GRAM april 2022

Page 1

SAMEN VOOR SCHONE EN AFVALVRIJE GEMEENTEN

VAKBLAD VAN VAN DE DE NVRD NVRD | | JAARGANG JAARGANG 108 2017 VAKBLAD 113 #05 #03 JUNI april 2022 PERIKELEN STAND VAN ZAKEN RONDOM AFVALRONDOM DE PUBLIEKE STOFFENHEFFING AFVALVERWERKING

BIJPLAATSEN VAN KLEINSTEDELIJK AFVAL BIJ ONDERGRONDSE AFVALBELEID: KANSEN AFVALCONTAINERS EN UITDAGINGEN

OPLOSSING VOOR GROF UITVOERINGSMEER EN HUISHOUDELIJK NIEUW LUIERS STEEDS RESTAFVAL, WEL OF NIET PROGRAMMA VANG HOOGWAARDIGER DICHTERBIJAFVAL NASCHEIDEN? HUISHOUDELIJK RECYCLEN


Uw leverancier stopt? Wij gaan gewoon door!

AL JAREN LEVERANCIER VAN ONDERGRONDSE CONTAINERS GFE BEHUIZINGEN EN TOEGANGSCONTROLE KLIKO GROEP Standaardruiter 36 3905 PZ Veenendaal

T : +31(0)318 559393 info@kliko.nl www.kliko.nl

BEZOEK ONZE WEBSITE

KLIKO.NL


COLOFON UITGEVER NVRD, WTC Arnhem Nieuwe Stationsstraat 10 6811 KS ARNHEM +31 (0)88 - 3770000 post@nvrd.nl www.nvrd.nl REDACTIECOMMISSIE Marc Veenhuizen, ACV Groep (hoofdredacteur) Addie Weenk, Rijkswaterstaat Folkert Starreveld, Cyclus Management Dico Kuiper, gemeente Nijkerk Marianne Zegwaard, Stantec Kees van der Laan, Gemeente Rotterdam Annemieke Braamburg, Twente Milieu Ilse van der Grift, NVRD Peter de Boer, Royal HaskoningDHV

INHOUD 10

21

Kleinere maar sterk stedelijke gemeenten kennen vaak dezelfde soort uitdagingen in hun afvalbeleid als grotere steden, maar moeten dit met minder capaciteit oppakken.

Alles in één pakket, dat was de gedachte toen gemeenten en afvalinzamelaars eind jaren negentig hun bedrijfsprocessen gingen digitaliseren. Deze zogeheten ERPsystemen zijn nu aan vernieuwing toe.

DE KANSEN EN UITDAGINGEN VAN KLEINSTEDELIJK AFVALBELEID

EINDREDACTIE Karin Hegeman, Berit Aagten en Suzie van de Pas Postbus 1218, 6801 BE Arnhem +31 (0)88 - 3770000 hegeman@nvrd.nl ADVERTENTIE-EXPLOITATIE Elma Media B.V. Silvèr Snoek - Sales Manager 0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl www.elma.nl REALISATIE EN DRUK Print2Pack Coverbeeld: Venema Media / ANP ABONNEMENTENADMINISTRATIE NVRD, Postbus 1218, 6801 BE Arnhem Jaarabonnement ad €113,40 ex btw. België €131,25 (Europa en buiten Europa op aanvraag). BEËINDIGING ABONNEMENT Abonnementen moeten schriftelijk bij de NVRD en uiterlijk op 15 november worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd. Gemeentereiniging en Afvalmanagement is het officiële vakblad van de NVRD.

14

INZICHT IN DE KWALITEIT VAN AFVALSTROMEN Er is steeds meer aandacht voor de kwaliteit van huishoudelijke afvalstromen, zoals PMD en GFT, en er vinden steeds meer kwaliteitsmetingen plaats in de keten. Adviesbureau Barnebies verkende voor het programma VANG Huishoudelijk Afval welke informatie gemeenten het beste inzicht geeft voor sturing op kwaliteit van afvalstromen.

ERP-SYSTEMEN ZIJN AAN VERNIEUWING TOE

05 BEZEM 07 HOE DOEN ZIJ DAT: DE STAND VAN ZAKEN RONDOM PUBLIEKE AFVALVERWERKING 13 LANDELIJKE CAMPAGNE TEGEN ZWERFAFVAL IN DE MAAK 16 TERUGBLIK WEEK VAN DE AFVALHELDEN 18 MEER EN HOOGWAARDIGER RECYCLEN 23 EVEN VOORSTELLEN: RALPH PETERS, ADVISEUR PUBLIC AFFAIRES NVRD 25 NVRD NIEUWS 26 FOSSIELVRIJE PYROLYSE VOLOP IN ONTWIKKELING 29 NIEUW UITVOERINGSPROGRAMMA VANG HUISHOUDELIJK AFVAL 30 AGENDA 30 BRANCHENIEUWS

Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard. ISSN 1569-0458 © NVRD

GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC®-keurmerk en verschijnt 10x per jaar.

GRAM #03 april 2022 | 3


Aanmelden en meer informatie: gladheidcongres.nl

GLADHEIDBESTRIJDINGSCONGRES 2022 Op 14 april 2022 organiseert de NVRD voor de 13e keer het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres, hét landelijke congres voor alle professionals betrokken bij gladheidbeheer op de Nederlandse (en Vlaamse) wegen. We hebben het volgende inspirerende programma voor u samengesteld. 10.00 – 12.00 uur Plenair programma Opening door dagvoorzitter Henry Meijdam - voorzitter NVRD Duurzaam Gladheidbeheer van de Toekomst, Ruud Koornstra Weer en Klimaat: toekomst van Gladheidbeheer, Reinier van den Berg - Meteoroloog Gebruik van ‘In Car data’ voor gladheidbeheer, Alex van den Hoek - Rijkswaterstaat 12.00 – 13.30 uur Lunch, pitches en voertuigenparade 12.20 uur: Pitches van leveranciers 13.00 uur: Voertuigenparade 13.30 - 14.30 uur

Deelsessies ronde 1 Onderwerpen deelsessies ronde 1 Informeren weggebruikers in het heden en de toekomst Duurzame dooimiddelen Gedeeltelijke strooiacties Deskundigheidsbevordering

15.00 - 16.00 uur

Deelsessies ronde 2 Onderwerpen deelsessies ronde 2 De zin en onzin van zomerstrooien Circulariteit in gladheidbeheer Inzet materieel en personeel bij gladheidbeheer Gladheidbestrijding Schiphol

16.00 – 17.00 uur Netwerkborrel

SPONSOREN


(OP)VANG Het nieuwe VANG-programma is gearriveerd. We hebben er lang op gewacht maar nu is het er dan. En ja, we gaan door waar we gebleven zijn, namelijk meer gescheiden inzameling. Maar we gaan ook verder waar we al langer heen hadden gemoeten: meer focus op recycling, meer aandacht voor kwaliteit. Goede ontwikkelingen die meer gaan vragen van meerdere partijen in de keten. Meer bewustwording van wat echt belangrijk is als het gaat om onze grondstoffen. Wanneer ik dit schrijf kan ik het woord 'belangrijk' maar lastig op zijn echte waarde beoordelen. Beoordelen in de context van wat groter en heftiger is dan hoe wij onze inwoners aansporen om

meer apart te houden en het dan vooral ook in de goede bak te doen. Een goede 1.300 kilometer verderop, 7 x Groningen - Utrecht, een enkeltje met de auto op vakantie naar Kroatië, staat de wereld in brand. Beelden van beschoten straten, van vernielde gebouwen, van mensen op de vlucht. Beelden die je niet wilt zien, niet wilt geloven, maar de harde werkelijkheid zijn. Straten waar met liefde is gewerkt om ze schoon te houden en het afval in te zamelen. Gebouwen waar mensen, collega's woonden die nu volledig in puin liggen. Waar..., nee, genoeg. U kent de beelden en waarschijnlijk heeft u op welke manier dan ook al een kleine of grote bijdrage geleverd. Door persoonlijk iets te doneren, zelf mensen op te vangen, te helpen goederen te vervoeren of te kiezen voor een andere leverancier van uw brandstoffen. Alles helpt. Want ja, ook onze branche kan nu en zeker ook later een belangrijke rol spelen. En ja zeker speelt VANG daar ook een rol in. Want het gaat uiteindelijk ook om het bezitten van de grondstoffen. Of dit nu gas, olie of zeldzame metalen zijn. Nederland heeft deze niet. Des te belangrijker is het dat we heel zorgvuldig en heel bewust omgaan met wat we hebben. Dus met elkaar vol blijven inzetten op zoveel mogelijk en zo zuiver mogelijk. Circulariteit is geen keuze meer.

GRAM #03 april 2022 | 5


HOE DOEN ZIJ DAT? DEZE MAAND: DE STAND VAN ZAKEN RONDOM PUBLIEKE AFVALVERWERKING TEKST: HETTY DEKKERS

Hein Grafhorst, directeur Strategie, Beleid en Veiligheid Omrin. Contact: hgrafhorst@omrin.nl.

U BENT EEN PUBLIEKE VERWERKER. WAT IS HET BELANGRIJKSTE ONDERSCHEID MET ANDERE VERWERKERS? Het gaat ons niet op de eerste plaats om winstmaximalisatie. Wij leggen meer de nadruk op de maatschappelijke betekenis van afval verwerken, met zo laag mogelijke maatschappelijke kosten, goede dienstverlening en aandacht voor duurzaamheid. Als publieke verwerker kun je redelijk innovatief zijn, je bent eerder geneigd wat risico’s te nemen als het gaat om nieuwe technieken en methoden. Verschil met enkele private partijen is ook dat het geld dat ermee gemoeid is in Nederland blijft en niet naar buitenlandse aandeelhouders vloeit. Wij keren ons dividend uit aan Nederlandse gemeenten, die kunnen het weer investeren in lokale doeleinden.

6 | GRAM #03 april 2022

WAT ZIJN DE BELANGRIJKSTE THEMA’S DIE BINNEN UW BEDRIJF SPELEN? Het spanningsveld tussen publieke en private partijen. Op de markt staan ze vaak tegenover elkaar, dat is heel jammer. Laatst maakten wij het mee dat private partijen raadsleden gingen bestoken met brieven om toch vooral niet met ons in zee te gaan, één dag voordat de inbesteding in de raad besproken zou gaan worden. Los van het feit dat dit niet bepaald netjes is, snijdt het ook geen hout elkaar zo te behandelen. Je zou als publieke en private partijen juist moeten kijken hoe je elkaar kunt versterken.

Verder zullen we echt meer werk moeten maken van de circulaire economie. We moeten meer in gesprek met producenten, over recyclebare productontwerpen en minder verpakkingen. De overheid kan hier veel in betekenen, met wet- en regelgeving, maar ook door zelf meer circulair in te kopen. Tot slot moeten we nieuw en jonger personeel aan zien te trekken. We willen een aantrekkelijke werkgever zijn, waar mensen graag functies vervullen. Afval heeft niet het meest positieve imago, de branche moet wat meer ‘sexy’ zijn.

WELKE INNOVATIES STAAN ER BIJ UW BEDRIJF OP STAPEL EN KUNT U DAAR MEER OVER VERTELLEN? We willen nog meer grondstoffen uit de nascheiding kunnen halen, vooral kunststoffen en de organische fractie in huishoudelijk restafval, het niet gescheiden gft zeg maar. Deze organische fractie vergisten wij waarbij wij biogas produceren. Op dit biogas rijden onder andere onze voertuigen. Fossielvrij. Daarnaast willen wij de CO2emissie van onze afvalverwerking verder terugdringen. Verder hebben wij samen met HVC en Midwaste een sorteerfabriek voor kunststoffen in Heerenveen. Daar gaan we als eerste in Europa een robot installeren om de diverse soorten kunststoffen te sorteren.

