HISTORIE
Evangelist en bijbelverkoper Johannes van ’t Lindenhout begon in 1863 met de opvang van
weeskinderen. Het was een imposante missie die bijna aan het eigen succes ten onder ging.
De inrichting groeide al snel uit tot de grootste in Nederland in die tijd. Het zelfvoorzienende dorp voor ‘kinderen in de knel’ werd later het welbekende ‘Kinderdorp Neerbosch’.
.000 Opvang van 20 dijwees- en voog rbosch kinderen in Nee
Van weeshuis tot kinderdorp
"Naast een museum zijn we voor veel mensen ook een archief en een herinneringscentrum" Esther Bánki, Directeur Van 't Lindenhoutmuseum
'H
et was het verhaal dat ik zo
over mensen, zorg, jeugdcultuur, verschil-
een weeshuis op. Aanvankelijk wordt dit
functie, het is echt uniek
en over identiteit. Dit is niet alleen een
Lange Brouwerstraat in de Benedenstad,
interessant vond aan deze
wat hier heeft plaatsgevon-
den.” Esther Bánki is sinds begin 2020 directeur van het Van ’t Lindenhoutmuseum. Ze
lende maatschappelijke ontwikkelingen
museum, wij zijn voor veel mensen ook een archief en een herinneringscentrum.”
studeerde kunstgeschiedenis in Nijmegen
In de negentiende eeuw hadden wees-
musea gewerkt, ik was hiervoor directeur
veilingen werden ze ‘gegund’ aan degene
en museologie in Leiden. “Ik heb altijd in
van een maritiem museum op Texel en een natuurhistorisch museum in Twente. Van ’t Lindenhout sprak mij inhoudelijk aan om-
dat het niet alleen gaat over geschiedenis van wees- en voogdijkinderen, maar ook
40 Springlevend024
kinderen het zwaar te verduren. Tijdens
die de minste vergoeding vroeg, om vervolgens aan het werk gezet te worden in
bijvoorbeeld spinnerijen. Johannes van ’t
Lindenhout en zijn vrouw Hendrina Sipman trokken zich dit lot aan en richtten in 1863
gevestigd in een oude herberg aan de
maar de opvang groeide zo snel dat werd uitgeweken naar een geschonken stuk
boerenland in Neerbosch. Vier jaar na de
oprichting wordt het nieuwe onderkomen geopend en verschijnen er werkplaatsen, een school, een kapel, een boerderij en
een ziekenhuis. Bánki: “De insteek was heel sociaal: ieder kind kreeg een thuis, geestelijke opvoeding en een opleiding zodat
het in staat was vervolgens een zelfstandig bestaan op te bouwen.”