Schone bronnen, schone natuur, schoon drinkwater
JAARGIDS NATUURBEHEER 2022

JAARGIDS NATUURBEHEER 2022
De landduinen van Noord-Holland behoren tot de meest gevarieerde en soortenrijke landschappen van Nederland. Een uniek ecosysteem, waarin bijzondere soorten voorkomen. Kalkminnende planten bijvoorbeeld, zoals slangenkruid, ruig viooltje en grote tijm. Bijzondere insecten, zoals de duinparelmoervlinder, blauwvleugelsprinkhaan en tientallen soorten wilde bijen. Maar ook de zandhagedis, nachtegaal, boommarter en wisent voelen zich hier thuis.
Als natuurbeheerder neemt PWN de verantwoordelijkheid voor deze enorme rijkdom. Graag nemen we u mee langs de unieke dynamiek van de Noord-Hollandse duinen en doen we verslag van ons beheer, de resultaten en het vele onderzoek dat we met tal van vrijwilligers en wetenschappers uitvoeren. We zijn zuinig op onze duinen, die jaarlijks 9 miljoen bezoekers trekken. Want als wij goed zijn voor de duinen, zijn de duinen goed voor ons.
Drinkwaterbedrijf en natuurbeheerder PWN is verantwoordelijk voor het beheer van twee grote duingebieden in NoordHolland: het Noordhollands Duinreservaat en een groot deel van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. De duinen zuiveren ons drinkwater. Ze herbergen ook een strategische reserve aan zoetwater. En zuiver zoetwater, dat wordt steeds schaarser. Vandaar het belang om de omgeving van deze zoetwatervoorraad in topconditie te houden.
Het natuurbeheer van PWN is erop gericht om het duinecosysteem in dit deel van Nederland gezond te houden. We versterken haar natuurlijke kracht en haar rijke variatie. We laten de duinen sterk zijn door landschapsvormende processen te stimuleren. En we grijpen hier en daar in om natuurlijke processen en oude cultuurlandschappen nog beter tot hun recht te laten komen.
Vanuit deze visie werken we dag in dag uit aan gezonde duinen. Want de duingebieden van Noord-Holland vormen onze levensader. Ze beschermen onze kust op een natuurlijke manier, ze bieden ruimte voor recreatie en dragen bij aan schoon drinkwater voor meer dan 800.000 huishoudens en bedrijven in onze provincie.
In deze jaargids rapporteren we over onze opdracht die we al meer dan 80 jaar uitvoeren: natuurbeheer volgens de nieuwste inzichten, voor veerkrachtige duinen en betrouwbaar drinkwater.
Altijd schoon drinkwater uit de kraan is niet vanzelfsprekend. Daar gaat een heel proces aan vooraf. Het drinkwater voor de meeste inwoners van Noord-Holland wordt voor zeventig procent gemaakt uit het grootste zoetwatermeer van West-Europa: het IJsselmeer. Een prachtig en belangrijk natuurgebied.
Aan de andere kant van de provincie ligt nog zo’n belangrijk en prachtig natuurgebied: de Noord-Hollandse duinen. We transporteren een deel van het IJsselmeerwater naar deze duinen en gebruiken de natuurlijke kracht van het zand om IJsselmeerwater te zuiveren en op te slaan. Een robuuste drinkwatervoorziening in Noord-Holland is dus afhankelijk van twee belangrijke natuurgebieden met een Natura-2000 status: het IJsselmeer én de duinen.
Bij PWN doen we er alles aan om beide gebieden sterk en gezond te houden. Want hoe gezonder de natuur, hoe duurzamer en betrouwbaarder de drinkwatervoorziening. Dat is in het belang van alle inwoners van Noord-Holland. Niet alleen nu, maar zeker ook met het oog op de toekomst. Want de vraag naar zoetwater groeit. Het is steeds meer nodig voor de landbouw, de industrie, de natuur en drinkwater, terwijl lange perioden van droogte ook steeds vaker voorkomen. Logisch dus dat we ons bij PWN sterk maken voor veerkrachtige duinen en een natuurlijk IJsselmeer: voor water en natuur.
Over dit alles én meer rapporteren we in deze jaargids. We wensen u veel leesplezier en inspiratie!
De Noord-Hollandse duinen vormen een belangrijke ecologische schakel in het hele kustgebied van NoordFrankrijk tot Denemarken. Een gouden rand langs onze kust, met natuur, recreatiemogelijkheden, zeewering én waterberging. Maar vooral een spectaculair landschap, met voor Nederland unieke plant- en diersoorten.
HOOFDSTUK 1: HET BELANG VAN DE NOORD-HOLLANDSE DUINEN
Onze duinen behoren tot de meest gevarieerde en soortenrijke landschappen van Nederland. Ruim de helft van de soorten in Nederland komt in de duinen voor. Zo tellen de duinen bij benadering 30 soorten zoogdieren, 130 broedvogelsoorten, 40 libellensoorten, 40 dagvlindersoorten en 850 soorten planten.
De bijzondere natuur van de duinen is belangrijk voor het voortbestaan van een aantal bedreigde soorten, zoals de tapuit, de bruine eikenpage en hondskruid. Daarom is het duinlandschap aangewezen als een van de kerngebieden in het Nederlandse natuurnetwerk, de Ecologische Hoofdstructuur. Ook zijn de duinen binnen Natura 2000, het Europese netwerk van natuurgebieden, aangemerkt als ‘hotspot van biodiversiteit’. Het is belangrijk om deze hotspot te beschermen omdat het om een relatief groot oppervlak gaat.
De ecologische rijkdom van de duinen heeft een directe relatie met het kalkgehalte in de bodem. Ook de invloed van zee, zout en wind zorgt voor ideale omstandigheden voor typische plant- en diersoorten. Een nog grotere variatie ontstond doordat sommige plekken ooit voor landbouw werden gebruikt, met een erfenis van bijzondere flora die je nu hier en daar nog steeds aantreft. De gebieden zijn – anders dan elders in Europanauwelijks aangetast door verstedelijking. Dat komt door het feit
dat onze duinen ook ons zoetwaterreservoir herbergen en ons land verdedigen tegen de zee. Het spreekt voor zich dat we op deze gebieden uiterst zuinig zijn. Dankzij onze lange ervaring in natuurbeheer, onderzoek en monitoring, en door onze omgeving te betrekken bij beleid en uitvoering, hebben we een brede visie ontwikkeld op natuur en recreatie in de duinen.
PWN beheert het Noordhollands Duinreservaat en grote delen van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland.
Noordhollands Duinreservaat
Het Noordhollands Duinreservaat is een van de grootste natuurgebieden in ons land. Het reservaat strekt zich uit van Wijk aan Zee tot de Schoorlse Duinen en bestrijkt in totaal 5.176 hectare. Het gebied omvat duinen, strand, binnenduinrandbossen en enkele kleinere natuurgebieden.
Bijzonder is dat dwars door het gebied vanaf Bergen een grens loopt tussen kalkrijk en kalkarm zand, wat zorgt voor nog meer variatie. Ook herken je in het gebied nog de sporen van het Oer-IJ, de meest Noordelijke monding van de Rijn tweeduizend jaar geleden.
Nationaal Park Zuid-Kennemerland
Het Nationaal Park Zuid-Kennemerland, 3.800 hectare groot, strekt zich uit tussen Zandvoort en IJmuiden. Het gebied omvat duinen, strand, binnenduinrandbossen met veel reliëf en historische landgoederen. Het is een van de twintig nationale parken.
PWN beheert samen met Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer het duinlandschap. De beheerders werken daarbij samen met IVN, gemeenten, het Hoogheemraadschap van Rijnland, de provincie Noord-Holland en particulieren.
In het zuiden van Nationaal Park Zuid-Kennemerland vinden we het 438 hectare grote Kraansvlak. Wat bijzondere vegetatie betreft is dit een van de rijkste delen van het Nationaal Park. Hier zijn nog uitgestrekte vlakten met de zeer kwetsbare duinroos te vinden. Ook de fauna is goed ontwikkeld, met bijzondere zoogdieren, amfibieën en vogels. Sinds 2007 grazen hier wisenten.
Om de relatie tussen water en natuur te begrijpen is het goed om een beetje uit te zoomen en ook het IJsselmeer, onze bron, bij het totaalplaatje te betrekken. Uit een mooi samenspel tussen water en natuur komen betrouwbaar drinkwater en veerkrachtige natuur voort.
PWN is voor het maken van drinkwater voor bijna 70% afhankelijk van het IJsselmeer. Het IJsselmeerwater komt grotendeels via de IJssel uit de Rijn. Bij Andijk wordt dit water verzameld in grote bekkens en vervolgens voorgezuiverd. Daarna gaat een deel van het water naar onze productielocatie in Heemskerk, waar nog eens een extra zuiveringsstap plaatsvindt. Daarna gaat het water naar de duinen.