“ AFVAL HEEFT

WAT ZIJN BELANGRIJKE WENSEN VOOR DE VERDERE TOEKOMST EN WIE ZOU DAT MOETEN AANJAGEN (NVRD, MINISTERIE OF ANDEREN)? Ik hoop dat de rust terugkeert en dat we als publieke en private partijen beter door één deur kunnen. Zodat we elkaar niet steeds zien in de rechtbank, zoals nu gebeurt. Als branche zou je eenheid moeten uitstralen.

NIET HET MEEST POSITIEVE IMAGO, DE BRANCHE MOET WAT MEER ‘SEXY’ ZIJN. ” ALS U ÉÉN DING MOCHT KIEZEN OM TE VERANDEREN IN DE WETGEVING, WAT ZOU DAT DAN ZIJN? Ik heb er twee, mag dat ook? Ik zou willen dat de Evoa versoepeld werd, zodat het overbrengen van afvalstoffen naar ons omringende landen vergemakkelijkt wordt. Nu duurt zo’n proces vaak maanden. De tweede wens is het versnellen van het vergunningverleningsproces. De procedures zijn nu enorm tijdrovend en complex, voor elke aanvraag moet de onderste steen boven. Dat heeft vooral een remmende werking op innovaties, daarvoor wil je meer speelruimte.


houders en zetten vooral in op waarde- in plaats van winstmaximalisatie. Voor een private partij liggen de drijfveren toch iets anders. WAT ZIJN DE BELANGRIJKSTE THEMA’S DIE BINNEN UW BEDRIJF SPELEN? Dat we ons inzetten voor een mooie en duurzame leefomgeving en voor versnelling richting een circulaire samenleving. Voor dat laatste is ketensamenwerking essentieel, dus van producent tot bewoner. Ook de kwaliteit van afvalstromen is belangrijk, wij monitoren daarop zodat we veel data beschikbaar hebben. Ook de arbeidsmarktkrapte is een belangrijk vraagstuk. Zonder goede mensen kan je plannen hebben maar bereik je geen resultaten.

Angeline Kierkels, algemeen directeur Meerlanden. Contact: akierkels@meerlanden.nl.

U BENT EEN PUBLIEKE VERWERKER. WAT IS HET BELANGRIJKSTE ONDERSCHEID MET ANDERE VERWERKERS? Ik ben niet zo van het wij/zij-denken. We hebben iedereen nodig om tot een circulaire samenleving te komen, dat moet je samendoen. Als publieke verwerker hebben wij natuurlijk wel publieke aandeel-

WELKE INNOVATIES STAAN ER BIJ UW BEDRIJF OP STAPEL EN KUNT U DAAR MEER OVER VERTELLEN? Wij zijn bezig om een luierrecyclingfabriek te realiseren in Amsterdam. Ook onderzoeken we upcycling organische reststromen, breiden we onze verwerkingscapaciteit op gft uit en zetten we in op een experimenteerlab voor verdere verwerking van organische reststromen. Ook ontwikkelen we een grondstoffenkompas. Dit kompas geeft impactinformatie over de gehele verwerkingsroute van grondstoffen. En we zetten ons in voor meer re-use en repair voor e-waste.

WAT ZIJN BELANGRIJKE WENSEN VOOR DE VERDERE TOEKOMST EN WIE ZOU DAT MOETEN AANJAGEN (NVRD, MINISTERIE OF ANDEREN)? Meer en betere samenwerking tussen publiek en privaat zou ik graag willen, daar spelen we zelf een rol in. Van de Rijksoverheid zou ik graag meer regie willen als het gaat om het aanscherpen van de producentenverantwoordelijkheid. Gemeenten en andere overheden zouden bijvoorbeeld het eigen inkoopbeleid kunnen verbeteren en meer regelruimte kunnen geven voor innovatie. De komst van de CO2-taks juich ik toe, dan krijg je dat de vervuiler betaalt en dat we sneller naar die circulaire economie toe kunnen. Voor de NVRD zie ik op dit vlak vooral lobbytaken weggelegd, partijen samenbrengen en het stimuleren van innovatie. ALS U ÉÉN DING MOCHT KIEZEN OM TE VERANDEREN IN DE WETGEVING, WAT ZOU DAT DAN ZIJN? Stel grondstoffen centraal en niet de herkomst. Nu wordt er een strikte scheiding gemaakt tussen bedrijfs- en huishoudelijk afval. Ik ben ook voorstander van een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid op meerdere producten, zoals luiers.

GRAM #03 april 2022 | 7


dienstverlening aan overheden verder uit te breiden met de realisatie van hun beleidsdoelstellingen. Wij zitten tegen Duitsland aan, voor hen zijn wij de dichtstbijzijnde en meest moderne verwerker van afvalstoffen. We hebben al een samenwerking met Osnabrück en Münster, waarbij we over en weer gebruik maken van elkaars sterktes.

Frank Siebelt, manager aandeelhoudersrelaties Twence. Contact: f.siebelt@twence.nl.

WELKE INNOVATIES STAAN ER BIJ UW BEDRIJF OP STAPEL EN KUNT U DAAR MEER OVER VERTELLEN? Ik zal alleen onze top 3 noemen, want we hebben er meer. Deze zomer nemen we een nieuwe mestverwaardingsinstallatie in gebruik die volledig circulair is. Deze installatie gaat uit 250.000 ton mest per jaar groen gas en grondstoffen, zoals vervangers voor kunstmest produceren.

“ WIJ ZITTEN DICHT TEGEN DE GRENS

U BENT EEN PUBLIEKE VERWERKER. WAT IS HET BELANGRIJKSTE ONDERSCHEID MET ANDERE VERWERKERS? Wij zijn als publieke verwerker continu in gesprek met onze aandeelhouders over hoe we zo goed mogelijk kunnen scoren op duurzaamheid, maatschappelijk en economisch rendement. Wij hebben meer bewegingsvrijheid en kunnen eventueel genoegen nemen met een wat lager financieel rendement als daar een groot maatschappelijk rendement tegenover staat. Daardoor kunnen we initiatieven ontplooien die niet door de markt worden opgepakt. Ook is het zo dat al onze revenuen in de regio blijven. De opbrengsten van een zonnepark bijvoorbeeld lopen niet weg naar een eigenaar in het buitenland, maar vloeien terug naar de eigen regio. WAT ZIJN DE BELANGRIJKSTE THEMA’S DIE BINNEN UW BEDRIJF SPELEN? Wij zouden ons publieke karakter graag verder willen versterken in het DuitsNederlandse grensgebied door onze

8 | GRAM #03 april 2022

AAN. VOOR ONZE DUITSE BUREN ZIJN WIJ DE DICHTSTBIJZIJNDE EN MEEST MODERNE VERWERKER VAN AFVALSTOFFEN. ” Verder treffen we voorbereidingen voor een CO2-afvanginstallatie die 100.000 ton CO2 per jaar afvangt. We stoppen dat gas niet in de grond, maar gaan het in eerste instantie nuttig toepassen in de tuinbouw. Later gaan we bijvoorbeeld kijken of we de CO2 als moleculaire bouwstof kunnen toepassen in de chemische industrie. De vermeden CO2-uitstoot die we met deze installatie bereiken, staat gelijk aan het resultaat van dertig windmolens.

Een andere innovatie is een regionaal warmtenet, gekoppeld aan de afval- en biomassa energiecentrales. Met zo’n net kunnen we straks nog eens 100.000 huishoudens van warmte voorzien. Daardoor dragen we substantieel bij aan het terugdringen van de inzet van fossiele brandstoffen in onze regio. WAT ZIJN BELANGRIJKE WENSEN VOOR DE VERDERE TOEKOMST EN WIE ZOU DAT MOETEN AANJAGEN (NVRD, MINISTERIE OF ANDEREN)? De samenwerking tussen de beleidsmakers in Den Haag en onze branche is voor verbetering vatbaar. Nu is er onvoldoende begrip voor elkaars standpunten en uitdagingen. Het klimaatprobleem strekt bijvoorbeeld verder dan de Nederlandse grens, en je zou de potentie van onze moderne, duurzame afvalenergiecentrales beter kunnen benutten. Ze leveren een bijdrage aan de oplossing van het duurzaamheidsvraagstuk, maar dragen tevens bij aan het versterken van de Nederlandse economie en het behoud van werkgelegenheid. Kijk daar meerdimensionaal naar, als overheid. De import van afvalstoffen wordt mogelijk verder bemoeilijkt, omdat de overheid redeneert dat we daarmee ook CO2 importeren. Dat is dus een misverstand. De NVRD zou ons kunnen helpen een brug te slaan tussen betrokken ministeries en de publieke verwerkers. ALS U ÉÉN DING MOCHT KIEZEN OM TE VERANDEREN IN DE WETGEVING, WAT ZOU DAT DAN ZIJN? Ik zou niet zozeer een wet willen vervangen, maar ik zou wel willen dat er goed wordt nagedacht over de consequenties van nieuwe wet- en regelgeving. Als dat onvoldoende gebeurt, ontstaan er onvoorziene situaties die veel onzekerheid met zich meebrengen. De stikstofwetgeving bijvoorbeeld belemmert ons bij het ontplooien van duurzame initiatieven, zelfs als die bijdragen aan de oplossing van het stikstofprobleem.


mie en duurzame energie. Dat alles op basis van een gezonde businesscase. Bij commerciële bedrijven ligt het toch een beetje andersom.

Ronald Hopman, directeur bestuurlijke zaken, businessontwikkeling en strategie HVC. Contact: r.hopman@hvcgroep.nl.

U BENT EEN PUBLIEKE VERWERKER. WAT IS HET BELANGRIJKSTE ONDERSCHEID MET ANDERE VERWERKERS? Wij zijn toch vooral een missie-gedreven bedrijf. Wij werken samen met onze aandeelhouders aan afvalmanagement, circulaire econo-

WAT ZIJN DE BELANGRIJKSTE THEMA’S DIE BINNEN UW BEDRIJF SPELEN? Zo veel mogelijk afval scheiden, zo hoogwaardig mogelijk hergebruik van de gescheiden stoffen en het restafval zo duurzaam mogelijk verwerken. Wij zijn de enige in Nederland met een fabriek die bodemassen van de afvalverbranding opwerkt tot vrij toepasbare bouwstof. Ook de metalen die we uit de bodemassen halen, worden hergebruikt. WELKE INNOVATIES STAAN ER BIJ UW BEDRIJF OP STAPEL EN KUNT U DAAR MEER OVER VERTELLEN? Terugwinnen van fosfaat uit de vliegas van de slibverbranding is een belangrijke. We zijn bezig daarvoor een fabriek te ontwikkelen. In mei openen we al een demonstratiefabriek in Dordrecht die bioplastics kan maken van datzelfde slibproduct. Verder zijn we bezig met projecten voor grootschalige CO2-afvang, aquathermie (warmte uit op-

pervlaktewater) en geothermie (aardwarmte). De productie en levering van duurzame energie is een belangrijke kerntaak voor ons, we hebben warmtenetten aangelegd, en gaan er nog meer ontwikkelen, waarmee de door ons gewonnen duurzame energie aan huishoudens geleverd kan worden. WAT ZIJN BELANGRIJKE WENSEN VOOR DE VERDERE TOEKOMST EN WIE ZOU DAT MOETEN AANJAGEN (NVRD, MINISTERIE OF ANDEREN)? De Rijksoverheid kan en moet een belangrijke rol spelen in het stimuleren van de ontwikkeling naar een circulaire economie. Denk hierbij aan een verplichting tot gebruik van een bepaald percentage recyclaat in nieuwe producten en een verbod om producten op de markt te brengen die niet te repareren en/of te recyclen zijn. ALS U ÉÉN DING MOCHT KIEZEN OM TE VERANDEREN IN DE WETGEVING, WAT ZOU DAT DAN ZIJN? De overheid zou innovaties makkelijker kunnen maken door een einde afvalstatus te verlenen aan stoffen als CO2.

