van de jongerenavond op dinsdag en de sportactiviteiten op donderdagavond. En nog steeds doe ik het met alle liefde. Ze komen niet van me af.”

Elke dag leren “Wat mijn talenten zijn? Ik ben heel sociaal, maar ik heb ook mijn mentaliteit. Daar ben ik persoonlijk trots op. Gewoon het doorzetten, en het blijven zoeken naar, hoe noem je dat eigenlijk, verbeterpunten voor jezelf. Elke dag kun je wel leren. Dat is mijn motto. Ik sta elke dag op en denk: of ik me nou slecht voel of niet, ik ga er toch met een goed gevoel doorheen. Tuurlijk maak je weleens dingen mee, maar dat moet de pret niet bederven. Ik heb geen tijd voor negatieve dingen. En elke dag weer mensen zien lachen of zo, dat is meer een talent denk ik. Er zal vast wel meer zijn. Bescheiden zijn, haha.” 86

‘Tuurlijk maak je weleens dingen mee, maar dat moet de pret niet bederven’

Trots “Voorbeelden geven van wat hier tof is, is wel moeilijk man. Alles is hier onbeschrijfelijk in mijn ogen. Je hebt soms rustige dagen, maar zelfs dan is het nog supergezellig, dan is er meer ruimte voor diepe gesprekken. Dat is wel een hoogtepunt: mensen die heel gesloten zijn toch zien bloeien, zien opknappen. En de groei van jongens die hier eerst elke dag kwamen en nu vaak aan het werk zijn. Ik ben trots op hen, dat ze dat bereikt hebben, dankbaar dat ze niet nog op straat aan het hangen zijn. Je hebt één bron nodig die hun laat zien dat ze niet


‘Dat is wel een hoogtepunt: mensen die heel gesloten zijn toch zien opknappen’

slecht zijn. Als je als kleine jongen hoort ‘je bent slecht’, kan ik wel snappen dat je dan bij jezelf denkt: ben ik slecht? Als je dan iemand krijgt die positiever is, dan verandert er wel veel, denk ik.”

Doping “Wat deze plek me vooral heeft gebracht, is mijn geloof. Het is mijn zetje in de rug geweest om met God in aanraking te komen. Ik heb de Alphacursus gevolgd, elke week een uurtje praten over geloof. Filmpje kijken, vragen beantwoorden en, wat nooit ontbrak: armpje drukken. Dat was ons ritme. Zo ben ik uiteindelijk doorgestroomd naar de doping. Als je je doopt, kom je een soort van onzichtbaar contract tekenen met God, je bent officieel in zijn leger. Heel veel van wat ik doe is omdat God heeft laten zien dat je je liefde moet uitdelen. In mijn ogen is dat jezelf op de tweede plek zetten, zodat je anderen eerst kunt helpen. Want ja, God deed hetzelfde. Zo probeer ik zijn dingetjes een beetje na te doen.” 87


column tekst/Lucy Schipstra beeld/Jacqueline de Haas

ALLES IN ZICHT

D

e touwtjes van zijn capuchon zijn zo strak aangetrokken dat ik nog net zijn wenkbrauwen kan zien. Het liefst zou hij zijn mondkapje ook nog voorhouden. Alles aan hem straalt uit: ‘Jij komt niet binnen bij mij.’ Hij komt voor de tweede les van de training die door de rechter aan hem is opgelegd. Hij moet een training cognitieve vaardigheden volgen voor mensen met een licht verstandelijke beperking. De les gaat over ‘eerst denken, dan doen’. Of: Wat kun jíj doen in lastige situaties om te zorgen dat je niet in de problemen komt? Aan die ‘jíj’ komen we nog niet echt toe vandaag. De start is stroef. Ik doe maar niet moeilijk over die capuchon en probeer vooral naar hem te luisteren. Dan komt er een stroom van onsamenhangende woorden over de rand van zijn mondkapje. Ik begrijp niet alles, maar krijg wel een beeld van hoe het leven voor hem voelt: afwijzing, veroordeling, discriminatie, onrecht, eenzaamheid. ‘Het maakt niet uit wat ík doe, ze hebben toch al een beeld van me. Ze kijken in m’n dossier en dan blablabla bzzbzzbzz.’

