5 minute read
erfgoed Archeologisch onderzoek rond kasteel Eerde bij Ommen
Archeologisch onderzoek rond kasteel Eerde bij Ommen
Nabij Ommen staat het monumentale kasteel Eerde. Eens was het een adellijk huis, tegenwoordig is er een internationale school gevestigd. Om hoogwaardig onderwijs te kunnen blijven geven is besloten om de tijdelijke bijgebouwen die in de jaren tachtig werden gebouwd, te vervangen door een permanent schoolgebouw. Deze uitbreiding is inmiddels gerealiseerd en staat in de tuin ten oosten van het kasteel, op een terrein dat altijd intensief is gebruikt door de kasteeleigenaren. Omdat resten in de bodem en daarmee historische informatie door de bouwwerkzaamheden verloren zouden gaan, werd in april en mei 2011 een archeologisch onderzoek uitgevoerd.
Het kasteel ligt op een strategische plaats, vier kilometer stroomopwaarts van het punt waar Regge en Vecht nabij Ommen samenkomen. Vanaf deze positie was het mogelijk om de schepen op de Regge te controleren en daarnaast ook invloed uit te oefenen op de vaart op de Vecht.
Graven in grachten
Kasteelheer Evert van Essen nam die controlerende taak in de veertiende eeuw met verve op zich. Hij had het kasteel in 1350 in bezit gekregen via zijn vrouw. Zij was een dochter van Johan Rading, schout van Vollenhove en eigenaar van huize ‘Hengelere’, zoals huize Eerde voordien vermoedelijk heette. Van Essen wordt door historici omschreven als een roofridder. Als gevolg van zijn activiteiten ondervonden de steden Zwolle en Deventer grote economische schade. Tezamen met de landsheer, de bisschop van Utrecht, trokken beide steden in 1380 daarom tegen deze lastige opponent ten oorlog. Na een beleg van vijf weken kreeg Van Essen een veilige doortocht aangeboden, mits hij het kasteel zou opgeven. Hij koos eieren voor zijn geld. Na zijn vertrek werd het kasteel met de grond gelijk gemaakt. In het begin van de vijftiende eeuw werd het herbouwd. In de periode tussen 1380 en 1708 wisselde het met enige regelmaat van eigenaar. In het laatste jaar kwam het in handen van Johan Warner van Pallandt, die het inmiddels vervallen kasteel verbouwde tot een landhuis met parkachtige tuin. In 1715 werd dit project afgerond. In de bijna drie eeuwen nadien is het huis praktisch onveranderd gebleven. In 1934 stond de toenmalige baron Philip Dirk baron van Pallandt het huis af aan de Quakers, een religieuze groepering die er nog in datzelfde jaar een internationale school vestigde. Op een onderbreking tijdens de oorlogsjaren na is deze school, inmiddels onderdeel van onderwijsorganisatie Landstede, nog steeds gevestigd in het kasteel.
Kasteel Eerde anno 2012, gezien vanuit het noordoosten.
Vragen na twee onderzoeksfasen
De geschiedenis van het kasteel is op basis van informatie uit archieven nog goed te herleiden. Een vraag is of archeologisch onderzoek nieuwe informatie kan bieden en hoe deze zich verhoudt tot de bestaande bronnen. Om die vraag te kunnen beantwoorden, werd in april en mei 2011 door De Steekproef bv uit Groningen/Utrecht een archeologisch onderzoek uitgevoerd. Het werd uitgevoerd in twee fasen. Tijdens de eerste werd, door middel van een zogeheten ‘proefsleuvenonderzoek’, circa 10% van het totale gebied onderzocht. Op die manier moest worden vastgesteld welke archeologische resten nog in de grond aanwezig waren en welke kwaliteit en waarde deze hadden. Een groot deel van de bovengrond bleek verstoord, maar het onderzoek liet ook zien, dat onder de verstoorde lagen diverse diepe sporen aanwezig waren.
De moestuinbedden, zoals die tijdens het archeologisch onderzoek werden teruggevonden.
Die konden worden geduid als grachten. Vervolgens werd besloten tijdens een volgende opgraving de gehele bouwput te onderzoeken. Het gros van de gevonden archeologische sporen bestond uit delen van grachten. Met het huidige kasteel als middelpunt kwam een duidelijk patroon van vier concentrische grachten naar voren. Uit de grachten kwam vooral bouwpuin en steengoed, een soort aardewerk uit het Duitse Rijnland, uit de veertiende eeuw te voorschijn. De voorlopige conclusie van het onderzoek was, dat in de veertiende eeuw rond het kasteel vier grachten hadden gelopen. Maar dit beeld werd verstoord door de derde gracht, die duidelijk breder en dieper was en ook een dakpan met een glazuurlaag liet zien. In de veertiende eeuw kwamen dergelijke pannen nog niet voor. Deze wetenschap voedde de gedachte dat het niet ging om vier grachten die tegelijk hadden bestaan, maar om een opeenvolging van grachten die steeds verder naar buiten waren komen te liggen. Toch bleek uit nader historisch onderzoek, dat dit niet het geval was.
Archieven en archeologie
Een kasteel is volgens een bestaande defi nitie een middeleeuws gebouw dat de functies ‘verdedigbaarheid’ en ‘bewoonbaarheid’ combineerde door bescherming en woonruimte te bieden aan een beperkte groep mensen. Nadat kasteel Eerde in het begin van de vijftiende eeuw was herbouwd, werd het echter omschreven als een ‘hofstede’ of ‘havezate’. De defi nitie hiervan is een versterkt huis met uiterlijke kenmerken van een kasteel, maar zonder reële verdedigbaarheid. Hoewel het huis dus is herbouwd, is het niet zo sterk verstevigd als zijn voorganger.
De vier concentrische grachten, geprojecteerd op de allesporenkaart.
Luchtfoto van het kasteelterrein. Het plangebied ten zuidoosten van het hoofdgebouw is aangegeven door het rode kader.
Uit het feit dat de vier grachten perfect concentrisch waren, valt af te leiden dat zij tegelijk zijn aangelegd en in gebruik zijn geweest. Na de verovering van het kasteel in 1380 is het ontmanteld en in brand gestoken, waarbij de grachten waarschijnlijk zijn gedempt. Bij de bouw van de hofstede is de derde gracht echter opnieuw uitgegraven, omdat het bezit van een huis met gracht en ophaalbrug destijds een eis was om tot de adelstand te kunnen behoren. Archeologisch onderzoek naar de havezaten Werkeren en Kranenburg in Zwolle gaf een vergelijkbaar beeld. Rondom deze havezaten heeft in de zestiende en zeventiende eeuw naast een slotgracht, rond het huis één enkele concentrische gracht gelegen. De derde gracht van huize Eerde is rond 1708 weer gedempt door baron Van Pallandt, die het toen vervallen kasteel verbouwde tot een landhuis. Hij liet ook een parkachtige tuin aanleggen, maar daarvan werden bij het onderzoek in 2011 geen sporen meer aangetroffen. De combinatie van informatie uit archieven en de archeologische bevindingen bevestigde in dit geval dus niet alleen het bestaande historische beeld, maar zorgde ook voor nieuwe kennis over de ruimtelijke indeling van het kasteelterrein door de eeuwen heen.