14 minute read

COVERARTIKEL

Next Article
Carin Gaemers

Carin Gaemers

Vrouw, leven, vrijheid!

Iraanse vrouwen tussen hoop en wanhoop

De vrouwenopstand in Iran raast maar door. Aanleiding was de dood van de 22-jarige Mahsa Jina Amini, nadat de zedenpolitie haar had gearresteerd omdat ze haar hoofddoek te los zou hebben gedragen. Inmiddels overspoelt een golf van massale demonstraties al maanden het land. Vier Iraans-Nederlandse vrouwen delen hun emoties en hun visie. ‘Als schoolmeisjes al hun middelvinger opsteken tegen de ayatollahs, dan is het gedaan.’

DOOR RENATE VAN DER ZEE

‘Als schoolmeisjes al hun middelvinger

opsteken naar de ayatollahs dan is het gedaan.’

Filmmaakster Beri Shalmashi (39) herinnert zich nog precies het moment waarop ze hoorde dat in Teheran een jonge vrouw in coma lag nadat de zedenpolitie haar had mishandeld.

“Zoals altijd met nieuws uit Iran, keek ik meteen op internet wat er precies aan de hand was. Ik was bang dat ze het niet zou redden en dat gebeurde ook. Ik voelde dat een spanning zich opbouwde. Alles wat zich in Iran ontvouwt, is net een film. De mensen zijn heel gevoelig voor drama en symboliek. Met deze gebeurtenis was het zaadje voor de opstand gezaaid.”

De naam van de jonge vrouw die op 16 september overleed, is nu wereldberoemd: Mahsa Amini, of beter Mahsa Jina Amini, want ze was Koerdisch en Jina was haar

Koerdische naam, die ze officieel niet mocht dragen van het Iraanse regime. Ze was gearresteerd omdat ze haar hoofddoek niet correct zou hebben gedragen en ze bezweek onder de harde klappen van de zedenpolitie. Haar begrafenis veranderde in een massademonstratie tegen het regime, waarbij woedende vrouwen hun hoofddoeken verbrandden en hun haar afknipten, toegejuicht door de menigte.

Vervolgens verspreidden zich hevige protesten over het hele land. En ze duren nog steeds voort, ondanks het extreme geweld dat het regime tegen de demonstranten inzet.

“De Iraniërs zijn al vaak in verzet gekomen, maar deze keer is het anders,” zegt Shalmashi, die een dochter is van Koerdisch-Iraanse verzetsstrijders die in de jaren tachtig naar Europa vluchtten.

“Deze protesten worden geleid door jonge vrouwen. Zij eisen tijdens de demonstraties ruimte op en krijgen die ook van mannen. Dat is schitterend om te zien.” Shalmashi heeft de afgelopen tijd allerlei interviews gegeven en sprak ook tijdens demonstraties in Nederland. “Ik probeer te doen wat ik kan. Mijn moeder verzette zich ook tegen ayatollahs. Ze was zwanger van mij toen ze gevangengezet en gemarteld werd. Ik moet haar werk voortzetten, zo voel ik dat.” De slogan van de demonstranten is ‘Vrouw, leven, vrijheid’, een Koerdische, feministische slogan die een lange geschiedenis heeft. “Wat ermee wordt gezegd, is: zonder ruimte voor vrouwen is nergens ruimte voor en kan er geen vrijheid bestaan. De positie van de vrouw is de kern van waar een samenleving staat,” legt Shalmashi uit.

