3 minute read
Kabinet wordt weer kunstkast
Met zijn vele deurtjes en laatjes en de schittering van exotische materialen, blijft een kabinet tot de verbeelding spreken. Het Gruuthusemuseum bezit een mooi exemplaar, dat gerestaureerd werd om daarna een plek te krijgen in de nieuwe vaste opstelling. — Door Nadia Vangampelaere en atelier Richardson-Weissenborn
Het kunstkabinet behoorde tot de collectie van het Oudheidkundig Genootschap van Brugge, die in 1955 aan de stad werd overgedragen. Het is gemaakt uit eik, populier en ebbenhout met inlegwerk van been, verschillende houtfineersoorten, schildpadschelp en spiegelglas. Enkele details zijn verguld en alle, voornamelijk moderne, hang- en sluitwerk is uit ijzer en messing. De vermoedelijk oorspronkelijke scharnieren aan de deurtjes zijn met goudverf beschilderd. De kast dateert uit het derde kwart van de 17e eeuw en is afgewerkt met een gekleurde vernis. Het zwart geschilderde onderstel is een vervanging uit de 19e of eerste helft van de 20e eeuw.
Advertisement
Het zijn de verschillende, gul gebruikte kostbare materialen die het kabinet zijn luxueuze karakter geven. Waarschijnlijk is dit meubel gemaakt in Antwerpen: deze stad had in de 17e eeuw een rijke traditie wat betreft inleg- en incrustatiewerk in exotische houtsoorten. Het kabinet uit de Gruuthusecollectie is eerder eenvoudig van model, maar vakkundig uitgevoerd met gevoel voor maatvoering en esthetiek. Binnenin de kast is een perspectiefje of spiegelruimte aanwezig met een zwart-wit getegelde vloer in meerdere niveaus uit been en ebbenhout.
Veel materialen, veel problemen De decoratie in schildpadschelp is aangebracht op een rode lijmlaag. Dezelfde lijmlaag zit onder de voorzijde van de stijlen waarover verschillende lagen verf zijn aangebracht. Dat doet vermoeden dat ook hier oorspronkelijk schildpadschelp aanwezig was. Waarschijnlijk was het te duur om te vervangen toen het oorspronkelijke
materiaal was verdwenen. Over het hele meubel zijn verschillende houten onderdelen in het lat- en regelwerk vervangen door andere houtsoorten. Hetzelfde verhaal voor de lades: daar zijn verschillende herstellingen uitgevoerd, zowel in de constructie als op de afwerking aan de buitenzijde, en werden andere houtsoorten en lijmen als vulmiddel voor lacunes gebruikt. Een van de scharnieren van de deurtjes stond licht verwrongen waardoor de deuren niet meer netjes konden sluiten. Over het hele oppervlak zat een vergeelde vernis. Die was niet origineel: schildpadschelp werd niet gevernist maar gepolijst en geolied. Door de vernis verloor het materiaal net zijn glans. Op veel plaatsen kwam het inlegwerk los of waren al onderdelen verdwenen. Ook de vergulding vertoonde enkele lacunes. Het onderstel ten slotte was vervormd en niet meer stabiel en de hechting van de schellak op het in boenwas gestoken geheel was onvoldoende, waardoor deze laag afbladderde.
Door de veelheid van ingrepen op het meubelstuk door de eeuwen heen, bleek het moeilijk om de verschillende restauratiefases van elkaar te onderscheiden. Wat wel duidelijk was: er was niet alleen gerestaureerd om de reactie van verlijmde materialencombinaties op langdurige instabiele en droge klimaatomstandigheden te herstellen. Waarschijnlijk had het kabinet ook mechanische schade ondergaan, zodat een zware structurele herstelling zich opdrong.
Tintelend schitterend De restaurator van het atelier Richardson-Weissenborn heeft het kabinet eerst ontstoft. Het constructiehout werd met een klein beetje vocht gereinigd. Daarna werden alle losse delen uit het kabinet ontmanteld en werd het onderstel hersteld. De restaurator maakte nieuwe hoeksteunen en pennen voor de verbindingen, met extra pennen ter hoogte van de bolpoten. Zo won het onderstel aan stevigheid en heeft het nu voldoende stabiliteit om de kast te dragen.
Van het kabinet werd de vernislaag verwijderd, net als de storende retou ches op eerdere herstellingen en lacunes. Reparaties die niet professioneel waren uitgevoerd, werden verwijderd en de ondergrond plaatselijk fijn geschuurd. De restaurator lijmde het losgekomen fineer opnieuw vast en vulde lacunes aan met nieuw fineer. Goed uitgevoerde vroegere herstellingen werden getint. De schildpadschelp kreeg eenzelfde behandeling, maar bijkomend werd het oppervlak gepolijst en ingestreken met klauwolie om kleur en glans terug te brengen. Hier en daar moest de restaurator nieuwe onderdelen toevoegen. Daar werkte zij met imitatieschildpadschelp: de diersoort is immers beschermd. Onder deze imitatieschelp kwam een rode verflaag, om aan te sluiten bij de originele werkwijze. Waar het hout van het lijst- en regelwerk en de biezen beschadiging of lacunes vertoonde, plaatste de restaurator nieuwe stukken, in dezelfde houtsoort, in vorm gesneden, gekleurd en gevernist. Vooraleer de kast terug samen te stellen, kreeg het hout een laag schellakvernis. Een behandeling van alle metalen onderdelen sloot de restauratie af. De ijzeren elementen werden ontroest en ingestreken met een microkristallijne was. De onderdelen in messing werden ontdaan van vernis, opgeblonken met zeer fijne staalwol en voorzien van een dunne laag schellakvernis.
Bezoekers kunnen zich nu weer afvragen wat er allemaal verstopt zat achter al die deurtjes…