Een crisis heb je niet alleen - magazine Acute zorg #1

Page 1

1 | 2020

Acute zorg IN B E W E G I N G

Thema:

een crisis heb je niet alleen


4

I n g e s p r e k m e t d e d i r e c t i e A c u te Z o r g o v e r h e t r e g i o p l a n a c u te g g z

A cu te z o r g l e ve r je nie t al l e e n

8

K l i n i e ke n v a n L e n t i s w o r d e n e e n ‘ h e a l i n g e n v i r o n m e n t ’

E e n o p tim al e o mg e v ing v o o r h e t h e rs te l e n we l z ij n v an cl ië nte n

Crisis 12

Rigober t van Zijl, huisar ts

G o e d e s am e nwe r k ing tu ss e n s p o e d die ns t e n kl inie k is e ss e ntie e l v o o r juis te z o r g

14

S a m e n k i j ke n w e l ke s t a p p e n a a n g e w e ze n z i j n

E e n dire c te l ijn m e t d e C r is is die ns t

16

L iz a n H y l a r i d e s , Co n n y S n i p e n J a co S c h e l h a a s z i j n t r i a g i s te n o p d e C r i s i s b e o o r d e l i n g s l o c a t i e (C B L )

We r ke n o p d e m e l dk am e r v o o r cr isis in d e g g z

18

We r ke n o p h e t s n i j v l a k m e t d e m a a t s c h a p p i j

‘ D a ar l ig t mijn h ar t e cht ’

20

S i a r d H e i d a n u s , w i j k a g e n t G r o n i n g e n N o o rd

‘ D o o r te d e l e n , ku nn e n we b e te r n ag a an

22

E e n p s ych o l an ce v o o r St ad e n O mm e l an d

24

A nn e t e n R o n al d r a ak te n n a e l k a ar in cr is is

26

C ij f e rs


3

Acute Zorg van Lentis

Voor u -voor jou- ligt het eerste magazine van een serie over de Acute Zorg van Lentis. We zijn hard aan het werk geweest binnen de acute zorg de afgelopen jaren. We hebben veel veranderingen in gang gezet. Met het regioplan, in de kliniek en in de crisisdienst. Veranderingen waarvan wij vinden dat die nu al leiden tot betere acute zorg of waarvan we verwachten dat ze daar in de toekomst toe gaan leiden. We zijn trots op de vorderingen die we gemaakt hebben. Daar hebben we met zijn allen hard aan gewerkt. En daar vertellen we graag over.

In dit eerste magazine staat de crisisdienst centraal. Voor cliĂŤnten en hun naasten is een crisis erg ingrijpend. Dat is een levenservaring waarbij de juiste hulp het verschil kan maken. Daar doen we het allemaal voor. We zijn blij dat we voor ons magazine een cliĂŤnt en een familielid bereid hebben gevonden om hun verhaal te vertellen. Ook belangrijke ketenpartners als de huisarts en de politie komen vanzelfsprekend aan het woord in dit magazine. Acute zorg lever je tenslotte niet alleen. Dat doe je samen. Ieder verhaal in dit magazine ademt dat uit.

Carolien Thewissen Directeur Acute Zorg


4

In gesprek met de directie Acute Zorg over het regioplan acute ggz

Acute zorg lever je niet alleen


5

Acute zorg lever je niet alleen, maar in samenhang met anderen. Vanaf 2020 moet iedere regio daarom een regioplan hebben. In iedere regio wordt een regievoerder aangewezen. De regievoerder evalueert het regioplan jaarlijks in afstemming met ketenpartners en de zorgverzekeraar. Lentis is regievoerder in de regio Groningen. Waarom is een regioplan zo belangrijk? Carolien Thewissen was samen met Douwina Zwart, als interim directie van de Acute Psychiatrie, vanuit Lentis verantwoordelijk voor het regioplan. Carolien vertelt er meer over.

Wat e r a a n v o o r a f g ing De acute ggz is een belangrijke functie in het landelijk zorglandschap en moet dus goed geregeld zijn. Eerder al, toen minister Schippers nog verantwoordelijk was voor VWS, werden de knelpunten in de acute ggz geïnventariseerd. Er waren veel klachten over de aanrijtijden en de bereikbaarheid. Ook was het onduidelijk bij wie je waarvoor terecht kon. Vanaf dat moment is er gewerkt aan een zorgstandaard om de belangrijkste knelpunten op te lossen. Landelijk werden er schakelteams ingesteld die de ontwikkelingen moesten aanjagen. Het regioplan was een van de oplossingen om de knelpunten in de acute ggz op te lossen. Inmiddels ligt het regioplan 2021 voor Groningen er.

voor de regio. Maar we doen het niet alleen. Het was heel vruchtbaar om met alle ketenpartners rond de tafel te zitten. Door elkaar te zien en te spreken lossen knelpunten zich op. We zijn dichter tot elkaar gekomen. Dat is bijzonder en leuk om te ervaren.’

L e ve n d d o cu m e nt Het regioplan moet geen boekwerk in de kast worden. ‘Medewerkers moeten het gevoel krijgen: wij zijn het regioplan. We moeten het samen blijven vullen. Het is een levend document van hoe we met elkaar samenwerken. De ambitie die we met elkaar hebben wordt erin opgenomen. Ons werkveld is gefragmenteerd. Door elkaar op te zoeken en een gezamenlijk plan te maken los je dat op.’

Twe e j a a r s ch a ve n

A an d acht s p u nte n

Carolien: ‘Er is twee jaar geschaafd aan het regioplan. We hadden te maken met managementwisselingen en corona, waardoor vanzelfsprekende ontmoetingen vervielen.’ Toch is het gelukt. ‘We hebben samen gekeken hoe we omgaan met mensen in crisis. De regio heeft bepaalde verwachtingen ten aanzien van de acute zorg. Het is zaak de zorg zo in te richten dat we aan die verwachtingen voldoen. Daarover moet je met elkaar in gesprek gaan.’ En dat gesprek blijft doorgaan.

