6 minute read

Brugse boeken over geneeskunde

Ludo Vandamm e

Boeken vormen een spiegel van de samenleving. In deze bijdrage brengen we een kort overzicht van boeken die de Brugse medische wereld in de 16de en 17de eeuw voortbracht. Zonder aanspraak op volledigheid komen achtereenvolgens aan bod: de medische astrologie, werk van chirurgijnen en artsen, en overheidsdrukwerk. De aandacht gaat hierbij zowel naar werk van Brugse auteurs als naar de medische productie van Brugse drukkers-uitgevers. Het Brugse boekenbedrijf was in deze eeuwen bescheiden en Brugse auteurs vertrouwden hun kopij vaak toe aan drukkers in Antwerpen of in het buitenland. Onlangs werd de 16de-eeuwse boekenproductie in de Nederlanden begroot op ca. 30.000 edities. Brugge neemt nauwelijks een honderdtal daarvan voor zijn rekening. In de 17de eeuw liggen deze verhoudingen niet anders.

Advertisement

Almanakken en prognosticaties vormden hét instrument van de praktische geneeskunde. De astrologische kalender was voor de chirurgijn richtinggevend in het uitvoeren van (pseudo-) medische handelingen zoals aderlaten, koppen zetten en medicijnen toedienen. Het is best mogelijk dat in Brugge in het laatste kwart van de 15de eeuw jaarlijks prognosticaties werden gedrukt, maar daar is niets van bewaard. Enkel is bekend dat Colard Mansion, als drukker in Brugge actief tussen 1476 en 1483, een Franstalige prognosticatie drukte voor het jaar 1478. Fragmenten van een exemplaar kwamen in de 19de eeuw toevallig aan het licht maar zijn vandaag opnieuw spoorloos. In de 16de eeuw waren Brugse geneesheren bijzonder bedrijvig in het samenstellen van prognosticaties. De Brugse stadsgeneesheer Pieter Bruhesius (+ 1571) zorgde voor de officiële almanak. Andere medici in Brugge zoals François Rapaert (+ 1587) en Cornelis Schuute (+1580) klaagden die aan als onwetenschappelijk. Rapaert reageerde met een eeuwigen almanach (1551) en Schuute pleitte voor de jaarlijkse prognosticaties die hij zelf uitgaf. Hoe het ook zij, Brugse geneesheren lieten hun prognosticaties, in plano of in boekvorm, niet in eigen stad drukken, wel in Antwerpen. Het was wachten tot diep in de 17de eeuw vooraleer in Brugge een reguliere almanakkenproductie op gang kwam. Het vroegst bewaarde exemplaar - opnieuw een unicum – is de Oprechten Vlaemschen tydt-wyser voor het jaar 1683. De medische instructies zijn nog steeds gebleven, ook al is de samensteller niet langer een medicus, wel een mathematicus.

Chirurgijnen stonden met beide voeten in de praktijk. Hun publicaties zijn dan ook opgevat als didactische handboeken of als concrete richtlijnen over het omgaan met epidemieën in de stad. Een voortreffelijk chirurgisch handboekje is het Examen chirurgorum van Jan Pelsers (+ 1581). Hij richt zich in de volkstaal tot vakgenoten, chirurgienen ende barbiers. Het boek kwam in 1565 uit bij de private press van Hubertus Goltzius, een humanistisch milieu waarin Pelsers zich duidelijk thuis voelde, en kende in de 17de eeuw nog een nieuwe editie

15 Jan Pelsers, Examen chirurgorum (Dordrecht, 1612), met provenance van Cornelis Kelderman. Stedelijk Openbare Bibliotheek Brugge ‘De Biekorf’ inv. 2/536c Titelpagina in de Noordelijke Nederlanden (Afb. 15). Pelsers’ jarenlange expertise als pestmeester in Brugge vond haar weg in het pestboekje Van de Peste, in 1569 gedrukt door Pieter de Clerck. De pestboekjes van de chirurgijn Gheeraert van Kuck zijn ouder, maar zijn ervaring met de pestilentiën deed hij in 1518 in Spanje op, in de entourage van Karel V. Pas later en tot 1531 werkte hij als chirurgijn in Brugge. Nog later, in 1558 en wellicht postuum, komen zijn beide pesttraktaatjes in Antwerpen uit. Van Kuck wordt er nog steeds opgevoerd als cyrurgijn van die vermaerde coopstadt van Brugghe. Ook in de 17de eeuw gaven pestepidemieën in Brugge aanleiding tot pestboeken. Zo was het in 1669 uitzonderlijk een geneesheer, namelijk Thomas Montanus (+ 1685), die zijn dagboek over het bestrijden van de pest van 1666 omvormde tot een omvattend traktaat in het Latijn, Qualitas loimodea sive pestis Brugana, gedrukt door Lucas vande Kerchove in Brugge. Ook later bleven Brugse drukkers werk van lokale chirurgijnen op hun persen leggen, praktische boekjes in klein formaat en in de volkstaal. Karakteristiek is bijvoorbeeld Het Kortverhael van den loop soo vanden chyl als ’t bloet van heelmeester Pieter Lanbiot (+ 1728), door Pieter van Pee in 1688 gedrukt. Lanbiot bracht er de vruchten … seventhien jaeren door het Mes der ontleedtkonst bekommen ende vergadert. De geneeskunde heeft zich in haar opmars naar een kritische, “moderne” wetenschap tijdens de renaissance van de 16de eeuw en de wetenschappelijke revolutie van de 17de eeuw nauwelijks van het Brugse boekenbedrijf bediend. Helemaal werkloos zag Brugge evenwel niet toe. Cornelis van Baersdorp (+ 1565) uit Brugge en Willem Pantin (+ 1583) uit Tielt beoefenden de geneeskunde vanuit een brede, humanistische belangstelling, met veel respect voor Galenus en andere antieke auctoritates. Van Baersdorp zorgde met zijn Methodus universiae artis medicae voor een algemene inleiding op de Galenische geneeskunde. De Brugse drukker en uitgever Hubrecht de Croock bracht het boek in 1538 uit, meteen het eerste medische boek dat in Brugge werd gedrukt. Van Baersdorp, in

16

16 Cornelius Kelderman, Vroedvrouwenonderwijsboekje. Stedelijke Openbare Bibliotheek Brugge ‘De Biekorf’, inv. B 57 Titelpagina

die jaren lijfarts in de omgeving van keizer Karel V en zijn familie, kwam later definitief naar Brugge. Pantin kwam vanaf 1551 als geneesheer in dienst van de stad Brugge en zorgde voor een keurige en uitvoerig geannoteerde editie van De medica, het medische overzicht van Aulus Cornelius Celsus (eerste eeuw na Christus). Pantin kon daartoe terecht bij drukker Johannes Oporinus in Basel (1552), een Europees topatelier. De “nieuwe” geneeskunde ging evenwel verder dan de kritische studie van de antieke voorbeelden. Vesalius en zijn anatomisch onderzoek (De humani corporis fabrica libri septem, 1543) gaven de mogelijkheden van proefondervindelijk onderzoek aan. De invloed van de Fabrica was bijzonder groot, onder meer via Vesalius’ handboek (Epitome). De Brugse geneesheer Maarten Everaert en Jan Wouters (+ ca. 1597), een jong medicus werkzaam in Veere (Zeeland), zorgden onafhankelijk van elkaar voor een Nederlandse vertaling van de Epitome. Everaert werkte in opdracht van Christoffel Plantijn in Antwerpen, die het werk in 1568 uitbracht. Wouters moest zich een jaar later, in 1569, tevreden stellen met de meer bescheiden officina van Pieter de Clerck in Brugge. Wellicht zorgde Jan Pelsers, aan wie Wouters zijn vertaling opdroeg, voor deze Brugse connectie. De wetenschappelijke revolutie zette zich echt door in de 17de eeuw. Brugse geneesheren vertaalden de nieuwe inzichten van het mechanistische, cartesiaanse mensbeeld naar een breed publiek. Robert Maes (+ 1700) deed dit met zijn Tractaet van de voortkomste ende generatie des mensch (Brussel: Jan de Grieck, 1689). Vrank en vrij gingen Robert Maes en andere Brugse collega’s de strijd aan met het aderlaten en andere volkse, medische praktijken waarmee geneesheren nu definitief komaf wensen te maken. Dit volkstalige werk vindt wel zijn weg naar drukkerswerkplaatsen in Brugge.

De Brugse stedelijke overheid bleef al die tijd nauw toezien op de publieke gezondheid en het medische bedrijf in de stad. Ordonnanties en instructies die dit beleid concretiseerden, vooral in tijden van pest, werden in de 17de eeuw hoe langer hoe meer ook in druk verspreid. Uiteraard werden daartoe Brugse drukkers in de arm genomen. Dit geldt ook voor meer omvattende werken waarin de stadsmagistraat een hand had. Voorbeelden uit 1697 zijn hier het vroedvrouwenleerboekje (Onderwys voor alle vroedvrouwen) van de Brugse stadschirurgijn Cornelis Kelderman, gedrukt door Ignatius van Pee (Afb. 16), en de Brugse farmacopee (Pharmacopoeia Brugensis) van Johannes vanden Zande, gedrukt door Christoffel Cardinael.

This article is from: