![](https://assets.isu.pub/document-structure/200707112427-d46bc74266fbbcf49bef8f7e17fac92a/v1/96afa6fb05a1922f4dd13e82b263fa1a.jpg?width=720&quality=85%2C50)
11 minute read
BEZEM
from GRAM juni 2020
by NVRD
VAN A NAAR BETER
In mijn vorige Bezem gebruikte ik het woordje ‘raar’. In samenhang met ‘rare tijden’. Daar is sinds de laatst verschenen GRAM niets aan veranderd. 1,5 meter afstand houden, handen wassen, hoesten en niezen in je elleboog en thuis blijven bij verkoudheidsklachten. Wen er maar aan. Hat is de nieuwe werkelijkheid, het nieuwe normaal. Waar de mens een kuddedier is en van nature in en bij een groep wil horen, moet men nu als een vlucht spreeuwen om elkaar heen gaan cirkelen. Prachtige, fascinerende bijna hypnotiserende beelden levert dat op. Bij de spreeuwen. Fascinerend is deze tijd zeker ook. Naast raar. Fascinerend is ook dat waar wij ons als branche in begeven, nu weer heel snel wordt vergeten. Nee, de mensen van de inzameling krijgen nog steeds complimenten. Maar toch, het begrip voor de wachttijden bij de milieustraten wordt minder. Als ik afval heb, wil ik het eigenlijk nu direct wel weer kwijt. Maar het meest fascine rende is wel de beleving bij de omgeving waar ik mij als Bezem in begeef. Dagelijks. Het lijkt er soms op dat die ruimte niet bestaat. Waar ik op doel? Ik snap dat je als kroegbaas of bazin open wilt, dat je als sportschool weer mensen wilt helpen gezonder te leven. Maar hoe komen die mensen daar dan? Je kunt alle maatregelen nemen die je wilt in je bedrijf maar een stoep blijft een stoep. Een weg een weg, en die wordt niet ineens breder. Het lijkt soms eerder een obstakel, een hindernis, om van A naar B te gaan. Juist die ruimte gaat ons als branche al jaren aan het hart. We houden het schoon, ruimen er op, herstraten het, zuigen kolken, legen containers, leggen aan en onderhouden plantvakken. En dat zullen we blijven doen, al was het maar om, zeker in deze tijden, de mensen een opgeruimd en goed gevoel te geven. Dat ze zich, als ze buiten komen een beetje minder lock-down voelen. Dat ze niet ook nog struikelen over een flesje of blikje. Oh nee, dat gooien mensen straks - na juni 2021 - niet meer weg. Dat scheelt dan alweer. Maar zover is het nog niet.
Advertisement
Foto: Jan Kok
CORONA & DE AFVALSECTOR
AFVALBEHEER OP ANDERHALVE METER
In de vorige GRAM zijn de coronaperikelen in Brabant belicht. Ook elders in het land heeft de sector het niet makkelijk. Het afvalaanbod is groot, er zijn veel bijplaatsingen. De RIVM-richtlij nen vergen overal in de bedrijfsvoering extra alertheid, van kantoor tot buitendienst. De druk op medewerkers is groot. “Onze mensen zijn toe aan een adempauze.”
TEKST: PIETER VAN DEN BRAND
In april kregen alle medewerkers van Omrin een bijzonder gedicht thuisgestuurd met de post. De zes strofen op rijm van stadskunstenares Jamila Faber beschrijven in eenvoudige taal (‘Niet lullen maar poetsen’) de onvermoeibare inzet van de afvalprofessionals bij het bedrijf. “Met het gedicht wilden we onze waardering voor onze mensen uitspreken voor het realiseren van onze doelen voor 2019 en hen een hart onder de riem steken in deze onzekere tijd”, legt hoofd P&O Gerrit Jan Vernhout van het bedrijf uit, waarin de Friese gemeenten samenwerken voor hun afvalbeheer. “Het lijkt de normaalste zaak van de wereld om afval in te zamelen en te verwerken. Bij de crisis die we nu beleven, onderstreept het gedicht hoe bijzonder dat juist is. Niet alleen omdat onze mensen er alles aan doen onze operaties in de lucht te houden. Maar ook omdat ze bij agressief gedrag hun geduld bewaren en zo vriendelijk en respectvol mogelijk naar inwoners toe proberen te zijn. Ik ben geraakt door de betrokkenheid en passie van onze medewerkers.”