Er zijn veel stappen gezet, maar er is nog voldoende werk te verzetten. ‘We hebben te maken gehad met veel wisselingen in het personeel. We hopen in de toekomst op een vaste kern medewerkers in de crisisdienst. Regelzaken willen we zoveel mogelijk vereenvoudigen. We willen een goede dataset inrichten om alles goed te kunnen volgen.’ Een ander aandachtspunt is verbinding zoeken. ‘We zoeken verdere verbinding met het sociaal domein. Daarbij richten we ons op initiatieven die er al zijn. En dat we die dan goed aan elkaar knopen.’

een betere inrichting van opnamemogelijkheden met specifieke expertise op het grensvlak somatiek/acute psychiatrie.’ Verder zullen de samenwerkingsafspraken worden geëvalueerd, zoals bijvoorbeeld die in het convenant met de Politie Noord-­ Nederland district Groningen en de CBL-­ notitie. Een ander speerpunt is de crisiszorg voor mensen met een hoog veiligheidsrisico die ontwrichting en verstoring van bestaande voorzieningen veroorzaken. Er zijn bovendien veel ontwikkelingen die de acute zorg beïnvloeden. Omdat de acute psychiatrie nauw samenhangt met bijvoorbeeld het psychosociale domein en het veiligheidsdomein hebben veranderingen in gemeentelijk beleid als gevolg van de invoering van de Wvggz, een effect op de acute ggz. Het blijft dus in beweging.

E e n b e l ang r ijke s t ap Het regioplan is een belangrijke stap. Carolien: ‘De kracht van het regioplan is dat we kunnen prioriteren, bewegingen in gang kunnen zetten en andere dingen kunnen temporiseren. We kunnen elkaar in de regio meer opzoeken en ook over de grenzen kijken: naar Friesland en Drenthe. Het is vanzelfsprekend om van je eiland af te komen als je in de acute zorg werkt. Het regioplan is een voorwaarde om dat te gaan doen.’

E ig e n b o u ws te n e n Het regioplan is afgestemd op de specifieke eisen en wensen in de regio. ‘Elke regio heeft zijn eigen bouwstenen voor een regioplan. In Groningen bieden zowel het UCP als Lentis acute zorg. Dat kenmerkt onze regio. En het feit dat we werken met een stad en ommeland. Er is verschil in afstand en in de bevolkingssamenstelling.’ Acute zorg lever je niet alleen. ‘Wij hebben een mooie en belangrijke rol in de acute zorg

Vo o r u i tk ijke n De acute ggz is een dynamisch terrein. Het regioplan ligt er, maar er liggen ook alweer nieuwe ontwikkelingen om rekening mee te houden. Voor 2021 zijn nieuwe speerpunten geformuleerd. ‘Een nieuwe ontwikkeling is de houtkoolschets Acute zorg. Daar moeten we ook op anticiperen. Vooruitlopend op behoeften in onze regio zouden we kunnen kijken naar

‘ He t i s van z e l f ­ sprek end om van j e ei l and af t e k omen al s j e i n de acu t e z org werk t ’


6


7


8


9

Jan Piet van Steensel

Kl inieken v an L entis worden een ‘ heal ing env ironment’

Een optimale omgeving voor het herstel en welzijn van cliënten Het cluster Acute Zorg van Lentis wil in de komende jaren een nieuw zorgmodel integreren. ‘High & Intensive Care’ (HIC), heet het: een model waarmee snelle intensieve zorg geleverd wordt, gericht op het voorkomen van (lange) opnames en ingevuld op basis van de behoeften van patiënten en het betrekken van naasten bij de behandeling. We spraken Jan Piet van Steensel, Algemeen Manager Acute Zorg, over de nieuwe plannen. Verward zijn, probeer het je maar eens in te beelden. Geen grip meer hebben op jezelf, of je gedachten. Laat staan op de wereld om je heen, waarin alles een gevaar lijkt en iedere prikkel die angst bevestigt. Zou je dan gebaat zijn bij ruimte, rust en gevoel van regie, of bij smalle gangen, passanten die ook verward zijn en een kans om gedwongen naar de isoleer te moeten? Sinds 2005 is er vanuit overheidswege meer aandacht voor het laatste: terugdringen van dwang. Met als gevolg dat er nieuwe zorgmodellen, zoals HIC, ontwikkeld zijn die zich veel meer richten op herstel en het hervinden van eigen regie. Jan Piet: ‘Bijvoorbeeld door het introduceren van het ‘zorgafstemmingsgesprek’ (ZAG), waarbij op de eerste dag van de opname een behandelplan wordt gemaakt in overleg met de patiënt, zijn/haar naasten en betrokken behandelaren’.


H e al ing E n v iro nm e nt Het HIC-model is heel welkom onder het personeel van de locaties Groningen en Winschoten, vertelt Jan Piet. ‘Centraal in het model staan veiligheid en het herwinnen van eigen regie en daar is iedereen voorstander van. Tegelijkertijd staan die doelstellingen nog wel eens op gespannen voet met elkaar, dus is het belangrijk om de zorg goed te organiseren. Dit jaar hebben we in Groningen en Winschoten samen al meer dan 10.000 uur gesepareerd en dat is te veel. Cijfers laten zien dat instellingen die het HIC-model toepassen behoorlijke resultaten leveren. Als je het goed doet, dan kun je zo’n 90% van de separaties voorkomen.’ Op locatie houdt dit, onder andere, in dat er een ‘healing environment’ moet worden gecreeërd. Jan Piet: ‘Dat is een optimale fysieke omgeving die de tevredenheid en het herstel en welzijn van patiënten bevordert. Deze omgeving voorkomt of vermindert negatieve emoties, zoals angst, stress en agressie. We weten bijvoorbeeld dat patiënten gebaat zijn bij voldoende persoonlijke ruimte en dat het helpt om hen het gevoel te geven dat ze regie hebben.’ Zo kan het helpen om gangen te verbreden en te zorgen voor natuurlijk licht, maar ook de behandeling zelf moet meer inspelen op het herstel van patiënten. ’Dit betekent dat behandelaren, begeleiders en verpleegkundigen goede scholing moeten krijgen. Het is belangrijk dat zij leren om risico’s goed in te schatten en proberen de-escalerend te werken, dus niet direct dwang toe te passen. Dat kan alleen als het hele team goed op elkaar is ingespeeld en weet te luisteren naar signalen van een patiënt.’

Q u ick s c a n Om de klinieken van Lentis om te vormen tot een healing environment wordt er een quick scan van de locaties Groningen en Winschoten gemaakt door het bedrijf OAZIS. ‘Volgend jaar gaan we onder leiding van OAZIS ook een uitwerking op papier maken van een ideaal HIC-gebouw. Op dit moment zijn de gebouwen niet goed uitgerust volgens de standaarden van HIC.

Patiënten hebben bijvoorbeeld geen eigen toilet en de algemene ruimte is, net als de gangen, te klein. Daarnaast is de opnameduur binnen acute zorg nog te lang, als we die vergelijken met andere HIC’s in Nederland. Wij streven naar een gemiddelde opnameduur zo rond de 21 dagen. We moeten dus ook zorgen voor een goede zorgketen, waarin nauw contact is met interne en externe ketenpartners en naasten die de patiënt goed kennen en ondersteunen.’ Het cluster Acute Zorg van Lentis staat dus voor grote ontwikkelingen. ‘Op dit moment zijn we aan het afstemmen wat moet en wat kan. Ik heb de ambitie om het aantal separatie-uren binnen 3 jaar te laten dalen naar maximaal 3.000 uur. Op den duur moet je gaan zeggen: we hebben teveel separeers, we halen de sloten uit de (meeste) separeercellen en lossen noodgevallen maar op een creatieve manier op. Daarnaast wil ik ervoor zorgen dat er altijd plek is om mensen acuut op te vangen, zowel klinisch als bij Intensive Home Treatment. Als we dit alles goed aanpakken, dan kunnen we er echt goed in worden om de juiste zorg te bieden’.


Crisis


Crisis

Rigober t v an Zijl , huisar t s

12

Goede samenwerking tussen spoeddienst en kliniek is essentieel voor juiste zorg


13

Acute zorg: op basis van verhalen uit dit magazine, uit eigen ervaring, maar ook uit films en boeken. Iedereen kan zich wel een beeld vormen van crisiszorg. Maar staan we er ook bij stil dat deze zorg vaak begint bij een telefoontje naar de spoeddienst? Hoog tijd om eens met deze lijn te bellen, vonden we.

E e n s o o r t ‘c al l ce nte r ’ Aan de telefoon krijgen we Rigobert van Zijl, gepensioneerd huisarts, maar nog altijd betrokken bij onder andere de spoeddienst in Groningen. Als huisarts houdt hij ’s avonds en in het weekend contact met zorginstellingen en verwijst hij patiënten door naar locaties waar zij acuut opgevangen kunnen worden. ‘Dat is vooral praktische hulp hoor’, vertelt hij. ‘In geval van nood zijn we de eerste schakel binnen het geheel: een soort call center waarbij we proberen om mensen zo snel en goed mogelijk door te schakelen. Vaak zijn het patiënten die ons bellen, maar ook mensen uit hun nabije omgeving komen bij ons terecht.’

‘ B i j mensen t hui s k om j e i ne ens heel di cht bi j een cri si ssi t u at i e’

Doorschakelen dus. En daar is voor nodig dat de situatie goed wordt ingeschat. Rigobert: ‘Voordat ik mensen spreek, is er al contact geweest met twee van mijn collega’s. Als iemand de spoeddienst belt, dan krijgen ze in de eerste plaats een NAW-er (staat voor ‘Naam, Adres en Woonverband’) aan de lijn. Die luistert of er inderdaad sprake is van spoed en noteert in geval van nood de contactgegevens van de beller. Daarna volgt de doktersassistent. Hij of zij verheldert de vraag en kijkt of hij/zij zelf kan adviseren of dat er een gesprek met de huisarts nodig is. Is dit laatste het geval, dan spreek ik de persoon. Bijvoorbeeld via de telefoon, maar ik kom ook wel bij mensen thuis. Dan kom je ineens heel dichtbij een crisissituatie’. Zo bezocht Rigobert ooit een gezin. ‘Dat is alweer wat jaren geleden, maar ik weet nog heel goed dat ik Lentis belde op een zondagochtend. Vader was depressief en suïcidaal. Hij reageerde apathisch, ook op mijn bezoek. Ik kon echt zien dat zijn situatie een zware stempel drukte op de rest van het gezin. Ze waren bang dat hij uit het leven zou stappen. Het was aan mij om hem duidelijk te maken dat acute zorg het beste was. Uiteindelijk lukte het om hem bij Lentis in behandeling te laten gaan’.

S am e nwe r ke n Om de juiste zorg te bieden is het belangrijk dat de spoeddienst en klinieken goed samenwerken, vindt Rigobert. ‘Soms zijn er wel eens discussies. Over verantwoordelijkheden bijvoorbeeld: of een patiënt direct moet worden opgenomen, of dat ik eerst nog langs moet gaan om de situatie in te schatten. En dat is begrijpelijk, want Lentis is een grote organisatie en ik heb niet met iedere medewerker evenveel ervaring. Maar het is wel waardevol om meer te werken vanuit de overtuiging dat je elkaar nodig hebt. Een webinar over acute hulp kan misschien een oplossing zijn. Dan kun je medewerkers laten vertellen over hun werkzaamheden en intenties, zodat ze elkaar wat beter leren kennen. Maar mijn ervaringen met Lentis zijn positief hoor! Ik vind het ontzettend fijn dat de organisatie er is.’


Crisis

14

Samen kijken wel ke stappen aangewezen zijn

Een directe lijn met de Crisisdienst Jan Wolter Oosterhuis, psychiater en Cees Vermeeren, projectmanager crisisdienst, leiden gezamenlijk de crisisdienst. De Crisisdienst van Lentis is er voor de hele provincie Groningen. ‘We zijn er voor alle verwijzers met cliënten in psychiatrische crisis.’, aldus Jan Wolter. ‘We willen voor hen toegankelijk zijn.’


15

Na beoordeling hanteert de crisisdienst bij de nieuwe cliënten uit de eerste lijn het vijfgesprekkenmodel om de cliënt de eerste steun en structuur te geven, ook kan gelijk de 6 weken durende aanvullende crisisbehandeling van het IHT worden gestart. Een steeds kleiner deel van de aangemelde cliënten wordt na de beoordeling opgenomen in de kliniek, het IHT vangt steeds meer cliënten op die een crisisperiode doormaken. Cliënten die al een SGGZ behandelaar hebben worden na de beoordeling/ crisisbehandeling daar weer naar terugverwezen. Nieuwe cliënten kunnen in overleg met de huisarts ook worden aangemeld voor vervolgbehandeling in de reguliere GGZ.

C o mp l e xe p ro b l e m e n Een crisis brengt doorgaans veel druk en urgentie met zich mee. Voor de crisisdienst is het dagelijks werk om met dit soort situaties om te gaan. Voor een verwijzer is dat niet het geval. Cees: ‘Verwijzers moeten niet verdwalen in regels, loketten, wachttijden, instanties. Vanuit het perspectief van de verwijzer is het belang duidelijk: bereikbaarheid, niet zoeken, niet in de wacht staan en rechtstreeks contact.’ Om dat te bereiken heeft de crisisdienst de eigen werkwijze onder de loep genomen. Met één nieuw telefoonnummer willen ze bereiken dat verwijzers direct uitkomen bij de triage van de crisisdienst. ‘En als verwijzers dat nummer kiezen, dan treffen ze daar een triagist met wie ze kunnen overleggen en samen kunnen reflecteren, die samen met ze kijken naar welke stappen aangewezen zijn.’

Wat bie dt d e cr isis d ie ns t? • Consultatie en triage voor alle verwijzers • Beoordeling en crisisinterventie voor cliënten die met spoed worden verwezen door de huisarts • Onafhankelijke WVGGZ beoordeling op aanvraag van SGGZ verwijzer • Beoordeling van personen met verward gedrag via politie en meldkamer

E e n cr is is e n d an? Soms blijft een contact met de crisisdienst beperkt tot een consultatie, in andere gevallen volgt er een spoedbeoordeling en worden er crisisinterventies ingezet zoals medicatie, een opname in de kliniek of inzet van IHT. Jan Wolter: ‘Wij kunnen direct meedenken en meekijken met de verwijzer. Voor huisartsen is het van belang dat zij snel en effectief aan ons kunnen overdragen en een beoordelaar van ons hier de regie neemt. De beoordelaar benadert de cliënt vervolgens rechtstreeks en betrekt ook altijd de naasten bij het contact. Soms kunnen de aangemelde cliënten niet meer veilig naar Lentis komen of loopt de onrust ter plaatse alleen maar op. Dan kan het van belang zijn dat iemand uit de situatie weg kan om rust en overzicht te krijgen. Sinds oktober van dit jaar is er nu de mogelijkheid om de psycholance in te zetten wat een belangrijke aanvulling is op de zorg voor mensen in crisis. Cees: ‘Passend vervoer was al langer een wens. Op de psycholance werken ervaren verpleegkundigen die de situatie goed kunnen inschatten en die goed kunnen de-escaleren.’ Voor verwijzers binnen de SGGZ is het belangrijk dat zij de bestaande zorg tijdelijk kunnen intensiveren via het Intensive Home Treatment (IHT), wat bestaat uit de acute deeltijd behandeling en de psychiatrische thuiszorg. Jan Wolter: ‘We willen samen met deze verwijzers en de cliënt de goede route vinden. Wij kunnen hierbij adviseren. Intensivering van zorg via het IHT duurt maximaal 6 weken, het is daarbij van belang dat de bestaande zorg doorgang vindt. Daarom blijft de betrokken behandelaar ook altijd verbonden.’ Verder na de crisis

De klachten van cliënten die bij de crisisdienst terechtkomen zijn complex: er zijn naast psychiatrische problemen ook veel bijkomende zorgen op sociaal en maatschappelijk vlak. Vaak zijn er andere instanties op het gebied van verslavingszorg en openbare veiligheid betrokken. Jan Wolter: ‘Samenwerken en goede afstemming van rollen en taken zijn bij crisis noodzakelijk.’

Samenwerk en en goede af st emmi ng van rol len en t ak en z i j n bi j cri si s nood z ak e l i j k

Wat b ie dt d e cr isis die ns t nie t : • In een dreigende situatie waar snel veiligheid vereist is, bel 112. De crisisdienst wil graag adviseren maar heeft in deze situaties geen mogelijkheden tot ingrijpen. • Opvang en beoordeling van personen die een delict hebben begaan waarvoor actuele strafrechtelijke vervolging is ingezet. • Beoordelingen bij cliënten met een verstandelijke beperking en mensen met een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) in het kader van de WZD • Cliënten die jonger dan 18 jaar zijn, dan spoed voor jeugd (0800-8081)


Crisis

16

Lizan Hylarides, Conny Snip en Jaco Schelhaas zijn triagisten op de Crisisbeoordelingslocatie (CBL).

Werken op de meldkamer voor crisis in de ggz


17

O ve r h e t C B L De Crisisbeoordelingslocatie (CBL) is in april 2017 geopend en is bedoeld voor de beoordeling van personen met verward gedrag als gevolg van psychiatrische problemen. In samenwerking met verschillende instanties, verschillende gemeenten in Groningen en partners van de keten acute psychiatrie, is zo de opvang in crisissituaties verbeterd. Hiermee wordt voorkomen dat mensen met verward gedrag in een politiecel terecht komen, terwijl ze daar niet thuis horen. Deze werkwijze is een onderdeel van de landelijke en provinciale aanpak van personen met verward gedrag.

‘Na kantoortijd werken we met twee triagisten, meestal HBO-verpleegkundigen. Het eerste uur van onze dienst zijn we bezig met interne intervisie: we bespreken casussen van de avond ervoor, we lezen mails, hebben aandacht voor hoe de dienst verlopen is.’ Om kwart over vier draagt het crisisteam van de dag over. Lizan, Connie en Jaco werken samen met hun andere collega’s in Groningen en werken voor de hele provincie Groningen. ‘Alle zaken die spelen, nemen we over. We schakelen de telefoon in en dan zijn we in de lucht.’ De provincie is in twee regio’s opgedeeld; Oost en West en iedere regio heeft zijn eigen beoordelingsteam.

Sp o e dl ijn vo o r ve r w ij ze rs Er wordt gewerkt met twee lijnen. Een spoedlijn voor verwijzers en een algemeen crisisnummer voor bekende Lentis patiënten en andere interne telefoontjes die binnenkomen. ‘De spoedlijn voor verwijzers is vrij nieuw. Dat doen we om verwijzers, zoals bijvoorbeeld de doktersdienst Groningen, de huisarts, de ambulance of politie, direct te kunnen helpen.’ Aan de hand van wat binnenkomt gaan ze aan het werk. ‘Het is heel wisselend. We beoordelen op verzoek van de verwijzer bijvoorbeeld een psychiatrisch toestandsbeeld of we doen een suïcidaliteitsbeoordeling. In specifieke gevallen wordt er een huisbezoek gepland, het liefst nodigen we de mensen, met hun naastbetrokkenen, uit op onze crisisbeoordelingslocatie ( het CBL). Na de triage wordt de casus aan het juiste beoordelingsteam overgedragen.

Tr i ag is te n b l ij ve n o p hu n p o s t De triagisten zijn verantwoordelijk voor het triëren, het coördineren en inplannen. Daarna zit hun taak erop. Lizan is coördinerend triage verpleegkundige. Zij woont overleggen met ketenpartners bij en heeft zitting in het borgingsoverleg met de psycholance*, de politie, de gemeente en de ambulancezorg. ‘Daar bespreken we op casusniveau wat goed gaat en wat anders moet.’ De triagisten blijven op hun post. ‘Als triagisten zitten we aan de telefoon en vervullen we de gastvrouwfunctie voor mensen die naar het CBL komen. Onze functie is eigenlijk die van een meldkamer, een meldkamer voor crisis in de ggz.’ * Over de psycholance lees je verderop in dit magazine meer.


Crisis

18

Werken op het snij v l ak met de maat schappij

‘Daar ligt mijn hart echt’


19

Janet Scholten begeeft zich in haar werk vooral op het snijvlak van de psychiatrie en de maatschappij. Ze is spv, werkt bij de Crisisbeoordelingslocatie, ze is projectleider sociaal domein in verbinding met Lentis, inhoudelijk coördinator van de psycholance en is verbonden aan het project vroegsignalering. Alles wat ze doet ligt op de verbinding met het sociaal domein. En dat is niet voor niks. ‘Daar ligt mijn hart echt.’

P roje c tl e i d e r S o ci a al d o m e in Als projectleider Sociaal domein kijkt ze naar verbindingen. ‘Ik kijk waar de verbindingen liggen en waar ze meer moeten komen. We moeten niet alles zelf willen doen, maar met anderen kijken hoe we het samen beter kunnen doen. Als iemand in een crisis terechtkomt, dan is er op meer terreinen iets aan de hand. Vaak zie je dan ook dat heel veel partijen zijn betrokken bij zo’n casus. En allemaal doen ze snoeihard hun best, maar van elkaar weet je het vaak niet. De onderlinge verbinding en communicatie kan beter. Daar wil ik me sterk voor maken.’

Z o ve e l a s p e c te n s p e l e n m e e ‘Mensen die worden opgenomen hebben uiteenlopende problemen. Sommigen hebben financiële problemen, of er zijn huisvestingsproblemen. Dat zijn allemaal andere partijen in het sociaal domein. Er zijn bij een crisis zoveel aspecten te onderscheiden: psychosociaal, stress, spanning, problemen met kinderen, huisvesting, relatie, gebrek aan daginvulling of sociale contacten. Al dit soort zaken kunnen bijdragen aan psychisch decompenseren. Het is niet de bedoeling om mensen die in een crisis raken de psychiatrie ‘in te trekken’. Onderliggende problemen kunnen soms door andere maatschappelijke organisaties beter opgepakt worden. Daarvoor moeten we de verbinding meer gaan zoeken.’

Me e r z icht b a ar ‘We zijn lang naar binnen gericht geweest. Maar die tijd is voorbij. De wereld wordt steeds meer zichtbaar in de psychiatrie en de psychiatrie in de samenleving. Je ziet het op social media, op tv. Je hoeft je niet te schamen als je naar de psycholoog of psychiater gaat. Mensen blijven veel langer thuis, we helpen ambulant waar we kunnen. Dat heeft ook in de maatschappij zijn invloed. Daar zijn ook andere partijen op allerlei terreinen actief. We zullen


20

steeds meer mee moeten bewegen samen met andere instanties. Een mens is veel meer dan een probleem op een gebied. Als het op een van de terreinen niet loopt, dan krijg je stress. Iedereen reageert daar anders op. Mensen die vatbaar zijn voor psychisch lijden, decompenseren, worden psychotisch, of manisch, noem maar op. Dat kun je dat beeld gaan behandelen, maar de onderliggende factoren moeten ook aandacht krijgen.’ Janet nam samen met haar collega Siard Heidanus van de politie het initiatief voor het project Vroegsignalering. Het project vroegsignalering valt buiten de acute zorg en is vooral bedoeld om gemeente en politie te adviseren wanneer er burgers in dreigen af te glijden en niet bij machte lijken daar zelf regie in te nemen. Het is dan belangrijk om elkaar goed te kunnen vinden en de juiste weg te wijzen om de hulp op gang te brengen

P s ych o l a n ce Onlangs kreeg Janet er een nieuwe taak bij: ze is inhoudelijk coördinator van de psycholance. Zelf rijdt ze alleen bij uitzondering mee. ‘Bij nood en dood sta ik op het rooster.’ De psycholance is een prikkelarme ambulance waarin mensen met bijzonder of onbegrepen gedrag rustig vervoerd kunnen worden wanneer ze dringend hulp nodig hebben. De psycholance rijdt al in verschillende steden rond en sinds half oktober is er ook een pilot voor een jaar in Groningen. * Verderop in dit magazine lees je meer over de psycholance.

D e wereld word t st e ed s meer z i cht b aar i n de p sychi at rie en de p sychi at ri e i n de samenlev i ng.