Dat jonge vrouwen een prominente rol spelen tijdens de protesten is niet zo vreemd. Vrouwen zijn in Iran tweederangsburgers. Zij worden niet alleen gedwongen een hoofddoek te dragen maar hebben nauwelijks rechten. Als ze een paspoort willen aanvragen, moeten ze toestemming hebben van hun vader of man. Ze kunnen niet scheiden zonder instemming van hun man en zijn nauwelijks vertegenwoordigd in de politiek. De simpelste dingen zijn voor hen verboden, zoals zingen en dansen in het openbaar, fietsen of naar een voetbalwedstrijd gaan. Gedwongen huwelijken en zelfs steniging van ‘overspelige’ vrouwen komen nog steeds voor, al gebeurt dat laatste in het geheim, zodat er weinig zicht op is. Vrouwen die tot minderheden behoren, zoals de Koerden, hebben het nog moeilijker in Iran, omdat ze op grond daarvan ook worden gediscrimineerd. “Jina Amini werd dubbel onderdrukt, omdat ze niet alleen vrouw maar ook Koerdisch was,” vertelt Shalmashi. “Je voelt als Koerdische vrouw dat dat meespeelt bij een arrestatie. Ik weet het van verhalen uit mijn eigen familie en van die ene keer dat ik zelf in Iran ben geweest. Daarom is de woede van de Koerden nog groter dan die in de rest van Iran. In de Koerdische steden zijn onophoudelijk elke nacht demonstraties. Want hoe meer redenen je hebt om kwaad te zijn, hoe harder je in verzet komt.”

Het Iraanse regime reageert spijkerhard op de protesten. Mensenrechtenorganisaties schatten bij het ter perse gaan van deze OPZIJ dat meer dan vierhonderd mensen, waarvan bijna zestig kinderen, zijn gedood en dat meer dan 17.000 mensen zijn gearresteerd. Die aantallen groeien snel. Verhalen over martelingen en verkrachtingen duiken op in de sociale media, net als portretten van piepjonge slachtoffers. Zoals dat van de zestienjarige Nika Shakarami, die verdween tijdens een demonstratie en werd doodgemarteld, waarna haar familie gedwongen werd te verklaren dat ze zelfmoord had gepleegd. Het regime probeerde haar lichaam stiekem te begraven om te voorkomen dat er tijdens haar begrafenis protesten zouden uitbreken. Een ander tienermeisje dat de dood vond tijdens de protesten was Sarina Esmailzadeh (16). Zij maakte ontroerende video’s, waarin ze openlijk praatte over vrouwenrechten en het verlangen naar vrijheid. Ze overleed nadat ze tijdens een demonstratie door ordetroepen op haar hoofd was geslagen. Nika en Sarina werden naast Mahsa Jina iconen van de revolutie.

Iraniërs protesteerden de afgelopen maanden op allerlei manieren tegen het regime. De staatstelevisie werd gehackt, zodat tv-kijkers opeens een brandend portret van de Iraanse hoogste leider Khamenei zagen en de slogan ‘Vrouw, leven, vrijheid’

‘De sociale media maken het grote

verschil. De wereld had indertijd geen idee van wat er met ons gebeurde. Maar nu zien we de gezichten van de slachtoffers op Twitter.’

Akram Yalda Beiramvand

hoorden. Het werd een trend om op straat de traditionele tulband van de hoofden van islamitische geestelijken te slaan. Mensen zongen protestliederen van de daken. Schoolmeisjes scandeerden ‘Dood aan de dictator’, verwijderden portretten van islamitische leiders uit het klaslokaal en joelden leraren uit. Het voorvaderlijk huis van ayatollah Khomeini, de grondlegger van het islamitische regime, werd in brand gestoken. Vrouwen verschenen zonder hoofddoek en lange jas op straat en lieten zich filmen. Zelfs lagere school-kinderen riepen protestleuzen. Maar vooral waren daar de massale demonstraties die overgingen in gevechten met de oproerpolitie die met scherp schoot. Een afschuwelijk voorbeeld van de repressie was het bloedbad in de stad Zahedan in het straatarme zuidoosten van Iran, waar op 30 september de oproerpolitie het vuur opende op demonstranten. Naar verluidt kwamen bijna honderd mensen om en raakten er driehonderd gewond. Bij het ter perse gaan van deze OPZIJ zette het regime zwaar geschut in tegen bewoners van de Koerdische stad Mahabad. Hoeveel slachtoffers daarbij zijn gevallen is nog onduidelijk.