For our most important resource: the future. Welcome to IFAT—the world’s leading trade fair for environmental technologies Being the most important driver of the global environmental industry, IFAT offers comprehensive insights and innovative solutions. Our demand? To make your commitment as efficient and sustainable as possible. With positive effects on the environment, global resources — and above all : our future. May 30– June 3, 2022 | Messe München Get your ticket now: ifat.de/tickets/en

1-2Li_190x130 C.indd 1

Information: van Ekeris Expo service b.v. Tel. +31 23 525 8500 info@vanekeris.nl

22-2000-0390-01 NVRD GRAM 2022 april

GRAM #03 april 2022 |9 21-03-2022

12:08


DE KANSEN EN UITDAGINGEN VAN KLEINSTEDELIJK AFVALBELEID Kleinere maar sterk stedelijke gemeenten kennen vaak dezelfde soort uitdagingen in hun afvalbeleid als grotere steden, maar moeten dit met minder capaciteit oppakken. Hoe vertalen zij dit naar hun ambities met bijvoorbeeld VANG-doelstellingen, op welke manieren halen ze toch de benodigde kennis en capaciteit binnen om die ambities te vertalen naar concreet beleid? En zijn er zaken waarmee landelijke partijen zoals het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat en VANG hen kunnen helpen? We nemen een kijkje bij Beverwijk, Diemen en Rijswijk.

E

TEKST: MARTIJN KREGTING BEELD: PETER HILZ, ANP

en belangrijke basis voor het afvalbeleid van gemeenten wordt gevormd door de VANG-doelen (75% afvalscheiding, 100 kg restafval per inwoner) – inmiddels herijkt voor de periode 2021-2025. Die ambities blijken lastig naar de praktijk te vertalen, vertelt bijvoorbeeld Armand van de Laar, wethouder ruimtelijke en economische ontwikkeling, duurzaamheid en stadsbeheer gemeente Rijswijk. “De gemeenteraad heeft de VANG-doelstellingen in 2016 omarmd als streven. Corona heeft niet geholpen bij het behalen van de doelen. Tot nu toe lijkt het aantal kilo’s restafval per huishouden slechts te groeien. Er zijn gemeenten die bewijzen dat 100 kilo restafval per jaar of zelfs minder een realistisch doel is, maar ook een generiek doel is. Maatwerkdoelen formuleren op basis van invloeden zoals stedelijke structuur en sociaal-demografische samenstelling is dan ook nodig, in lijn met de nieuwe doelen van VANG-HHA tot en met 2025.”

Bij de laagbouw kunnen bewoners bijvoorbeeld kiezen voor een papier- en plastic minicontainer, die ook heel veel wordt besteld. Boon: “We wilden daar niet volledig op overstappen, omdat we ook een vrij uitgebreid stelsel van ondergrondse containers hebben. Ook hebben we vrij pragmatisch het gesloten pasjessysteem voor ondergronds restafval bij hoogbouw, op het centrum na, opengesteld, zodat de hoeveelheid bijplaatsing sterk verminderd is.”

PRAKTIJK HARDNEKKIG Ook in Beverwijk, met 40-45 procent hoogbouw en veel laagbouw met kleine behuizing, is de praktijk hardnekkig. “We treffen stapsgewijs maatregelen om steeds minder kilo’s restafval te krijgen, ook zodat uiteindelijk de afvalstoffenheffing wellicht omlaag kan of minstens minder snel stijgt”, schetst Sharon van der Spek, projectleider ruimte/omgeving. “Maar we hebben geen vastomlijnde doelen van bijvoorbeeld 140 of 120 kilo. 100 blijft het doel.”

Dit omgekeerd inzamelen wordt ingezet om bewoners te helpen zo goed mogelijk aan afvalscheiding te doen, vertelt adviseur afval Viona de Bruyn. “Dit werkt goed in laagbouw, iets minder in hoogbouw. Reden om dit jaar bij de hoogbouw over te stappen op nascheiding van pmd, wat relatief eenvoudig in te voeren is. Verder werken we aan goede communicatie met inwoners om kennis en bewustzijn te kweken.”

Diemen, dat van ver moest komen (250kg afval per bewoner per jaar), probeert vooral realistisch te zijn, stelt Maarten Boon, beleidsmedewerker afval en reiniging. Eerst moet de basis op orde om richting de VANG-doelen te werken. Daar valt in Diemen nog wel enige winst te behalen. “Tot zo’n jaar geleden hadden we een voor Nederland vrij uniek systeem van afvalinzameling. Bij de laagbouw grote restafvalcontainers die wekelijks geleegd werden, terwijl gft in de wijk werd ingezameld. Dat is een systeem geworden waarbij afwisselend de ene week restafval en de andere week gft aan huis werd opgehaald, zoals de meeste gemeenten dat doen. Nu werken we aan een andere manier van gft inzamelen bij de hoogbouw.”

10 | GRAM #03 april 2022

AFVALBELEID IN ONTWIKKELING Ook in Beverwijk en Rijswijk was het afvalbeleid de afgelopen jaren in ontwikkeling om onder meer ambities zoals de VANG-doelen in zicht te houden. Rijswijk werkt momenteel met HNI (het nieuwe inzamelen) voor afvalscheiding: bewoners moeten restafval zelf wegbrengen naar een milieupark of gezamenlijke container, de gemeente haalt de overige afvalstromen op.

BIJSTURING In Beverwijk werd omgekeerd inzamelen oorspronkelijk ook meegenomen in het grondstoffenplan: ondergrondse restafvalcontainers en scheiding aan huis. Hier bleek echter bijsturing nodig. Van der Spek: “In de laagbouw zijn we al naar eens in de vier weken restafval inzamelen met mini’s gegaan, na ook een pmd-container te hebben ingevoerd. Op basis van profielen die onze afvalinzamelaar HVC heeft ontwikkeld, bleek dat omgekeerd inzamelen als volgende stap niet tot minder restafval zou leiden bij de laagbouw, tenminste niet in een profiel zonder diftar. We zijn nu afgestapt van volledig omgekeerd inzamelen en kijken eerst wat we bij de laagbouw kunnen aanscherpen - zoals het invoeren van een opk-mini en het aanpassen van de ondergrondse gfte-inzameling. Daarna


bekijken we wat we bij de hoogbouw kunnen doen zodat zij een stimulans krijgen om afval te gaan scheiden.” NUT VAN DIFTAR De term diftar viel al. Is dit een goede manier om eerdergenoemde ambities en beleid in de praktijk te realiseren? “Het invoeren van diftar zou na de overige aanpassingen een optie kunnen zijn”, meent Van der Spek. “Investeringen in de afvalscheiding kunnen zo terugverdiend worden. Er is een nieuw grondstoffenplan opgesteld, maar dat is wegens uiteenlopende visies op afvalbeleid door de verschillende raadsfracties nog niet door de gemeenteraad heen. Het is doorgeschoven naar de nieuwe raad die na de verkiezingen van 16 maart zal aantreden.” In Rijswijk was de gemeenteraad voorafgaand aan de verkiezingen van 16 maart in toenemende mate voorstander van diftar, vertelt wethouder Van de Laar. Ook hier wordt een eventueel besluit echter naar de volgende raad doorgeschoven. “Het gaat hier wel om een forse wijziging en ik denk dat het goed is draagvlak te krijgen door inwoners hier middels een referendum over mee te laten praten.” In Diemen ligt diftar nog niet op tafel zolang de basis nog niet op orde is, benadrukt Boon. “Bovendien, net als bij veel andere gemeenten met veel hoogbouw zien we ook wel wat uitdagingen voor de invoer van gedifferentieerde tarieven. Dat ligt anders bij een

meer landelijke gemeente. Diftar kán een mooi sluitstuk zijn van ons vernieuwde afvalbeleid, maar voor nu zitten er te veel haken en ogen aan.” GROOTSTEDELIJKE PROBLEMATIEK Alle drie de gemeenten hebben in meer of mindere mate te maken met vergelijkbare problematiek als grote steden. Veel hoogbouw bijvoorbeeld, bewoners met zeer uiteenlopende culturele en sociaaldemografische achtergrond of, zoals in Rijswijk, een afnemende ‘dorpse cohesie’. Van de Laar: “Wij zijn een voorstad van een grote stad en qua mentaliteit neigen veel inwoners naar de mentaliteit in een grootstedelijk gebied. Mensen spreken elkaar steeds minder aan op vervuiling in de omgeving.” De slagkracht om deze problematiek te vertalen in het afvalbeleid is natuurlijk beperkter. Zo merkt Boon (Diemen) op dat een gemeente als Amsterdam eerder voor elk dossier een medewerker heeft, terwijl in Diemen medewerkers meerdere dossiers hebben. “Dat maakt het soms lastig om er dezelfde aandacht aan te besteden, hoewel we ook vaak een bredere blik hebben omdat we meerdere dossiers behandelen.” SAMENWERKING VOOR SLAGKRACHT Samenwerking met andere kleinere gemeenten in de regio wordt al langer ingezet om toch tot de benodigde slagkracht en

GRAM #03 april 2022 | 11


kennisopbouw te komen. Bij Rijswijk gaat het om de gemeenschappelijke voorziening Avalex. Naast Rijswijk zijn dit Leidschendam, Voorburg, Delft, Wassenaar, Pijnacker-Nootdorp en Midden-Delfland. In Beverwijk vindt diezelfde samenwerking plaats binnen HVC en bij Diemen gaat het om Meerlanden. Niet alleen afvalinzameling wordt in deze gemeenschappelijke voorzieningen gebundeld, ook zaken zoals kennisopbouw, onderzoek en pilots voor nieuw afvalbeleid kunnen zo tot stand komen. Van de Laar hierover: “We wisselen ook kennis uit over wat er wel of niet werkt, bijvoorbeeld met omgekeerd inzamelen. Samen hebben we de kennis en capaciteit waarover een middelgrote gemeente alleen niet beschikt, bijvoorbeeld voor onderzoek of pilots. Avalex neemt daar als centrale organisatie ook vaak het initiatief in. Zo ben je als gemeente niet afhankelijk van bijvoorbeeld een manager die hier veel tijd en energie in stopt.” Beverwijk haalt daarnaast kennis en vergelijkingsmateriaal uit de landelijke Benchmark Huishoudelijk Afval en heeft Van der Spek ingehuurd als externe expert. “Tot slot werken we op het taakveld afval samen met de gemeenten Heemskerk en Velsen en nemen we deel aan het MRA-duurzaamheidsoverleg. We hebben andere problematiek op afvalbeleid, maar hebben toch veel aan onderlinge kennisdeling.”

LANDELIJKE ONDERSTEUNING Alle drie de gemeenten tonen zich tevreden over ondersteuning en handreiking vanuit landelijke organisaties zoals I&W/RWS, VANG en de NVRD. “Zij hebben de slagkracht en budget om bijvoorbeeld wetenschappers of gedragsbureaus in te huren die landelijk, regionaal of per soort gemeente analyses kunnen uitvoeren”, stelt Van der Spek. “Daar profiteren we graag van.” De Bruyn stelt dat Rijswijk behoefte heeft aan een wisselwerking met producenten. “Zij werken er vanuit producentenverantwoordelijkheid al hard aan om afvalscheiding te verbeteren. In de industrie wordt al veel geïnnoveerd op dit gebied en daar wil Rijswijk ook van profiteren. I&W en VANG zouden hierbij als intermediair kunnen dienen, zodat producenten en gemeenten veel meer in co-creatie kunnen werken. ” Boon ziet tot slot ook wel iets in een meer landelijke aanpak van afvalinzameling, die minder onderhevig is aan politieke wisselingen op lokaal niveau. “Ik denk dat je zo op langere termijn meer winst behaald dan wanneer alles op lokaal niveau bepaald wordt.”