In de infiltratiegebieden zakt het water de bodem in, waar het op een natuurlijke manier wordt gezuiverd. Onderweg worden bacteriën onschadelijk gemaakt en wordt het water constanter van temperatuur. Na ongeveer een maand kan het natuurlijk gezuiverde water weer omhoog worden gepompt via honderden drinkwaterputten en is het al bijna klaar om te drinken.
Daarnaast ligt er onder de duinen van nature een zoetwaterbel. Deze wordt gevormd door regen die de bodem in zakt. Dit zoete water blijft drijven op het zoute water in de bodem. Aan deze zoetwaterbel onttrekken we geen water meer, om verdroging van de natuur te voorkomen. Het vormt nog wel een belangrijke strategische reserve in geval van nood.
We kunnen wel stellen dat ons drinkwater afhankelijk is van twee grote natuurgebieden met Natura 2000-status: de duinen en het IJsselmeer. De laatste jaren is door droge zomers de kwaliteit van het IJsselmeerwater meer en meer in de belangstelling gekomen. Het zoet houden van het IJsselmeer is in droge perioden moeilijk. Zout dringt dan makkelijk binnen via de sluizen van de Afsluitdijk en het lukt minder goed om met voldoende rivierwater het IJsselmeer als het ware door te spoelen.
Via de Rijn komen er ook veel ongewenste stoffen in het IJsselmeer terecht. In de zomer krijgen we daar nog algengroei bij en tijdens stormen opwervelend slib. Dit alles zorgt ervoor dat PWN een relatief hoge zuiveringsinspanning moet plegen.
Voor het goed houden van ons drinkwater is de natuur van het IJsselmeer net zo belangrijk als de duinnatuur. Toch zien we dat de ecologie in het IJsselmeer sterk onderdoet voor een gezonde, natuurlijke rivierdelta. Bij een vitale rivierdelta vind je veel meer variatie dankzij natuurlijke, geleidelijke overgangen tussen land en water en tussen zoet en zout. Dat heeft het IJsselmeer niet. Er is een groot tekort aan ondieptes met waterplanten, oevers met rietkragen en graslanden die in het voorjaar onder water staan. Terwijl dit juist de habitats zijn die veel vissoorten nodig hebben om te paaien, voedsel te vergaren, beschutting te vinden en te overwinteren.
Het gevolg van het huidige monotone karakter is dat de voedselketen in het IJsselmeer slecht functioneert. Het aantal vissen en de soortenvariëteit is er aanmerkelijk lager dan je van een natuurlijke delta mag verwachten. Ook kenmerkende vogelsoorten zoals de zwarte stern en de grote karekiet hebben het moeilijk.
PWN neemt daarom actief deel aan het samenwerkingsverband
Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk. Samen zetten we ons in voor een gezond ecosysteem en een schone bron. Samen met onze omgeving werken we aan een plan voor een groter, natuurlijk spaarbekken, dat bijdraagt aan de drinkwatervoorziening, de zoetwaterbeschikbaarheid en de IJsselmeernatuur. Hierover meer in hoofdstuk 3.
Duin en binnenduinrand
Het duingebied heeft een aantal belangrijke functies. Waardevolle natuur, kustveiligheid, de productie van drinkwater én recreatieve beleving komen hier samen. Ze vormen in onze visie een prachtig bondgenootschap en geven het duingebied een vanzelfsprekende kracht.
Aan de meer oostelijke kant van de duinen ligt het grotere gebied van de binnenduinrand. Afgewisseld door dorpen als Castricum, Egmond aan den Hoef en Bergen vind je hier een samenstelsel van oude strandwallen en poldergebieden. Het zoetwater stroomt hier vanuit de duinen het vlakke achterland in. Duin en binnenduinrand zijn sterk met elkaar verbonden. Soorten profiteren van een natuurlijke overgang tussen duin en polder en het binnenduinrandgebied vormt een belangrijk schakel in het recreatieve netwerk in de provincie. Ook liggen hier kansen voor klimaatadaptatie, zoals het bergen van water.
De wereld om ons heen is voortdurend in beweging. Dit heeft ook gevolgen voor het duingebied. Door te verkennen en te begrijpen wat er op de duinen afkomt, kunnen we beter op de toekomst inspelen en sneller knelpunten oplossen. Er vallen ook mooie kansen te verzilveren.
In 2021 brachten we de knelpunten voor de duingebieden in kaart, om een goede basis te leggen voor gesprekken over de gewenste aanpak richting 2050. De belangrijkste ontwikkelingen op een rij:
De zeespiegel stijgt
De duinen beschermen ons. Als ze voldoende kunnen stuiven, groeien ze vanzelf mee met de stijgende zeespiegel. Deze natuurlijke dynamiek levert echter ook problemen op voor de infrastructuur in de duinen. Fietspaden raken onder het zand, net als onze waterleidingen. De hoeveelheid zand aan de kust wordt door suppleties op peil gehouden. Zo blijft de kustlijn op zijn plek. Door de zeespiegelstijging zal de omvang van deze suppleties toenemen. Dit heeft invloed op de dynamiek van het duinlandschap. Plannen voor een meer dynamische zeereep stemmen we daarom zorgvuldig af met samenwerkingspartners, zoals het waterschap en Rijkswaterstaat, zodat alle functies goed in balans blijven.
Samen met Waternet hebben we een bodemonderzoek uitgevoerd in Nationaal Park Zuid-Kennemerland en de Amsterdamse Waterleidingduinen. Dit deden we niet vanaf de grond, maar vanuit de lucht. Door met een helikopter met daaronder een meetsonde over het gebied te vliegen, brachten we het grondwater in het kustgebied in kaart. Daardoor kregen we meer inzicht in de bodem en daarmee de mogelijkheden voor de toekomst om genoeg drinkwater te kunnen blijven maken voor alle inwoners van Noord-Holland.
Het wordt warmer, droger én natter
We zien nu al dat ons weer als gevolg van de opwarming van de aarde extremer wordt. De neerslag neemt jaarrond gemiddeld toe, met nattere winters. Maar er zijn ook langere en frequentere perioden van droogte, vaak in het groeiseizoen. Het duingebied krijgt ook vaker te maken met clusterbuien en valwinden. Ook stijgt de gemiddelde temperatuur in de duinen. Op aangrenzende landbouwgronden en woonwijken zorgen clusterbuien voor overlast. Natuurlijke oplossingen met ruimte voor waterberging kunnen deze druk verlichten.
Gemiddeld begin vliegtijd vroege vlinders
Aantal dagen met zware neerslag
1.3 ONTWIKKELINGEN DIE VAN INVLOED ZIJN
Dit alles heeft uiteenlopende effecten op planten en dieren in de duinen. Soorten kunnen zich wel aanpassen, maar dat wordt bemoeilijkt door allerlei barrières tussen natuurgebieden.
De bevolking in Noord-Holland groeit met een half miljoen mensen tot 2040 en de vraag naar drinkwater stijgt navenant. Dit vraagt om een grotere drinkwaterproductiecapaciteit en watervoorraad om langere periodes van warmte en droogte aan te kunnen. Ook wordt het steeds drukker in de duinen. Nu al is er in de provincie Noord-Holland een tekort van 23.000 hectare aan groene recreatieruimte en de verwachting is dat dit groeit naar 28.000 hectare. Van de bestaande recreatiegebieden is 70% nu al erg druk, waaronder in de Kennemerduinen.
Dat zorgt voor verstoring van planten en dieren. Maar ook bezoekers ervaren minder rust en stilte, zo blijkt uit ons eigen recreatieonderzoek.
Het ecosysteem van de duinen staat onder druk door een opeenstapeling van ongewenste stoffen, zoals stikstof en PFAS. Deze stoffen bedreigen ook het grond- en oppervlaktewater. Uit onderzoek blijkt dat PFAS zich vooral in de zeereep opstapelen.
Overschrijding kritische stikstofdepositie voor landnatuur
Verandering van zuurgraad van bodem
Stikstof bemest en verzuurt de bodem. Hierdoor verdwijnen planten die zo kenmerkend zijn voor de schrale duingrond. Ze worden overwoekerd door snelgroeiende planten, die een gesloten begroeiing vormen. Het duin verliest zo zijn karakteristieke biodiversiteit. Hoewel de stikstofemissies sinds de jaren ‘90 een dalende lijn laten zien, is het effect op het duingebied nog steeds aanzienlijk. De kritische depositiewaarden worden in een deel van het gebied nog steeds overschreden.