“Tijdens eerdere protesten waren het steeds weer andere groepen die demonstreerden, maar nu wordt de opstand breed gedragen. Er zijn niet alleen protesten in de grote steden, maar overal. En de demonstranten komen uit alle lagen van de samenleving,” zegt Shalmashi. “Ondanks dat het regime internet blokkeert, leggen mensen toch contact met elkaar via sociale media. Ze beseffen nu meer dan vroeger: we hebben elkaar allemaal nodig. En ze hebben niets meer te verliezen. Bevriende activisten sturen mij foto’s van de bloederige wonden die ze hebben opgelopen tijdens demonstraties. Ik zeg dan: moet je niet een paar dagen dimmen? Maar zij antwoorden: er is nu geen weg terug meer, het is óf vrijheid óf de dood.”

“Ik voel me zo betrokken met wat er nu in Iran gebeurt, dat het net is alsof ik daar ben,” zegt maatschappelijk werkster Akram Yalda Beiramvand (61). Zij was een tiener toen ze demonstreerde tegen de sjah tijdens de revolutie van 1979. Sjah Mohammed Reza Pahlavi (1919-1980) was een autocraat die met harde hand en een meedogenloze geheime dienst regeerde. Maar nadat hij was afgezet, verergerde de situatie alleen maar. De islamisten, onder leiding van ayatollah Khomeini (1902-1989), kwamen aan de macht. Dat was het begin van een schrikbewind dat nu al 43 jaar duurt. “Ik was actief tegen de sjah én tegen de islamisten,” vertelt Beiramvand. “Ik was lid van een linkse organisatie die streed voor vrijheid, gelijkheid en socialisme. Ik verzette me tegen de gedwongen hoofdoek. Het regime arresteerde mij drie keer.” Ze werd uiteindelijk veroordeeld tot acht jaar cel in de beruchte Evin- gevangenis in Teheran, waar nu ook veel demonstranten vastzitten. Ze werd gemarteld, zat een tijdlang in een isoleercel en moest toekijken bij executies. “We werden zo hard geslagen en vernederd,” vertelt ze. “Ik heb ook een tijdje vastgezeten op een geheime plek. Een huis waar allemaal jonge gevangenen zaten, tieners nog. Dat is wat nu ook gebeurt. Er zijn zo veel mensen gearresteerd, dat ze hen niet allemaal kwijt kunnen in de gevangenissen. Dus brengen ze hen naar geheime huizen om hen te martelen en te verkrachten.” Voor Beiramvand, die in de jaren tachtig naar Nederland vluchtte, zijn de protesten een déjà-vu. Maar niet helemaal. “De sociale media maken het grote verschil. De wereld had indertijd geen idee van wat er met ons gebeurde. Maar nu zien we de gezichten van de slachtoffers op Twitter. We zien hoe ze mishandeld en doodgeschoten worden. De generatie vóór deze demonstranten had weinig contact met de buitenwereld. Maar de nieuwe generatie weet heel goed wat er buiten Iran te koop is, dankzij sociale media. Een groot verschil zijn ook de eisen die de demonstranten stellen. Tijdens de Groene Revolutie van 2009 hadden mensen het nog over hervormingen. Maar nu roepen jonge vrouwen ‘Dood aan de dictator’. Zij zijn de kleindochters van de oude revolutionairen die de tranen van hun oma hebben gezien. En helemaal nieuw is dat vrouwen nu de hoofdrol spelen. Dat was in mijn tijd niet zo. Als wij het over vrouwenrechten hadden, dan werd er gezegd: dat is niet onze prioriteit. Nu is dat wel een prioriteit en dat moet het ook zijn. Voor mij persoonlijk is het altijd een prioriteit geweest.” Beiramvand is intensief met de protesten in Iran bezig. Ze ging naar demonstraties, gaf interviews en liet zich fotograferen terwijl ze een hoofddoek in brand stak. “Ik vind het vreselijk als ik hoor dat Nederlanders het geen probleem vinden als moslimmeisjes van hun ouders een

hoofddoek moeten dragen. Sommige moslimvrouwen zeggen tegen mij: ik kies er zelf voor. Dan zeg ik: prima, gefeliciteerd. Maar voor mij is de hoofddoek een gevangenis en de chador een isoleercel. Maar goed, het gaat nu in Iran natuurlijk niet alleen maar om die gedwongen hoofddoek. Die hoofddoek is alleen maar een symbool.”