Bescherm de natuur in Nederland! Word nu lid op natuurmonumenten.nl en ontvang 4 x per jaar het magazine Puur Natuur

12 | GRAM #03 april 2022


LANDELIJKE CAMPAGNE TEGEN ZWERFAFVAL IN DE MAAK Raap één stuk zwerfafval per dag: die oproep staat centraal in de nieuwe landelijke campagne over zwerfafval. De campagne draait om het stimuleren van routinegedrag: als ik naar buiten ga en ik zie zwerfafval, dan raap ik het gewoon even op. Eén per dag is al genoeg. TEKST: INGEBORG VAN EGMOND, RIJKSWATERSTAAT BEELD: BRIAN YURASITS gaat doen, ontstaat een groots effect!” Verlaan ziet volop mogelijkheden om met de campagne aan de slag te gaan. “In Kampen staan zeven billboards waarop ik graag wil communiceren over zwerfafval. Ook op de gemeentewebsite en in de lokale krant zie ik kansen om de campagne in te zetten.”

De boodschap is niet zomaar gekozen. Uit onderzoek blijkt dat een groot deel van de Nederlanders hier welwillend tegenover staat. De campagne is bovendien heel actueel. Door het hele land vinden al vele opruiminitiatieven plaats – terugkerend of eenmalig, groots of juist heel klein. En sinds de coronapandemie is de interesse in het opruimen van zwerfafval flink toegenomen. SUCCES DOOR SAMENWERKEN De nieuwe landelijke campagne, die Rijkswaterstaat in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat uitvoert, sluit hierop aan. Het doel: meer Nederlanders rapen dagelijks zwerfafval op. Om de campagne tot een succes te maken, werkt Rijkswaterstaat samen met partners, zoals gemeenten en andere gebiedsbeheerders, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Door met elkaar de schouders eronder te zetten, kunnen de partijen gezamenlijk een grote impact maken.

AANSLUITEN BIJ GEMEENTELIJKE DOELEN Eefke Meijer, projectleider Zwerfafval bij de gemeente Amersfoort, is ook enthousiast over de nieuwe campagne. “De boodschap sluit mooi aan bij onze gemeentelijke doelstellingen”, legt ze uit. “In Amersfoort zijn al veel inwoners actief met zwerfafval. Zij helpen bijvoorbeeld mee tijdens actiedagen als de Landelijke Opschoondag of World Cleanup Day. Maar we willen het liefst dat zij regelmatig zwerfafval gaan rapen. Dan ontstaat een nog schonere omgeving.” Een ander pluspunt van de landelijke campagne: door eenduidige communicatie door heel Nederland gaan mensen de boodschap sneller herkennen, denkt Meijer. “Wel vind ik het belangrijk dat we de posters en berichten kunnen personaliseren. Zo kunnen we onze eigen initiatieven (bv. amersfoortschoon.nl) koppelen aan de landelijke boodschap.”

ONDERDEEL TOTAALAANPAK Participatie van burgers en bedrijven is een belangrijk onderdeel van de schoon-aanpak in Nederland, naast de reiniging door de gemeentelijke en andere gebiedsbeheerders zelf, gedragsbeïnvloeding en natuurlijk de bronaanpak, zoals de regeling voor wegwerpplastics en statiegeld. Zie ook de video 'Wat doet IenW aan zwerfafval?' op YouTube (zie QR-code). Dit alles maakt dat schoon de laatste jaren de wind mee heeft. En dat een structureel schoon Nederland binnen handbereik komt. DOE MEE! Op dit moment werkt Rijkswaterstaat met reclamebureau Publicis aan de campagnestrategie en -ontwikkeling. De campagne zelf gaat in juni of september van start. Doe ook mee en wordt medezender! Samen hebben we een enorm bereik, kracht en dus impact. Meer weten of meedoen? Stuur een mail naar zwerfafval@rws.nl of kijk op www.schoudersonderschoon.nl.

Inge Verlaan, adviseur Reiniging bij de gemeenten Kampen, is een van de partners die meedoet aan de campagne. Wat spreekt haar hierin aan? “De inzet op gedragsverandering – maak er routinegedrag van – vind ik goed gekozen. In onze eigen campagnes zijn we daar ook mee bezig. De boodschap ‘raap één stuk zwerfafval per dag’ past bovendien perfect bij alle mensen die dagelijks een blokje om gaan. Als iedereen dit

GRAM #03 april 2022 | 13


ONDERZOEK NAAR KWALITEITSMETING VOOR GEMEENTEN

INZICHT IN DE KWALITEIT VAN AFVALSTROMEN Er is steeds meer aandacht voor de kwaliteit van huishoudelijke afvalstromen, zoals PMD en GFT, en er vinden steeds meer kwaliteitsmetingen plaats in de keten. Adviesbureau Barnebies verkende voor het programma VANG Huishoudelijk Afval welke informatie gemeenten het beste inzicht geeft voor sturing op kwaliteit van afvalstromen. Hiervoor sprak Barnebies met experts uit de sector en onderzocht welke beschikbare kwaliteitsmetingen het meest bruikbaar én haalbaar zijn.

H

TEKST & BEELD: NIELS VINK, MAURICE HOENDERDOS EN JOOST VAN BARNEVELD - BARNEBIES

oewel gemeenten steeds meer huishoudelijk afval gescheiden inzamelen, groeien de zorgen in de afvalsector over de kwaliteit van gescheiden materiaalstromen. Met name kwetsbare stromen zoals plastic verpakkingsafval, metaal en drankenkartons (PMD) en groente-, fruit- en tuinafval (GFT), maar ook textiel en oud papier en karton (OPK) zijn gevoelig voor verontreinigingen. Relatief kleine hoeveelheden stoorstoffen kunnen ervoor zorgen dat grote volumes van de materiaalstroom worden afgekeurd. De kwaliteit van gescheiden stromen verschilt sterk per gemeente, voornamelijk door verschillen in het inzamelbeleid en –systeem, de frequentie en volumes van inzameling, en verschillen in communicatie en voorlichting. Het ontbreekt gemeenten echter vaak aan goed inzicht om te kunnen sturen op de kwaliteit van gescheiden afvalstromen in hun gemeenten. Men weet niet wat goed werkt, omdat er weinig inzicht in de kwaliteit is en omdat gemeenten de kwaliteitsdata niet onderling delen. Hierdoor kunnen zij ook geen vergelijking onderling maken. ONDERZOEK In de periode november 2021 tot en met februari 2022 is onderzocht wat de moge-

14 | GRAM #03 april 2022

lijkheden zijn om gemeenten inzicht te geven in de kwaliteit van de gescheiden materiaalstromen. Hierbij is geïnventariseerd welke stappen er zijn in de keten en waar gemeten wordt. Dit leverde voor de GFT-stroom bijvoorbeeld het onderstaande overzicht:

ten, afvalbedrijven en producentenorganisaties. In twee interactieve workshops werden de inzichten vervolgens gevalideerd en werden verschillende opties afgewogen op zoek naar de meest bruikbare en haalbare manieren om gemeenten meer inzicht in de kwaliteit van afvalstromen te geven.

De focus lag hierbij op het identificeren van de meest bruikbare én haalbare kwaliteitsmetingen en welke gegevens daarbij een rol spelen. Daarbij werd onderzocht welke informatiestromen en indicatoren rondom kwaliteit er reeds bestaan en hoe deze informatie verweven is in de afvalverwerkingsketen voor verschillende afvalstromen (zie kader). Er werden zo’n 20 interviews uitgevoerd met experts uit de sector, vertegenwoordigers van gemeen-

MEET AFVALKWALITEIT VROEG IN DE KETEN De bruikbaarheid en haalbaarheid van kwaliteitsmetingen voor gemeenten, hangt af van het moment waarop men meet in de afvalverwerkingsketen (zie figuur bovenaan pag. 15). In het algemeen geldt dat hoe eerder men vervuiling registreert, des te beter het inzicht in de kwaliteit van afvalstromen voor gemeenten.


Score voor bruikbaarheid en haalbaarheid van verschillende kwaliteitsmetingen op verschillende momenten in de afvalverwerkingsketen voor gemeenten. Vroeg in de keten keuren, eventueel met gebruik van een protocol, zien de geïnterviewden als meest bruikbaar en haalbaar, vooral omdat de bron dan nog herleidbaar is en de inspanning om de keuring uit te voeren te overzien is. Het beste is om direct bij inzameling te meten: in de mini-container, verzamelcontainer of het inzamelvoertuig, bijvoorbeeld met een visuele inspectie. In elk geval is meting op of vóór overslag het beste. Daarna wordt namelijk afval uit verschillende voertuigen gemengd, en is niet meer te achterhalen uit welke wijk of gemeente het materiaal komt. Sorteeranalyses leveren zeer gedetailleerde informatie over de samenstelling van afval. Structureel uitgevoerde sorteeranalyses op de overslag zouden daarom heel bruikbaar zijn mits men er genoeg uitvoert voor een representatief

beeld. Dit is echter duur en daarom zien de geïnterviewden deze sorteeranalyses als beperkt haalbaar. Weging op elk punt in de keten en het daarmee opstellen van een massabalans zien de geïnterviewden als bruikbaar, maar lastiger haalbaar omdat overal consistent gemeten en vastgelegd moet worden. Een groot voordeel van de massabalans is dat hiermee focus komt op kwaliteit door de hele keten heen in plaats van vervuiling bij inzameling als maatstaf voor kwaliteit. Een groot nadeel van een massabalans is dat de resultaten in de keten meestal niet te herleiden zijn naar gemeente of wijk niveau. CONCLUSIE Veel meetmethoden die geschikt zijn voor monitoring en toetsen van beleidsdoelstellingen, zijn niet bruikbaar voor ge-

meenten om te sturen op kwaliteit. Zo bieden sorteeranalyses gemeenten te weinig inzicht om te sturen op kwaliteit. Ondanks de enorme hoeveelheid sorteeranalyses die nu al in de keten worden uitgevoerd, is dit niet frequent en omvangrijk genoeg voor een dekkend overzicht. Voor sturing op kwaliteit zijn doorlopend gegevens nodig van álle inzamelpunten en -routes. Structurele metingen bij inzameling worden daardoor als meest bruikbaar én haalbaar gezien om gemeenten inzicht in kwaliteit van afvalstromen te geven. Deze metingen hebben een hoog detailniveau. Vervuiling is te herleiden naar wijkniveau en soms zelfs huishouden. Dit stelt de gemeente in staat om ook actie te ondernemen om kwaliteit van specifieke afvalstromen te verbeteren, bijvoorbeeld door directe feedback aan huishoudens of gerichte communicatie voor specifieke wijken. Door een combinatie van structurele metingen bij inzameling en feedback richting huishoudens kan de gemeente ook directer sturen op kwaliteitsverbetering. Vanuit het nieuwe VANG programma, met een focus op kwaliteit, wordt ook gekeken naar (nieuwe) manieren om snel en goed inzicht te krijgen in de kwaliteit van afvalstromen.

MEETPUNT Inzameling

Overslag

Sorteren

De inzameling is het vroegst mogelijke meetpunt, dat vaak aan huishouden of wijk te koppelen is, afhankelijk van inzamelings-systematiek.

De inkomende stromen worden verwerkt tot bruikbare grondstoffen of energie.

De inkomende stromen worden verwerkt tot bruikbare grondstoffen of energie.

Verwerken De inkomende stromen worden verwerkt tot bruikbare grondstoffen of energie.