Toename duinen bosbranden
Wandel- en fietspaden staan vaker onder water
Gewasbeschermingsmiddelen bedreigen insecten en bodemleven
Wateroverlast woonwijken en platteland
Meer drinkwater nodig
Hogere piek in drinkwatervraag
Meer druk op natuur en natuurbeleving
Natuur onder druk door droogte in groeiseizoen
Verruiging en eentonige natuur door stikstofneerslag
Steeds meer zand op wandel- en fietspaden
Soorten kunnen moeilijk meebewegen met klimaatverandering
PFAS belemmert natuurbeheer
Wateroverlast duincampings
Overstuiving van bestaande drinkwater-infrastructuur
Stijgende zeespiegel duwt zoetwatervoorraad omhoog en oostwaarts
Meer vraag naar recreatiemogelijkheden
Waardevol zoetwater stroomt weg
De zeespiegel stijgt
Het wordt warmer
Het wordt natter
Meer recreatie en toerisme
Ongewenste stoffen
De ontwikkelingen die op ons afkomen, vragen om keuzes te maken. Omdat we de toekomst niet kunnen voorspellen, is het belangrijk om opties open te houden, slim om te gaan met de ruimte en adaptief te blijven. Zo werken we uiteenlopende oplossingsrichtingen uit. Zodat we er klaar voor zijn als een verandering nodig blijkt.
Seizoensstrand
Recreatiestrand
Boszone en zeedorpengebied: natuurrecreatiezone (druk)
Open duingebied en vergrote natuurkernen: rustige natuurrecreatiezone (rustig)
Natuurkern (heel rustig)
Zeewegen
Fietspaden
Wandelpaden
PWN beheert twee natuurgebieden die elk een unieke identiteit en kracht bezitten. Ons natuurbeheer is erop gericht om juist die natuurlijke kracht alle ruimte te geven. Want als de duinen floreren, krijgen we daar een grote vitaliteit voor terug. Goed voor ons welbevinden, voor het drinkwater en voor onze kustbescherming.
HOOFDSTUK 2: ONZE VERANTWOORDELIJKHEID
Het kenmerk van gezonde duinen is een enorme variatie in plant- en diersoorten. Dat maakt ze robuust en veerkrachtig.
Daarom monitort PWN de biodiversiteit in de duingebieden op allerlei manieren.
Het beleid voor PWN’s natuurbeheer richt zich op de versterking van het duinecosysteem met al zijn karakteristieke processen en interacties. Het doel is een veerkrachtig systeem met een grote biodiversiteit.
Natuurbeheer voor ecologische veerkracht Veerkracht en biodiversiteit hangen nauw met elkaar samen. Want hoe groter de soortendiversiteit, hoe gemakkelijker het duinsysteem kan herstellen van een kortdurende verstoring. Biodiversiteit is dus belangrijk voor het duinsysteem, maar is voor ons geen doel op zich. Niet de hoeveelheid verschillende soorten is bepalend in ons beleid, maar de kwaliteit van de diversiteit. Met andere woorden, we richten ons op behoud van alle duinsoorten. Soorten dus, die van nature in de duinen voorkomen en van een gezond duin afhankelijk zijn.
Biodiversiteit is afhankelijk van veel factoren, zoals voedselomstandigheden, het klimaat, concurrentie, predatie en de situatie in het overwinteringsgebied. Aan de andere kant hebben we ook te maken met invloeden die tot achteruitgang van de gebieden leiden, wat de typische duinsoorten bedreigt. Daarom is beheer nodig.
Wisenten vinden een zandbad heerlijk. Dit nemen ze dan ook meerdere keren per dag. Ook rusten en herkauwen ze graag in het zand. De open zandplekken die ze maken, bieden een bijzondere biotoop voor pionierssoorten en leveren een grote bijdrage aan de totale biodiversiteit van het duingebied. Veel diersoorten zijn afhankelijk van open zand. Zo gebruikt de zandhagedis deze plekken om op te warmen, en hebben graafwespen en zandbijen de kale zandige plekken nodig om er hun holletje in te graven. Zandloopkevers maken op het kale zand jacht op andere insecten. De open zandplekken zijn ook goed voor specifieke florasoorten, zoals duinviooltjes of veldhondstong.
Indicator voor biodiversiteit
Ons doel om een veerkrachtig duinecosysteem te krijgen, is lastig te vangen in cijfers. Daarom is het gebruikelijker om de biodiversiteit in het gebied in kaart te brengen. Om goed te kunnen beoordelen hoe het met de duinen is gesteld, monitoren we daarom soorten die specifiek kenmerkend zijn voor de duinnatuur en daarvan afhankelijk zijn. Daarvoor is veel veldwerk nodig.
Voor de kwaliteitsontwikkeling van karakteristieke duinhabitats werken we met de ‘prestatie-indicator biodiversiteit’. Deze geeft de status weer van dertig specifieke duinsoorten die in de natuurgebieden van PWN voorkomen. Zij zijn onze indicatorsoorten en vertegenwoordigen een brede groep van typische duinsoorten.
Voor tellingen van soorten kijken we ook naar meldingen op waarneming.nl. Dit systeem – met de gelijknamige mobiele app –wordt veel gebruikt. We zien dan ook dat steeds meer bezoekers van de duinen soorten die ze waarnemen in deze app registreren. De minder makkelijk herkenbare soorten worden door allerlei experts geïnventariseerd. Voegen we deze waarnemingen samen, dan kunnen we stellen dat onze duinen goed zijn voor meer dan 10.000 verschillende soorten, van grote zoogdieren tot de kleinste insecten en mossen.
Konijnen dragen door hun manier van grazen als geen ander bij aan het in stand houden van de unieke duinnatuur.
Helaas is de konijnenpopulatie de afgelopen jaren snel afgenomen en in grote delen van het Noordhollands Duinreservaat is de soort zelfs nagenoeg verdwenen. We zijn een pilot begonnen om meer konijnen terug te krijgen in het duin. Na een goede voorbereiding, onderzoek en inenten van de dieren tegen virussen, lieten we gecontroleerd 26 wilde konijnen vrij in het reservaat. De komende tijd volgen we de resultaten van de pilot goed.
Vogels Siberische taling
Noordse boszanger
Vale gierzwaluw
Nachtvlinders Grote boomspanner
Wit spannertje
Planten Welriekende agrimonie
Libellen/juffers Gaffelwaterjuffer
Geleedpotigen Kleine mierspin
Gestippelde mierspin
Glanzende dennenspringer
Kustspringspin
Wespen Arge berberidis
Agrimoniestengelboorder
Megarhyssa rixator
Cratichneumon versator
Vulgichneumon trifarius
Goedartia alboguttatta
Watermijten Limnesia curvipalpis
Lebertia longiseta
Arrenurus affinis
Wieren Sterkranswier
Vliegen Grote elfenbankjesbreedvoet
Bonte hertenzwambreedvoet
Baardige bandbreedvoet
Kleine geelgrijze breedvoet
Kevers Grote blauwe halmklimmer
Strandzoutloper
Bloedrode smalboktor
Autalia longicornis
Aphodius brevis
Wantsen Stalkruidbochelwants
Anthocoris sarothamni
Loricula bipunctata
Roodzwarte sikkelwants
Beemdkroonschildwants
Mossen Eikengaffeltandmos
Eekhoorntjesmos
Kammos
Paddenstoelen Roodzwarte sikkelwants
Beemdkroonschildwants
Korrelknikmosschijfje
Honingraatmosschijfje
Duinvaalhoed
Inktviszwam
ZELDZAME SPINNENSOORT AANGETROFFEN
Tijdens een inspectie van de bunker bij Karmel (vlakbij Egmond aan den Hoef in de binnenduinrand) kwam boswachter Luc Knijnsberg een paar bijzondere spinnetjes tegen. Na navraag te hebben gedaan om welke spin dit nou ging werd duidelijk dat zich in de bunker een populatie van de zeldzame holenspin heeft gevestigd. Deze soort wordt verspreid door Nederland aangetroffen en heeft, net als veel andere soorten, een bolwerkje in Zuid-Limburg.
Moeraswespenorchis
NIEUWE MOSSOORTEN
Afgelopen jaar werden drie mossensoorten gevonden die het vermelden waard zijn. In het bosreservaat Roodaam werd op een oude dode eikenstam eikengaffeltandmos (Dicranum fuscescens) gevonden. Op dezelfde stam werd nog een aantal soorten aangetroffen die zeldzaam zijn in het Noordhollands Duinreservaat: krulbladmos (Nowellia curvifolia) en bossig gaffeltandmos (Dicranum montanum). Een interessante stam dus. Eikengaffeltandmos is gebonden aan oude bossen met een vrij hoge luchtvochtigheid. Aangezien onze duinloofbossen steeds ouder worden bestaat de kans dat deze soort de komende jaren vaker wordt aangetroffen.