Een meerderheid in het Iraanse parlement heeft inmiddels aangedrongen op het zo snel mogelijk uitspreken van de doodstraf over demonstranten. De eerste doodsvonnissen zijn al geveld voor ‘misdaden’ die wij niet kennen met bizarre omschrijvingen, zoals ‘oorlogvoering tegen god’ en ‘corruptie op aarde’. “Maar zelfs het brute geweld van dit ijzeren regime schrikt mensen niet meer af,” zegt het Utrechtse GroenLinks-raadslid Melody Deldjou Fard (32). “Mensen zijn de onderdrukking zat. Dit land is 43 jaar lang kapotgemaakt. Armoede, werkloosheid, mensenrechtenschendingen, corruptie. Iraniërs eisen heel gewone dingen: ze willen een normaal leven leiden. Maar daarvoor worden ze vermoord.” Ze vertelt dat de beelden uit Iran allerlei herinneringen aan haar jeugd in Teheran naar boven brengen. “De angst die ik als 15-jarig meisje voelde voor de zedenpolitie voel ik nu, na al die jaren, nog. Ik hoor weer de stemmen van de mensen die elkaar destijds op straat waarschuwden voor de komst van de zedenpolitie. In Iran moet iedereen zich aan strenge, door het regime opgelegde, regels houden, en voor vrouwen geldt dat extra. Daarmee ben ik opgegroeid, met die continue angst. De nieuwe generatie heeft op Instagram gezien dat het anders kan. Zij zijn activistischer dan voorgaande generaties. Voor mij is dit geen opstand meer. Dit duurt nu aan één stuk door al langer dan twee maanden. Dit is een revolutie. Het besluit van de mensen is glashelder. Ze willen een regime change. Deze strijd gaat niet over de vraag je wel of geen hoofddoek draagt, maar over de vrijheid om zelf te bepalen wat je doet. Dit is een strijd tegen mensenrechtenschendingen en onderdrukking.”

Ook Sepideh Azizpour (29), adviseur gegevensbescherming bij de overheid, koestert hoop. “Dat is niet omdat ik optimistisch ben. Maar ik zie gewoon de beelden. Het regime heeft alles geprobeerd, trekt alles uit de kast, maar het is olie op het vuur. Een van de leuzen van de demonstranten is: ‘Waar één persoon sterft, staan duizend mensen op’. En dat is letterlijk wat er gebeurt. Zelfs de meest pessimistische mensen in mijn omgeving hebben hoop. De gedwongen hoofddoek is voor het regime net als de Berlijnse muur. Toen die omviel, viel de hele dictatuur om.” Azizpour is geboren in de Iraanse stad Karaj, vlak bij Teheran, en kwam op haar zevende met haar moeder naar Nederland. Ze voelt zich zo bij de protesten betrokken, dat ze in oktober naar Berlijn reisde voor de gigantische demonstratie die daar werd gehouden tegen het Iraanse regime. “Die demonstratie gaf mij het gevoel dat ik eindelijk echt iets kon doen. Het was geweldig. De energie! De mensen waren zo positief. Ze waren echt één. Maar het was ook heel emotioneel. Er liepen daar mensen rond die in Iran in de gevangenis hebben gezeten of wier familie en vrienden in de gevangenis zitten.” Ook zij ziet de huidige protesten als radicaal anders dan vorige demonstraties. “De laatste demonstraties, in 2019, waren vooral economische protesten. Er was toen één vrouw die op een brug haar hoofddoek afdeed en ‘Dood aan de dictator’ riep. Dat was het hoogtepunt van die protesten. Nu zijn de grenzen zo verlegd! De Iraanse vrouwen gaan niet meer zwijgen. Ik ben voor het eerst in mijn leven trots dat ik een Iraanse vrouw ben. Dit is de grootste vrouwenrevolutie van onze tijd en hij voltrekt zich in Iran. En eigenlijk hebben we al gewonnen.” Ze vertelt over vriendinnen van haar moeder die recentelijk in Iran zijn geweest en zagen dat de houding van mannen tegenover vrouwen

‘Verhalen over martelingen en verkrachtingen duiken op in de sociale media, net als portretten

van piepjonge slachtoffers.’