MEETMETHODE Keuren Aangeboden materiaal wordt visueel gekeurd op de aanwezigheid van stoorstoffen.

Protocol Aangeboden materiaal gaat langs een gedetailleerde checklist met veel voorkomende stoorstoffen.

Wegen Aangeboden materiaal wordt gewogen bij aankomst en vertrek bij het meetpunt.

Sorteeranalyse Aangeboden materiaal wordt volledig gesorteerd via vooraf opgestelde categorieën.

GRAM #03 april 2022 | 15




MEER EN HOOGWAARDIGER RECYCLEN Nieuwe Europese doelstellingen voor recycling van ‘stedelijk afval’ moeten een betere recycling van afval bewerkstelligen. De lat komt hoger te liggen en het zal wat vragen van gemeenten. Onder andere wordt de verderop in het verwerkingsproces verwijderde vervuiling bij het restafval opgeteld. Maar het doel is zuiverder: liever meer hoogwaardige PET en PE-recycling dan meer ‘bermpaaltjes’ van een plastic mix. De rol van de gemeenten zal wat veranderen.

N

TEKST & BEELD: RENÉ DIDDE BEELD: OLIVIER MIDDENDORP, ANP

ederland kent VANG-doelen, zoals de maximaal 100 kilogram restafval per inwoner per jaar in 2020. Dit werd 180 kilogram. We hebben scheidingsdoelen om zoveel mogelijk gft-afval, oud papier, glas en kunststoffen uit het restafval te houden. Dat moest 75 procent zijn in 2020. Deze doelen zijn nu verder geëvolueerd met een recycle-doelstelling. Globaal moet in 2025 55 procent van het stedelijk afval daadwerkelijk worden gerecycled. In 2030 is dit 60 procent en in 2035 65 procent. Alle Europese lidstaten zijn hier volgens de afspraken in de Europese Kaderrichtlijn Afvalstoffen (KRA) aan gehouden. “De nieuwe doelen zijn strenger, want de percentages zijn gebaseerd op het daadwerkelijk vóór de finale stap

18 | GRAM #03 april 2022

in het verwerkingsproces gemeten afval voor recycling”, zegt Guus van den Berghe van het Uitvoeringsprogramma VANG–Huishoudelijk Afval (VANG-HHA) bij Rijkswaterstaat. Het gaat dus bijvoorbeeld om de werkelijke hoeveelheid kilogrammen gft-afval die de composteertunnel ingaat, en niet de in groene kliko aangeboden hoeveelheid gft-afval aan de straat inclusief de mogelijk nog aanwezige vervuiling. “Het gaat dus niet langer om de hoeveelheid ingezameld gft-afval op de weegbrug.” Een ander voorbeeld is een uitgesorteerde baal met PET, waar de verwerker later nog de PP-doppen moet verwijderen om de gewenste hoogwaardige recycling van PET te realiseren. Als die PP niet apart gerecycled wordt, leidt dit tot meer ‘rest’afval en minder recycling.


STEDELIJK AFVAL De recycledoelen van de Europese Kaderrichtlijn Afvalstoffen (KRA) gelden voor ‘stedelijk afval’. Daaronder wordt niet alleen huishoudelijk afval verstaan. Al het met huishoudelijk afval vergelijkbaar afval valt hieronder waaronder het afval van bedrijven als kantoren, diensten en onderwijs (KWD-afval). “Stedelijk afval is een al langer bestaand begrip dat veel lidstaten hanteren”, zegt Van den Berghe. Municipal solid waste, ofwel MSW, is hier in Nederland nooit van de grond gekomen doordat we het in de Wet Milieubeheer hebben gesplitst in huishoudelijk afval (met een zorgplicht voor gemeenten) en KWD-afval (waar bedrijven voor verantwoordelijk zijn). Volgens Van den Berghe kunnen de recycle-doelstellingen naast de inzamel- en scheidingsdoelen blijven bestaan. “In mijn optiek staan deze doelen en ambities elkaar tot dienst. Om te komen tot een hoogwaardige recycling is afvalscheiding nodig van schone en kwalitatief hoogwaardige afvalstromen, wat uiteindelijk leidt tot minder restafval.”

GUUS VAN DEN BERGHE, RWS: "OM TE KOMEN TOT EEN HOOGWAARDIGE RECYCLING IS AFVALSCHEIDING NODIG VAN SCHONE EN KWALITATIEF HOOGWAARDIGE AFVALSTROMEN, WAT UITEINDELIJK LEIDT TOT MINDER RESTAFVAL." Dat neemt niet weg dat er veel meer informatie over en weer moet gaan in de keten van afvalinzamelaars, scheiders, verwerkers en recyclebedrijven. VANG-HHA zal informatie moeten ontsluiten tussen alle schakels in de keten. Een composteerder weet bijvoorbeeld dat voor elke 100 kilogram ontvangen gft-afval vier kilogram vervuiling en stoorstoffen verwijderd worden voordat de feitelijke compostering kan gaan plaatsvinden, rekent hij voor met fictieve getallen. De aanvankelijke 100 kilogram wordt dan bijgesteld tot 96 kilogram gerecycled gft-afval. ROL VAN DE GEMEENTE GAAT VERANDEREN De nieuwe manier van denken zal er zeker toe leiden dat veel gemeenten per saldo met meer restafval te maken krijgen en dat het VANG-doel van honderd kilogram per persoon per jaar te verbranden restafval in eerste instantie verder uit zicht komt. “Dat klopt”, zegt Van den Berghe. “We moeten ons niet blind staren op dat VANG-doel-getal. Het gaat om een eerlijke berekening in alle lidstaten van Europa met meer recycling van betere kwaliteit als doel.” Hij schat in dat de huidige cijfers van gescheiden ingezameld huishoudelijk afval van 62 tot 63 procent gelijk staan aan 52 – 53 procent recycled afval volgens de nieuwe definities.

De rol van de gemeenten zal echter wel wat veranderen. “We hopen dat gemeenten goed en nog beter gaan inzamelen en scherper op de kwaliteit kunnen sturen als er straks nauwkeurige informatie uit de keten verderop beschikbaar komt”, zegt Van den Berghe. “Een gemeente die bijvoorbeeld meestal goed gft-afval aanlevert, maar straks te horen krijgt dat er op dinsdag in de even weken steevast een grote partij wordt afgekeurd, kan dan in de inzamelgegevens terugvinden in welke wijk er iets fundamenteel mis is. Daar kan dan meer voorlichting en handhaving gaan plaatsvinden.” SPANNEND Bij VNG voorziet adviseur Leefomgeving Kees van der Laan van gemeente Rotterdam een nieuwe, ‘spannende’ samenwerking in de keten van afvalbedrijven. “We zullen meer moeten overschakelen van het denken in VANG-kilo’s naar gerecyclede kilo’s”, valt Van der Laan RWS-man Van den Berghe bij. Er zullen nieuwe VANG-doelen moeten worden geformuleerd en nieuwe percentages worden uitgewerkt. “We hebben nog niets daarover afgesproken, ook niet over financiële aspecten van de nieuwe wending.” Hij wil nog niet teveel vooruit lopen op de ontwikkelingen, maar voor Van der Laan staat wel één ding vast. “Gemeenten blijven de zorgplicht houden voor de inzameling van huishoudelijk afval, maar de producenten van afval en hun branches zijn verantwoordelijk voor de recycling in het kader van de producentenverantwoordelijkheid. Vooral voor bijvoorbeeld kunststoffen en papier zijn wij te vaak op de stoel van de producenten gaan zitten, door ons zelf recyclingdoelen op te leggen en ons te willen verantwoorden voor zaken die feitelijk verderop in de keten thuishoren. Dat moeten we niet meer doen. Wij zorgen voor een zo goed mogelijke inzameling, de andere ketenspelers zorgen voor optimale recycling.”

KEES VAN DER LAAN, GEMEENTE ROTTERDAM: "WE ZULLEN MEER MOETEN OVERSCHAKELEN VAN HET DENKEN IN VANG-KILO’S NAAR GERECYCLEDE KILO’S." Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat noemt de aanpassingen een goede zaak. “Er wordt berekend wat er daadwerkelijk wordt gerecycled, dus wat bijdraagt aan de circulaire economie. Beiden bevorderen afvalscheiding en verminderen restafval”, aldus een woordvoerder. Het vraagt wel wat van gemeenten. “We ondersteunen ze door per materiaalstroom uniforme wel/niet lijsten aan te bieden. Daarnaast stellen we plannen en handreikingen op voor de aanpak van vervuiling in materiaalstromen, zoals voor gft-afval en textiel”, aldus het ministerie. "We integreren de verschillende gegevensstromen en maken jaarlijks de balans op. In overleg met de ketenpartners gaan we dan kijken waar aanvullende actie nodig is. Zo werken we actief samen om tot een hogere kwaliteit van ingezamelde stromen te komen ten behoeve van recycling.”

GRAM #03 april 2022 | 19


[Advertorial] MATRAS RECYCLING EUROPE:

STREEFT NAAR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE

“Duurzaamheid is het bestaansrecht van MRE”, vertelt Ruud Kortink, oprichter en eigenaar Matras Recycling Europe. “En duurzaamheid bestaat bij ons uit twee onderdelen: grondstoffen en materialen recycling én de carbon footprint van onze eigen processen verlagen. We zamelen de matrassen in, de verwerking vindt geheel plaats binnen het bedrijf met als resultaat verschillende eindprodukten waar voldoende vraag naar is.” MRE haalt op het moment al 20 verschillende materialen uit de matrassen en het streven is dit naar 26 te brengen. RECYCLEN “Iedere dag recyclen we met MRE tussen de 2000-2500 matrassen. De matrassen die binnenkomen zijn tussen de 5 en 70 jaar oud en hebben een gevarieerd bronmateriaal. Waar de recycling van matrassen over het algemeen heel goed gaat, is dat bij de matrassen die langs de straat worden gezet nog niet het geval. In dat geval moet de gemeente de matrassen ophalen en dat gebeurt in de meeste gevallen niet op tijd. Voor het recyclen van matrassen is het belangrijk dat deze op tijd, binnen een dag, worden opgehaald. Ligt een matras langer op straat dan raakt het matras zo bevuild dat het niet meer gerecycled kan worden en bestaat er ook de kans dat het matras gaat schimmelen. Ook dan kan het matras niet worden gebruikt voor recycling. Gemeenten zijn wettelijk verplicht om matrassen apart in te zamelen en dat kost hen heel veel geld. Tegelijkertijd rijden mensen niet graag naar de milieustraat. Het snel ophalen van de matrassen, door de gemeente en door ons, is dus van belang om matrassen beter te kunnen recyclen en om de mensen die van hun matras af willen te ontzien.”

BELGIË Kortink: “Het afgelopen jaar zijn we ongelooflijk druk geweest met de uitbreiding naar België. Op Europees niveau is er ontzettend veel aandacht voor de ontwikkeling in België, waar consumenten worden belast bij aankoop van een matras met een recyclingsbijdrage. Hiermee neemt ook de producentenverantwoordelijkheid toe. Deze bijdrage voor recycling van matrassen is ook aanstaande in Nederland. De vijf grootste producenten van matrassen in Nederland hebben het initiatief genomen en het zogeheten ‘vrijwillige producentenverantwoordelijkheid’ gestart. Dan geldt voor de gehele sector dat de producenten van matrassen gaan opdraaien voor de kosten van recycling”. De afgelopen jaren is de inzameling door Matras Recycling Europe ook in Nederland opgeschaald. ‘Met de nieuwe vestiging in Tilburg kunnen we per jaar ongeveer een miljoen matrassen verwerken en vanuit de steden zijn dat er 300.000.” 20 TOT 26 MATERIALEN Kortink: “Het overgrote deel, ruim tachtig procent, van de materialen die wij uit de matrassen halen wordt hergebruikt. De materialen worden ingezet om bijvoorbeeld yogamatten, judomatten en vloerisolatie van te maken.” Om in de toekomst nog meer materialen te kunnen recyclen, is samenwerking met de producenten noodzakelijk. “Alle grote producenten in Nederland zijn daarom nu bezig om hun matrassen anders te gaan ontwerpen, zodat matrassen makkelijker uit elkaar te halen zijn.” De onderdelen mogen niet meer aan elkaar gelijmd worden en er moet een ander soort schuim worden gebruikt. Pas dan kan er van een oud ingezameld matras ook echt weer een volgend matras worden gemaakt.

