3 minute read
Naar de plek van... Sabine Uitslag
DOOR DINAND WEBBINK
‘Ik was 23 toen ik mezelf in de spiegel aankeek en zei: Doe nooit iets waar je geen energie van krijgt. Daar heb ik mij aan gehouden, tot op de dag van vandaag’, vertelt Sabine Uitslag. Tegenover mij zit een vrouw die overloopt van ideeën, plannen en projecten. Ze vertelt over haar leven, dat is gevuld met het leiden van webinars, geven van mediatrainingen, maken van podcasts, voorbereiden van een theaterprogramma en zingen in een rockband. Om maar wat te noemen.
‘Mensen denken dat het mij allemaal aan komt waaien, dat ik met een gouden lepel in mijn mond ben geboren’, zegt het in Westerhaar geboren voormalig Tweede-Kamerlid. ‘Nee hoor, die was gewoon van plastic. Van huis kreeg ik mee dat niets voor niets komt, dat het keihard werken is. Daarom zijn we hier, aan de rand van de Engbertsdijkvenen, een van de laatste stukjes veen in Overijssel. De veenarbeiders wisten als geen ander hoe hard het bestaan was. Dicht bij de natuur en afhankelijk van die natuur. Maar ook afhankelijk van elkaar, je moest het samen doen. Er was een grote gemeenschapszin. Die is er nog steeds. Dat verleden draag ik met mij mee, daar ben ik er trots op.
Alcoholische turfschipper
Vroeger wandelde ik met mijn ouders door het veen. Ook nu kom ik er nog weleens, soms met mijn twee dochters. Het veenmuseum is voor mij een speciale plek. Die kleine plaggenhut, waar een heel gezin in een kleine ruimte in een in de grond gegraven gat woonde, dat maakt indruk. Dat is nog niet eens zo heel lang geleden. Iemand heeft een keer onze familiegeschiedenis uitgezocht, een stamboom gemaakt. Je denkt dan op prinsessen of beroemdheden te stuiten, maar helaas. Een van mijn voorouders was een alcoholische turfschipper. Toen hij verdronken was, was het eerste dat zijn weduwe vroeg: zat er nog iets in zijn portemonnee?’
‘Je vertelde ergens dat je als een bleue dertienjarige naar de havo ging in Almelo, de grote stad. Sindsdien is er heel wat gebeurd en ging het heel snel. Je bent nu een vrouw van de wereld die midden in het leven staat en moeiteloos een zaal gevuld met 1500 mensen toespreekt. Wat is er met dat tienermeisje gebeurt?’
Lachend: ‘Ik heb wel wat spoken moeten verslaan. Thuis was de wc beneden. Als ik daar ’s nachts naar toe moest, vond ik het donker beangstigend. Er liep van alles achter mijn aan. Mijn vader zei: je moet je spoken aankijken en er doorheen lopen. Dat heb ik gedaan. Letterlijk. Ik draaide mij om en ging mijn angstvisioenen tegemoet, liep er dwars doorheen. Sindsdien ben ik dat blijven doen. De eerste keer dat ik in onze kerk op de kansel stond, herinner ik mij nog heel levendig. Het zag er waarschijnlijk goed uit, zoals ik daar stond en de aankondigingen deed. Gelukkig kon niemand zien hoe mijn benen trilden en dat het zweet mij in de handen stond.’
Muziek
Ik ben opgegroeid met geheime-zendermuziek, een genre dat typisch is voor deze streek. Ik vind het nog steeds heerlijk, maar houd ook van klassiek. Het Requiem van Mozart is een van mijn favorieten. Voor de Evangelische Omroep mocht ik eens meedoen met een masterclass over Bachs Matthäus-Passion. Muziek brengt een verbinding tot stand met het hogere.’
‘Toch zing je zelf geen klassiek en zien we je niet op piratenfestivals. Je bent een echte rockdiva: Led Zeppelin, ACDC, Metallica. Ook dat is muziek die heel erg leeft in de veenstreek, al die arbeidersjongens met lange haren.
Glunderend: ‘Heerlijk toch!’
Na het applaus
‘Wat heeft deze tijd van lockdown en wereldwijde pandemie ons gebracht, behalve het verlies van dierbaren?’
‘Never waste a good crisis. We gaan minder reizen. Saaie kantoorgebouwen kunnen weg. In plaats daarvan komen er creatieplekken waar mensen elkaar ontmoeten. Er ontstaan allerlei nieuwe initiatieven, ook in de zorg. Bijvoorbeeld het beeldbellen, spreekuur via de computer, dat zorgt voor lagere drempels en een beter bereik van zorgmijders. Voor de lockdown was ik bezig met een theaterproductie over de zorg: “De Klein Geluk in de Zorg Show”. In maart dit jaar zou de première plaatsvinden in het Wilminktheater in Enschede. Dat ging natuurlijk niet door. We hebben het omgebouwd naar iets nieuws: “Na het applaus”. Een pop-uptheater, een krachtige, korte voorstelling op locatie voor en door de zorg. Een reflectie op wat geweest is, met oog voor wat er nu gaande is. Een stuk dat hernieuwde energie geeft voor wat er komen gaat. Ik ben een ras-optimist: als er één deur dichtgaat, gaan er tien weer open.’ ●