‘Mensen zijn de onderdrukking zat.

Dit land is 43 jaar lang kapotgemaakt.’

veranderd is. “Ze zeggen: je moet zien met hoeveel respect vrouwen nu door mannen worden behandeld.” Als het gaat om de houding van mannen tegenover vrouwen, was de toespraak van de Koerdische vader van een door het regime vermoorde jonge man een iconisch moment. Hij zei: “Als we vroeger wilden zeggen dat iemand erg dapper was, zeiden we: hij is mannelijk. Maar vanaf nu af aan moeten we over een dappere man zeggen: hij is vrouwelijk. Want de vrouwen zijn moediger dan de mannen.” Azizpour: “De Koerdische vrouwen zijn zo sterk! Ik hoop dat uiteindelijk een Koerdische vrouw ons land gaat leiden.”

“Als schoolmeisjes al hun middelvinger opsteken naar de ayatollahs, dan is het gedaan. Dan is een point of no return bereikt,” zegt Beri Shalmashi. “Vrouwen hebben zulke grote stappen gezet. Dat talloze vrouwen nu zonder hoofddoek over straat lopen, betekent zo veel. Ze werpen de angst af. Dat is een mentale verandering. Want altijd zwart moeten dragen doet iets met je gemoed. Opeens zie je op straat een diversiteit aan types. Je ziet opeens wat voor kleuren een vrouw leuk vindt, wat voor kapsel ze heeft, of ze een punker is, of modebewust. Je ziet ook dat vrouwen meer rechtop lopen.”

“Het is nu wel hoog tijd dat de internationale gemeenschap in actie komt,” zegt Deldjou Fard. “Het is goed dat we in het Westen ook de straat op gaan en ons haar afknippen, maar we gaan nu een nieuwe fase in: diplomatieke actie. Ik mis Nederland hierin. Den Haag blijft opvallend stil en dat doet pijn. In Canada loopt Justin Trudeau mee in demonstraties. Maar hier gebeurt weinig. Wat doet de Nederlandse ambassade nog daar? In een land waar kinderen bruut worden vermoord!” “In Canada is de Revolutionaire Garde (het militaire elitekorps van Iran, red.) tot terroristische organisatie verklaard en zijn tienduizend leden op een sanctielijst geplaatst. Zij mogen Canada niet meer in. Zij mogen geen zaken meer in Canada doen en hun tegoeden op Canadese banken zijn bevroren. Zo wil Canada een einde maken aan de witwaspraktijken van het Iraanse regime. Als de hele wereld dit nou ook eens deed,” zegt Beri Shalmashi. “Wij moeten blijven praten en schrijven over Iran om machthebbers wakker te maken. Onze politici zijn lapzwansen. Tijdens de demonstratie tegen het Iraanse regime op het Malieveld kwamen allerlei Kamerleden spreken. Daarna heb ik ze nooit meer gezien.” “Waarom knipt Dilan Yesilgöz alleen maar een klein plukje van haar haar af, terwijl zij als minister van Justitie zo veel invloed heeft?” roept Azizpour verontwaardigd uit. “Er zijn mensen ter dood veroordeeld omdat zij hun recht om te demonstreren uitoefenden. Iran staat al jarenlang in de top drie van landen die meeste mensen executeren. Er is nu een hoog risico op massa-executies. En met de enorme aantallen demonstranten die nu gevangenzitten, kun je vrezen voor een genocide.” Shalmashi: “Mijn grote angst is dat het publiek revolutie-moe wordt. De vorige revolutie heeft een jaar geduurd. That is what it takes. Zal het Iraanse volk het zo lang volhouden? Er zijn ook veel mensen die het regime in stand willen houden; daar ben ik me van bewust. Ik durf soms gewoon niet te hopen.” “Ik word heen en weer geslingerd tussen hoop en wanhoop,” zegt Melody Deldjou Fard. “Dat er een overwinning komt, is onvermijdelijk, maar de grote vraag is: wanneer?” Akram Beiramvand heft haar glas wijn en zegt met een grijns: “Volgend jaar in Teheran.” O

Melody Deldjou Fard

This article is from: