4 minute read
Wereldtoppers op de Luttenbergring
Wereldtoppers op Luttenbergring
Terwijl in 1972 in Tubbergen het einde naderde, was de Luttenbergring, een soortgelijk stratencircuit nabij Raalte, juist in opkomst. Op dat circuit werden door de Raalter Automobiel en Motorclub (RAM) in 1970 voor het eerst motorwegraces gehouden, die een jaar later al een internationale status kregen. De kiem voor de races op de Luttenbergring was feitelijk al gelegd in 1954 toen de RAM (in 1949 opgericht door een aantal Raalter motor- en autoliefhebbers) zich aansloot bij de KNMV. Vanaf 1958 werden er in die tijd populaire motorsportevenementen als grasbaanraces en motorcrossen georganiseerd. In 1967 werd er voor het eerst een motorwegrace gehouden op een kort en smal circuit bij Raalte. Die motorwegraces kwamen echter pas echt tot grote bloei, toen in 1970 werd uitgeweken naar een stratencircuit rond het kerkdorp Luttenberg. De Luttenbergring, met een lengte van 3.150 meter telde veel bochten, met illustere namen als Tiesbocht, Hendrikabocht en Pinnersbocht, die het uiterste vroegen van de stuurmanskunst van de coureurs. Vele duizenden liefhebbers zagen er tot midden jaren tachtig tal van wereldkampioenen, maar ook nationale cracks als Boet van Dulmen (‘den Boet’), Wil Hartog (‘de Witte Reus’) en Jack Middelburg (‘Jumping Jack’) aan het werk. De Raalte Races groeiden, na de TT van Assen, uit tot één van de bekendste en drukst bezochte Internationale motorsportevenementen. De eerste races in 1970 hadden nog de status van nationale races. Het volgende jaar maakten de internationale klassen 50, 250 en 350 cc hun entree, maar uitsluitend met Nederlandse deelnemers. De beide laatste klassen reden in 1971 een gezamenlijke race. Bij de 50 cc rijders maakten garagehouder Jan Bruins uit Deventer, Rinus Kamp uit Borne, Jack Greevink uit Nijverdal en Bennie Maatkamp uit Varsseveld deel uit van het rennersveld. Ook Jan Zoombelt uit het Gelderse Oldebroek, zoon van het bestuurslid van het circuit van Oldebroek, kwam in Raalte aan de start. In de gecombineerde klasse 250 en 350 cc stond Theo Bult uit Lonneker met zijn Yamsel onder startnummer 38 in het programmablad vermeld. Hij mocht het op de Luttenbergring opnemen tegen de Overijsselse coureurs Marcel Ankoné (Kawasaki) uit Oldenzaal en Herman Looman (Yamaha) uit Enschede. Het volgende jaar, 1972, verschenen de eerste buitenlandse deelnemers aan de start. Kent Andersson en Börje Jansson, beiden uit Zweden, zijn misschien wel de bekendste. Zij bleven ook de erop volgende jaren trouw naar de Luttenbergring komen. Allengs werd de buitenlandse deelname steeds groter. De grote doorbraak kwam toen in 1974 de races van augustus werden verplaatst naar medio juni, twee weken voor de TT van Assen. Veel buitenlandse rijders grepen hun kans door eerder naar het Raalter circuit te komen, daar een aardig start- en misschien ook wel prijzengeld in de wacht te slepen en dan door te reizen naar Assen, waar een week later de trainingen begonnen. Een bekende oud-coureur die óók naar Raalte kwam, was Theo Bult. Als official bij de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging KNMV zag hij toe op de beveiliging van het stratencircuit en ook trad hij op als wedstrijdleider, de belangrijkste
functie op het circuit tijdens de trainingen en de wedstrijden. Hij was dan de man die met de zwart-wit geblokte vlag de rijders aan de finish afvlagde.
Wereldtoppers
De komst van bekende internationale rijders trok een grote schare toeschouwers, waardoor steeds beter geklasseerde rijders konden worden gecontracteerd. Zodoende waren er tussen de deelnemers in het begin van de jaren tachtig verschillende wereldkampioenen te vinden of op zijn minst rijders die tot de tien besten van de wereld behoorden. Bekende namen waren de Engelsman Chas Mortimer, de Duitser Toni Mang en de Zwitser Bruno Kneubühler die zeker zeven races op de Luttenbergring heeft gereden. Ook de Italiaan Graziano Rossi – bekend van zijn spectaculaire ‘wheelies’ en later als vader van de huidige, negenvoudig wereldkampioen Valentino Rossi – stond in Raalte aan de start. Uit vrijwel alle werelddelen hebben zo bekende mannen op de Luttenbergring strijd geleverd: van Japan tot Zuid-Afrika en vanuit Venezuela kwamen ze afgereisd naar het Raalter circuit. Vertegenwoordigers van de organisatie reisden dan ook regelmatig naar buitenlandse circuits om daar de ‘grote jongens’ te contracteren.
Neerwaartse spiraal
Na 1983 echter, trad een neerwaartse spiraal in werking. De grote internationale coureurs waren vrijwel allemaal overgegaan naar een fabrieksteam en waren alleen nog maar geïnteresseerd in WK-punten, die nu eenmaal op de Luttenbergring niet te behalen waren. Het wegblijven van de ‘grote jongens’ had ook gevolgen voor de publieksaantallen en daarmee werden de races minder aantrekkelijk voor sponsoren en cateraars. Nadat er een aantal jaren verlies was geleden, besloten de organisatoren in 1989 de stekker er uit te trekken. Nog één keer werd de race op de Luttenbergring nieuw leven in geblazen, maar het werd nooit meer als in de gloriejaren zeventig. De laatste Raalte Races werden verreden op zaterdag 12 en zondag 13 juni 1989. Bijna tien jaar later, in 1997, herleefden de races op de Luttenbergring, nu georganiseerd door Stichting Wegraces op de Luttenbergring, gelieerd aan de Luttenbergse rijvereniging. De races kregen het stempel ‘Dutch open races’. Ook aan de races van de SWL kwam in 2004 echter een einde toen de overkoepelende motorsportbond besloot geen licentie meer te verlenen voor de supersport 600 cc klasse, de op dat moment meest interessante klasse. Een jaar later was het definitief afgelopen. ■
Onmisbaar attribuut, het programmaboekje.