Voor een goed management van ons beheer is het belangrijk dat we onze voelsprieten uitsteken en onderzoek doen. Zo signaleren we ontwikkelingen, evalueren we onze werkzaamheden en verdiepen we onze kennis.
PWN investeert veel in onderzoek om trends en knelpunten te signaleren. Dit signalerend onderzoek helpt ons om de vinger aan de pols te houden. Een trend die sterk verandert of die juist niet ombuigt, kan aanleiding zijn om de natuur een handje te helpen. Signalerend onderzoek laten we uitvoeren door onderzoeksbureaus, maar ook onze boswachters en vrijwilligers dragen bij.
Soms helpen vrijwilligers en studenten ook bij evaluerend onderzoek, om de effecten van beheermaatregelen te kunnen beoordelen en scherp in de gaten te houden of we de beoogde doelen halen. Verdiepend onderzoek voeren we vaak uit in samenwerking met studenten, wetenschappers en onderzoeksinstituten. Dit soort onderzoek is bedoeld om meer te leren over de bijzondere werking van het duinecosysteem en leidt vaak tot wetenschappelijke publicaties.
Vanaf 2024 beschikken we over een kennisportaal, bedoeld om al het onderzoek in de duingebieden te bundelen en binnen PWN te ontsluiten. Daarmee krijgen betrokken boswachters, beleidsmedewerkers en projectmanagers snel en makkelijk toegang tot alle beschikbare data, aangevuld met data van derden, zoals het CBS en de omgevingsdiensten.
Biodiversiteit is afhankelijk van veel factoren, zoals voedselomstandigheden, het klimaat, concurrentie, predatie en de situatie in het overwinteringsgebied. Aan de andere kant hebben we ook te maken met invloeden die tot achteruitgang van de gebieden leiden, wat de typische duinsoorten bedreigt. Daarom is beheer nodig.
In zes jaar laten wij een gebiedsdekkende kartering van bijzondere flora maken in de door ons beheerde duingebieden. We doen dit in het kader van Natura 2000 en om te weten welke invloed ons duinbeheer heeft op de florakwaliteit.
Een kartering is een gebiedsdekkend onderzoek waarin we een soortgroep (in dit geval planten) volledig inventariseren aan de hand van een vooraf opgestelde soortenlijst. Dit gebeurt in zes rondes, omdat het terrein met ruim 7.500 hectare (15.000 voetbalvelden groot) te groot is om in één keer te onderzoeken. Tijdens de kartering noteren we per kwarthectare alle groeiplaatsen van soorten die een indicatie geven van de kwaliteit van de gebieden, waaronder soorten uit de Rode Lijst, SNL-kwalificerende, N2000-typische en kenmerkende soorten voor het duingebied. Ook worden de invasieve exoten meegenomen. In andere duingebieden worden vergelijkbare karteringen gedaan. Hierdoor zijn de gegevens vergelijkbaar.
Vorig jaar voegden we het gebied tussen Bergen aan Zee en Egmond aan Zee toe aan de kartering. Dit is een gebied van ruim 1000 hectare dat voor het overgrote gedeelte wordt begraasd door Exmoor pony’s en Schotse Hooglanders en in het dynamische overgangsgebied ligt tussen kalkrijk duinzand en kalkarm zand.
De derde jaarlijkse kartering is de structuurkartering, waarbij we met speciale hoogtebeelden gekoppeld aan seizoensfoto’s structuren vastleggen. Via een uitgebreide pilot zijn we tot een structuurkartering gekomen van loof-, naald-, struweel-, kruidenen zandtypen. In de tweede fase van de pilot verfijnen we deze typering verder. We verdelen graslanden bijvoorbeeld in drie hoogteklassen en struweel in twee hoogteklassen. De verfijnde typeringen specificeren we later nog op basis van dominante soorten, omdat we verder kunnen inzoomen op de structuren. Dan kunnen we de combinatie maken van typen, klassen en dominante soorten. Met deze nieuwe vorm van kartering kunnen we op een verfijnde en gebiedsdekkende manier de altijd veranderende natuur in de gaten houden.
Door het veranderende klimaat verdwijnen sommige plant- en diersoorten. Tegelijkertijd verschijnen er in ons land soorten uit andere streken. Een mooi voorbeeld is de opkomst van de wespspin. Deze grote, geel-zwarte spin komt steeds vaker voor in onze graslanden. De spin is inmiddels massaal aanwezig en vangt veel andere insecten. Minder goed gaat het met het baardmos. De soort is een indicator van schone lucht en warmte. Nu de luchtkwaliteit achteruitgaat, heeft het baardmos het zwaar. De laatste twee decennia gaat het iets beter, maar tegelijkertijd is het mos op sommige plekken volledig verdwenen. Het is niet zeker wat de specifieke oorzaak hiervan is.
Rond 2010 maakten we kerven in de duinen tussen de infiltratiegebieden van Castricum en Kieftenvlak om het duin weer te laten stuiven. We monitoren het duin sindsdien, zodat we kunnen zien wat het effect ervan is. Op een gestandaardiseerde manier tellen we soorten en controleren we de grond op uitlopende wortels en opkomende begroeiing. In november 2021 en januari 2022 voerden we de metingen uit, nét voor de serie grote stormen die over ons land woedden. De conclusie: Op sommige plekken neemt de dynamiek af. Waarschijnlijk komt dit door een toename van de vegetatie die het zand vasthoudt. Op andere plekken is de dynamiek juist toegenomen. Hier doet de wind haar werk en is vrijwel geen nabeheer meer nodig.
Ons Smart Tech Team heeft in samenwerking met de provincie een camera ontwikkeld voor faunapassages. En de eerste beelden van de paddenvoorzieningen tussen het binnenduingebied en de polder zijn veelbelovend.
Geen boom in ons natuurgebied verdwijnt ‘zomaar’, zonder een plan en zonder dat erover nagedacht is. De bossen die tot nu toe gekapt zijn, stonden westelijk in het duingebied. Door felle wind, verstuiving en zoutspray vanuit zee zijn deze westelijke locaties van nature minder geschikt voor bosgroei. Toch staat er hier en daar bos, doordat dit ooit als productiebos of anti-stuifmaatregel is aangelegd. Door op die plaatsen bos te verwijderen en opnieuw open te maken, helpen we de natuur in de omvorming naar soortenrijke, kenmerkende en oorspronkelijke open duingraslanden. Deze open duingraslanden slaan op hun beurt overigens ook weer CO2 op.
Rond 2010 zijn op ruim twintig locaties in het Noordhollands
Duinreservaat langs en verdeeld over de bosranden bomen gekapt. Dit levert ‘Zonnige Zomen’ op: een meer geleidelijke overgang van bos naar ander gebied. Daardoor kunnen zonlicht
en neerslag beter doordringen, waardoor een microklimaat ontstaat. Een geschikt milieu voor duingraslandvegetaties, reptielen en dagvlinders. Ook wordt de landschapsbeleving voor het recreërende publiek verhoogd. Uit onderzoek in 2022 blijkt dat het gewenste aantal aandacht- en doelsoorten nu allemaal –en soms zelfs drie keer zo vaak – vertegenwoordigd zijn in de zomen.
We houden gebieden waar we bebossing hebben verwijderd goed in de gaten. Dit levert resultaten op over projecten die soms lang teruggaan. Over de bosomvorming bij de Meeuwenlekken bij Bergen aan Zee, bijvoorbeeld. Hier inventariseerden we de soortenrijkdom na het in 2001 verwijderen van een perceel niet-inheemse Corsicaanse dennen. Het ontstane open duin heeft tijd nodig gehad om zich te ontwikkelen, maar is inmiddels uitgegroeid tot een gebied met veel open duin soorten. Een bijzondere aangetroffen soort is de kleine mierspin; een zeer zeldzaam spinnetje dat zich slechts op een paar plekken schuilhoudt en die nieuw was voor het Noordhollands Duinreservaat. De komst van deze mooie soort sluit aan bij de conclusie dat de natuur met een klein beetje hulp uit zichzelf weer gezond en sterk wordt.
Vooronderzoek effect verwijderen bebossing
Lange Vlak
Rondom het Lange Vlak in het Noordhollands Duinreservaat gaan we twee stukken bos van in totaal 16,2 hectare verwijderen om zodoende meer ruimte te creëren voor de ontwikkeling van open duin en grijze duinen en om kleinschalige verstuiving te stimuleren. Het open maken van het duin zorgt voor een toename in windsnelheid en van de zoutspray in de vallei die
nu grotendeels in de luwte van het bos ligt. We voerden een nulmeting uit om uiteindelijk te bepalen of dat doel gehaald is. Die metingen zijn ver voor de verwachte verwijdering van bebossing gestart. Erna voeren we nog twee jaar metingen uit. Door de data te vergelijken, krijgen we meer inzicht in het effect van de maatregelen.