GA VOOR MEER INFORMATIE NAAR WWW.MATRASRECYCLINGEUROPE.COM


ERP-SYSTEMEN ZIJN AAN VERNIEUWING TOE Alles in één pakket, dat was de gedachte toen gemeenten en afvalinzamelaars eind jaren negentig hun bedrijfsprocessen gingen digitaliseren. Deze zogeheten ERP-systemen zijn nu aan vernieuwing toe. Waar moet je als inzamelaar op letten, als je toe bent aan verandering?

“S

TEKST: HETTY DEKKERS BEELD: RICHARD BROCKEN, ANP

inds de laatste paar jaar zie je duidelijke veranderingen”, zegt Erik Verschoor, directeur van CleVer Consultancy. “De ERP-pakketten waren wel meegegroeid met de ontwikkelingen, maar ze zijn van oudsher georiënteerd op de breedte, zoveel mogelijk functies in één pakket. Ze missen de diepte, en daar lopen inzamelaars nu tegenaan. Zij hebben tegenwoordig meer behoefte aan gespecialiseerde softwarepakketten. Denk aan een applicatie voor een chauffeur, die actuele informatie moet kunnen geven over optimale routes, vulgraadmeting enzovoort. Wat ook meespeelt, is dat eigen medewerkers en vooral burgers meer informatie willen. Wanneer kunnen ze hun bak buiten zetten, zit die ondergrondse container vol, waar kunnen ze terecht met een klacht, burgers willen dat digitaal kunnen volgen. Als inzamelaar moet je rekening houden met de veranderende wensen van de inwoners.” BASISPROCESSEN Volgens Verschoor betekenen de nieuwe ontwikkelingen nog niet dat ERP-achtige systemen afgedaan hebben. “ERP blijft een goed systeem voor het registreren van je basisprocessen. Maar daarnaast kun je meer de diepte in gaan met gespecialiseerde, nieuwe applicaties. Die software moet uiteraard goed te koppelen zijn aan je bestaande systemen. Maar ontwikkelaars weten al dat hun gespecialiseerde applicaties op zichzelf niet kunnen draaien, dus zij zullen ze vaak al zodanig bouwen dat ze gericht zijn op koppelen.” Wat Verschoor merkt in de praktijk, is dat veel gemeenten en inzamelaars nog bang zijn voor nieuwe applicaties. “Op de eerste plaats

zijn ze huiverig voor wat er gebeurt als ze afscheid moeten nemen van een applicatie waar ze twintig jaar mee gewerkt hebben. Dan valt er uiteraard een gat, dat door de nieuwe, nog onbekende software ingevuld moet worden. Wat ik ook vaak hoor, is dat ze graag applicaties willen die hun bruikbaarheid en kwaliteit al bewezen hebben. Dat is lastig, want het gaat om vrij nieuwe applicaties, die nog ingezet moeten gaan worden.” EINDGEBRUIKERS Verschoor raadt gemeenten en inzamelaars aan zo goed mogelijk samen te werken, zodat ze samen nieuwe applicaties aan kunnen schaffen die goed functioneren en die iedereen kan gebruiken. Ook adviseert hij naar de toekomst te kijken. “Thema’s als circulariteit en producentenverantwoordelijkheid zullen de komende jaren een steeds belangrijkere rol gaan spelen, denk daar vast aan als je je wensen in kaart brengt. Uiteindelijk zullen de eindgebruikers, dat zijn de burgers, voor een groot deel bepalen hoe je software eruit moet zien. Klanten raken gewend aan de dienstverlening van bedrijven als Bol.com en Coolblue, dat willen ze op termijn van hun gemeente ook. ‘Mijn container zit vol, kunnen jullie hem morgen komen legen’, daar gaan we naartoe. Inzamelaars zullen moeten omschakelen naar meer vraag gestuurd werken, daar ben ik van overtuigd. Ik hoor ook al dat pakketbedrijven interesse krijgen voor het ophalen van droge grondstoffen, zoals papier en glas. Ze willen vol de wijk inrijden en liefst vol er weer uit, met grondstoffen die geld opleveren. Als inzamelaar moet je rekening houden met dat soort ontwikkelingen, want als het financieel interessant is, kunnen ook andere partijen mee gaan doen met afval inzamelen.”

GRAM #03 april 2022 | 21


INGEWIKKELD EN DUUR Frits de Haas is eigenaar van Dolfri Management & Consultancy, een bedrijf dat onder andere overheidsgedomineerde afvalbedrijven ondersteunt met procesoptimalisaties, projectmanagement en ICT-oplossingen. Volgens hem wordt ERP al veelal gekoppeld aan externe softwarepakketten voor bijvoorbeeld weegsystemen, sensoring en fiscalisering. “Tien, twintig jaar geleden was uitsluitend ERP het uitgangspunt”, zegt hij. “De inrichting van zo’n systeem was ingewikkeld en duur, het leverde veel maatwerk op. Het werd vooraf opgesteld met een uitgebreid plan van aanpak met veel afhankelijkheid van de leverancier. Integrale digitalisering was nog een enorme uitdaging en koppelingen met andere systemen nog niet vanzelfsprekend.” Nu is er veel veranderd, aldus De Haas. “De laatste jaren wordt er veel gewerkt met SAAS-oplossingen, bestaande software die online wordt aangeboden en niet bij de klant zelf wordt geïnstalleerd (on Premise). Gebruikers van SAAS moeten het met de beschikbare functionaliteiten doen, maatwerk bestaat eigenlijk niet meer, maar de SAAS-oplossingen voorzien dan ook vrijwel altijd in de gangbare processen. Vergaande en toekomstbestendige digitalisering is nu een vanzelfsprekendheid. Integratie met omliggende systemen (API’s) en digitale samenwerking met de klanten en burgers zal alleen maar toenemen in de toekomst.”

VEROUDERDE SOFTWARE De digitale wereld is dus sterk aan het veranderen. Als inzamelaars en verwerkers gebruik blijven maken van verouderde software, kan dat problemen geven, aldus De Haas. “Zolang de leverancier het systeem in de lucht houdt en de wet- en regelgeving blijft implementeren, kan die oudere software nog best lang meegaan. Maar als de gebruiker nieuwe ontwikkelingen wenst, of de klant vraagt om meer digitalisering, dan zal de druk op vernieuwing sterk toenemen.” Voor gemeenten, inzamelaars en verwerkers die toe zijn aan nieuwe software heeft De Haas wat tips. “Omdat het veelal SAASoplossingen zijn, is het zaak goed te kijken naar de beschikbare functionaliteiten. Want daar moet je van uitgaan en niet van je eigen specifieke wensen. Pas je processen aan de applicatie aan en bedenk voor de processen die echt niet passen in de SAAS- oplossing én die niet aangepast kunnen worden, workarounds in je eigen organisatie.” Aanbieders van ERP-achtige software wil hij adviseren goed te luisteren naar strategische en tactische wensen van groepen klanten met vergelijkbare dienstverlening. “Zorg voor goede koppelingsmogelijkheden met alle denkbare systemen om de applicatie heen. Veel klanten werken in de markt samen, zorg dat ze ook binnen de applicatie samen kunnen werken.”

40 jaar of ouder? Meet jaarlijks je bloeddruk! Kijk op hartstichting.nl/bloeddruk

Vind jij textielhergebruik belangrijk? Doe mee van 20 tot 27 april 2022. Kijk op www.WeekvanTweedehandsTextiel.nl of mail naar actie@rehare.nl de week van tweedehands textiel is een initiatief van

22 | GRAM #03 april1 1_4_li_GRAM_190x62mm_A.indd

2022

22-2000-0290-01 GRAM 2022 april

17-03-2022 09:32


EVEN VOORSTELLEN: RALPH PETERS, ADVISEUR PUBLIC AFFAIRS BIJ DE NVRD Mijn naam is Ralph Peters, ik ben 29 jaar oud en werk sinds juni afgelopen jaar als adviseur public affairs bij de NVRD. Dat houdt in dat ik de belangen van de NVRD behartig in politiek Den Haag. Vanaf deze maand ben ik daarnaast ook geregeld te vinden in Brussel, waar ik vanuit de NVRD in gesprek ga met onze collegabrancheverenigingen uit heel Europa. de belangrijkste nieuwe beleidswijzigingen wordt echter altijd een brief gestuurd naar de Tweede Kamer. Kamerleden hebben vervolgens de mogelijkheid om hierover twee keer per jaar met elkaar te debatteren. Dat zijn tegelijkertijd ook de momenten waarop Tweede Kamerleden het beleid van de staatssecretaris door middel van vragen en/of moties de door hun gewenste richting op kunnen duwen.

Maar terug naar het Haagse, want daar ben ik hoofdzakelijk te vinden. In den Haag werken iedere dag tientallen mensen op verschillende ministeries aan de transitie naar een circulaire economie. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) is hierbij de kartrekker en voor de NVRD de belangrijkste speler. Dat komt ook omdat afvalbeleid bij (IenW) is ondergebracht. Beleid maken vindt voornamelijk op de achtergrond plaats. We zien daar dus niet veel van. Ook in de Tweede Kamer wordt er lang niet altijd gedebatteerd over elk besluit dat wordt genomen op het vlak van wet- en regelgeving dat onze branche raakt. Over

ONDERWERPEN AGENDEREN Eigenlijk het hele jaar door, maar vooral in aanloop naar deze debatten, onderhoud ik contacten met Kamerleden en hun medewerkers om de punten die voor de NVRD en haar leden belangrijk zijn, onder de aandacht te brengen. Dat kan enerzijds door onderwerpen te agenderen en anderzijds door onze visie op bepaalde voorstellen van het kabinet met politieke partijen te delen. Ook organiseer ik samen met mijn collega’s op het bureau en met onze leden regelmatig werkbezoeken, zodat Kamerleden een beter idee krijgen van waar de NVRD-leden zich dagelijks vol enthousiasme en energie mee bezig houden. Dat was vanwege COVID-19 natuurlijk niet makkelijk afgelopen tijd. Maar nu Nederland steeds meer van het slot komt, zullen we ook steeds meer Kamerleden uitnodigen om kennis te maken met onze prachtige branche!

Sinds ik hier werk, is mij één ding zeker duidelijk geworden. De NVRD en haar leden spelen een onmiskenbare rol in de transitie naar een circulaire economie. Zeker ook omdat wij eigenlijk de enige publieke schakel zijn in de afvalketen, zie ik het als een taak van de NVRD om te strijden voor een circulaire samenleving, met zo min mogelijk afval. Ik noem dat bewust, want bij andere partijen die veel invloed hebben op het afvalbeleid, merk ik toch wel vaker dat zij dit maatschappelijke belang van een circulaire economie op de tweede plek zetten en zich in eerste instantie laten leiden door het bedrijfsmatige belang van kostenefficiëntie. Des te meer reden voor ons om daar een goed publiek tegenwicht aan te bieden. Voor de komende tijd heb ik een helder doel voor ogen: bij een veel groter en breder publiek bekendmaken waar onze leden zich dagelijks voor inzetten. Want nog te vaak zijn ze in Den Haag bezig met allerlei beleid te maken zonder de stem van de uitvoering te horen. En juist als die stem en dat belang beter gehoord worden, kunnen we echt stappen zetten naar een circulaire samenleving met zo min mogelijk afval!

GRAM #03 april 2022 | 23


Scan QR RS INWONE FT+E MEER G ? HEIDEN C S N E T LA ’t

en in ‘Kampio Groen’ n a v n e scheid

De Bries helpt jouw gemeente om Groente- Fruit-, Tuinafval en Etensresten door inwoners te laten scheiden! Wil jouw gemeente haar inwoners stimuleren om meer GFT+E te scheiden en de kwaliteit hiervan te verbeteren? En daarmee restafval te verminderen? Een mooie ambitie waar De Bries graag bij helpt! Wij bieden verschillende oplossingen aan zoals o.a. toekomstscenario’s voor afvalinzameling of een nieuw afval- en grondstoffenbeleid. Maar ook ondersteuning in de uitvoering van beleid en maatregelen. Van het verspreiden van keukenemmertjes tot gedragsanalyse en het organiseren van inwonersbijeenkomsten. We ontwikkelen unieke en effectieve communicatiecampagnes om gedragsverandering te realiseren en inwoners te activeren. Een mooi voorbeeld hiervan is Kampioen in ‘t scheiden van Groen.

Meer informatie?

Wil je meer weten of ben je benieuwd naar de mogelijkheden om GF+E te scheiden in hoogbouw? Scan dan de QR-code (www.debrieswebshop.eu/gfte-verbeteren) of bel naar +31(0)40 780 25 51

Etensresten scheiden? De Bries biedt o.a. Speciale keukenemmertjes Composteerbare afvalzakjes Communicatiecampagnes inwoners Toekomstscenario’s afvalinzameling GF+E scheiding in hoogbouw Totale ontzorging

De Bries | Waldeck Pyrmontstraat 5 | 5652 AD Eindhoven | www.debries.eu |

www.debrieswebshop.eu

040 780 25 51


PRODUCENTENVERANTWOORDELIJKHEID MOET EN KAN BETER Onderzoek van de Universiteit van Utrecht bevestigt wat gemeentelijke en publieke afvalinzamelaars al wisten: hun onderhandelingspositie met producenten/importeurs wordt door de huidige regelgeving ondermijnd. De rekening blijft vervolgens voor een groot deel bij de inwoners liggen, want de kosten die producenten niet dekken, leiden tot een hogere afvalstoffenheffing. Het onderzoek wijst ook uit dat de zogeheten producentenverantwoordelijkheid in de huidige vorm lang niet zo effectief bijdraagt aan een circulaire economie in 2050 als wordt gehoopt: het systeem stuurt vooral op de laagste kosten in de afvalfase in plaats van op verduurzaming in de hele keten. “Het principe van de vervuiler betaalt, leidt nu tot de vervuiler bepaalt,” aldus Wendy de Wild, directeur NVRD. “Het onderzoek laat zien dat wij als gemeentelijke inzamelaars in een houdgreep zitten. Dat gevoel herkennen we, goed dat dit nu wetenschappelijk is onderbouwd.”

FACTSHEET AANBESTEDINGSRECHT: NIEUWE GIDS PROPORTIONALITEIT PER 1 JANUARI 2022 NVRD-leden organiseren regelmatig aanbestedingsprocedures, bijvoorbeeld voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval of de inkoop van (circulaire) minicontainers. Ook komt het voor dat NVRD-leden zelf op een aanbesteding inschrijven. Om een aanbestedingsprocedure voorspoedig te laten verlopen, worden rechtsverwerkingsclausules opgenomen. Deze komen erop neer dat inschrijvers tijdig moeten klagen over onvolkomenheden in een aanbesteding. Doen ze dat niet, dan verliezen ze hun recht om na inschrijving alsnog bezwaar te maken. Rechtsverwerkingsclausules worden door inschrijvers vaak als onredelijk ervaren. Per 1 januari 2022 zijn daarom nieuwe regels in werking getreden Deze moeten zorgen voor een redelijke(re) toepassing van rechtsverwerkingsclausules. De factsheet is te vinden in websitedossier ‘Veelgestelde juridische vragen’.

GEMEENTELIJK GRONDSTOFFENCONGRES EEN GROOT SUCCES Met bijna 500 bezoekers, een speciale nieuwsshow van De Speld, 20 deelsessies en een gezellige netwerkborrel was het Grondstoffencongres 2022 een groot succes. In de deelsessies kwamen veel onderwerpen aan de orde met allemaal als overkoepelende thema: circulariteit. Van

COLUMN

NIEUWS

Foto: Bart van Dieken

Coachen Tussen het hollen door moet je af en toe even stilstaan. Hoewel dat in de week waarin ik dit schrijf een serieuze uitdaging was, bezocht ik een seminar waar onder meer een beroemde sportcoach zijn wijsheid deelde. Gebiologeerd luisterde ik naar tal van voorbeelden waarin hij uitlegde wat wel en niet werkt. Te veel druk zetten op zijn spelers, focussen op wat er niet goed ging. Mensen laten trainen op dat ene wat ze niet goed beheersen. Als team richten op zaken buiten je cirkel van invloed. Allemaal voorbeelden van wat niet werkt. Positief coachen, mensen waarderen om wat ze allemaal wél goed doen, dát is de sleutel. U kent het waarschijnlijk allemaal wel – goede reflecties die je af en toe weer op moet poetsen. Al luisterend dacht ik althans doorlopend: “oh ja, wist ik wel, toch weer fout gedaan”. Of: “van alle zaken waar ik mee bezig ben, dit aspect toch vergeten”. ’s Avonds lag ik de hele sessie nog eens door te mijmeren. En ineens dacht ik: als positief coachen de sleutel is, waarom heb ik na deze sessie dan vooral het gevoel dat ik alles fout doe? Ik heb de beste man toch heel wat keren horen melden dat ‘wij uit het bedrijfsleven de dingen niet zo handig aanpakken als men in de topsport doet’. Dat buiten de sport nog niet goed wordt gemeten, gehandeld, gecoacht. Nu ontken ik zeker niet dat daar een kern van waarheid in zit. Mijn mensen lopen niet met een GPS tracker rond, en stappen niet verplicht in een ijsbad om sneller te herstellen. En ook waar het de laagdrempeliger adviezen betreft, kan ik nog veel leren. U wellicht ook. Maar als positief coachen ‘key’ is, dan: complimenten voor hoe goed wij als sector bezig zijn! Met de dagelijkse inzet op duurzaamheid. Met een Week van de Afvalhelden (en de Vakdag 22 juni) om onze mensen te waarderen. Met een geweldig jaarcongres in Vlissingen straks, waar we terugkijken op een succesvol Grondstoffencongres en Gladheidbestrijdingscongres. En nog veel meer. Wij Afvalhelden bruisen. Tsjakka!

UPV en het nieuwe VANG-programma tot concrete inspirerende voorbeeldcases en innovatieve producten en diensten.

Wendy de Wild directeur NVRD

GRAM #03 april 2022 | 25


‘GROENE’ OLIE UIT HOUTRESIDU VERTREKPUNT NAAR MEER

FOSSIELVRIJE PYROLYSE VOLOP IN ONTWIKKELING Met pyrolyse van houtresidu spelen Twence en technologie-ontwikkelaar BTG in op de fossielvrije ambities van bedrijven en overheden. Naast bio-olie is de scope inmiddels verbreed naar nieuwe producten. TEKST: PIETER VAN DEN BRAND BEELD: TWENCE/BTG

De pyrolysefabriek van Twence.

T

wence nam zo’n vier jaar geleden de pyrolysefabriek van technologie-ontwikkelaar BTG Biomass Technology Group over. De fabriek in Hengelo op 1,5 kilometer van het complex met onder meer de afvalenergiecentrale van Twence is flink uitgebreid. Een nieuwe opslagsilo maakt de verwerking van meer biomassastromen mogelijk. “In het begin gebruikten we niet-recyclebaar houtresidu, zoals het zeefsel van pellets”, vertelt Ido

26 | GRAM #03 april 2022

Sellis, business development manager. “Nu kunnen we een breder palet van stofrijke biomassa inzetten, zoals zaagsel en mogelijk ook vlas. Inputmaterialen moeten zo homogeen mogelijk zijn voor het pyrolyseproces. Maar we krijgen de techniek steeds beter in de vingers en voorzien dat we op termijn meer divers samengestelde stromen kunnen verwerken. Pyrolyse is een zeer interessante techniek, en nog volop in ontwikkeling. Je kunt er biomassastromen mee verwerken tot hoogwaardige brand-

stoffen en grondstoffen. Er is een platform voor tal van nieuwe producten ontstaan. Net zoals ruwe aardolie de bron voor allerlei producten is, hebben wij een biogene koolstofbron ontdekt met dezelfde potentie.” De duurzame pyrolyseolie gaat voor een groot deel als brandstof naar de melkpoederfabriek van FrieslandCampina in Borculo, die er stoom mee produceert voor het verdampen van vloeibare melk naar poeder. Twence klopte op het juiste moment aan


bij het zuivelbedrijf, dat op het punt stond een nieuwe stoomboiler aan te schaffen. Pyrolyse-olie bleek uitstekend te passen in de ambitie het gebruik van aardgas te verminderen en de CO2-footprint te verlagen. Met de gassen die na het pyrolyseproces overblijven, wekt Twence stoom op voor de naastgelegen zoutfabriek van Nobian (voorheen AkzoNobel). “Alles viel toen prachtig samen”, vertelt Sellis. “Het benutten van wat er aan energie in het restmateriaal overblijft, maakt het circulaire plaatje rond.” Twence verwacht de capaciteit van de Empyrofabriek (jaarlijks 25 duizend ton bio-olie) door optimalisaties met ruim een derde op te kunnen voeren. Een van de opties waar het bedrijf op broedt is de bouw van kleinschalige pyrolyse-installaties, om stroom op te wekken op plekken waar het net congestieproblemen heeft. Verder kijkt Twence samen met BTG naar de productie van biobased grondstoffen uit pyrolyse-olie. TOEKOMST Even verderop in Enschede schetst ceo René Venendaal van BTG Biomass Technology Group de goudomrande toekomst van pyrolyse. BTG verkocht de Empyro-fabriek aan Twence, omdat het als puur technologiebedrijf geen interesse heeft als olieproducent actief te zijn. De commercieel beschikbare technologie wordt door zusterbedrijf BTG Bioliquids uitgerold. In Zweden en Finland zijn al pyrolysefabrieken gerealiseerd. De Finse fabriek is eigendom van een bio-raffinagebedrijf, dat er reststromen van houtzagerijen in verwerkt. Een van de afnemers van de bio-olie is de warmtecentrale van een Fins energiebedrijf, dat eind 2030 volledig CO2-neutraal wil zijn. De fabriek in Zweden draait op zaagsel uit de houtindustrie en is eigendom van een houtverwerkingsbedrijf dat een joint-venture heeft opgericht met een olieraffinagebedrijf om de pyrolyse-olie op te werken in diens raffinaderij. Naast deze eerste fabrieken zitten er flink meer installaties in de pijplijn. “Het ziet er allemaal veelbelovend uit”, zegt Venendaal. De R&D-inspanningen van BTG zijn daarnaast gericht op het upgraden van ruwe pyrolyse-olie voor de productie van biobased grondstoffen en materialen. “We fractioneren de pyrolyse-olie om van componenten nieuwe toepassingen te maken”, verduidelijkt Venendaal. Het bedrijf heeft een pilot-