Siard Heidanus, wi j k agent Groni ngen N oord

‘Door te delen, kunnen we beter nagaan wat iemand nodig heeft’


21

Crisis

De politie heeft een belangrijke taak als het gaat om crises en acute zorg. Iemand die daar veel van af weet is Siard Heidanus (50). Hij werkt inmiddels dertig jaar bij de politie, is enorm ervaren. En dat komt vaak van pas als het gaat om mensen die in de war zijn. Siards werkgebied is Groningen Noord,

Vo o r tr i ag e n a ar h e t C B L daar is hij ‘operationeel expert wijk’. ‘Dat is een groot gebied. De wijken die hier onder vallen zijn de Korrewegwijk, waar ook mijn werkplek is, Paddepoel, Selwerd, de Hoogte, Oosterpark, Beijum en Lewenborg. En het strekt zich nog uit richting Ten Boer’, vertelt Siard. ‘Binnen mijn team houd ik me ook bezig met het overkoepelende thema verward gedrag.’

Ve r w ard e m e d e m e ns

Sn e l l e r s t ap p e n ze t te n

De term verwarde mensen roept discussie op. Wat vind jij? ‘Janet Scholten van Lentis met wie ik veel samen werk, heeft het over ‘de verwarde medemens’, dat vind ik wel mooier. Dat gebruik ik liever, hoewel het begrip verward persoon erg ingeburgerd is’, zegt Heidanus. Wat is jouw rol als het gaat om de verwarde medemens? ‘Ik ben vanuit de politie betrokken geweest bij de oprichting van de Crisis Beoordelings Locatie, de CBL. En recent zijn we met meerdere partijen de pilot met de psycholance gestart. Dat zijn de grote projecten, we hebben ook structureel overleg. Zo hebben we de samenwerking in de vroegsignalering van mensen met verward gedrag.’ Dit is een wekelijks overleg tussen medewerkers van Lentis, iemand van Meldpunt Overlast en Zorg en de Politie. Siard: ‘We bespreken dan personen die bij de politie in beeld zijn, bijvoorbeeld omdat we meldingen binnen hebben gekregen. Kent één van ons deze personen? Zo ja, wat weten we van ze en wat kunnen we doen? In veel gevallen gaat het om mensen die in behandeling zijn, vooral bij Lentis.’ En als ze niet bekend zijn? ‘Dan proberen we deze personen onder de aandacht te brengen bij goede en passende hulpverleners.’

Meldingen van, bijvoorbeeld, overlast komen in eerste instantie vaak binnen bij de politie. ‘Ja, dat klopt. Het is dan zaak om diegene om wie de melding gaat, zo snel mogelijk naar de juiste zorg te leiden. Door ons wekelijks overleg, kunnen we nu veel sneller stappen zetten. Het komt wel eens voor dat de behandelaar van Lentis denkt dat het goed gaat met zijn cliënt, terwijl wij hele andere signalen krijgen. Wij van de politie kunnen niet alles weten, het Meldpunt Overlast niet en de behandelaar ook niet. Door te delen, kunnen we beter nagaan wat iemand nodig heeft.’

Ve r tro u we n Vraag je Heidanus wat de meerwaarde is van de samenwerking tussen partijen als de politie en Lentis, dan noemt hij ‘vertrouwen’. ‘Door regelmatig bij elkaar te zitten en elkaar te leren kennen, groeit het vertrouwen. We moeten op elkaar kunnen rekenen, want je deelt soms zaken die heel privacy gevoelig zijn. Dat wil je kunnen doen omdat je een gezamenlijk doel hebt: mensen helpen.’

... het g aat steeds meer de goede kant op’

Wat als er sprake is van een mogelijke crisis? ‘Dan gaan wij naar zo’n melding. We doen dan een inschatting of iemand in de war is of misschien erg overspannen. Zien wij dat iemand psychische hulp nodig heeft, dan nemen wij contact op met de CBL. Daar vindt triage plaats. Kan de persoon komen? Dan bellen wij de psycholance en gaat de persoon naar de CBL. Indien nodig, met behulp van politie. Dat doen we als er sprake is van een veiligheidsissue. Is de openbare orde niet in het geding, dan nemen de medewerkers van de psycholance het over.’ Gaat het om acute zorg, dan is er samenwerking in de CBL, de psycholance en het wekelijkse overleg tussen politie, Meldpunt Overlast en Lentis. Heb je vanuit je rol bij de politie nog wensen? ‘Nou, dit zijn al hele mooie stappen voorwaarts! Maar je vraagt om een wens, dus die deel ik: het zou nog beter zijn als we bij meldingen gelijk iemand uit de zorg kunnen betrekken. Dan kunnen we als we ter plekke zijn, grotere stappen maken. Eigenlijk zijn wij als politiemensen degenen die pleisters plakken, we kunnen de pijn niet wegnemen. Daar zijn anderen beter in. Neemt niet weg dat ik tevreden ben, het gaat steeds meer de goede kant op’, concludeert Siard Heidanus.


Crisis

22

Een psycholance voor Stad en Ommeland


23

Ke te ns am e nwe r k ing

Sinds half oktober rijdt er in Groningen een psycholance rond. Als er sprake is van een acute situatie, dan zijn er vanaf nu drie mogelijkheden voor vervoer: de politie, de ambulance of de psycholance. Is de orde en veiligheid in het geding, dan is de politie aan zet. Gaat het om somatische klachten, dan de ambulance. Voor vervoer voor een psychiatrische beoordeling heb je de psycholance.

Kees Hendriks is projectleider van het psycholanceproject. Hij startte met het project in Drenthe, waar de psycholance werd ‘geboren’. Eerder reed er al een in Amsterdam. Kees is van huis uit veranderkundige. Die kennis kon hij bij dit project goed gebruiken. ‘Zo op het oog lijkt het misschien eenvoudig: je regelt het vervoer. Maar de kern van dit project is een ketensamenwerking tussen niet bij elkaar passende ketens.’ De bedrijven die met elkaar samenwerken voor de psycholance zijn Lentis, de GGD/OGGZ, gemeenten, politie, de ambulancedienst en de meldkamer. ‘De mensen bij de politie, de ambulance en de meldkamer zijn voornamelijk actiegericht. Daar is hun gedrag ook op afgestemd. Bij Lentis, GGD en gemeenten werken mensen die geneigd zijn om iets van alle kanten te bekijken. Dat zijn kwaliteitsbedrijven en minder ‘snelle doeners’. Het bedrijfstempo in beide soorten bedrijven is heel anders.’

daar zei: het is inderdaad bijzonder gedrag, maar geen acuut psychiatrisch ziektebeeld. Dan ben je al even onderweg. Het duurt dus lang voor de persoon de juiste hulp krijgt en de politie is al die tijd bezig met iets waarvoor ze niet zijn opgeleid. En in die tijd kunnen ze geen dingen doen waar ze wel voor zijn bedoeld.’ Sinds half oktober is dat voorbij. In stad en ommeland rijdt nu een psycholance. In Drenthe al langer. Drenthe en Groningen werken samen, zodat de psycholances in drukke tijden ook in elkaars werkgebied kunnen worden ingezet.

S am e nwe r k ing b e l ang r ijk Samenwerking met cliëntenraden en familieraden maar ook met Ypsilon is belangrijk. Ook worden ervaringsdeskundigen regelmatig geraadpleegd. Dit komt mede omdat er geen haarscherpe criteria zijn vast te stellen wat nou precies verward of onbegrepen gedrag is. ‘Daarom is nauwe samenwerking met al deze ketenpartners ook zo van belang.’

D e vo o r g e s chie d e nis

De psycholance is als een ambulance, die naast de chauffeur wordt bemand door een verpleegkundige met psychiatrische expertise. Ook het interieur verschilt sterk. In een ambulance vind je veel apparatuur. De psycholance is juist rustig ingericht. Aan de wand is een enorme foto van een koolzaadveld geplakt. Er is sfeerverlichting en de stoelen zijn zo geplaatst dat de verpleegkundige oogcontact kan maken met de cliënt. Janet Scholten is vanuit Lentis coördinator van de psycholance. Zij is blij met deze nieuwe voorziening. ‘We willen een rustige prettige omgeving creëren, die warmte uitstraalt en waar je door een verpleegkundige met psychiatrische kennis wordt opgevangen , er ruimte is voor gesprek en geruststelling’ Tot de psycholance half oktober ging rijden, werd iemand die onbegrepen gedrag vertoonde vaak vervoerd in een politieauto. ‘Dat is natuurlijk heel vreemd en stigmatiserend. In een politieauto worden afgevoerd, terwijl je geen strafbaar feit hebt gepleegd. Dat geeft een verkeerd beeld. Het gaat hier tenslotte om iemand die hulp nodig heeft, niet om een crimineel. ’ De psycholance kan ook worden gebruikt voor niet acuut vervoer met begeleiding op maat. Als iemand bijvoorbeeld in Groningen verblijft en naar de kliniek in Winschoten moet worden vervoerd, dan kan dat ook met de psycholance.

Eerder al waren er initiatieven om het vervoer voor mensen met verward en onbegrepen gedrag anders te regelen. Maar dat liep vast op vraagstukken zoals medische aansprakelijkheid. Uiteindelijk heeft de minister de ambulancediensten verantwoordelijk gemaakt voor het patiëntenvervoer. Maatschappelijke ontwikkelingen, zoals onder andere de toename van mensen die het stempel verward gedrag kregen, en het feit dat de politie aangaf deze oneigenlijke taak niet langer te kunnen uitvoeren, maakten de tijd rijp voor de psycholance.

P re t tig e r, s n e l l e r e n ad e qu ate r De psycholance in de provincie Groningen rijdt 12 uur per dag, 7 dagen in de week. Een team van 8 chauffeurs van de RAV Groningen en 8 verpleegkundigen van Lentis bemannen de psycholance. Niet alleen het interieur en de bemensing zijn passender dan die van een politiebus of een ambulance, ook zijn patiënten sneller op de plek waar ze het best geholpen kunnen worden. Na overleg met de Crisisdienst van Lentis kan worden besloten een cliënt met de psycholance te vervoeren. Voor de psycholance reed, ging het anders. ‘Een telefoontje naar 112 over onbegrepen gedrag zette de molen in werking. De politie was dan bijna altijd als eerste ter plaatse. Veelal werd iemand dan vervoerd naar het cellencomplex. Daar kwam eerst de arts van de GGD en indien de diagnose psychiatrie was, de GGZ. Vervolgens werd de cliënt door de politie naar het CBL gebracht. En dan kon het zomaar voorkomen dat men

D i rec t de j ui st e hul p i n e en pre t t i ge omgev i ng


Crisis

24

Annet en Ronald raakten na elkaar in crisis


25

A nnet (61) en Ronald (62) hebben t wee volw a ssen zoons en een kleindochter. Vol gend jaar zijn ze veer tig jaar getrouwd. Ze r aakten kor t na el kaar in een crisis.

Déjà vu Annet: ‘Ik was op zussenweekend met mijn vier zussen. Ik had me er op verheugd want zo vaak komt het niet voor dat we met zijn allen samen zijn. Maar het ging helemaal verkeerd. Ik wilde dat iedereen het gezellig had en liep constant te redderen. Het leek of ik terugging in de tijd, als in een déjà vu. Net als vroeger zat ik weer in de rol van verzorgende. Twee van mijn zusjes hadden in hun jeugd gezondheidsproblemen. Ik was in het gezin niet de oudste, niet de jongste en niet ziek. ‘Niet zeuren’ is me met de paplepel ingegoten. Ik ging naar dezelfde school als mijn zusje. Niet voor mezelf, maar om op haar te kunnen passen. Het draaide nooit om mij, maar om de ander. Tijdens het zussenweekend kwamen die herinneringen in alle hevigheid terug. Ik raakte compleet in de war en belde mijn man Ronald: ‘je moet me nú komen halen.’ Hij kwam en zag direct dat het niet goed ging. Ik was in paniek, stond met mijn slaapzak onder de arm op straat. Ik kon niets meer.’

O p re chte inte re ss e De huisarts zag dat het ernst was en zei tegen Ronald dat hij Annet niet alleen moest laten. Hij verwees haar naar de crisisdienst. Annet: ‘Bij de crisisdienst kreeg ik hulp van sociaal psychiatrisch verpleegkundige Janet. Ze reageerde menselijk en adequaat. Ze zei: ‘We beginnen gelijk, de brandweer wacht ook niet met blussen.’ Ze was oprecht geïnteresseerd en straalde in alles uit: ‘Ik zit hier voor jou’. Ik voelde me een sukkel dat dit me was overkomen maar Janet liet merken dat ze respect voor me had. Dat ze begreep dat het me teveel was geworden. De eerste maand zat ik alleen maar op de

bank. Ronald zorgde voor me en deed het huishouden. De jongens kwamen thuis.’Ik hoef niks he?’ vroeg ik telkens angstig. Ik had nooit geleerd om nee te zeggen.’ Ronald: ‘Het was heftig om haar zo te zien. Ik deed altijd automatisch een beroep op haar. Nu vroeg ik haar wat ik moest doen.’ Annet: ‘Langzamerhand kreeg ik door de gesprekken met Janet inzicht in hoe het zover had kunnen komen. Dat het bijvoorbeeld heel belangrijk voor mij is om een goede moeder te zijn. Mijn zoon was na een relatiebreuk weer thuis komen wonen. Ik wilde er voor hem zijn, ook omdat ik dat zelf vroeger heb gemist. Ik zei tegen mijn zoon: Ik wil een moeder uit duizenden zijn. Hij antwoordde: maar mama, dat ben je allang.’ Janet zei: je hebt al die jaren een topprestatie geleverd. Ze draaide het om: je mag er zijn, het is juist heel lang goed gegaan. Ik kreeg erkenning. Ook dat het niet niks is wat er in mijn jeugd gebeurd is.’ Ronald valt bij: ‘ik zeg die dingen ook tegen Annet, maar we zijn al zolang samen, ik ben onderdeel van de geschiedenis. Ik ben té dichtbij. Janet was de objectieve buitenstaander die mijn vrouw nodig had.’

O p nie u w cr is is Afgelopen zomer draaiden de rollen om. Ronald werd steeds prikkelbaarder. De vakantie werd vanwege corona afgezegd. Ronald ontwikkelde angst voor het onzichtbare virus en had het gevoel nergens veilig te zijn. De situatie werd onhoudbaar en Annet belde de huisarts. Opnieuw kwamen ze bij de crisisdienst terecht. Ronald: ‘Annet nam mij nu bij de hand, zoals ik haar bij de hand had genomen.’ Annet: ‘Ik was bang dat we bij de crisisdienst iemand zouden treffen die niet zou passen. Wij zijn mensen die een kordaat

type nodig hebben, geen zalvende praatjes. Janet had ervoor gezorgd dat we terecht konden bij Jona. Ik zag meteen toen ze aankwam lopen dat het goed zat.’ Ronald: ‘Ik ben niet gewend om te praten, om te zeggen wat ik vind. Jona stelde precies de goede vragen en ze vroeg dóór. Ze confronteerde me met antwoorden die niet klopten met wat ik eerder had beweerd. Dat dwong me om echt na te denken over mezelf en me open te stellen. Ik kom uit een gereformeerd milieu. Bij ons thuis was het niet belangrijk wat je er zelf van vond. Het was vooral belangrijk wat ‘men er van dacht’. Assertief zijn stond gelijk aan een grote mond. Van mij werd verwacht dat ik de zaak van mijn vader zou overnemen. Als kind hielp ik hem al met het werk. Ik heb daardoor maar weinig kind kunnen zijn. De vraag: ’wat wil ik zelf?’ kwam nooit aan de orde.’

Sp ir a al o mh o o g Na een aantal gesprekken bij de crisisdienst gaat Ronald over naar de Basis GGZ. Ronald: ‘In principe heb ik nu een gesprek over twee maanden maar ik kan eerder komen als dat nodig is. Door de hulp die we hebben gekregen is de spiraal voor Annet en mij weer de andere kant op gaan draaien, omhoog in plaats van naar beneden. Annet: ‘De oude patronen zijn doorbroken. We kunnen weer lachen, dat had ik zo gemist. We gaan er echt weer samen voor. Laatst kreeg ik een briefje van Ronald: ‘je bent het leukste als je jezelf bent’. Bij het afscheid bedankte ik Janet voor alles wat ze gedaan had. ‘Nee’ zei ze, ‘je hoeft míj niet te bedanken, je hebt het zelf gedaan.’

Op verzoek van de geïnterviewden zijn de namen Annet en Ronald gefingeerd

D e spi raal i s voor ons we er de andere k ant op gaan draai en: omhoog i n pl aat s van naar beneden .


26

Crisis

H e t H og e l a n d

5%

E e ms d e l t a

8%

We s te r k w ar tie r

7%

G ro ning e n

43%

M i d d e n - G ro ning e n

O l d amb t

8%

9%

Ve e n d am

5%

We s te r wo l d e P e ke l a

2% D re nth e 3% Fr ie sl an d  1% B u ite n N o o rd e l ijke p ro v in cie s  2%

St ads k an a al

3%

4%


27

C r is is co nt ac te n ve rd e e l d o ve r d e d ag 12%

Hulp in crisissituaties

10% 8%

Als ik ontspoorde in ’t leven

6%

Dan waren jullie er

4%

Om mij op de rails te zetten

2%

Richting een beter doel

0% 0 3 6 9 12 15 18 21 uur

Er waren door de jaren heen De verpleegkundigen Die mij er dwars doorheen hielpen Hoe slecht de tijd ook was Door wanen en illusies heen Waren ze er voor mij Ik ben jullie er dankbaar voor

Vro u w

Man

4 8%

52%

Voor die oprechte hulp.

Henk Boonstra

G e sl acht cl iĂŤ nte n in cr is is

B uite n B inn e n k anto o r tij d k anto o r tij d

4 4%

56%

E e rs te cr is is co nt ac t


Colofon Teksten: Willemien Afman Hadassa van de Griend Siets Nobel Jannie Strijk Redactie: Jan Wolter Oosterhuis Carolien Thewissen Cees Vermeeren Eindredactie: Jannie Strijk Fotografie: Kristi Jungcurt iStock Ontwerp en productie­ begeleiding: Klaas van Slooten


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.