Wat directeur Inzameling Gertjan de Waard van HVC vooral trof, is dat het kantoorpersoneel massaal aangaf in de operatie inzetbaar
te willen zijn. “We moesten heel snel opschalen, dus er was extra hulp nodig. Medewerkers van stafafdelingen en ook een aantal afvalcoaches hebben op de afvalbrengstations bijgesprongen. Het tekent de grote mate van betrokkenheid. Dat is hartverwarmend. Zoiets zorgt voor eenheid en begrip voor elkaar.” HVC, actief in 44 gemeenten in Noord- en Zuid-Holland, Flevoland en Friesland, nodigde medewerkers in het veld uit vlogs en selfies te maken en deze volop te delen. “Daar is goed gehoor aan gegeven. Het mooie is dat de medewerkers die continu vanuit huis werken, zo kunnen ervaren hoe het er onder deze omstandigheden in de operatie aan toegaat.”
Bij ROVA, het samenwerkingsverband in Midden- en Oost-Nederland met gemeenten als Amersfoort en Zwolle, kwam het snel opgezette corona-calamiteitenteam dagelijks bij elkaar. “We zaten er meteen bovenop”, zegt Ramon van Rossum, manager uitvoering bij het bedrijf en voorzitter van het team. “Bij ons was de sfeer meteen: hup, de schouders eronder. Op de begraafplaatsen die we beheren, kregen we met een verviervoudiging van het aantal overledenen te maken. Leidinggevenden hebben hun rol gepakt door samen met medewerkers aan oplossingen te werken. Leiderschap is de sleutel bij een calamiteit als deze.”
LOCKDOWN
Ook onder het personeel van Reinigingsbedrijf Midden Nederland (RMN) is de saamhorigheid en solidariteit groot, laat directeur Rob Schram weten. “Het ziekteverzuim is veel lager dan gemiddeld. De inzet en bereidheid om deze gemeenschappelijke vijand aan te pakken is enorm. Ons klantcontactcentrum is op volle kracht door blijven werken, uiteraard met werkplekken op anderhalvemeterafstand en met continu de ramen open voor de ventilatie. Ook de druk op de buitendienst blijft onverminderd hoog, zowel bij de inzameling als bij het beheer van de openbare ruimte.”
Bij Irado, dat het afvalbeheer doet voor Capelle aan den IJssel, Schiedam en Vlaardingen, gaan de medewerkers verschillend met de situatie om, aldus manager operaties Peter van Hartingsveldt. “De een is er meer mee bezig dan de ander. Maar iedereen zet zich enorm in en houdt zich aan de richtlijnen. Ik ben trots op onze medewerkers. Met de versoepeling zijn we ons kantoor nu aan het inrichten op de anderhalvemeter-samenleving met bestickering op de grond, om zoveel mogelijk éénrichtingsverkeer te creëren. Al onze medewerkers, ook thuiswerkers, krijgen wekelijks een nieuwsbrief met korte artikelen over de maatregelen en tips en grappige stukjes van collega’s. Zo houden we iedereen op de hoogte en verbonden bij het bedrijf. Zeker is dat we voorlopig niet van deze bijzondere situatie af zijn.”