In het gebied de Bokkedoorns hebben we jarenlang water gewonnen. In 2002 stopten we hiermee, waardoor het betreffende stuk duingebied weer kon vernatten. Een onderdeel van het aanvullende natuurherstelplan was het plaggen van duinvalleien. Sindsdien zetten we ook begrazing in in de vorm van wisenten en koninkpaarden, en maaien we waar nodig. In 2022 keken we terug op de beheermaatregelen van de afgelopen vier jaar. We kunnen daaruit concluderen dat het gevoerde begrazingsbeheer tot positieve ontwikkelingen leidt en kan worden voortgezet.
Het grootste zoogdier van Europa heeft inmiddels vijftien jaar een thuis in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. In 2007 werden de eerste drie wisenten uit Polen uitgezet in het Kraansvlak. Een jaar nadat de eerste drie wisenten arriveerden, kwamen er nog drie Poolse wisenten bij. Sindsdien plant de kudde zich op een natuurlijke wijze voort en worden er bijna elk jaar kalfjes geboren. De afgelopen vijftien jaar bestudeerden meer dan zestig studenten uit Nederland en andere Europese landen de wisentecologie in het duin, onder begeleiding van een wetenschappelijke commissie. Ook is er nauw contact en kennisuitwisseling tussen Nederlandse en Europese wisentgebieden en met onderzoeksorganisaties. Uit deze onderzoeken is gebleken dat de vier doelen van de pilot nagenoeg allemaal zijn behaald. Dit betreft het tegengaan van vergrassing en dichtgroeien van het duin, het behoud van de wisent als Europese wilde soort, kennis en ervaring opdoen over wisenten bij beheer, ecologie en interactie met andere grazers en recreanten, en herintroductie van deze soort in Nederland.
Vijfde jaar voor onderzoek met DIOPSIS camera’s Al vijf jaar onderzoeken we insecten met DIOPSIS camera’s. Deze geautomatiseerde opstellingen maken elke paar minuten een foto van een geelgekleurd scherm dat aantrekkelijk is voor insecten. Het scherm wordt verlicht met UV-licht om het aantrekkelijk te maken en de camera draait dag en nacht. De innovatieve opstellingen beschikken over automatische beeldherkenning die de voorbijvliegende insecten indeelt op soort en de biomassa ervan inschat. Hiermee kunnen we de ontwikkeling van massa, rijkdom en soortengroepen meten.
De toenemende recreatie zet de duinen onder druk. We deden onderzoek rondom de Woudweg (een fietspad in het Noordhollands Duinreservaat), om te achterhalen wat het effect is van recreatie op broedvogels. In 2021 deden we dit met technische hulpmiddelen, in 2022 deden we dit handmatig. De meest recente onderzoeken keken naar broedplaatsen en nestsucces. Helaas leveren onderzoeken niet altijd sluitende conclusies op. Ook nu is niet vast te stellen wat het effect van recreatie is op de vogels. Wel werd duidelijk dat de broedvogels uit dit onderzoek gewend lijken aan voorspelbaar gedrag van recreanten. Daarom focussen we nu op de effecten van onvoorspelbaar gedrag van mens en dier.
De grote achteruitgang van insecten de laatste jaren zou slecht nieuws moeten zijn voor de insectenetende vogels. Om dat te onderzoeken, zetten we het welzijn van insectenetende vogels in ons duin af tegen zaadetende vogels. Daaruit blijkt dat die verwachte trend niet gelijk is aan de werkelijke situatie. Er is zelfs vooruitgang van deze soorten en dit is in lijn met de landelijke waarnemingen. De houtduif en de tortelduif, de zaadetende vogels in kwestie, zijn verrassend genoeg achteruitgegaan. Er is onvoldoende bekend over de oorzaak hiervan. We gaan daarom nader onderzoek doen.
Vrijwilligers doen doorlopend – soms al jarenlang –onderzoek naar dier- en plantsoorten, zelfstandig of in verenigingen. We zijn blij met hen, omdat dit waardevolle data oplevert. Bijvoorbeeld over wantsen, vliegen, dag- en nachtvlinders, hommels, libellen en konijnen. Ook komen we via deze vrijwilligers meer te weten over bos- en zeereeppaddenstoelen. Deze onderzoeken variëren van signalerend, inventariserend tot evaluerend.
HOOFDSTUK 3: UITVOERING IN 2022/2023
Gezonde duinen hebben een positieve invloed op onze drinkwaterzuivering, bieden een tegenwicht tegen luchtvervuiling en dempen de effecten van klimaatverandering. Bovendien bieden ze natuurlijk volop genietmomenten voor recreanten. Om gezond te blijven, hebben de duinen soms een beetje hulp nodig. In dit hoofdstuk zetten we onze werkzaamheden in het seizoen 2022/2023 op een rij.
Elk jaar voeren we weloverwogen werkzaamheden uit om de unieke duinnatuur nog vitaler en veerkrachtiger te maken. Zonder deze ingrepen zouden de duinen verouderen en dichtgroeien tot een monotoon landschap. Om dit tegen te gaan, streven we naar natuurlijke veerkracht en een gevarieerd landschap.
Dankzij de enorme diversiteit aan condities en landschappen zijn de duinen van Noord-Holland zo rijk aan soorten. Daarom spannen we ons in om al die verschillende landschappen, plantengemeenschappen en verbindingen gezond te houden. Want elk schakeltje is belangrijk voor die grote diversiteit en gezonde duinen vol leven. Een belangrijk streven bij ons beheer is versterking van deze ecologische veerkracht.
Beleving naar draagkracht
De natuur is ook een plek waar mensen op adem komen, ontspannen en genieten. Een plek van weldaad en beleving. In het beleid van PWN maken we daar ook ruimte voor. We zien niets liever dan dat zoveel mogelijk mensen de natuur beleven en in het hart sluiten. Daarom bieden we recreanten een warm welkom. Vanwege onze verantwoordelijkheid voor de natuur bewaken we tegelijkertijd de grens van wat de natuur aankan. We noemen dit ‘beleving naar draagkracht’: de draagkracht van de natuur in een gebied bepaalt hoeveel recreatie hier kan plaatsvinden.
Vijf doelen bij de uitvoering
Door allerlei factoren zijn de duinen nog niet in staat om goed te reageren op ontwikkelingen van buitenaf. Duingraslanden verruigen, stikstof lost de kalk in de bodem te snel op, exoten steken de kop weer op en de natuurgebieden zijn nog te versnipperd. Ons werk in de duinen richt zich op deze knelpunten. Tegelijkertijd werken we verder aan versterking van recreatieve mogelijkheden. Ons streven van ecologische veerkracht en beleving naar draagkracht vertalen we naar vijf doelen om ons werk in de duinen houvast te bieden.
De duinen zijn ooit begonnen door stuivend zand. Een gezond duin is dan ook altijd in beweging. Door de begroeiing op sommige plekken weg te halen, houdt PWN het natuurlijke proces van stuiven in stand. Zo blijven de duinen rijk aan kalk en sterk als onze natuurlijke bescherming tegen de zee.
Nabeheer stuifplekken
Op verschillende plekken hebben we in het verleden duinhellingen afgeplagd om verstuiving te bevorderen. Daarbij is het belangrijk om gedurende drie jaar nog aan nabeheer te doen. We halen wortelresten en opkomend helmgras weg. Zo blijven de stuifkuilen actief.
Windwerking hersteld door weghalen bebossing Afgelopen winter haalden we wat struiken en een stukje bos weg op het Melkvlak in het Noordhollands Duinreservaat. De ingreep is kleinschalig en subtiel; op sommige plekken gebruikten we kleine machines, op andere plekken deden we dit met de hand. Eerder verwijderden we al wat andere bebossing en legden we stuifkuilen aan. Zo maken we het soortenrijke duingrasland elk jaar wat meer open. Dat is nodig, omdat de bomen de wind tegenhouden. En wind hebben we nodig om het zand te laten stuiven. Stuivend zand heeft een dempend effect op de negatieve gevolgen van stikstof.