fractioneringsplant gebouwd (capaciteit: 3 ton per dag), die al verschillende producten kan maken: pyrolytische lignine voor de productie van harsen als alternatief voor (fossiel) fenol, pyrolytische suikers om hout te verduurzamen en diverse extracten als basis voor fijnchemicaliën, “maar ook andere producten zijn mogelijk. We willen deze nieuwe route de komende jaren opschalen in een commercialiseringstraject. Klanten kunnen straks niet alleen een pyrolysefabriek kopen, maar ook modules waarmee ze andere producten dan bio-olie kunnen maken. Stapsgewijs gaan we zo naar een bio-raffinaderij toe.” FOSSIELVRIJ De vindplaats van de fabrieken in Zweden en Finland is niet te verklaren met de in deze landen aanwezige omvangrijke hoeveelheid reststromen uit de bosbouw en de houtindustrie, die een nuttige toepassing verdienen. “Deze landen willen vooral een koppositie pakken in duurzame energie en veel eerder fossielvrij zijn dan de rest van Europa. Overheid en bedrijven willen daar echt heel graag. Financiële partijen zijn dan ook als eerste bereid in die landen te investeren”, zegt Venendaal. Niet dat Europa het af laat weten. Onder de noemer ‘Fit for 55 Package’ (55 procent minder broeikasgasemissies in 2030) presenteerde de Europese Commissie vorig jaar extra stimuleringsbeleid. Het klimaatpakket bevat subdoelen voor het bijmengen van biobrandstoffen in scheep- en luchtvaart. In de hitte van de Oekraïnecrisis maakte de Europese Commissie daar bovenop bekend de omslag naar fossielvrije bronnen nog verder te willen versnellen door de afhankelijkheid van fossiel olie en gas uit Rusland nog dit jaar met tweederde te verminderen. Ook de stijgende prijzen voor olie en gas zijn gunstig voor de ontwikkeling van duurzame procestechnologie en kunnen technieken als pyrolyse snel vleugeltjes geven. Zelf werkt BTG aan op pyrolyseolie gebaseerde brandstoffen. Deze route wordt via zusterbedrijf BTG-neXT naar de markt gebracht. “In pyrolyse-olie zitten verschillende suikers”, legt Venendaal uit. “Met fundamentele chemie kun je de olie zodanig bewerken dat ze beter op de huidige raffinageprocessen in de olie-industrie

aansluit. Bestaande raffinaderijen kunnen de in ons proces geupgrade pyrolyse-olie toepassen en ruwe olie vervangen voor de productie van biobrandstoffen. Als we de pyrolyse-olie verder opwerken, kun je al snel tot dertig à veertig procent vervanging van ruwe olie gaan.” Het proces heeft zich recent in een pilotinstallatie bewezen. BTG wil in 2024 een demonstratieraffinaderij in bedrijf nemen. “Voor het verduurzamen van industriële processen is veel interesse. Vanwege de verplichtingen vanuit Europa willen nagenoeg alle oliemaatschappijen hier zwaar op inzetten. Wij bieden hen een aantrekkelijk concept.”

PYROLYSE: SNEL OF LANGZAAM Pyrolyse is een techniek om chemische moleculen te kraken. Dat gebeurt in een reactor onder atmosferische zuurstofloze condities op zo’n 500 tot 600 graden. BTG’s technologie is gebaseerd op snelle pyrolyse. In enkele seconden worden moleculen van puur organische stromen als houtsnippers, zaagsel en bermgras gekraakt tot een kleine koolstoffractie en een grote hoeveelheid aan gassen die tot een roodbruine bioolie condenseren. BTG gebruikt heet zand als thermisch vliegwiel om de biomassadeeltjes razendsnel in gas om te zetten (en zo min mogelijk koolstof). Zand- en koolfracties worden met cyclonen afgescheiden en hergebruikt in het proces. De koolfractie verbrandt dan volledig. Snelle pyrolyse levert hoge gehaltes aan olie op. Langzame pyrolyse zet juist in op verkoling van biomassastromen en een klein beetje olie. Het hoofdproduct is een ‘biochar’, dat als bodemverbeteraar geschikt is. De oliefractie is bruikbaar als brandstof voor warmtenetten of als houtverduurzamingsmiddel.

GRAM #03 april 2022 | 27



NIEUW UITVOERINGSPROGRAMMA VANG HUISHOUDELIJK AFVAL Op maandag 7 maart is de nieuwe versie van het Uitvoeringsprogramma Van Afval Naar Grondstof – Huishoudelijk Afval (VANG-HHA) gepubliceerd. Wat verandert er allemaal in het programma? TEKST: ADDIE WEENK BEELD: RIJKSWATERSTAAT Sinds de start van VANG-HHA in 2015 helpt het programma gemeenten bij het gescheiden inzamelen van afval. Door efficiënte afvalscheiding verdwijnen waardevolle grondstoffen niet nodeloos in de verbrandingsoven en dragen we bij aan de circulaire economie. En met succes, in de periode van 2015-2020 daalde de hoeveelheid restafval van 240 kg naar 180 kg per persoon. Met de enorme impuls die afvalscheiding heeft gekregen is de kwaliteit van bepaalde deelstromen ook onder druk komen te staan. AANGESCHERPTE FOCUS Om tot nóg betere recycling te komen richt het Uitvoeringsprogramma VANG-HHA zich in de komende jaren op twee aspecten. Ten eerste blijft de focus liggen op het nog beter scheiden van restafval. Ongeveer tweederde van al het huishoudelijk restafval bestaat uit waardevol, recyclebaar materiaal. Te veel hiervan belandt nog steeds in de verbrandingsoven. Ten tweede richt het programma zich op het verbeteren van de ingezamelde deelstromen. Vervuiling en de aanwezigheid van stoorstoffen zorgen ervoor dat er tijdens de recycling te veel waardevol materiaal verloren gaat. Via het Uitvoeringsprogramma VANG-HHA wordt aan gemeenten algemene en specifieke kennis en ondersteuning geboden. De al-

gemene ondersteuning is gericht op integrale strategieën en systemen van afvalinzameling en op communicatie richting burgers. De specifieke ondersteuning is gericht op materiaalstromen zoals gft-afval, pmd, textiel en oud papier en karton. SITE IN EEN NIEUW JASJE Met het nieuwe uitvoeringsprogramma is ook de website in een nieuw jasje gestoken. Uitgangspunt voor de verbeteringen was een betere gebruikservaring. Kennisdocumenten zijn beter vindbaar, de algehele look & feel heeft een upgrade gekregen en navigatie en hiërarchie in de website zijn versimpeld. Zo navigeer je nog makkelijker naar informatie over specifieke afvalstromen, afvalscheiding en de recycling van materialen. Nieuwsgierig geworden? Neem een kijkje op www.vang-hha.nl. Daar kunt u meer vinden over het nieuwe programma en u kunt zich ook aanmelden voor de nieuwsbrief. In het programma VANG-HHA werken het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, NVRD en VNG samen aan meer preventie en hergebruik van huishoudelijk afval. Informatie of vragen? Bel met 06-46935784.

GRAM #03 april 2022 | 29


BRANCHE AGENDA

NIEUWS

14 april 2022 Hart van Holland Nijkerk

GEZONDE BODEM CRUCIAAL

Gladheidbestrijdingscongres 2022

Bio-afbreekbare en composteerbare plastics kunnen bijdragen aan hoogwaardig bio-afval. Dat bio-afval kan weer worden gebruikt voor de productie van compost en mest die de bodem vruchtbaarder maakt, aldus branchevereniging EuropaBio. De vereniging wijst erop dat industriële biotechnologie het duurzaam verbouwen van gewassen en de bodemgezondheid kan ondersteunen en alternatieven biedt voor fossiele producten.

12 mei 2022 Brussels Expo Vakbeurs Openbare Ruimte

18-19 mei 2022 Zeeland

AMSTERDAM NEEMT TWEE ELEKTRISCHE VUILNISWAGENS IN GEBRUIK Gemeente Amsterdam heeft twee elektrische vuilniswagens in gebruik genomen. Wethouder Jakob Wedemeijer overhandigde vorige maand de sleutels aan chauffeur Karim Majeri en reed op de wagen mee voor een proefrit. De elektrische vuilniswagens zijn de eerste twee afvalwagens met kraan die worden ingezet om ondergrondse restafvalcontainers te legen. De wagens zullen in stadsdelen Noord en Zuidoost gaan rijden. Met de wagen kan een hele dienst gereden worden zonder op te laden. Ook is de elektrische vuilniswagen stiller. Amsterdam wil in 2030 geen schadelijke uitstoot van verkeer meer hebben binnen de gemeentegrenzen. Alle weggebruikers moeten dan uitstootvrij rijden. Dus ook de gemeente zelf. Naast de vuilniswagens zijn voor het reinigen van de stad onder meer elektrische bladblazers, veegmachines, veegvuilmachines en grasmaaiers in gebruik genomen.

NVRD Jaarcongres

22 juni Nationaal Militair Museum Vakdag

IS UW STRAATWERK SCHOON EN VRIJ VAN KAUWGOM?

Ons reinigingsmiddel? Water, schoon water! VOOR

NA

Jadon garandeert u een schoon en kauwgomvrij winkelgebied. Snel en vakkundig gerealiseerd, milieuvriendelijk en met een minimum aan overlast!

(0488) 430289 info@jadon.nl www.jadon.nl

21-9000-1496-01 GRAM 2020 feb

30 | GRAM #03 april 2022 92x130mm.indd 1

16-01-2020 11


BAR voorkomt overvolle containers met dynamische routeplanning van TWS De dynamische routeplanning van ENEVO zorgt voor efficiënte en duurzame routes voor afvalinzamelaars. Door middel van slimme vulgraadsensoren in de containers worden alleen de bakken geleegd die ook écht (bijna) vol zitten. Deze slimme manier van afval inzamelen zorgt voor optimale routes, geen volle containers en schone gemeentes. BAR-Afvalbeheer is de afvalinzamelaar van de gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk. “Eén wens die we hadden was inzameloptimalisatie. We maken nu een jaar optimaal gebruik van ENEVO en onze inzameling is logischer, duidelijker en efficiënter,” vertelt Reinier Brouwer, Operationeel Manager bij BAR-Afvalbeheer.

Het nieuwe systeem werpt zijn vruchten af voor zowel BAR-Afvalbeheer, de gemeenten en haar inwoners. “Doordat containers tijdig geleegd worden, zijn onder andere het aantal ‘naast plaatsingen’ aanzienlijk verminderd in de gemeentes. Hierdoor komen er veel minder klachten binnen van inwoners en blijven de gemeentes schoon. Total Waste Systems heeft goed naar onze specifieke wensen over de vulgraad van de containers geluisterd en dit samen met ENEVO mogelijk gemaakt,” vertelt Brouwer. MET MINDER WAGENS, MÉÉR AFVAL INZAMELEN De chauffeurs van BAR-Afvalbeheer waren in het begin huiverig over het nieuwe systeem, maar zien inmiddels in dat het systeem echt vóór ze werkt. Ze halen meer vuil op dan voorheen, met minder voertuigen. Niet alleen worden chauffeurs via een tablet eenvoudig naar containers genavigeerd, maar door de eenvoud van het systeem kunnen ze ook makkelijk het legen ervan bijhouden en storingen doorgeven. “We kunnen de routeplanning blind vertrouwen en chauffeurs gerust de weg opsturen. De routes zijn optimaal ingedeeld, waardoor chauffeurs efficiënter rijden en tegelijkertijd minder CO2 uitstoten,” vertelt Operationeel Manager, Rob Wijngaards. “Actief samenwerken tussen leidinggevenden, planner, chauffeurs en de leverancier is daarbij wel noodzakelijk.”

Benieuwd naar de ervaring van BAR-Afvalbeheer met de dynamische routeplanning van ENEVO? Kijk voor het hele verhaal op onze website totalwastesystems.nl



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.