Zijn handen maken bijpassende blaat-gebaren. Voor hem is de conclusie duidelijk: mensen zijn niet te vertrouwen. En die van politie en justitie al helemaal niet. Terug op kantoor lees ik m’n mail: In verband met de privacywet (AVG) wordt bij een aanhouding door de politie niet meer standaard de informatie van de verdachte doorgegeven aan de reclassering. ‘Wat onhandig!’, is mijn eerste gedachte. ‘Hoe kunnen we als reclassering een goed advies aan het OM geven over een passende straf of juist nodige hulpverlening, als we maar beperkte informatie hebben? Moeten we dan alleen afgaan op het verhaal van de verdachte?’ Dan denk ik aan Justin, met z’n hoodie. En ik probeer te bedenken hoe het moet zijn als mensen je leven lang zomaar kunnen lezen over alle foute of onhandige keuzes die je hebt gemaakt, nog voor ze je hebben ontmoet. Bij het afscheid gaf hij me een onverwachte glimlach en zei: ‘Stuur je me een dag van tevoren weer een appje, dan denk ik eraan.’ Misschien laat hij de volgende keer een streepje meer van z’n gezicht zien.

Lucy Schipstra is reclasseringswerker en gedragstrainer bij Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering in Arnhem.

88


uit de oude doos

EERSTE SAMENKOMST

1887

Soelaas • nummer 5 • 2022

IN AMSTERDAM In de Gerard Doustraat in de volksbuurt De Pijp wordt

Hoofdredactie

op 8 mei 1887 de eerste

Suzanne Janse

evangelisatiebijeenkomst Eindredactie

gehouden.

Willemijn de Jong

1890

BEGIN MAATSCHAPPELIJK

Art Direction en grafisch ontwerp

Tineke Verhoeff • TinekeWerkt

WERK De koudste winter sinds

Correctie

mensenheugenis brengt

Jasper van den Bovenkamp

een grote verandering in de publieke opinie. Het Leger opent zijn eerste opvanggebouw in Amsterdam, waar daklozen kunnen overnachten en

Redactie

Daniël Albers, Marko Mellema, Merel Mok, Geke van Wijnen

een ontbijt VERBODEN

krijgen.

Coverfoto

Gert Willem Haasnoot

Tijdens de bezettingsjaren wordt het Leger des Heils, mede omdat het een van oorsprong Engelse

Lithografie

organisatie is, door de Duitsers

Willem Teunissen • Willem Grafische Bewerkingen

verboden. Het dragen van uniformen en het houden van samenkomsten wordt verboden. Toch gaat het Leger ondergronds door met zijn werk.

1940 1945

Uitgever

Leger des Heils Drukker

Senefelder

PRINSES BEATRIX OP

Contact

STAP MET BOSSHARDT

soelaas@legerdesheils.nl legerdesheils.nl

Een iconische foto uit de geschiedenis van het Leger des Heils. In 1965 neemt Majoor Bosshardt H.K.H. Prinses Beatrix undercover mee op

Dit magazine is een uitgave van Strijdkreet en verschijnt twee keer per jaar. © Leger des Heils 2022

haar Strijdkreet-ronde langs de Amsterdamse kroegen en bij

Stichter | William Booth

mensen thuis.

Internationaal leider | Generaal Brian Peddle Commandant Nederland, Tsjechië en Slowakije |

1965

Commissioner Hannelise Tvedt

De oplossing van de puzzel op pagina 45 is: ‘jubileumfeest’. 89


koffie

Wil je ons helpen met je bedrijf of organisatie? Kom dan ook eens een bakkie doen. Scan de qr-code om meer te weten te komen.

legerdesheils.nl/ samenwerken-bedrijf

Deze kopjes en mokken komen uit de privécollectie van Ronald Bar.

We schenken al 135 jaar zoveel mogelijk kopjes koffie, thee en soep aan ieder die hulp of een luisterend oor nodig heeft.




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.