Bezoekers aan de Kennemerduinen zijn ze tijdens een duinwandeling vast wel eens tegengekomen: de schapen van de Kennemer Schaapskudde. Deze kudde heeft jarenlang heel veel werk gedaan in het duingebied. De schapen hebben het natuurbeheer zelfs zo succesvol uitgevoerd, dat jaarrond begrazen niet meer nodig is. Daarom mag de kudde nu met pensioen. De schapen gaan van hun oude dag genieten bij de Stichting Vrienden van het oude Kennemer Schaap. De stichting krijgt een eenmalige opstartbijdrage om de dieren op een fijne nieuwe locatie te huisvesten.van signalerend, inventariserend tot evaluerend.
In het zuidelijke deel van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland ligt het Kraansvlak. Dit gebied van 439 hectare vormt het duingebied tussen Zandvoort en Bloemendaal. Al jaren doen we ingrepen in dit duin om het zand te helpen stuiven. In 2023 ontdeden we vier vlakken (twee hectare) van jonge dennen. Zaailingen zorgen er namelijk voor dat het bos uitloopt naar het duin. Vorig jaar hebben we op dit vlak tevens een stuk vergrast duingrasland afgeplagd. Die bovenlaag (het plagsel) kreeg een nieuwe bestemming bij het herstellen van de Duinpoort, de natuurbrug over de spoorverbinding Haarlem-Zandvoort.
Van nature zijn de duinen een aaneenschakeling van de meest uiteenlopende landschapssoorten. Die variatie aan habitats maakt dat de duinen een grote hoeveelheid soorten herbergen. Variatie is dus het kenmerk van een gezond duin. We helpen de duinen om sterk en gezond te blijven.
Maaien en begrazing
Jaarlijks maaien we honderden hectares duingebied om meer openheid en diversiteit te creëren. Het maaisel voeren we af om de bodem weer zijn natuurlijke schraalheid terug te geven. Ook zetten we begrazing in, waarbij grote grazers niet alleen gras maar ook struweel kort houden. We kiezen bewust voor verschillende soorten dieren, omdat elke soort op zijn eigen manier graast. Zo ontstaat er nog meer variatie.
De grachten en watergangen op het landgoed Marquette en de sloten in de weilanden raakten de afgelopen jaren steeds voller met slib. Een natuurlijk proces, dat ten koste kan gaan van de waterkwaliteit, het waterleven en de doorstroming. Daarom voerden baggerwerkzaamheden uit. Dit deden we gefaseerd, om de impact van de maatregel zo klein mogelijk te houden. In 2021 is de eerste fase uitgevoerd in het oostelijke deel van het landgoed. In 2022 stonden de slotgracht, de Luchtenakkers langs de Noordermaatweg en enkele locaties op de omliggende weilanden op de planning. Dit jaar wordt de laatste fase uitgevoerd rond het voormalige depot en in het weidevogelgebied van de Kampen. In totaal maken we negen kilometer aan watergangen vrij.
Op nationaal niveau doen onze wisenten het goed. Zó goed, dat er internationaal vraag is naar onze dieren. Eerder verhuisden er al zeven wisenten naar Spanje. Vorig jaar volgden nog drie van onze mooie, gezonde dieren om daar te zorgen voor meer genetische variatie in de aanwezige kuddes. De twee stieren en een koe hebben hun plek inmiddels helemaal gevonden. Hun nieuwe thuis in Noord-Spanje verschilt wel wat van onze duinen. Het nieuwe leefgebied is nog droger dan ons duingebied. En door klimaatverandering zal dit nog droger worden. Gelukkig zijn onze wisenten daar goed tegen bestand.
In het duin moet genoeg ruimte zijn voor alle dieren die daar horen. Maar als een grote grazer oververtegenwoordigd is, komt het bestaansrecht van andere dieren in het geding. Dan is het nodig om actie te ondernemen om de natuurlijke balans te herstellen. De grote grazer in kwestie is het damhert. Damherten hebben geen natuurlijke vijand. Om de populatie te reguleren, beheren we deze sinds een aantal jaar. Hoewel er nog genoeg werk te doen is, gaan we inmiddels richting een populatie die past bij ons duin. Voor Zuid-Kennemerland is dit een populatie van tweehonderd damherten.
Net als in 2021 voerden we bij Landgoed Marquette baggerwerkzaamheden uit ter bevordering van de waterkwaliteit. Een team van archeologen deed intensief vooronderzoek en stelde vast dat het een gebied was met veel waarde. De grond bleek inderdaad vol verrassingen te zitten. Ze ontdekten voorwerpen die teruggaan tot de dertiende eeuw. Noemenswaardige opgravingen zijn de vele keramiekresten, koloniale specerijenpotten en een Japans keramisch poppetje uit een kunstverzameling.
Ons natuurbeheer richt zich altijd op het versterken van de eigen kracht van de natuur. We werken daarom aan goede verbindingen en een optimale interactie met de zee en het achterland. Dit vergroot de ecologische veerkracht van de duinen.
Natuurbrug volledig opengesteld
Natuurbrug Zeepoort over de Zeeweg in Overveen werd in 2017 opgeleverd met als doel om een groter aaneengesloten leefgebied te creëren voor diersoorten. De grote grazers werden nog even geweerd, omdat de bovenste leeflaag nog niet sterk genoeg was. Inmiddels is het aangeplante groen flink gegroeid en loopt dit geen gevaar meer. Schotse hooglanders en konikpaarden zijn daarom vanaf nu ook van harte welkom om de brug te passeren.
Grasland Marquette opnieuw ingericht
Het grootste landgoed dat we beheren ligt in Heemskerk: Landgoed Marquette. De Provincie Noord-Holland kocht hier vorig jaar twaalf hectare grasland aan, om het in te richten als weidevogelgrasland. We voerden 23 duizend kuub bovengrond af om het beter te laten aansluiten op de aangrenzende weidevogelpercelen, zoals de Hoge Weide. Het grasland is nu zo ingericht dat het landschap weer meer gelijkenis vertoont met het Oer-IJ. De uitgegraven grond is goed terechtgekomen. De grond bleek, in tegenstelling tot andere voormalige bollengrond, niet vervuild. Daarom kon het gebruikt worden voor een woningbouwproject in Assendelft.
In het Noordhollands Duinreservaat, nabij Heemskerk, het zweefvliegveld en het Grote Stuk, hebben we werkzaamheden uitgevoerd om twee duingebieden beter met elkaar te verbinden en een belangrijke waterleiding weer bereikbaar te maken. Meer openheid in het gebied is goed voor dieren en planten die specifiek in het duin voorkomen en zorgt ervoor dat de waterleiding bereikbaar is bij calamiteiten en onderhoud. We verbinden twee duingebieden met elkaar door ook van het tussengelegen deel een meer open natuurgebied te maken. Zo krijgt de wind weer vrij spel.
Geleidelijke overgangen voor natuurbewoners
Het kappen van bomen is geen prettig gezicht. We begrijpen heel goed dat dit emoties oproept. Bos hoort bij de oorspronkelijke duinen en daarom zijn we er zuinig op.
Bomenkap is voor PWN nooit een doel op zich, maar soms wel nodig. Grofweg zijn er twee redenen: de wind vrij spel geven en het zorgen voor geleidelijke overgangen voor natuurbewoners. Stuivend zand werkt versterkend en maakt het duin gezond. Door bomen weg te halen op westelijke locaties kan zand zich verplaatsen. Bomenkap om geleidelijke overgangen te creëren is nodig op plekken waar de grens tussen bos en ander landschap te scherp is. We halen sommige bomen uit een grensgebied weg. Zo ontstaat er een boszoom. Een ideale plek voor vlinders, vogels, kleine zoogdieren en bloeiende planten.
Regulier exotenbeheer
Doel 4
Plantensoorten die uniek zijn voor de duinen houden van stikstofarme grond. Ze worden de laatste decennia verdrongen door soorten uit andere werelddelen.
Deze exoten gedijen goed op stikstofrijke grond en kennen geen natuurlijke vijanden. Een belangrijk doel van ons natuurbeheer is dan ook het terugdringen van agressieve, invasieve exoten.
Elk jaar kammen we een deel van de duinen uit op zoek naar invasieve exoten zoals Amerikaanse vogelkers, krent en cotoneaster. Daarbij krijgen we hulp van veel vrijwilligers. In linie loopt een grote groep vrijwilligers en aannemers door de duinen om deze planten en struiken met de schep uit te steken. Met een gps-navigatie wijzen ze grotere exemplaren en haarden aan. Deze worden later mechanisch verwijderd. Op deze manier willen we elke vijf jaar ons hele gebied van 7.500 hectare duin van exoten ontdoen.
De zijdeplant gedijt goed in het gebied De Vlotter in Heemskerk. De plant steekt met een hoogte van anderhalve meter boven andere planten uit. Je herkent de zijdeplant aan de palmachtige bladeren en de witte of roze bloemen. Maar de duinnatuur is niet blij met de komst van deze oorspronkelijke NoordAmerikaanse soort. De agressief groeiende, hardnekkige planten kunnen uitgroeien tot een invasieve exoot. Alle plantdelen zijn bovendien giftig voor schapen, runderen en paarden. Genoeg reden om de zijdeplant volledig weg te halen. Bij het verwijderen ervan troffen we ook aardperen aan in deze voormalige tuinbouwgrond. Dat is een soort die zich ook massaal kan uitbreiden. Deze hebben we daarom gelijktijdig verwijderd.
Tuinbouwgrond teruggegeven aan de natuur Bij het verwijderen van exoten geven we een gebied vaak gelijk een opknapbeurt. Hierbij richten we het gebied in met duinnatuur en maken we alle drinkwater- en transportleidingen vrij van bomen. Dat voorkomt dat boomwortels schade toebrengen aan de leidingen. Een schoolvoorbeeld hiervan is een stuk grond van ruim een hectare groot bij Castricum dat we begin 2023 teruggaven aan de natuur. We verwijderden invasieve exoten, vergrootten de dichtgegroeide poel, verwijderden bomen en bebouwing. We verrijkten het gebied met een bloemrijke akker met gemengde haag, een kruidenrijk grasland en een nieuw onverhard wandelpad met aangrenzende bankjes. Tijdens deze werkzaamheden was er ook oog voor het bestaande erfgoed. De tankmuur uit de Tweede Wereldoorlog heeft meer ruimte gekregen en is nu beter zichtbaar.
De natuur doet mensen goed en geldt als een belangrijke bron van vitaliteit. Met een gastvrij beleid wil PWN mooie ervaringen in de duinen bevorderen.
Het liefst zien we dat zoveel mogelijk mensen de natuur in hun hart sluiten.
Bezoekerscentra
Op de drempel van onze gebieden liggen onze bezoekerscentra
De Hoep en De Kennemerduinen. Ze zijn de ideale voorpost om in contact te komen met de duinnatuur. Je vindt er voorlichting en educatieve tentoonstellingen – zowel binnen als buiten. De bezoekerscentra vormen het vertrekpunt voor excursies en je kunt er zelfs vergaderen. Zo nemen we jong en oud mee in het verhaal van de duinen.
Nieuwe uitkijktoren op de Kruisberg
Wie de Kruisberg kent, kent de uitkijktoren. In 2018 sloten we de toren om veiligheidsredenen en in 2020 is de toren weggehaald. Veel inwoners van Heemskerk waren gehecht aan de toren en genoten er regelmatig van het mooie uitzicht. Hierop zijn we in gesprek gegaan met een brede groep vertegenwoordigers om hun wensen te horen voor een nieuwe uitkijktoren. Het ontwerp hebben we daarna nogmaals bij hen getoetst en aangepast. De nieuwe toren doet denken aan een vuurtoren: breed aan de onderzijde en steeds smaller naar boven toe. Net als een vuurtoren is de toren op de Kruisberg een iconisch herkenningspunt langs de kust. Vanaf mei 2023 kunnen bezoekers tussen de boomtoppen rijzen en de natuur en al haar bewoners bewonderen.
Infiltratiegebied Castricum (ICas) is een belangrijke plek.
Dit gebied is namelijk een schakel in het drinkwaterzuiveringsproces. In dit infiltratiegebied vindt een grote zuiveringsstap plaats voor het maken van heerlijk kraanwater. Water en natuur zijn hier letterlijk met elkaar verbonden. Het gebied mag daarom gezien worden. Het bezoek aan ICas moeten we tegelijkertijd wel reguleren, omdat het drinkwaterzuiveringsproces precair is. We hebben daarom diverse werkzaamheden verricht, om het gebied mooier en beter toegankelijk te maken. Bezoekers kunnen nu via de aangepaste routes en het nieuwe wandelpad het gebied ontdekken. Mensen met een beperking kunnen door de geplaatste vlonders ook gemakkelijker genieten van dit bijzondere gebied waar water en natuur samenkomen.
Vernieuwde tuin voor bezoekerscentrum De Hoep De tuin achter bezoekerscentrum De Hoep in het Noordhollands Duinreservaat is een heerlijke plek om in rust te genieten van de natuur, zonder de natuur te verstoren. In 2022 hebben we de tuin flink onder handen genomen, waarbij we zoveel mogelijk elektrisch te werk zijn gegaan om zo min mogelijk CO2 en stikstof uit te stoten. Bezoekers vinden in de vernieuwde tuin zeven verschillende themagebieden die elk meer vertellen over het Noord-Hollands duingebied. Een waar verlengstuk van de tentoonstelling in De Hoep. Jong en oud wordt geprikkeld om zich te verwonderen over ons duin en op onderzoek uit te gaan. Zo zijn er stapstenen in een poel aangelegd, een doolhof, groene tunnels door het bos en een vogelkijkscherm aan de rand van de ijsbaan. De nieuwe half-verharde paden en vlonders verhogen de toegankelijkheid voor mindervaliden, waardoor we nog meer mensen kunnen laten kennismaken met ons duin.
Sinds begin 2022 biedt de nieuwe en ruime entree een groen en warm welkom bij een bezoek aan De Hoep en het Noordhollands Duinreservaat. Er is nu een groot plein met banken, bloemrijke begroeiing en ruimte voor het opvangen van water. Ook pasten we de verkeerssituatie in het entreegebied aan waardoor er een veilige inrichting is ontstaan waar auto’s te gast zijn.
Mensen die aan het duin wonen, kunnen de duinen een handje helpen door in de tuin duineigen soorten te planten. Er wordt vaak gekozen voor exoten, terwijl er prachtige duinsoorten zijn die je zelf kunt planten. Bekende voorbeelden hiervan zijn de duindoorn, kruipwilg, helmgras en grote tijm. Sinds kort inspireren en activeren we bewoners bij de duinen met een voorbeeldtuin bij bezoekerscentrum De Kennemerduinen. Daar kunnen zij ontdekken welke bijzondere lokale, inheemse beplanting heel geschikt zijn voor hun tuin. Want hoe meer duinsoorten in aangrenzende tuinen, hoe geleidelijker de overgang wordt tussen duin en tuin. En dat is weer heel goed voor de biodiversiteit.
In 2021, tijdens de lockdowns, vernieuwde het bezoekerscentrum al de presentatieruimte en de winkel. In 2022 verbeterden we de verbouwing met aanpassingen voor een betere akoestiek. Door een andere plek van de balie worden bezoekers nu beter uitgenodigd om binnen te komen. Er is meer ruimte gecreëerd en een informatiescherm geeft nu continu informatie voor bezoekers. Ook de winkel kreeg een facelift.
Naast de jaarlijkse beheerprojecten in de duinen, kijken we bij PWN ook verder vooruit. Want hoe vangen we de grote ontwikkelingen op die er op ons afkomen? Wij zien grote kansen voor onze provincie in de binnenduinrand en in het IJsselmeer.
Omdat niemand de toekomst exact kan voorspellen, werken we bij PWN verschillende toekomstige scenario’s uit voor het natuurbeheer in de duinen. We hebben hierover in het eerste hoofdstuk al uitgebreid geschreven.
In het eerste hoofdstuk gaven we een doorkijkje naar belangrijke trends en ontwikkelingen. We stipten ook aan dat we kansen zien. Twee daarvan lichten we in deze paragraaf uit. Wat ze gemeen hebben is dat ze gebaseerd zijn op natuurlijke systemen. Want vaak heeft de natuur zelf al goede oplossingen in huis. Door van de natuurlijke kracht gebruik te maken, komen we tot robuuste oplossingen. Combineren we dit ook nog met water, dan bereiden we ons op een verantwoorde manier voor op een toekomst waarin het belang van betrouwbaar water voor Noord-Holland alleen maar groter wordt.
Kansen voor de binnenduinrand
Een stijgende zeespiegel en meer neerslag maken dat het grondwater hoger komt. Dit zorgt weer voor meer kwelwater dat naar de poldergebieden stroomt. Clusterbuien kunnen daarnaast in de binnenduinrand wateroverlast veroorzaken. Verschillende projecten in de binnenduinrand laten zien wat de kansen zijn om water en natuur te combineren. Bijvoorbeeld bij Castricum, waar een combinatie van nieuwe natuur, recreatieve functies en waterberging ervoor heeft gezorgd dat het dorp nu minder wateroverlast ervaart.
Ook in het gebied De Vlotter bij Heemskerk zien we de kracht van nieuwe natuur in combinatie met nieuwe recreatiemogelijkheden en meer zoetwater als buffer voor drogere tijden.
Ontwikkeling nieuwe natte natuurgebieden. Zo blijft de zoetwatervoorraad onder duinen op peil.
Ruimte maken voor waterberging. Opvangen in natte tijden, beschikbaar in droge tijden. Zo ontstaan belangrijke waterbuffers.
Water dat weglekt uit zoetwaterbel schoonhouden. Gebruiken voor natuur en eventueel drinkwater.
Stedelijk gebied houdt droge voeten door waterberging.
Zoetwatervoorraad onder duingebied.
Hoe lager de grondwaterstand achter de duinen, hoe meer schoon water er weglekt naar de binnenduinrand (kwel). Voorkom verdere bodemdaling en waterstandverlaging.
Kansen voor het IJsselmeer
De bevolking van Noord-Holland groeit en het klimaat verandert. Hierdoor neemt de drinkwatervraag toe, terwijl de kwaliteit van onze bronnen afneemt. Daarom is de noodzaak groot voor versterking van het IJsselmeer met een natuurlijke klimaatbuffer.
De toekomstige Klimaatbuffer IJsselmeer bestaat uit drie grote, diepe waterbekkens omringd door een nieuw aan te leggen natuurgebied en een zandige dijk. Voordat het IJsselmeerwater in de bekkens wordt opgevangen, stroomt het eerst door dit nieuwe natuurgebied. Planten en vissen vinden hier beschutte plekken om (op) te groeien en natuurlijke processen krijgen de ruimte om het water voor te zuiveren.
Het voorgezuiverde water blijft in de bekkens voortdurend in beweging. Zo verbetert de waterkwaliteit verder. Op deze manier houdt Noord-Holland een grote voorraad kwalitatief goed IJsselmeerwater beschikbaar voor drinkwaterproductie. De nieuwe natuur versterkt hier bovendien de ecologie. Door de uitbreiding van de zoetwaterbuffer voor drinkwater komen we ook tegemoet aan andere gebruikers van IJsselmeerwater. Tijdens langere perioden van droogte hoeft het IJsselmeer nu minder zoet te worden gehouden, waardoor minder kritische gebruikers nog steeds van het water gebruik kunnen maken. Natuurontwikkeling, natuurlijke voorzuivering en waterbeschikbaarheid komen in de Klimaatbuffer samen. Dit samenspel tussen water en natuur ontwikkelen we samen met het Rijk, de Provincie Noord-Holland, gemeenten en natuurorganisaties. Ook betrekken we omwonenden bij het project.
Het ecosysteem van het IJsselmeergebied is uniek, en staat tegelijkertijd ook onder druk. Via het natuurproject Wieringerhoek werkt Rijkswaterstaat aan mogelijkheden om het IJsselmeer toekomstbestendiger te maken. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister voor Natuur en Stikstof willen een Voorkeursbeslissing vaststellen. De daarvoor opgestelde ontwerpVoorkeursbeslissing is onderverdeeld in drie projectdoelen, waaronder de verdere uitwerking van zoete leefgebieden rond de Klimaatbuffer IJsselmeer door PWN. Tot begin 2023 konden mensen hun zienswijze op dit project insturen. In de loop van 2023 wordt de Voorkeursbeslissing vastgesteld.
Zoals de duinen bestaan bij de gratie van talloze verbindingen, zo is PWN in haar werk ook afhankelijk van de verbinding met alle betrokkenen. We zoeken dan ook actief de samenwerking op voor het samenspel van water en natuur.
De opgaven waar onze duinen de komende decennia mee te maken krijgen, beperken zich niet tot de natuur alleen. We krijgen allemaal te maken met een stijgende zeespiegel, dreigend tekort aan zoet water, clusterbuien en droogtes. Iedereen is op zoek naar manieren om daar zo goed mogelijk mee om te gaan. Daarom wordt samenwerken nog belangrijker.
Samen staan we sterk voor de uitdagingen van morgen. PWN werkt dan ook graag met zoveel mogelijk betrokkenen samen om oplossingen te creëren waar iedereen wat aan heeft. Een goede samenwerking met onze omgeving stelt ons bovendien in staat om het natuurbeheer effectiever uit te voeren.
PWN beheert samen met Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer het duinlandschap en de natuur van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. De beheerders werken hier samen met IVN, gemeenten, Hoogheemraadschap van Rijnland, de provincie Noord-Holland en particulieren. Dit doen wij volgens het gezamenlijke Beheer en Inrichtingsplan.
Paarden kunnen dankzij hun natuurlijke gedrag bijdragen aan een natuurlijke inrichting en beheer van het landschap. PWN werkte mee aan een inspiratiefolder voor natuurlijke paardenhouderijen in de binnenduinrand.
Vanuit het Bestuursakkoord Water zijn in Nederland de afgelopen jaren tal van samenwerkingsverbanden ontstaan rond verbetering van de waterketen. Het gaat hier om kostenbesparing, verbetering van de kwaliteit en vermindering van de kwetsbaarheid. Dit heeft in het leveringsgebied van PWN geleid tot negen regionale samenwerkingsverbanden tussen drinkwaterbedrijven, waterschappen en gemeenten. PWN heeft zich hieraan op bestuursniveau gecommitteerd.
Via deze samenwerkingen ontstonden tal van uiteenlopende verbeterprojecten. Onder meer op het gebied van assetmanagement, duurzaamheid en klimaatadaptatie. Met de waterschappen werken we nauw samen op het gebied van waterveiligheid en dynamisch zeereepbeheer.
BEVORDEREN AANLEG DUINTUINEN
Voor het project Duintuinen (zie 3.1) werkt PWN in Nationaal Park Zuid-Kennemerland samen met Natuurmonumenten, IVN Natuureducatie, diverse gemeenten, Hoogheemraadschap van Rijnland, provincie Noord-Holland en Staatsbosbeheer. Samen zetten wij ons met dit project in om tuinen in de regio te vergroenen en beter aan te laten sluiten bij de plaatselijke natuur door bewoners en ondernemers te activeren en inspireren.
PWN werkt samen met tal van lokale ondernemers. Zo zijn er horecaondernemers in onze natuurgebieden zoals Gasterij
De Kruisberg en Johanna’s Hof. Ook werken we samen met recreatieve ondernemers die in onze gebieden activiteiten verzorgen. Verder onderhouden we goede contacten met boeren in de omgeving, bijvoorbeeld om hun vee te laten grazen in onze gebieden.
H4: SAMENWERKEN VOOR DE DUINEN
PWN is lid van de Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk, het samenwerkingsverband rond het IJsselmeer. Samen met partners rond het IJsselmeer participeren we hier in natuurontwikkelingsprojecten en ijveren we voor verbetering van de waterkwaliteit. Bijvoorbeeld door natuurlijke eilanden aan te leggen, door ontbrekende habitats toe te voegen en door het ecosysteem beter in balans te brengen.
PWN toetst haar beleid aan de Natuurwetenschappelijke adviescommissie PWN (NAP). Een onafhankelijk adviesorgaan van wetenschappers, die de directie en de Raad van Commissarissen gevraagd en ongevraagd adviseert over het natuurbeheer. De NAP komt drie keer per jaar bijeen. De commissie fungeert als klankbord en toezichthouder.
Meer dan 450 vrijwilligers zetten zich in voor het werk in de duinen. Ze helpen PWN om de gebieden gezond te houden door onderhoud te plegen, onderzoek te doen en informatie te verstrekken aan bezoekers en scholen. Een onmisbare schakel in het beheer van de duinen.
Het duinlandschap is voortdurend in ontwikkeling. Bezoekers helpen ons om de veranderingen in dit landschap te volgen. Op drie plekken hebben we een fotopaal neergezet, vaste plekken die bezoekers kunnen fotograferen. We roepen op om zoveel mogelijk foto’s van deze plek naar PWN te sturen. Zo komen we meer te weten over de effecten van klimaatverandering, ons natuurbeheer en de grote grazers die in onze gebieden lopen. De fotopalen staan bij:
• De Noordwest Natuurkern om de effecten van verstuiving in beeld te krijgen.
• Klein Olmen, om de rol van grote grazers te onderzoeken.
• De Vlotter, om de natuurontwikkeling van dit nieuw ingerichte gebied te volgen.
We bedanken alle collega’s die een bijdrage hebben geleverd aan deze jaargids.
Fotografie:
De meeste foto’s in dit verslag zijn gemaakt door Ruud Maaskant, Fred van den Bosch en Imreël van der Sloot, natuurfotografen en boswachters bij PWN.
Samenstelling, teksten en vormgeving: Buro Jung
Eindredactie: Gert Jan Vreken, Myrthe Fonck en Janneke van Beusekom.
Drukwerk: Drukkerij Huighaverlag
© juni 2023
PWN
Postbus 2113
1990 AC Velserbroek
023 - 541 33 33
www.pwn.nl