2 minute read
Bijzonder Bourgondisch ensemble
EEN BIJZONDER BOURGONDISCH ENSEMBLE
In de tweede zaal introduceert het Gruuthusemuseum de Bourgondische spektakelstaat in het 15e-eeuwse Brugge. Centraal staat het idee dat alle protagonisten uit die tijd, de Bourgondische hertogen en in hun voetspoor de vertrouwelingen uit hun hofhouding, de materiële cultuur gebruikten om er een eigen identiteit mee te creëren. Die drukte in eerst instantie macht uit. — Door Lieven De Visch
Advertisement
Een reeks bijzondere bruiklenen uit de privécollectie van Paul Verstraete (Middelburg) vertelt perfect dit verhaal. Het gaat om twee vloertegels en twee kacheltegels uit het kasteel van Pieter Bladelin, een belangrijke Bourgondische ambtenaar. Bladelin haalde zijn sociale status niet alleen uit zijn functie bij de Bourgondische hertogen, maar ook uit zijn leen in Middelburg en de bijhorende feodale rechten. Die status van heer bracht hij via allerlei machtssymbolen onder de aandacht. De Bourgondische hertogen waren daarbij het te volgen voorbeeld.
Net als de hertogen, bouwde Bladelin tussen 1448 en 1451 een imposant kasteel. De vloer- en kacheltegels zijn architecturale elementen uit dit paleis die zijn identiteit als heer en vertrouweling van de Bourgondische hertogen in de verf zetten.
Gepersonaliseerde tegels De vloertegeltjes zijn zogenaamde majolica en komen uit Manises, nabij Valencia. Deze tin-geglazuurde tegels waren tijdens Bladelins leven bijzonder zeldzaam. Ze zijn een uiting van extreme luxe, enkel terug te vinden in het paleis van koning Alfons V van Aragon in Valencia. Dat er bijna identieke luxetegels in Middelburg liggen, komt door Bladelins diplomatieke functie in de contacten tussen Filips de Goede en Alfons V. Dit verklaart de link tussen Valencia en Brugge, naast uiteraard de vele contacten met kooplieden die Bladelin had op de Brugse luxemarkt. Ook de iconografie onderstreept Bladelins hoge positie in de maatschappij. De ene tegel is versierd met de letters P en B, zijn initialen, omringd door kleine blaadjes – ‘Bladelin’ betekent in het Middelnederlands ‘klein blad’. Bladelin had dus het geld om luxetegels uit Spanje te laten verschepen én deze ook nog eens te laten personaliseren. Andere tegels verwijzen met de vuurslag als symbool naar zijn band met de hertogen en zijn opname in de Orde van het Gulden Vlies. Uiteraard lagen deze tegels niet in achterafkamertjes, wel op plaatsen waar iedereen die zijn kasteel bezocht, langskwam.
Cadeaus van machtige vrienden In de vertrekken waar hij uiteindelijk gasten ontving, plaatste Bladelin tegelkachels. Op zich waren deze verwarmingselementen al een uiting van een luxueuze levensstijl. Maar via de kacheltegels, waaruit de kachel was opgebouwd, werden ook nog eens allianties met invloedrijke partijen aan de gasten kenbaar gemaakt. Zo is er een kacheltegel met de wapens van Lodewijk van Gruuthuse en zijn vrouw Margaretha van Borssele. Lodewijk van Gruuthuse schonk ze aan Pieter Bladelin als teken van hun verbondenheid. Op een ander zo goed als puntgaaf exemplaar staan de nog niet gedeelde wapens van Maximiliaan van Oostenrijk en Maria van Bourgondië. Een visitekaartje avant la lettre, hoogstwaarschijnlijk een geschenk van de hertogin aan de volgende bewoners van het kasteel, de familie Hugonet.