2 minute read
Uit de Beeldbank
Wim Peters: veelzijdig en principieel atleet
Wim Peters tijdens de Olympische Spelen in Amsterdam op 2 augustus 1928. Nederland had voor het onderdeel hink-stap-sprong vier springers. Hij sprong in de eerste serie eerst tweemaal ongeldig en daarna 14.55 meter. Altijd heeft hij beweerd dat één van die twee sprongen wel degelijk geldig was en dat het hem de gouden medaille heeft gekost, dat die sprong werd afgekeurd. Zijn optreden bracht hem uiteindelijk een vierde plaats en géén toegang tot de finale. Hij was enorm teleurgesteld, net als de overige Nederlanders. Want hoewel het hink-stap-springen als sport niet altijd serieus werd genomen, was er wel op een medaille gerekend. Wat vier jaar eerder was begonnen als een ‘grap’, werd in 1927 in Londen tijdens de Open Engelse Atletiekkampioenschappen een serieuze zaak. Het publiek voelde, dat er iets te gebeuren stond. De tribune viel stil. Peters concentreerde zich. Nam zijn aanloop. De landingsbak met zand was echter maar 15.50 meter lang; nog niet berekend op nieuwe supersprongen. Als hij wilde, zou Peters over de bak heen kunnen springen, maar dan zou de sprong niet geldig zijn! Dus moest hij zich inhouden. Hij raakte de achterste balk en zijn sprong van 15.48 meter was geweldig! Slechts vier centimeter van het wereldrecord verwijderd, vestigde Peters een Nederlands record hink-stap-springen, dat veertig jaar lang zou standhouden. Het gebeurde in een tijd waarin atleten zelf hun boontjes moesten doppen. Geen legers masseurs die klaarstonden, geen ontvangstcomités bij thuiskomt. Op het station stond alleen zijn vrouw Gé met een bos bloemen. In 1934 werd hij in Turijn Europees kampioen met een afstand van 14,89 meter. In eigen land werd hij tussen 1924 en 1942 op zijn favoriete onderdeel niet minder dan zestien keer kampioen. Hij was echter niet alleen goed in de hink-stap-sprong, maar ook in het verspringen. Zijn beste sprong was 7.33 meter en ook in deze tak van sport had hij een tijdje het Nederlands record op zak.
Openlijk anti-nazi
Peters had vier keer mogen deelnemen aan de Olympische Spelen. Het werden er drie. Eerst in Parijs (1924), Amsterdam (1928) en Los Angeles (1932), waar hij de vierde plaats behaalde; samen met Amsterdam zijn beste prestatie. De vierde keer dat hij mee had kunnen doen was in 1936, in Berlijn. Hij weigerde resoluut. Als openlijk anti-nazi wilde hij toen niet deelnemen aan de Spelen. De Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie nam hem dat niet in dank af en hij mocht vervolgens niet meedoen bij de Europese kampioenschappen in Parijs. De atleet Peters bleef echter bij zijn principes. Als voorzitter van de atletiekafdeling van PEC 1910 weigerde hij tijdens de oorlog twee NSB’ers het lidmaatschap. Hij werd gevangengezet in Vught. Toen hij vrijkwam, werd hij al snel wéér opgepakt, ditmaal vanwege verzetsactiviteiten. Hij werd opgesloten in de gevangenis van Almelo, waar hij tot de bevrijding gevangen bleef.
Tot op hoge leeftijd
Peters ging door tot op hoge leeftijd. In 1958 presteerde hij het op 45-jarige leeftijd nog om tijdens de officieuze Open Engelse A.A.-kampioenschappen met een sprong van 13.62 meter tweede te worden op de hink-stap-sprong. Zes keer eerder al was hij eerste geworden. Wim Peters was lid van verdienste van de KNAU en houder van het Unie-erekruis in goud. Op bestuurlijk terrein bekleedde hij, niet alleen bij PEC 1910, maar ook binnen de KNAU jarenlang tot op hoge leeftijd diverse officiële functies. Hij overleed op 91-jarige leeftijd. ■