ZIEKTEVERZUIM
Niet alleen bij RMN, ook bij andere bedrijven leidde de coronacrisis opvallend genoeg tot een lager ziekteverzuim. Omrin kende aanvankelijk een kleine piek, maar die boog snel om naar onder het normale ziekteverzuim van 3 procent, aldus Vernhout. “We mogen onze handen dichtknijpen dat we in het noorden minder zwaar worden getroffen.” HVC kende nauwelijks corona-gerelateerde zieken: “We vreesden voor een echte wave door ons bedrijf”, vertelt De Waard. “Door de lockdown-maatregelen is die gelukkig uitgebleven. Het ziekteverzuim was niet groter dan anders.” Ook ROVA kende weinig ziekteverzuim. “We hebben twee mensen bij wie het vermoeden bestaat dat ze corona hebben, maar die zitten uiteraard thuis”, zegt Van Rossum. Bij Irado was het ziekteverzuim aanvankelijk flink hoger, maar inmiddels zit het bedrijf weer op het normale verzuimpercentage. “In onze regio heerste namelijk ook de gewone griep”, vertelt Van Hartingsveldt, “en volgens de richtlijnen bleven medewerkers bij klachten als hoesten of koorts thuis. Verder werken we zoveel mogelijk in vaste teams, om besmetting van collega’s te voorkomen.” Ook bij ROVA wil men zoveel mogelijk met vaste duo’s te werken, “maar het valt niet mee om dat te goed plannen. Op sommige locaties werken wel een paar honderd mensen”, zegt Van Rossum.
De coronacrisis heeft weinig vat gekregen op de flexibele pool van personeel bij de bedrijven. “Het werk gaat na de nodige aanpassingen immers gewoon door”, zegt Van Rossum. “We hebben eveneens een laag ziekteverzuim onder onze flexmensen. Mijn indruk is dat ze het fijn vinden om aan het werk zijn.” RMN biedt flexwerkers extra zekerheid door hen voor een vast aantal uren in te roosteren. “Kort ervoor geven we dan het exacte aantal uren door”, zegt Schram. “Hun inzet is waardevol en neemt alleen maar toe.”
RAMON VAN ROSSUM, ROVA: “ALS HET ZO NOG MAANDEN DOORGAAT, ZULLEN WE OOK IN DE ZOMERTIJD EEN VOLLE BEZETTING MOETEN DRAAIEN.”
INZAMELING
Voor de anderhalvemeter-afstandmaatregel bij de inzameling werd een eenvoudige oplossing gevonden. Bij de meeste bedrijven haakt de gebruikelijke derde medewerker op de achterlader pas aan in de wijk. “Ze hoeven nooit met drie man in de cabine te zitten. Dat geldt overigens ook voor onze medewerkers in de
voertuigen voor het groenbeheer”, vertelt Van Rossum. Ook bij andere bedrijven volgt de derde inzamelmedewerker de achterlader met eigen auto, auto van het bedrijf of de fiets, onder meer bij HVC dat in Zaandstad en een deel van Dordrecht met achterladers inzamelt. “Alles voor elkaars veiligheid”, zegt De Waard. In de cabines liggen de desinfectiesprays binnen handbereik. ROVA heeft nog even tussenschotten van plexiglas uitgeprobeerd, “maar dat viel erg tegen”, weet Van Rossum. “Bij zonlicht geven deze schermen een uiterst irritante schittering, wat gevaarlijk is voor het besturen van het voertuig.”
De bedrijven hebben ook maatregelen genomen om besmetting van medewerkers via afval te voorkomen. In het huishoudelijk afval zitten nu volop gebruikte mondkapjes en plastic handschoentjes, net als in de openbare afvalbakken op straat. “We wijzen medewerkers op de prullenbakroutes er nadrukkelijk op hier alert op te zijn en niet met dit afval in aanraking te komen. Maar onze mensen zijn van nature al zeer oplettend, het vakmanschap is groot”, zegt Vernhout van Omrin. Toch voorzien de bedrijven de gaat, zullen we ook in de zomertijd een volle bezetting moeten draaien”, zegt Van Rossum van ROVA. “Normaliter is dat de komkommertijd, dus dat zal zwaar vallen. Inwoners zijn druk met het opruimen van hun huis en op orde maken van hun tuin. Ze moeten langer wachten, voordat ze geholpen worden, en zijn daardoor vaak prikkelbaarder. Dit heeft zijn effect op onze medewerkers, vooral die bij ons klantcontactcentrum en de milieubrengstations. De rustmomenten zijn schaars vanwege de enorme drukte.” RMN-directeur Schram voorziet dat veel inwoners vermoedelijk niet op vakantie gaan. “We zullen dus extra medewerkers in moeten huren, en meer voertuigen. Ons reserve-park is nu al volledig hebben behoefte aan terug naar normaal. Er is tijd nodig om weer op adem te komen.” Volgens Vernhout van Omrin is de grote vraag we zeker meer thuis zullen gaan werken. Verder denk ik dat de
komende tijd nog wel problemen. “Als het zo nog maanden doorheeft ook zijn voordelen, want we weten nu ook dat mensen dan minder vatbaar zijn voor andere ziekten.”
