realiseren
Duurzame mobiliteit en de parkeernorm ER I K G R I ETEN S [ B O N D B E T E R L E E F M I L I E U ]
Nieuwe bouwprojecten zorgen voor bijkomend autoverkeer. Heel wat gemeentebesturen en omwonenden vrezen dat die extra wagens de beschikbare parkeerplaatsen op straat innemen en voor verkeersoverlast zorgen. Zeker bij grotere bouwprojecten worden daarom parkeernormen vastgelegd: het aantal parkeerplaatsen dat een ontwikkelaar op eigen terrein moet voorzien, al dan niet ondergronds.
Wat is een goede parkeernorm?
36 |
Parkeernormen zijn een bevoegdheid van de gemeentebesturen. In de meeste gemeenten liggen zulke normen vrij hoog en vaak gaan ze uit van meer dan één parkeerplaats per woning. Gemiddeld gaat het om anderhalve tot twee parkeerplaatsen per woning, soms worden zelfs drie parkeerplaatsen per woning opgelegd, twee voor bewoners en één voor bezoekers. Dergelijke hoge parkeernormen leiden ertoe dat autoverkeer ook op langere termijn gestimuleerd wordt. In een klimaatvriendelijke gemeente wil je net het omgekeerde doen. Dat vraagt om strakke normen, gecombineerd met een sturend parkeerbeleid op straat.
Het autobezit in Vlaanderen bedraagt gemiddeld 1,3 auto’s per huishouden. Maar er zijn grote verschillen. In steden ligt het autobezit een pak lager dan in landelijke gemeenten. In Antwerpen en Gent bijvoorbeeld, ligt het autobezit rond 0,8. In plattelandsgemeenten is dat algauw 1,4 wagens per gezin. Het aantal benodigde parkeerplaatsen is ook afhankelijk van het sociaal-economisch profiel van de bewoners, de aanwezigheid van een bedrijfswagen of het aantal gezinsleden. Nog bepalender is de nabijheid van openbaar vervoer en de wandelafstand tot winkels en voorzieningen. De parkeerbehoefte berekenen is dan ook maatwerk en verschilt van project tot