7 minute read
Bestaande muziek in een eigen(wijs) jasje
from Hallo Holten #4
Hallo Alive
Bestaande muziek in een eigen(wijs) jasje
Een decennium geleden hadden sommige bandleden nog vrijwel nooit een instrument aangeraakt, maar in mei dit jaar speelden ze hun tienjarig jubileumconcert op de feestweide in Bathmen. We hebben het over de jongens van de band Alive. Deze vijfkoppige band, die zijn roots heeft in de omgeving van Holten, speelt jaarlijks heel wat weekenden menig (tent)feest ondersteboven.
- Door Amber Maathuis | Fotografie Jennita Stegeman en Floor fotografie
In gesprek met vier van de vijf bandleden vertellen de jongens ons over het ontstaan van de band, hun idee over een ‘goed optreden’ en welke doelen zij voor ogen hebben.
Born to be Alive?
Het ontstaan van ‘Alive’ is niet de meest voor de hand liggende start van een nieuwe band. Zanger en gitarist Roy trapt af: “We kennen elkaar via De Waerdenborch. Een deel van ons zat bij elkaar in de klas. Samen met Ties (bassist) kreeg ik het idee om een band te vormen. We konden beiden nog geen gitaar spelen, maar dat zochten we zelf wel uit. Al vrij snel kwam Rick (gitarist) erbij. Toen moesten we alleen nog een drummer vinden. Dat wilde niet echt vlotten. Via via hoorde ik op school dat Rens vrijkwam van een ander bandje. Ik heb hem toen onder de les ge-sms’t of hij niet bij ons wilde drummen. Dat wilde hij wel.” De band dacht, met de komst van hun drummer, in eerste instantie compleet te zijn. Totdat ze er later achter kwamen dat een pianist een goede aanvulling zou zijn. Pianist Billy had al in andere bandjes gespeeld, dus het was meteen raak. Billy: “Ik had nog niet gespeeld of ik zat al bij de band.” Rick vult lachend aan: “Dat kwam alleen maar omdat je met een krat bier aankwam bij die repetitie.”
Een komisch detail: Billy zijn ‘echte’ naam is niet Billy, maar Rens. Inderdaad, precies zoals drummer Rens. Om verwarring bij zowel de band, als de geluidstechnici te voorkomen, werd er besloten om pianist Rens van een andere naam te voorzien. Roy: “Het is gewoon lastig als er twee bandleden met dezelfde naam zijn. Aangezien Rens onze ‘pianoman’ is, kwam er al snel de referentie naar Billy Joel. En toen werd het kortgezegd Billy. Iedereen noemt hem nu ook zo.”
Pianoman Rens is overigens niet de enige die een naamsverandering onderging. De band begon oorspronkelijk
onder de naam Goed Slecht. De jongens weten niet meer waar deze naam vandaan kwam. Wat ze wel nog weten, is dat ze al vrij snel een duidelijk doel voor ogen hadden: zo snel mogelijk, zoveel mogelijk optreden. Roy: “Zo kwam de naam destijds ook ter sprake. Die was niet goed, want er zat een negatieve lading aan. Op die manier kwamen we niet verder.” Rick vult aan: “Ik weet niet meer precies hoe het ging, maar ik luisterde destijds het nummer Alive van Pearl Jam. Toen dacht ik: dat is wel een mooie naam. Lekker levendig, daar houden we wel van.” Roy: “We kwamen er maar niet uit, totdat Rick met Alive kwam. Daar hadden we toen ook wel wat discussie over, maar het was wel de beste naam die we tot dan toe hadden gehoord. Ook wel een brede naam. Dus dat is het toen geworden.”
Eigenwijze regelaars
Met de juiste samenstelling en de juiste bandnaam, konden de jongens van Alive eindelijk beginnen met het verwezenlijken van hun doel. En met succes! Inmiddels spelen ze zo’n 35 optredens per jaar, waardoor menig weekend in het teken staat van de band. Rens: “We spelen vooral veel in de zomer. Soms meerdere keren per weekend, waardoor je bijna het hele weekend aan het optreden bent. Naast ons werk is het soms best veel en ook weleens lastig te combineren.”
Roy vult aan: “We hebben daarom recent onderling duidelijke afspraken gemaakt. Waaronder niet te vaak in één weekend spelen. We regelen al onze optredens zelf dus dat hebben we ook zelf in de hand. We werken niet met een boekingskantoor, want we willen zelf bepalen wat we spelen. We spelen alleen maar wat we zelf mooi vinden en dat stralen we ook uit.” Rick: “En dat vindt het publiek ook fijn. Ze willen ons lol zien maken en zien genieten op dat podium. We maken geen show aan de hand van wat anderen mooi vinden. Misschien een beetje eigenwijs, maar zo zijn we nou eenmaal.”
