Kort Reflectie op Cluster Energiestrategieën (CES 1.0) De industriële clusters in Nederland hebben in 2021 elk een strategie opgesteld voor het verminderen van de broeikasgasuitstoot. De strategieën beschrijven ook welke energie-infrastructuur dit vereist. PBL, TNO en RVO hebben gezamenlijk gereflecteerd op deze strategieën, op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Industriële clusters hebben Cluster Energiestrategieën (CES’en) opgesteld. Het behalen van de doelen uit het Klimaatakkoord en de verdere transitie naar een uitstootvrije economie in 2050 vragen om een forse uitbreiding van de energie-infrastructuur. Het tijdig realiseren daarvan is ingewikkeld. Om knelpunten die tot vertraging kunnen leiden op te lossen heeft de rijksoverheid het Nationaal Programma Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI) opgericht. Hierin werken alle betrokken partijen samen aan het versneld realiseren van de benodigde infrastructuur. Als eerste stap hebben industriële bedrijven, netbeheerders, energieproducenten en regionale overheden in 2021 gezamenlijk Cluster Energiestrategieën (CES’en) opgesteld. Plannen kunnen zorgen voor aanzienlijke uitstootreductie in 2030 Als alle emissiereductieplannen van bedrijven worden uitgevoerd, kunnen de Nederlandse emissies dalen met 31 megaton in 2030. Van het genoemde potentieel van 31 megaton CO2-equivalenten uitstootvermindering wordt 21 megaton in de industrie zelf gerealiseerd, en de overige 10 megaton geheel of gedeeltelijk buiten
de industrie. Ter vergelijking: in 2020 bedroeg de uitstoot van de industrie 53,5 megaton. Afvang en opslag van CO2 en het produceren van groene waterstof leveren het leeuwendeel van de uitstootvermindering in de plannen. Groeiende elektriciteitsvraag en lange realisatietijd maakt verzwaring elektriciteitsnetten urgent De elektriciteitsvraag van de industrie neemt bij uitvoering van alle plannen toe van 43 terawattuur (TWh) nu naar 128 TWh in 2030. Circa 40 procent van die groei komt door productie van waterstof via elektrolyse. Het elektrolyservermogen in de CES’en telt op tot zo’n 9 gigawatt in 2030. De extra elektriciteitsvraag vraagt om een evenredige toename van CO2 -vrije stroom, om een groeiende uitstoot in de elektriciteitssector te voorkomen. Bij de aanleg van elektriciteitsinfrastructuur zullen prioriteiten gesteld moeten worden, want niet alles wat gevraagd wordt, kan gelijktijdig gerealiseerd worden. Knelpunten oplossen om tijdige realisatie plannen in CES’en mogelijk te maken Voor versnelde realisatie van de infrastructuur is het wenselijk dat het PIDI de clusters ondersteunt bij vergunningsprocedures en planologische procedures, en voorstellen doet voor het wegnemen van financiele en organisatorische knelpunten. Daarnaast zal wet- en regelgeving aangepast moeten worden om proactief en planmatig investeren in infrastructuur door netbeheerders mogelijk te maken. <
Geschatte potentiële emissiereductie per technologische route in 2030
25
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 25
09-02-2022 13:23