![](https://assets.isu.pub/document-structure/200707112427-d46bc74266fbbcf49bef8f7e17fac92a/v1/78d5fa30f354eebacc6ed3a5f0eb839d.jpg?width=720&quality=85%2C50)
Foto: RMN
AFVALAANBOD NOG STEEDS OVERWELDIGEND
Veel Nederlanders werken nu vanuit huis. Blijkbaar moest er voor de thuiswerkplek ruimte worden gemaakt. Ook kwamen de klusjes aan bod waar men al die jaren niet aan toekwam, zoals het opruimen van zolder of schuur. En mensen sloegen massaal aan het klussen, met eveneens een navenante extra afvalproductie. “In april is het aanbod van restafval tot 20 procent toegenomen”, zegt Van Hartingsveldt van Irado. “In Capelle het grofvuil zelfs met 40 procent. Veel afval wordt op straat gezet. Toch hebben we de openingstijden van onze milieustraten niet verruimd. In lijn met het advies van het kabinet wilden we mensen niet extra stimuleren de deur uit te gaan. Gelukkig hebben we nog steeds kunnen doen wat we moeten doen.” Een tot 20 procent groter afvalvolume is ook de ervaring bij HVC. “Het aanbod is nog steeds groot, maar het vlakt wel af”, zegt De Waard. Ook HVC is erin geslaagd alles keurig weg te werken. Aanvankelijk weigerde het bedrijf de ontvangst van oude matrassen, elektrische apparaten en klein chemisch afval vanwege de opslag van deze brandgevaarlijke stromen. “Dat was al snel niet meer nodig. We hebben alle ketens overeind kunnen houden.”
Ook ROVA kreeg te maken met gigantische wachtrijen bij de milieubrengstations. Daar zat een patroon in, ontdekte Van Rossum. “Eerst kwam het tuinafval, omdat iedereen zijn tuin aan de kant wilde hebben voor de zomer. Daarna kwam het grofvuil en weer later het verpakkingsafval van de woonwinkels, zoals dozen en kunststoffolies.” ROVA kreeg een vijfde meer glas in zijn wijkcontainers. Omdat restaurants en cafés dicht gingen, werd er thuis meer voedsel en drinken geconsumeerd. Ook de hoeveelheid pmd en oudpapier is door de verpakkingen van bezorgmaaltijden gestegen. “In de binnenstad van Zwolle gaf ons wijkteam aan, dat geleegde prullenbakken in no time weer vol waren, omdat mensen op straat gingen picknicken met eten en drinken dat ze bij de supermarkt kochten.” RMN zag het afvalaanbod in een van zijn gemeenten stijgen met 43 procent. “In een andere gemeente was weer sprake van een 4 procent daling”, zegt Schram. Om welke gemeente het gaat, wil de RMN-directeur niet zeggen. “Sommige inwoners zijn er nou eenmaal sneller van doordrongen dat het nu even geen zin heeft om massaal grofvuil weg te brengen.” Wel zag ook RMN de bijplaatsingen bij ondergrondse wijkcontainers fors toenemen, ook grofvuil. “Mensen die niet de lange rijen bij de milieustraat wilden trotseren, kozen er blijkbaar voor hun afval dan maar daar te dumpen in plaats van het in huis te houden. Terwijl we het grofvuil gewoon nog thuis op komen halen. Maar ja, dan moet je soms wel een weekje wachten.”