Inspelen op het publiek
En wat is het dan dat deze jongens mooi vinden om te spelen? Rick: “We spelen alleen maar covers. We houden zelf vooral van oudere muziek, maar als we op een feest staan zorgen we ook dat we een aantal hits van dat moment kunnen spelen. Rens vult aan: Bijvoorbeeld een nummer als Bacardi Lemon; Dat zijn vaak niet de moeilijkste nummers om te spelen, maar dat zijn ook zeker geen blijvers. Die vervangen we weer als het kan. En we gooien er elk jaar sowieso een paar nummers uit; elk najaar zorgen we voor een vrij verfrissende setlist. Dat is voor ons leuker om te spelen, maar we willen ook niet dat het publiek op onze medleys is uitgekeken.” Rick: “Je wilt niet dat het publiek zelf al een volgend nummer gaat zingen, omdat ze al weten wat er komt.”
“Verder doen we vooral ook ons best om op niemand te lijken en onderscheidend te zijn”, vult Roy aan. “We passen best wel wat nummers aan, stoppen ze in een eigen jasje. En we proberen ook overgangen te maken naar nummers die mensen niet verwachten.” Rens valt bij: “We voelen vaak wel aan wat wel of niet werkt. Muziek
In tegenstelling tot vele andere coverbands spelen wij zonder een bandje of zogenaamde klicktrack. Dus zonder ondersteuning. Hierdoor kunnen wij tijdens een nummer nog besluiten om een refreintje of couplet af te wijken. En zo kunnen we ook inspelen op het publiek als dat toch ineens anders blijkt te zijn dan verwacht.” Toekomstmuziek
Mooie tijden
Elk optreden heeft zijn charme en de jongens hebben elk hun eigen voorkeur voor welk optreden het mooiste was. Maar wat hen allemaal is bijgebleven, is hun optreden in Zweden. Rick: “Zweden was wel echt een mooie ervaring. Roy had daar twee jaar daarvoor eens stage gelopen. Het was allereerst natuurlijk een eind weg.” Rens vult aan: “Ja, en we reden toen met onze bus en een aanhanger over een berg die we wat verkeerd hadden ingeschat.” Roy valt lachend bij: “We hadden onze aanhanger niet optimaal ingepakt en toen zijn we gigantisch aan het slingeren gekomen. Het heeft ons letterlijk dichterbij elkaar gebracht.” Gelukkig kwamen de jongens heelhuids over en hebben ze dat weekend in een oude hooischuur in Zweden opgetreden. Over het algemeen wordt Alive vaak gevraagd om te spelen bij tentfeesten. Ze worden dan nog niet overladen door gillende fans, maar toch zien ze met enige regelmaat wel dezelfde ‘koppen’ vooraan. Ook vinden de jongens het mooi om achteraf nog na te zitten met de organisatie van het betreffende feest. Billy: “Bij een optreden is het niet zo dat we meteen inpakken en wegwezen als
we klaar zijn. Vaak maken we het met de organisatie nog even gezellig.” Rens: “Die hebben vaak ook het feestje er net opzitten, de tap opgeruimd en dan begint voor hen nog de gezelligheid.” En zo hebben de jongens in tien jaar tijd heel wat met elkaar meegemaakt. Voor alles wat er in de afgelopen tien jaar is bereikt, hebben ze zelf hard gewerkt. Rick: “Ik weet nog dat we in het begin altijd overal naartoe werden gebracht door onze ouders. We hadden toen ook nog een open aanhanger waarin we onze spullen vervoerden. Het was dan altijd maar hopen dat het droog bleef. Pas later kwam er "We spelen alleen een overdekte aanhanger en uiteindelijk ook nog de bus ervoor.” Rens: “Toen maar wat we zelf mooi vinden en dat we net begonnen met de band, legden we ook allemaal elke week €5,- in de pot voor de aanschaf van materiaal. stralen we ook uit" Alles wat we in die eerste jaren hebben verdiend, hebben we weer direct in eigen apparatuur gestoken. Uiteindelijk, toen we echt wat groter werden, kozen we ervoor om met een geluidsbedrijf in zee te gaan. Maar we hebben letterlijk alles vanaf nul opgebouwd tot wat we nu hebben.” Of er na tien jaar nog dromen zijn? Roy: “Op de Zwarte Cross spelen, zou wel heel erg tof zijn. Ik weet alleen niet of we daar echt thuis horen. Maar we zouden ook wel graag een keer op de zaterdag of zondag van de Keunefeesten spelen. Ik denk dat we vooral van al onze optredens een succes willen blijven maken. Zolang wij en het publiek er maar lol aan blijven beleven. Dan zijn we tevreden.”