realiseren 38 |
Deelwagens in private projecten ESTH ER D E R EYS [ A U T O D E L E N . N E T ]
Autodelen groeit aan populariteit in Vlaanderen. Al meer dan 86.000 Vlamingen gebruiken een deelwagen. Dat is goed nieuws voor het klimaat: een gedeelde wagen vervangt gemiddeld vier tot acht privéwagens, afhankelijk van de context. Resultaat: buurten met minder auto’s, minder parkeerplaatsen en dus meer ruimte. Autodelers gebruiken ook minder vaak de auto dan mensen die een eigen wagen bezitten: ze gaan op zoek naar alternatieven om hun bestemming te bereiken. Autodelen is daardoor een essentiële schakel naar duurzame mobiliteit. Het Nederlands Planbureau van de Leefomgeving berekende dat autodelers per jaar 300 kg minder CO2 uitstoten dan autobezitters. Per gedeelde wagen betekent dat een gemiddelde daling van de CO2 -uitstoot van 5.800 kg per jaar.
Deelmobiliteit verankeren in (nieuwe) bouwprojecten levert een win-winsituatie op voor alle betrokken partijen: er ontstaat meer ruimte, het drukt (bouw)kosten van parkeerplaatsen, kan verkeers- en parkeerdruk uitschakelen en het creëert een momentum om het verplaatsingsgedrag van bewoners te veranderen. Maar: het is dan wel belangrijk om deelmobiliteit al in de ontwerpfase mee te nemen. Dat lijkt evi-
dent, maar in de praktijk botsen deelwagens in bouwprojecten op allerhande technische, juridische of administratieve drempels.
Vervangratio’s Vaak moet een afwijking gevraagd worden van de parkeernormen van de gemeente. Een almaar terugkerende vraag daarbij is hoeveel parkeerplaatsen één deelwagen kan